Monthly Archives: september 2019

Effen Appen (20)

Effen Appen (20)

Finale

Gisteren stonden de laatste twee vluchten van 2019 op de kalender. Niergnies (303 km) als slotvlucht van de natour en Melun (468 km) als finale van het spel met de junioren. Donderdag korfden we 20 duiven in voor Melun. Voor in de week was ik nog bij Nanne Wolff. Onze “Appie Derks 653” had luchtzakproblemen. Bram, die altijd heel betrokken is, regelde een afspraak. Toen ik bij de dierenarts voor de deur stopte, reed er een auto vlak achter me. Deze stopte eveneens. Er stapte een politieman in “campingsmoking” uit. Even dacht ik aan een bekeuring, maar twee tellen later zag ik dat het Johan van Dijk uit Eerbeek was. Politiehondeninstructeur en dus in politiekleding. Met Johan kun je lekker ouwehoeren over duiven. Hij staat met de junioren bovenaan in de kring Apeldoorn en is gebrand om dit kampioenschap binnen te halen. “Ik zag, dat jij ze mee had op Niergnies”, vertelde hij. Johan dacht slim te zijn door zijn duiven rust te gunnen en geen risico te nemen. “Ik bracht ze zondag zelf naar Ravenstein en mijn beste duif moet nog komen. Heb ik weer”. Johan was natuurlijk benieuwd wat ik bij Wolff moest. Ik vertelde, dat ik de duif die in Apeldoorn op één staat bij de jonge asduiven, bij me had vanwege luchtzakproblemen. “Zaterdag  ben ik er zelf niet bij, als de duiven komen. We gaan morgen op vakantie (menwedstrijden) in de buurt van Berlijn. Hans Modderkolk en Jo Wienk met longontsteking moeten de klus klaren. Ik slaap er nu al slecht van”. We wensten elkaar succes en ik liep met de duif naar de praktijk. Er was nog tijd voor een bakje koffie, want Nanne was aan het opereren. Twintig minuten later kwam de razenddrukke duivendokter in beeld. Met een naald en kropmassage liet hij de lucht ontsnappen. “Mijn opa Nanne (eigenlijk een bijnaam) deed zo’n duif met luchtzakproblemen altijd een stuk oude binnenband van een fiets om de krop. Dat kan ik me nog herinneren”. Er werd nog even over fondduiven gepraat en “Appie” moest ik met de verwachte kopwind voor zaterdag thuis houden om te herstellen. Meteen liep hij, op de voor hem kenmerkende manier, door naar de volgende patiënt. Nanne staat als duivendokter als melker tussen de melkers en begrijpt dat de sport voor veel liefhebbers al duur genoeg is.

Willem

Afgelopen week werden we opgeschrikt door het overlijden van een geliefde oud-collega. Willem Koonen, gewaardeerd leraar duitse taal en cultuur aan het Isendoorn College, was overleden. Samen met collega Bert Kamperman, met wie ik de moestuinpassie deel, bezochten we Willem enkele malen tijdens zijn ziekteperiode. We ouwehoerden over voetbal, want als er iemand iets van voetbal wist, dan was het Willem. Een Limburger, net als ik van 1952, met een Roda JC-hart en bijzondere passie en kennis van het voetbal bij de oosterburen. Willem zou nog de aankomst van een duivenvlucht bijwonen in Appen, zo was de afspraak. Zijn vader was ook bijna duivenmelker geworden, ware het niet dat moeder er een stokje voor stak. “Mijn vader Guus was een prachtige man. Hij zat in alle besturen en later realiseerde ik me, dat elke vergadering in de kroeg eindigde. Mijn moeder zag die ster al schijnen met zijn gewenste duivenhobby”.  Hij kon prachtig vertellen over zijn jeugd. Sens van twee weken geleden leek de aangewezen vlucht. Willem wilde het nog graag meemaken. Helaas mocht het niet zo zijn. Hij kreeg zuurstof en was aan bed gekluisterd. Hij wist dat het einde nabij was. Toen ik las, dat de uitvaart op zaterdagmiddag om 13 uur zou zijn, stond ik voor een lastige keuze. Zwager Jan en schoonzus Nettie zouden komen. Jan volgt via Compuclub de verrichtingen van de duiven op de voet vanaf zijn flat in Ommen. Ook moeder Toos verheugde zich op het laatste duivenweekend van 2019, net als Bram en Rinie. Voor ons stond er nog iets op het spel. Het kampioenschap, de asduiftitel, een laatste poging om teletekst te halen in 2019. Ik besloot om via een persoonlijke brief aan de nabestaanden afscheid te nemen van Willem, wetend dat ik dat bij leven al gedaan had. Toch zit je dan op zaterdag met gemengde gevoelens op de duiven te wachten. Als het dan 13 uur is en je viert de regiozege van een week eerder met koffie , gebak en warme saucijzenbroodjes, dan bedenk je dat de laatste vlucht van Willem Koonen aanstaande is en gaat er iets door je heen. “Al winnen we vandaag geen platte prijs, dan blijf ik lachen”, hield ik me groot. “Volgend jaar krijgen we, als we gezond blijven, een nieuwe kans. Voor mijn collega heeft het laatste fluitsignaal geklonken”.

