Monthly Archives: juni 2016
Hoop, geloof en liefde (7)
2016: Hoop, geloof en liefde (7)
Nieuw fenomeen
Enige weken geleden belde ToonWaanders uit Voorst. Hij vertelde me, dat mijn jonge duiven soms urenlang vertoefden op de voormalige bakkerij met woonhuis van wijlen Gerard Wissink. Gerard was de buurman van Toon. Eén van de Voorster duivenliefhebbers destijds. Net als Teun Kruitbosch en Arend Schoonheden. Helaas zijn ze niet meer onder ons. Cees Hensbergen en Gerrit Ilbrink leven nog wel, maar zijn niet echt actief meer in de sport door leeftijd en gezondheid. Toon ken ik al ongeveer een halve eeuw. Werkte in mijn jonge jaren bij de LONA als vakantiewerker en Toon werkte daar ook. Toon had een Kreidler en ik een Sparta en later een Puch. Ook voetbalden we in hetzelfde team en keken dan in de lucht of er al duiven over kwamen. In de rust lieten we onze ploeggenoten in de steek, want we wilden op tijd bij het hok zijn. Ik dwaal weer eens af. “Een duifje van jou liep bij me binnen en daarom weet ik dat de enorme koppel die bij de voormalige bakkerij vertoeft van jou moet zijn”, aldus mijn sport- en dorpsgenoot. Ik schrok, maar bedankte Toon voor zijn informatie.
Begrip
In de fase dat de duiven wegtrokken, zochten mijn duiven contact met de koppel van Toon. Soms zat er een duifje van Toon bij mij in de tuin of op het hok. Dat gebeurde niet vaak, want eigenlijk zitten er nooit vreemde duiven bij mij. Een verklaring daarvoor? De roofvogels! In de fase dat ik mijn jonge duiven de hele dag buiten sloot, regeerde de angst. De geregelde aanvallen en voortdurende stress maakten, dat mijn jonge duiven een veilige plek zochten. Die vonden ze bij toeval in het centrum van het dorp op de voormalige bakkerij. Daar worden ze niet voortdurend aangevallen. De haviken mijden de bebouwing en mijn duiven voelen zich er veilig. Een bizarre situatie, maar ik heb er begrip voor en zo lang ze daar zitten worden ze niet opgevreten. Toch is het een ongewenste situatie. Ik bracht mijn duiven voor het eerst weg enkele weken geleden naar de Voorsterklei. Toen ik over de Rijksstraatweg terugkeerde, herkende ik mijn duiven die al vrolijk koerden op het dak van de voormalige bakkerij. Pas een uur later keerden de eerste duifjes retour in Appen. Heel bizar en niet wenselijk met het oog op de naderende vluchten. Daarom moest ik een nieuwe strategie verzinnen.
Geen training aan huis
Als het eigenlijk te gevaarlijk is om de duiven bij huis te laten trainen en de duiven zelf oplossingen gaan verzinnen om uit de klauwen van de haviken te blijven, moet je als liefhebber anticiperen op de situatie. Ik besloot om de duiven niet meer los te laten bij huis. De dagelijkse training wordt een ritje met de auto naar mijn werk. Daar worden de duiven niet dommer van, ze wennen aan de mand en … misschien vergeten ze hun toevluchtsoord in het dorp. De eerste keren vlogen de meeste duiven gewoon naar de voormalige bakkerij als ik ze meenam naar Warnsveld. Dat hoorde ik van Toon. Inmiddels heb ik die rare gewoonte doorbroken. De duiven worden “kort” gehouden en de kleppen scherp gesteld met een beloning in de voerbakken bij thuiskomst. Dat werkt. Het voordeel van dagelijks lossen in Warnsveld is, dat je niet hoeft te letten op het weer. Zelfs in de stromende regen gooide ik de manden open. Door het verblijf in het centrum van Voorst, hebben de duiven veel ervaring gekregen in het aanvliegen op het eigen hok. Aanvliegen in Appen en kijken of de kust veilig is en bij naderend onheil retour naar de voormalige bakkerij en vice versa. Ook een leerproces!
