Monthly Archives: mei 2016

Hoop, geloof en liefde (4)

2016: Hoop, geloof en liefde (4)

Waarom schrijf ik “stukjes”?

Wil ik een bijdrage leveren aan een lezenswaardige site?  Zit er ergens toch een onderwijzer in me? Zoek ik een manier om mijn frustraties of blijdschap in goede banen te leiden?  Misschien is het van alles een beetje!  Wie aan de weg timmert trekt echter bekijks. Vorige week belde een mij onbekende liefhebber. Hij had mijn laatste stukje gelezen en de stoute schoenen aangetrokken om me om advies te vragen. Eigenlijk zit ik daar helemaal niet op te wachten. Er zijn in den lande mensen, die (vaak tegen betaling) dat veel liever doen. Duiven selecteren, koppelen, wateraders en straling opsporen, ogenkeurders, advies over verluchting, voermethode, etc.  Fijn dat ze er zijn.  De liefhebber in kwestie klonk een beetje wanhopig en intuïtief stemde ik toe. Afgelopen zaterdagochtend bezocht ik hem. Als liefhebber heb je een morele plicht om collega’s die in een dip zitten te helpen en moed te geven.  Ik werd hartelijk ontvangen. Vanuit de keuken zag ik een hok op het achterplaatsje achter de bescheiden woning en al snel had ik de indruk met een echte liefhebber van doen te hebben. Dat is heel belangrijk in mijn ogen. Een dierenvriend en gepassioneerde jongen, bij wie het spel niet van de grond komt en die er alles voor over heeft om het lek boven te krijgen. We hadden een geanimeerd gesprek, samen bekeken we hok en duiven en ik temperde zijn verwachtingen. Als al meerdere kenners van naam en faam op bezoek zijn geweest, heb ik niet de illusie met een paar simpele tips het tij te keren. Ik vertelde, hoe ik het in zijn situatie zou doen en beloofde contact te houden. Gewoon, omdat ik het een sympathieke vent vind en hij  het verdient om geholpen te worden.

Mensen die het minder hebben

Soms kom ik treurig over in mijn stukjes. Twijfel wel eens, of ik niet zal stoppen met de duiven vanwege de roofvogelterreur. Dan is het goed om te zien, dat ook andere mensen problemen hebben.  Toen ik zaterdagmiddag thuis keerde van mijn bezoekje, moest ik me haasten. Ik had buurman Pim toegezegd te zullen helpen bij “Vis maar mee”. Als een soort buddy help je dan één op één iemand met een beperking bij het vissen. Op weg naar de beek herkende ik het kereltje dat bij een vorige wedstrijd de eerste prijs won. Een vrolijke “stuiterbal” die met zijn handen een kikkervisje ving en uiteindelijk de beker ontving, omdat toen niemand beet kreeg.  Aan de waterkant werd ik aangeklampt door een gehandicapte man, die me vroeg hem te helpen. Een made aan het haakje doen, ingooien en ophalen. Voor mensen met een beperking is het vaak geen haalbare kaart. We kletsten gezellig en ik zag Manuel, die met zijn vader afgelopen najaar bij “Steeds Verder” een duifje kocht. Hij wist het nog precies en was blij met zijn beker en zijn gevangen visje. Ik feliciteerde hem. Veel werd er niet gevangen afgelopen zaterdag op de Voorsterklei, maar … het was gezellig en prachtig weer, zoals mijn vismaatje de middag samenvatte. Ik nam me voor om nooit meer te klagen.

Buurman Appie

Afgelopen dinsdagavond werden in het clubgebouw van “Steeds Verder” de duiven tegen paramixo geënt. ’t Is altijd een heel gedoe met al die jongen die boordevol stress door de manden bateren. Toen ik na afloop thuis kwam en de duiven losliet om ze zelf in hun hok te laten vliegen, stond buurman Appie ineens achter me. “Mis je meerdere duiven?”  Verbaasd keek ik hem aan en vroeg me af waar hij naar toe wilde. Hij pakte zijn mobieltje en liet me enkele foto’s zien.  “Ik heb het opgezocht en nu weet ik, dat het een havik is die in mijn achtertuin een duif plukt”, zei hij. Toevallig was ik een dag eerder op tweede pinksterdag de ’01 en ’02 kwijt geraakt. Twee nestbroers, waar ik hoge verwachtingen van had. Een kwartiertje later stond ik voor zijn deur. Niet ver van de voordeur zag ik de restanten van een postduif.  De borst was er helemaal uitgevreten. De ring zat nog om de poot. Het was de “02. In de achtertuin lagen restanten, maar daar was met een grasmachine  overheen gereden. Ik vertelde Ap, een generatiegenoot, dat ik blij was met zijn melding en foto’s. Alleen had ik niet verwacht, dat de vrouwtjeshavik haar prooi ter plekke zou verorberen en zo Ap zeker 20 minuten de tijd bood om foto’s te maken. Meestal pakt ze de prooi in de lucht en voert ze deze af, zonder sporen na te laten. Zou ze ongepaard zijn, of zou ze broeden? In dat laatste geval staat me nog een bak ellende te wachten.

