Zieleroerselen, zotteklap & zever (3)
2017: Zieleroerselen, zotteklap & zever (3)
Zieleroerselen, zotteklap & zever (3)
Afscheid Gerrit Ilbrink
Ergens in de jaren zeventig begon Gerrit met duiven. Dat was leuk voor zoontje Gerrit, was het motief. Vrouwlief Tonnie stond helemaal achter de nieuwe hobby. Natuurlijk werden ze lid van p.v. “De Hoven” in Zutphen, want Tonnie was een “Heufse”. In de beginjaren was “de Strik” de lievelingsduif. Gerrit kreeg deze lichtkrasdoffer met Catthrijssebloed van collega in de papierindustrie Lasschuyt. In 1978 bouwde ik een duivenhok bij “ome Dirk” in buurtschap “Klein Amsterdam”. Ongeveer vijf kilometer van mijn ouderlijk huis. Vader moest niets van duiven weten en oom Dirk, die drie jaren bij ons in huis had gewoond tijdens zijn echtscheiding, stelde zijn enorme tuin beschikbaar. Bij de bouw leverde Gerrit al hand- en spandiensten. Via een 27-mc “bakkie” onderhielden we contact tijdens de vluchten. Mooie tijd!
In 1982 was ik echt doodziek van de duiven. Ik hoestte en had doorlopend koorts. Onderzoek in het ziekenhuis wees uit, dat ik ernstig allergisch was voor een eiwit in de mest en ik kreeg het dringende advies te stoppen met de sport. De natour zou mijn afscheid worden. Alles zat op dat moment tegen. Door een zware blessure, opgelopen tijdens de voetbalwedstrijd Voorst 2 – S.H.E. 2 in Hall, kwam ik drie weken in het ziekenhuis terecht. Tijdens het ziekenhuisverblijf werd tot overmaat van ramp mijn beste duif van het hok gestolen. Eén en al narigheid. In gedachten zie ik nog de legendarische Wim Hofman, toen elftalbegeleider, met zijn hoofd schudden.
In 1983 kochten José en ik onze huidige woning. Destijds rijp voor de sloop. Bijna drie volle jaren werkte ik aan het opknappen van het huis. Vrienden en bekenden hielpen soms een dag mee en dat was lief en goed bedoeld. Eén vriend kwam elke dag terug en hielp me bij avond en ontij en door dik en dun: Gerrit Ilbrink! Tijdens het werk praatten we vaak over duiven. Ik had zelf geen duiven meer, maar ik leefde mee met de fondaspiraties van Gerrit. De duiven van Jos Jilesen uit Boxtel hadden hun intrede gedaan en dat bleek een schot in de roos. Jilesen had duiven van Krauth uit Limburg en dat waren echte fondduiven. In de kring Zutphen behoorde Gerrit in die tijd tot de fondmatadoren. “Mr. Bergerac” was zijn bijnaam. Tonnie was bloedfanatiek, vulde de poulebrieven in, onderhield contacten en spoorde Gerrit aan. Tijdens het klussen polste ik Gerrit, of hij zin had om in te korven voor Barcelona. Gaandeweg werd hij warm gemaakt voor dit avontuur. Tijdens het letten van de overnachtvluchten stond ik vaak zij aan zij met Gerrit bij zijn hok. Ik kende al zijn duiven en het was me opgevallen dat “de 59” altijd fris en vol bravoure arriveerde, maar steevast ruim na zijn nestbroer “de 60”. Gerrit deelde mijn mening dat “de 59” weleens een geboren Barcelonavlieger zou kunnen zijn. Toen deze doffer onderweg naar de Catalaanse hoofdstad was, kreeg zoon Gerrit een ernstig ongeluk met de brommer. Zijn leven hing korte tijd aan een zijden draadje en Barcelona leek helemaal voorbij te gaan aan de bezorgde ouders. Terwijl Gerrit en Tonnie in het ziekenhuis waren, arriveerde “de 59”. Ik klokte de duif en was opgewonden als nooit tevoren. In Oost Nederland waren pas een vijftal duiven retour. Toen Gerrit en Tonnie thuis kwamen, konden ze nauwelijks geloven dat “de Barcelona” het kunstje geflikt had. Een ontlading van spanning, want met Gerrit junior ging het ook de goede kant op! Het jaar erop werd “de Barcelona” opnieuw gezet en wederom pakte hij een vroege prijs. Helaas sneuvelde hij op zijn derde Barcelona op het veld van eer, maar toen pakte zijn dochter een vroege prijs op Barcelona. Het wegblijven van “de Barcelona” maakte veel indruk op Gerrit en na drie keer vond hij het welletjes.