Pokkenenting
Twintig dagen geleden uitgevoerd met het borsteltje op de linkerborst. Jan de Ruiter wees me erop, dat de duiven na ongeveer een week een lichte terugslag krijgen en dat africhten in die periode een risico kan betekenen. Aangezien ik de duiven elke ochtend op de tast in het verduisterde hok pakte, voelde ik de korstjes opkomen na ongeveer een week. Meestal liet ik de duiven om 7.50 uur los bij school en José vertelde me dat de duiven op woensdag en donderdag, wanneer ze niet hoeft te werken, vlak voor het radiojournaal van acht uur thuis kwamen. De duiven kennen de weg dus blindelings en gaan niet eerst buurten in het centrum van Voorst. Een goed teken! Een nadeel van deze regelmaat is, dat de havik zoiets ook in de gaten krijgt. Al meerdere keren zat ze ’s ochtends in de eikenbomen op circa veertig meter van het hok te wachten op haar kans. Afgelopen week zag José hoe de duiven uit de goeie hoek arriveerden en massaal het hok binnenstormden. Tot haar grote schrik dook op dat moment de vrouwtjeshavik tussen de duiven. Dat gaf een enorme paniek. Een deel van de duiven merkte er niets van, het andere deel spatte uiteen in doodsangst. Enkele duiven zaten verstijfd van angst voor het hok en enkele duiven bleven de hele dag weg. Het maakt de duiven erg zenuwachtig als ze arriveren, maar zorgt er ook voor dat ze razendsnel naar binnen duiken. Vorige week in het weekeinde zat ik de duiven op te wachten. Ik had ze naar Velperbroek gebracht. Ze bleven vrij lang weg, maar ineens dook er een duif vlak langs me heen tussen het hok en het prieeltje naast het hok. Op ongeveer een meter afstand volgde de havik. Door mijn aanwezigheid kon de duif op het nippertje ontkomen. Het was mijn enige schalie die aan de dood ontsnapte. Verstijfd van angst bleef de jonge doffer geruime tijd zitten pal achter het hok. Zonder de duiven bij huis los te laten, is het moment van thuiskomen na een “lapvluchtje” steeds een hachelijk moment.
Coli
Al vanaf het spenen zitten er regelmatig duiven met coliverschijnselen. Vieze dunne mest en uitgebraakt voer in de schapjes. Meestal knappen de duiven na enige dagen vanzelf op. Alleen de ’30 vertoonde vorige week de eerste verschijnselen en was de volgende ochtend meteen “kassie wijlen”. Uitgerekend het duifje dat enkele keren bij Toon op het hok binnenliep. Op dit moment heb ik twee duifjes apart in een rennetje buiten die beiden flink ziek zijn. Nu komende week de eerste prijsvlucht op de agenda staat neem ik geen risico en haal de zieken weg uit de groep. Wekelijks mix ik een kwart liter vlierbessensap door het voer, maar daarmee genees en voorkom je de uitbraak van coli niet. Vanochtend scheen er een waterig zonnetje en ondanks alarmerende berichten over “code geel of oranje”, besloot ik de duiven te pakken voor een ritje. Het werd, net als vorige week zondag, Heteren. Ook van de tweede vlucht Heteren keerden alle jongen huiswaarts. Echt goed weer om af te richten is het de laatste weken niet geweest. Vaak zwaar bewolkt, soms regen, dan weer benauwd en oostenwind. Ik heb geen keus. ’s Ochtends in het donker de duiven pakken, snel kuisen, waterbakken reinigen en vullen, voer klaar zetten en rijden. Warnsveld- Appen kun je amper een trainingsvluchtje noemen (vijf minuten vliegen), maar ze strekken toch even de vleugels en halen een frisse neus. Stress wordt tot een minimum gereduceerd en de duiven gaan op deze manier niet meer naar de oude bakkerij in het dorp. Als het weer meewerkt, wil ik nog een keertje naar Ravenstein. Mijn betreurde duivenvriend Martin Geven was heel stellig in zijn visie. Pas als je drie keer in Ravenstein bent geweest (ongeveer 60 km en over de drie grote rivieren) heb je echt afgericht. Drie keer zal niet lukken, maar ik heb zelf het gevoel dat ik ondanks het slechte weer mijn best gedaan heb.