Wennen aan de mand

Zondagmiddag had ik een familiereünie in Klein-Amsterdam, waar moeder Toos geboren en getogen is. José ging met de fiets en ik zou moeder Toos met hondje Trijntje ophalen. Ik zat in mijn maag met het voeren en verduisteren van de jonge duiven in de namiddag.  Eureka! Ik liet ze ’s ochtends uitvliegen en zette ze vervolgens in vier manden in de schuur met water aan de manden. Van de nood een deugd maken, heet dat. Maandagochtend zette ik de manden in de Caddy en reed er mee naar de Appenseweg. Hemelsbreed een paar honderd meter van het hok. Het loslaten na het enten was blijkbaar een leermoment geweest, want vlot knalden ze uit de manden en na het maken van enkele rondjes boven Appen, doken ze richting de klep.  Toen ik de manden in de auto tilde, kwam de vrouwtjeshavik zich melden boven de lossingsplek. Dat deed ze vorig jaar ook en toen pakte ze een duif voor mijn ogen. Nu was ze te laat. Bij thuiskomst zaten alle jongen in het hok. Meteen conditioneren, want ik had ze op zondag beperkt gevoerd om geen natte bagger in de manden te veroorzaken.  ’t Is vandaag code oranje, vanwege verwachte overvloedige regenval, maar als het weer opklaart wil ik beginnen met africhten komende week.

Coli

Over het algemeen mag ik niet klagen over de mest. Dat was vorig jaar een drama. In alle afdelingen is er regelmatig eentje, die vieze mest produceert en/ of braakt. Zo’n duif gaat meestal ook de lucht niet in. Gelukkig is het een milde variant. Na enkele dagen knappen ze op en doen weer mee met de groep. Afgelopen week na de enting was de vlieglust helemaal weg. Doordat ze soms hele dagen buiten vertoeven, maak ik me daar geen zorgen over. Ze ketsen regelmatig af, want door al het gespuis in de lucht zijn ze erg attent. Behalve de paramixo-enting  geen medicatie tot heden.

(wordt vervolgd)

Hoop, geloof en liefde (3)

2016: Hoop, geloof en liefde (3)

José is enkele dagen met haar oudste zus naar haar jongste broer in Maastricht. Heb het ruim alleen. De eerste pinksterdag al lekker vroeg voor zevenen de duiven los. Na alles gekuist en verzorgd te hebben, in de tuin aan de slag. Nadat de duiven gevlogen hadden, kwamen ze lekker om me heen scharrelen. Zo nu en dan gooide ik wat rijstkorrels om me heen. Gepelde rijst ontkiemt niet. Ook de duiven genieten volop van de tuin. Enkele rijtjes sla- en andijvieplanten hebben ze volledig weggepikt. Heb vandaag opnieuw sla gezet. Rode sla voor de verandering. Duiven hebben een hekel aan de rode kleur en laten deze variant ongemoeid.

De haviken laten zich nauwelijks zien. Buizerds cirkelen voortdurend rond, maar daar slaan de duiven nauwelijks acht op. De duiven komen momenteel zeven dagen per week los. Een ongekende weelde! Door de dagelijkse vrijheid trainen ze en leren ze optimaal. Wat een verschil met vorig jaar. Toen kwamen ze vaak maar één keer in de week een uurtje buiten. Met domme, ongetrainde duiven kun je de oorlog niet winnen!

Gisteren verbaasde compagnon Albert met de eerste prijs in de kring Apeldoorn vanaf Laon. Voor het eerst sinds de verhuizing naar Twello een klinkende zege. In de afstamming van het duifje het beste van Romein en de Ruiter aan vaderskant, maar ook onze “Axel” van wijlen  Jan de Visser. De moeder van het duivinnetje komt uit “Jurriaan” (gekregen van Martin Geven) met zus “Texas Homer” (lijn “Oude Knoedel”/ nestzus “Garfield”)

De invloed van een hok mag je nooit onderschatten, dat blijkt nu weer. Het hok dat in Twello een jaar of acht geleden gebouwd werd, voldeed absoluut niet. Albert bouwde een nieuw hok in tegenovergestelde richting en meteen op de natour van 2015 vlogen de duiven er stukken beter.