Het veel te vroeg overlijden van Tonnie (49 jaar) was een klap die Gerrit nooit helemaal te boven zou komen. Gerrit zorgde goed voor zijn beide zonen en zijn kleinkinderen, verzorgde zijn duiven als altijd, maar ergens voelde je dat er iets geknakt was in Gerrit. De prestaties met de duiven raakten steeds meer in een neerwaartse spiraal. Tonnie was er niet meer en de beide zonen gaven niets om duiven. Daar stond Gerrit in zijn eentje bij het ochtendgloren zijn duiven op te wachten. Zoon Gerrit, die tegenwoordig toch voor de lol wat duiven houdt in Vaassen, bevestigde afgelopen vrijdag na de begrafenis tegenover mij dat beeld: “Pa ging liever vissen met een vismaat. Dat was gezelliger. Duivensport helemaal alleen viel hem zwaar”. De laatste jaren deed hij niet meer mee aan de vluchten. Een hartinfarct en C.O.P.D. maakten van Gerrit een menselijk wrak. Altijd zat hij in zijn vaste stoel aan het raam. De krant en de t.v. waren zijn tijdverdrijf. Pufjes en medicijnen bondgenoten onder handbereik. Zoon Johan kwam dagelijks koffiedrinken. Kleinzoon Tim, die enkele duifjes van opa kreeg, vergezelde hem vaak. Zelf bezocht ik Gerrit onregelmatig en altijd zag ik in zijn ogen, dat hij blij was met mijn komst. Van Tonnie had ik enkele decennia geleden al gehoord, dat Gerrit me als een vriend voor het leven beschouwde ……
Samen met fondman in ruste Rob Wassink, die Gerrit altijd trouw bezocht de laatste jaren, was ik uitgenodigd voor de begrafenis in besloten kring. Op de begraafplaats in Voorst werd Gerrit herenigd met zijn Tonnie. De “Voorster Duivenvrienden” brachten een bloemengroet en zelf kon ik aan het graf enkele woorden recht uit het hart kwijt. Gerrit was een man van weinig woorden. Eenvoudig, behulpzaam en geboren met een fondduif in zijn hart. Een vriend voor het leven!
Gerrit werd 75 jaar.
Naschrift: “Voorster Duivenvrienden” is een informele club mensen. Springlevend is de club zeker niet. Een dun lijntje (duiven en respect) verbindt ons. Soms zijn de duivenhouders overleden en houdt de weduwe de band in stand. Dit geldt voor wijlen Arend Schoonheden en bakker Gerard Wissink. Soms betreft het een duivenhouder in ruste, zoals Cees Hensbergen. Albert Hendriksen is een oud Voorstenaar, net als Adriaan Aalpoel en moeder Toos. Johan Gijsberts is dat binnenkort ook. Toon Waanders is met mij nog actief in de weer met duiven in Voorst.
Archieven
- juni 2025
- mei 2025
- april 2025
- februari 2025
- januari 2025
- november 2024
- oktober 2024
- september 2024
- juli 2024
- maart 2024
- februari 2024
- januari 2024
- december 2023
- november 2023
- oktober 2023
- december 2022
- november 2022
- oktober 2022
- september 2022
- juli 2022
- juni 2022
- mei 2022
- april 2022
- maart 2022
- februari 2022
- januari 2022
- december 2021
- november 2021
- oktober 2021
- september 2021
- augustus 2021
- juli 2021
- juni 2021
- mei 2021
- april 2021
- maart 2021
- januari 2021
- december 2020
- oktober 2020
- september 2020
- augustus 2020
- juli 2020
- juni 2020
- mei 2020
- maart 2020
- september 2019
- augustus 2019
- juli 2019
- juni 2019
- mei 2019
- april 2019
- maart 2019
- oktober 2017
- september 2017
- augustus 2017
- juli 2017
- juni 2017
- mei 2017
- april 2017
- februari 2017
- januari 2017
- december 2016
- november 2016
- oktober 2016
- september 2016
- augustus 2016
- juli 2016
- juni 2016
- mei 2016
- april 2016
- november 2015
- juli 2015
- mei 2015
- oktober 2014
- augustus 2014
- juli 2014
- juni 2014
- september 2013
- augustus 2013
- juli 2013
- juni 2013
- mei 2013
- april 2013
- februari 2013
- januari 2013
- oktober 2012
- september 2012
- augustus 2012
- juli 2012
- juni 2012
- april 2012
- maart 2012