Toeval
Zoals ik eerder aangaf, zitten er in Appen zelden aanvliegers. Toen ik ongeveer dertig jaren geleden 5 ongeringde jonkies kreeg van Gerrit Ilbrink en deze duifjes vrij rond vlogen vanaf de toenmalige schuurzolder, had dat geen aanzuigende werking op vreemde duiven. Zal te maken hebben met het plekje? Destijds speelden roofvogels nauwelijks een rol. Ik denk, dat de aanwezigheid van roofvogels momenteel de aanvliegers hier weg houdt. In mei vloog hier een blauw duivinnetje binnen. Ik gaf het duifje op en Berend Tijssen uit Heerde bleek de eigenaar. “Laat haar maar los, misschien komt ze vanzelf terug bij mij”, zei Berend. Het beestje bleef en voelt zich hier blijkbaar thuis, ondanks de haviken en gaat wat mij betreft komende week mee op de eerste prijsvlucht. Eigendomsbewijs en overschrijving op naam zijn geregeld voor alle duidelijkheid. Nu komt het toeval: enkele weken geleden zit er weer een vreemd duifje dat bij mij binnen loopt. Ik had het niet in de gaten. Het duifje lijkt sprekend op de aanvlieger van Berend. Ze gaat binnen op hok 1 terwijl “Berendje” een vast eigen plekje heeft op hok 4. Ik pak haar en breng haar naar haar eigen plekje en zie dat “Berendje” daar al zit. Ik sta perplex. Beide duifjes dragen een rood herkenningsringetje en zijn evenbeelden. Ongeveer vijf weken na de eerste aanvlieger loopt nummer twee hier binnen en het is een jong van dezelfde liefhebber! Het tweede duifje heb ik de volgende dag in Heerde bij de Jumbo los gelaten en is teruggekeerd bij Berend. Ondanks zeker 25 havikslachtoffers, slecht weer bij het africhten, coli e.d. heb ik goede hoop komende zaterdag met 50 junioren aan de start te verschijnen. IJs en weder dienende uiteraard, want met jonge duiven weet je het nooit! ( wordt vervolgd)
Hoop, geloof en liefde (6)
2016: Hoop, geloof en liefde (6)
Martin Geven overleden (21 november 1952 – 1 juni 2016)
Gisteren vond de uitvaart van duivenvriend Martin Geven plaats. Afgelopen winter werd hij ziek. Hij had weinig eetlust, voelde “iets” in zijn hoofd, zag niet goed en zat niet lekker in zijn vel. Na zijn fantastische prestaties met de jonge duiven bij Eijerkamp in 2015, keken Joke & Martin (een heilige twee-eenheid) uit naar seizoen 2016. Een ander hok was in gebruik genomen en Martin had snode plannen met de jaarlingen. De toch altijd al broze gezondheid van Martin begon zorgen te baren en na de nodige onderzoeken kwam de diagnose, die het bange voorgevoel van Martin bevestigde.
Een zware tijd brak aan voor hen beiden. Hoe lang heb je nog te leven? In de eerste fase na het slechte nieuws voerden we fijne gesprekken. Martin was nuchter als altijd en droeg zijn lot manmoedig. Hij vertelde over zijn jonge jaren. Daarin was hij zeer succesvol in het Grieks-Romeins worstelen. Kampioen van Arnhem, Gelderland en Nederland. En dat meerdere malen, benadrukte hij met enige (terechte) trots. Amper volwassen keerde hij de sport de rug toe en begon zich meer en meer voor politiehonden en alles wat daar bij hoort te interesseren. Al snel bleek hij feeling te hebben voor honden en het africhten van politiehonden werd zijn passie en bewaker met hond bij defensie zijn beroep. Met zijn aangeboren gedrevenheid en wilskracht bereikte hij ook met het africhten van politiehonden de top. De namen van tophonden als “Wilson” en “Barko” vallen. Een door Martin opgeleide herder speelde een mooie rol in een t.v.-serie met Monique van de Ven.