In 2016 werd de stijgende lijn doorgetrokken. Hoewel Albert druk was met andere zaken en zonder enige africhting begon aan het seizoen, zat hij er wekelijks leuk bij. Vooral na het isoleren van de vloer werd het hokklimaat een stuk beter. Voorheen was er incidenteel wel eens een succesje, maar dan volgde steevast de week erop een afknapper. Sinds de duiven op het nieuwe hok vliegen, is alles anders. Albert moet er zelf nog aan wennen. Als het vliegen jaar in jaar uit kommer en kwel is, dan is het een bijzondere gewaarwording als ineens jouw duiven niet langer voor spek en bonen mee doen!

De moraal van het verhaal is evident. Geef nooit op! Zolang je gelooft in betere tijden en je handelen daar naar richt, is er hoop. Dat geldt voor iedereen. Sleutelen aan je hok, aan de verluchting, aan de luchtvochtigheid, aan de lichtinval. Nooit opgeven. Mensen die een droom hebben en een duidelijk doel en daar alles voor doen en laten, zullen ooit hun doel bereiken. Dat zie je op elk terrein. In het zakenleven, in de muziek, in de sport en zelfs in de liefde! Misschien moet er eerst onvoorwaardelijke liefde zijn om de mentale kracht te kunnen opbrengen om alles te doen om je doel te bereiken?

Op dit moment heb ik nog zeventig junioren. Soms wil er een duifje niet vliegen. Is het coli? Heeft het beestje zich geforceerd bij een wanhopige poging om aan de havik te ontsnappen? Je kunt het ze niet vragen. Ik voer vrij licht. A.S. junior van Teurlings is een gevarieerde mengeling. Ik kan het niet laten om zelf wat te rommelen met het voer. Een handje Koopman “all in one” met pinda, een handje Matador  turbo energie vanwege hennep en variatie en enkele handen Beyers Recup om de mengeling lichter te maken. Eén keer per week in het weekeinde gooi ik enkele deciliters vlierbessensap over het voer. Dit laat ik een nachtje intrekken. ’s Ochtends afdrogen met biergist en zonodig wat klei e/o veen. Vlierbessensap is geen wondermiddel. Toch geef ik het met mate. Ook als je het wekelijks geeft heb je niet de garantie dat je geen coli krijgt. In wondermiddelen geloof ik niet. Zowel voor duiven als voor mensen zijn er telkens weer nieuwe “wondermiddelen”. Dan is het oregano, dan boerenkool, spelt, chiazaad, knoflook, appelazijn, enz.  Iedereen heeft het erover, de prijs is buitenproportioneel als het echt een “hype” is en een jaar later praat niemand er meer over. Gebruik wat je past en gebruik vooral je verstand. Hou het eenvoudig, zei Herman Brinkman afgelopen winter tijdens een forum in de club. Goed voer, grit en mineralen. Verder geen poespas. Een weldenkende liefhebber, een goed hok en goeie duiven, daar gaat het om. Duiven moeten weerstand opbouwen en dat lukt niet als je bij elk wissewasje gaat kuren. Alleen als het te gek wordt en duiven sterven door bijvoorbeeld coli/ adeno, dan rij ik naar Nanne Wolff in Wezep en doe wat hij adviseert.

(wordt vervolgd)

Hoop, geloof en liefde (2)

2016: Hoop, geloof en liefde (2)

Hoge bomen vangen veel wind, zegt het spreekwoord. Als Gerard, Hans, Willem, Bas of Pieter een mindere uitslag maken, dan gaat dat snel rond. In onze omgeving wordt er ook gelet op Marcel, Alwin en John. Leedvermaak troost de goegemeente. Ook topliefhebbers hebben een mindere dag. Wachten ook wel eens te lang met het geven van een kuurtje. Afgelopen week was zo’n week met zuidoostenwind waar veel bekende namen niet de series en kopduiven pakken die ze normaliter gewoon zijn. Dat biedt kansen aan outsiders!  Zelf schaar ik me liever onder de “gewone jongens”. Kon ooit aardig meekomen met de jonge duiven, maar ben al weer geruime tijd een doorsnee liefhebber. Dat is eigenlijk best lekker. Geen geschooi om bonnen, ik hoef niet te verkopen, geen enkele druk. Als je echter ooit meegestreden hebt om de ereplaatsen, in een overwinningsroes verkeerd hebt, dan verlang je toch weer naar het succes. ’t Is verslavend!