Op een gegeven moment is Martin klaar met de sport. Even houdt hij zich bezig met het kweken van fuchsia’s, maar al snel ontdekt hij de duivensport. Ik weet nog, dat ik als voorzitter van “Steeds Verder” destijds met toenmalig secretaris wijlen Tonnie Pas de coördinaten ging prikken. We keken onze ogen uit in Bussloo. Joke had een tamme postduif in de keuken waarmee ze lezen en schrijven kon. Een tamme kraai fladderde om ons heen. Op de terugweg in de auto keken we elkaar aan en wisten: dit worden toekomstige toppers!
Toen ik in 2009, na een duifloze periode van zeven jaren weer met duiven wilde beginnen, waren Joke & Martin één van de eersten die me duiven aanboden. “Ik heb altijd gehoopt dat je weer zou beginnen”, vertelde Martin lichtelijk ontroerd. Ik zocht drie duifjes uit en Martin en Joke keken elkaar aan en zeiden in koor: “Zoek er nog maar drie uit”. Ik was onder de indruk van zoveel sportiviteit. Het werd een sprookje met een happy end. Een jonge doffer uit het mandje van zes duiven werd duifkampioen in de club, in de kring, in de regio en in de afdeling en uiteindelijk 2e W.H.Z.B. Zoiets vergeet je nooit!
In de duivensport bereikten Martin & Joke vrijwel alles: meerdere teletekstoverwinningen, op het erepodium bij de “Gouden Duif”, beste doffer van Nederland, 1e W.H.Z.B., nationaal kampioen jonge duiven en in de laatste twee seizoenen in Bussloo (2013 en 2014) nog snelheidskampioen van de hele GOU! Ondanks zeker geen gunstige ligging, de terreur van haviken en de ellende van een steenmarter die 30 doffers in één nacht doodbeet, bereikte Martin met Joke aan zijn zijde, de absolute top.
Hans Eijerkamp had zijn hele leven een neusje voor talent. In Martin & Joke zag hij de ideale aanvulling voor zijn team op Greenfield Stud. Aanvankelijk twijfelden Joke & Martin. Ze woonden 34 jaren met veel plezier aan de plas. Toen de huurbaas in Bussloo moeilijk ging doen, kwam het aanbod van de familie Eijerkamp uiteindelijk als een geschenk uit de hemel.
Martin en Joke vonden hun draai heel snel in Cortenoever. Nooit hoorde ik een wanklank als ik ze op maandagavond bezocht. In een topsportklimaat van een professioneel team met een gepassioneerde nestor als Hans Eijerkamp als animator en buurman, voelde Martin zich helemaal thuis. Met Evert Jan en de overige medewerkers was er een klik. De sfeer was goed en de sportieve prestaties waren verpletterend. En dan is er ineens rampspoed. Niet te bevatten. Een drama voor de hele familie.
Joke moet alleen verder. Ze is nuchter en staat haar mannetje. Het zal echter nooit meer worden wat het was ……. Een gedreven sportman en bescheiden duivenvriend heeft ons verlaten. Velen in verwarring en bedroefd achterlatend.
Hoop, geloof en liefde (5)
2016: Hoop, geloof en liefde (5)
Haviken hebben jongen!
De vorige keer schreef ik over “een bak ellende” die me te wachten zou staan als er jongen in de nesten zouden liggen bij de haviken. Dat moment lijkt aangebroken. Als de jongen in de veertjes komen, gaat moeder havik het nest verlaten om zich met de jacht te bemoeien. Op 24 mei had ik nog 66 jongen. Zondag 29 mei nog 62 en vandaag 30 mei telde ik er op de kop af 60. Vooral de laatste dagen gaat het aftellen hard. In totaal ben ik nu 25 jongen kwijt. Eentje vloog zich dood en werd door buurvrouw Martha gevonden. Mogelijk werd de duif achtervolgd? Bij achterbuurvrouw Dinie lagen afgelopen week alleen veren op het gazon en bij buurman Appie werden er al meerderen opgepeuzeld. Appie zette de dader op de foto tijdens haar maal. De vrouwtjeshavik verorberde haar slachtoffer enkele weken geleden in alle rust bij hem in de achtertuin. Waarschijnlijk was het een broedende of solitaire havik, want anders zou ze haar prooi meegenomen hebben naar haar horst. We wonen in de groene long van de gemeente Voorst en op een afstand van ongeveer 1000 meter hemelsbreed zijn in alle windstreken havikshorsten (Bussloo, Hof te Gietel, Nijenbeek, Ekeby) Hoeveel paartjes er precies zijn, dat weet ik niet. Roofvogelliefhebbers houden de aantallen vaak bewust (te) laag aan. Zeker is, dat de duiven de gehele dag op scherp staan en om de haverklap afketsen en op de vlucht slaan. Als de havik in de buurt in een boom landt, merk ik dat gelijk aan de duiven. Vaak zijn de duiven de havik te slim en te snel af, maar de haviken hebben de hele dag de tijd. In Appen en omgeving ben ik de enige postduivenhouder. Vroeger deelden Martin & Joke Geven in de ellende. Als zij op maandag een duif misten, bleef mijn hok die dag buiten schot. Op dinsdag was het dan meestal andersom. Nu kan ik de ellende niet meer delen en zijn mijn duiven elke dag de pineut. Gisteren twee slachtoffers en vandaag weer twee. De Mac Donalds in Appen is weer open. Als ze in dit tempo blijven snacken, is het hok in rap tempo leeg. Met een moyenne van 2 per dag ben ik de week voor de eerste prijsvlucht “los” en duivenboer-af.
Veel los, weinig los, kort los of lang los?
Vorig jaar liet ik mijn jongen weinig los. Soms maar één keer per week een half uur. De duiven worden niet “streetwise” en bovendien vadsig en een makkelijke prooi. Ondanks weinig en kort loslaten, verspeelde ik 41 jongen aan de roofvogels in 2015. In 2016 deed ik het omgekeerde. Dagelijks en hele dagen los met gesloten klep. Vooral in de periode dat ze net buiten kwamen, liet de havik zich niet of nauwelijks zien. Dat kende ik niet en een lichte euforie maakte zich van mij meester. Waren er haviken illegaal opgeruimd? Hadden ze een slecht broedjaar achter de rug? Als duivenhouder bloeide ik helemaal op en met ongekend en hervonden plezier ging ik elke dag naar mijn duiven. Helaas is het weer oorlog op het duivenhok en sneuvelen mijn jonge favorietjes momenteel bij bosjes. Mijn duiven zijn nog niet in de hoogspanningsdraden gevlogen, er zijn geen dodelijke coli-slachtoffers en doordat ze hele dagen buiten vertoeven, lopen ze minder risico als ze in vreemde, overtrekkende groepen duiven verzeilen. Slechts één keer keerde een duifje de volgende dag retour en geen enkele duif werd aangemeld. Zoals gezegd ben ik er nu 25 kwijt en dat ging tot voor kort steeds één voor één. Eigenlijk ben ik er vrijwel zeker van dat ze allemaal dood zijn.
Goede raad is duur
Gewoon volharden en zien waar het schip strandt? Eigenlijk zou ik dat het liefst doen, maar ik ben inmiddels gehecht geraakt aan mijn duifjes en heb geen zin ze als “kanonnenvoer” op te offeren aan de haviken. Eerst viel er globaal om de andere dag een slachtoffer, maar inmiddels zijn het er twee per dag. De roofvogels zijn niet gek en weten nu waar Abraham de mosterd haalt. Ouders en jongen gaan wennen aan postduif en verliezen de interesse voor andere prooi. De komende tijd ga ik het loslaten noodgedwongen beperken. ’s Ochtends een uurtje en dat drie keer per week. Ik heb het gevoel, dat mijn duiven de afgelopen periode al heel veel geleerd hebben. De enting tegen pokken wil ik deze week uitvoeren, dus even een pas op de plaats komt goed uit! Vanavond liep ik langs de afdelingen. Even kijken of alle duifjes op hun eigen plek zitten. Na een hele dag buiten gezeten en gevlogen te hebben in voortdurende staat van paraatheid, vinden de duiven het geweldig om weer op hun vertrouwde, veilige plekje te zitten. Ieder duifje verdedigt zijn rustplekje met verve tegen mijn plagende hand. Als ik in hok 1 begin, zie ik nog 10 duiven. Het zijn mijn oudste jongen. Deze groep vliegt het langst buiten en het is dus logisch dat hier de meeste slachtoffers te betreuren zijn. Half maart zette ik er 20 jongen op. Vanaf april begonnen ze te vliegen en nu eind mei is de helft weg. Wetend dat de echte vraatzucht nu pas begint en de ellende voortduurt tot eind juli (statistieken 2015), vrees ik dat hok 1 uitgedund zal worden tot enkel e geluksvogels die de dans ontspringen. Als ik heel eerlijk ben, zijn de mooiste en best gebouwde duiven uit hok 1 al weg.