Gelukkig kan ik nog altijd genieten van mijn duifjes. Als ik een mooi gebouwde duif met zachte pluim door mijn handen laat glijden, kan ik daar enorm van genieten. Als de hokken weer schoon zijn, de drinkbakken ververst zijn en de duiven als stipjes in de blauwe lucht trainen en wegtrekken, dan prijs ik me gelukkig dat ik duiven heb. De gezelligheid met (duiven)vrienden en de wedstrijdspanning rond het tijdstip dat de duiven kunnen arriveren. Iets mooiers bestaat er voor mij niet!  M.a.w. met de liefde voor de duiven zit het wel goed. Hoop heb ik nog steeds. Ooit zullen er betere tijden komen. Als de nood het hoogst is, dan is de redding vaak nabij. Passief afwachten, tot  er betere tijden komen, daar geloof ik niet in. Je moet harder lopen, dan je duiven vliegen. Als het niet naar wens loopt op je hok, moet je de bakens verzetten. Blijven zoeken naar verbeterpunten. Wat deed ik zoal?
   – De vorig jaar gebouwde rennen heb ik meer besloten gemaakt. Zijkant beschut en plafond dicht
   – Het hok heb ik boven het plafond aangepast. Uit angst voor steenmarters maakte ik de golven van het dak dicht. Een deel van de aangebrachte dupanelplaten heb ik verwijderd. De ruimte boven het plafond moet als een stofzuiger functioneren. Aldus Martin van Zon.
   – Niet langer duiven uit verschillende milieus samenbrengen
   – Lichter voeren. Van Koopman “All in one” overgeschakeld op A.S. junior van Teurlings
   – Een zestal jonge duivinnen aangeschaft uit de kern van het stammetje van Hans Hak als kruisingsmateriaal voor onze beste kweekdoffers.

Stilstand is achteruitgang en nietsdoen geen optie. Of we de goede keuzes maken? Dat weet niemand vooraf! We hopen het straks mee te maken als de vluchten beginnen. Sommige dingen heb je zelf in de hand en die kun je veranderen. Er zijn echter wel ontwikkelingen die me gunstig stemmen. Het vliegprogramma van de GOU bijvoorbeeld. Terug met beide benen op aarde na waanideeën over gescheiden vliegen met jong en oud, G-vluchten, afschaffen van de natour voor de jonge duiven. Gewoon weer een fatsoenlijk programma, dat begin juli start i.p.v eind juli.

Er is nog iets waar ik ongelooflijk vrolijk van word: ik ben weer bezig met duiven i.p.v. haviken!  Vorig jaar was het bar en boos. Als ik de duiven los liet, had de havik er soms al binnen 5 seconden eentje te pakken. Tien keer de duiven op rij los, betekende tien keer op rij minimaal één dode duif.

In 2015 kwamen de duiven soms weken achtereen één keer per week een uurtje buiten om te trainen. De enige manier om niet mijn hele hok leeg te spelen. Als de druk van de roofvogels zo groot wordt, dan kun je het schudden. Teveel stress (coli en adeno) en te weinig trainingsarbeid en ervaring. Het resultaat? Matige prestaties en wekelijks verliezen! Als de haviken in de natuur te weinig aanbod van prooi hebben, dan gaan ze zich focussen op postduiven, maar ook op sier- en watervogels en ander gevogelte. Zelf ben ik vogelliefhebber. Steun de vogelbescherming, de weidevogels, Natuurmonumenten, enz. Roofvogels zijn prachtige beesten en ik accepteer dat er zo nu en dan een postduif ten prooi valt.

Als er in enkele maanden tijd 41 van je duiven gepakt worden door de havik, dan denk ik dat het evenwicht verstoord is. Gelukkig valt het de laatste weken mee. Er is in stilte aan de verstoring van het natuurlijk evenwicht gewerkt, of …. ze broeden?  Wie het weet mag het zeggen.

De laatste weken was ik druk met het rooien van de struiken in de achtertuin, met het aanleggen van bijna 100 meter grondkabel, met het terug op orde brengen van de bestrating en natuurlijk met de moestuin. José is aan het sporten en dan komt er ineens een stukje voor de site. Het voelt als het leggen van een ei. 

(wordt vervolgd)