Opvallende kleuren kwetsbaarder?
Vandaag leverde ik een krasbonte en een blauwe in. Gisteren een blauwe en een kras. Onder mijn jongen zitten vier zwarten en een zwarte witpen. Die zijn er nog allemaal. Lijken ze misschien op kraaien en zijn ze daarom minder geliefd? Ik denk, dat het toeval is. Van de drie rode duiven sneuvelde er tot heden eentje. Dat valt ook mee. Eén blauwbonte met witte staartpennen zit er tussen. Ik dacht, dat hij als eerste gepakt zou worden, maar dat is niet het geval. De theorie dat bonte en rode duiven meer risico lopen, werd op mijn hok niet door de praktijk gestaafd. Misschien dat bepaalde roofvogels zich focussen op afwijkende of opvallende kleuren? In Appen is dat momenteel niet aan de orde. En de “survival of the fittest” gedachte? Roofvogels zouden zieke en zwakke vogels als eerste pakken. Dat is deels een fabel. Haviken vallen een groep topfitte duiven aan, ook als er geen zieke of zwakke exemplaren tussen zitten. Het is echter wel waar, dat een duif die de groep moeilijk kan volgen (niet de fitste) het grootste risico loopt om gepakt te worden. Mijn ervaring is, dat duiven die gewond raken na een aanval, daar een trauma aan over houden. Door dit trauma worden ze vroeg of laat opnieuw slachtoffer, omdat ze bij een aanval door een roofvogel in paniek proberen weg te glippen uit de groep en daardoor hun doodvonnis tekenen. Helaas gaat mijn verhaaltje weer over roofvogels. Ze beheersen mijn duivenhobby en waar het hart van vol is, loopt de pen van over. Ik lijk wel een correspondent in oorlogsgebied. In de politiek kennen ze ook “haviken” en “duiven”. Kan het toepasselijker? Ik word er inmiddels onpasselijk van!
(wordt vervolgd)
Archieven
- juni 2025
- mei 2025
- april 2025
- februari 2025
- januari 2025
- november 2024
- oktober 2024
- september 2024
- juli 2024
- maart 2024
- februari 2024
- januari 2024
- december 2023
- november 2023
- oktober 2023
- december 2022
- november 2022
- oktober 2022
- september 2022
- juli 2022
- juni 2022
- mei 2022
- april 2022
- maart 2022
- februari 2022
- januari 2022
- december 2021
- november 2021
- oktober 2021
- september 2021
- augustus 2021
- juli 2021
- juni 2021
- mei 2021
- april 2021
- maart 2021
- januari 2021
- december 2020
- oktober 2020
- september 2020
- augustus 2020
- juli 2020
- juni 2020
- mei 2020
- maart 2020
- september 2019
- augustus 2019
- juli 2019
- juni 2019
- mei 2019
- april 2019
- maart 2019
- oktober 2017
- september 2017
- augustus 2017
- juli 2017
- juni 2017
- mei 2017
- april 2017
- februari 2017
- januari 2017
- december 2016
- november 2016
- oktober 2016
- september 2016
- augustus 2016
- juli 2016
- juni 2016
- mei 2016
- april 2016
- november 2015
- juli 2015
- mei 2015
- oktober 2014
- augustus 2014
- juli 2014
- juni 2014
- september 2013
- augustus 2013
- juli 2013
- juni 2013
- mei 2013
- april 2013
- februari 2013
- januari 2013
- oktober 2012
- september 2012
- augustus 2012
- juli 2012
- juni 2012
- april 2012
- maart 2012