Niergnies

Zeventien duiven hadden we de voorafgaande avond ingezet in Twello. De duiven die niet goed genoeg waren voor Melun, mochten nog één keer mee. Op donderdag hadden we al twintig duiven ingekorfd in Zutphen voor Melun. Eigenlijk wilde ik maar tien duiven naar Melun sturen. Veel neststanden waren voorbij, er zaten tien duivinnen op punt van leggen, er waren drie duiven geblesseerd en één doffer bleef drie weken weg van Quievrain. Die miste het ritme. De weersvooruitzichten waren geweldig, er was “kiekvolk” en Bram wilde heel graag “zijn” duiven mee hebben op de verste vlucht. Dus werden er na enig speurwerk twintig kandidaten gevonden. De “Ludy 604” zou meegaan naar Niergnies. Twee weken eerder faalde ze hopeloos op Sens. Ze kwam toen op zondag thuis. Vorige week won ze een vroege prijs op Niergnies, waarmee ze aangaf de miskleun van Sens verwerkt te hebben. Ze had een nestje pal voor de deur. Elke keer moest ik goed uitkijken om haar niet te vertrappen. Als een tijgertje verdedigde ze haar jong van een week oud. Ik twijfelde toen ik haar zag. De twijfel was voorbij toen ik haar van haar nestje tilde. Mooi rond, schoon en rose op het borstvlees en zweterig en met warme pootjes lag ze in mijn handen. Ze vroeg erom ingekorfd te worden, al dacht ik nog wel aan de misser op Sens. Op zaterdagmiddag zaten we gezellig te keuvelen onder de overkapping. De ogen gericht op het hok. Rinie was er klaar voor en ijsbeerde van het hok naar de koffie. Hij was al met de vlucht bezig. Bram houdt de site van de GOU in de gaten en meldt de aankomsten op de voorvlucht. De duiven van Niergnies arriveerden vlot. Drie in dezelfde minuut en zestien van de zeventien in precies twintig minuten. We hadden pech, dat er buizerds rondcirkelden boven de hokken, waardoor meerdere duiven onzeker waren om te landen en onnodige ererondjes maakten. Zelf zag ik de buizerds niet, maar Nettie maakte ons erop attent. Niergnies werd een mooie vlucht voor ons. Geen pure kopprijzen, maar wel een hoog prijspercentage.

Melun

Rond 15 uur stapte Bram op. Zijn enige broer was jarig en hij moest naar de verjaardag. “In de voorvlucht zijn de eerste duiven gevallen. Ook in afdeling 7. Eijerkamp zal rond 15.25 uur de eerste duif hebben en als wij om 15.30 uur een duif hebben zitten we steenvroeg”.  We zaten gezellig te praten met de visite. Het zijn je gasten en je hoopt dat ze zich amuseren bij Freek en zijn cultureel erfgoed. Ook neef Jesper en nicht Roos kwamen onverwacht. Ze stonden bij oma in Twello aan de deur en werden na een telefoontje van hun moeder naar Appen gestuurd. Rinie speurde intussen het luchtruim af en precies om 15.29 uur zag hij in de verte een duif als een komeet op het hok af stormen. “Daor kump d’r ene”, schreeuwde hij opgewonden. Ik zag de duif in een glijvlucht richting het hok gaan. Ze raakte de klep amper aan en een geruststellend piepje bevestigde haar aankomst. Ik had al gezien welke duif het was, maar wilde de bevestiging op het display van de module. Niet te geloven: “Ludy 604”. Toen ik enkele tellen later in het hok keek, zat ze al om het hoekje van de deur op haar pleegkindje. Hier doe je het voor!  Tien minuten later kwam de tweede duif. Een dochter van “Nicolien” en “de Eijerkampdoffer”. Een week eerder vloog haar zusje en evenbeeld de derde prijs in de regio. “Unica” en “Utopia” zijn bijzondere duiven. Vorig jaar hadden we uit hetzelfde koppel “Ulft”. Ook één van de besten op de verdere vluchten en asduif. Nico-Jan Koenders waarschuwde me afgelopen winter al. “Het zijn sterke duiven en je raakt ze niet snel kwijt. Op de verdere vluchten komen ze het best tot hun recht, maar …. ze zijn heel laat rijp. Ze komen niet op een nestje”. Als ongepaard “ijskonijn” wint de koele “Unica” nu verrassend de tweede prijs in regio Noordoost. De nestbroer van “Appie Derks” is onze derde duif. Pas veel later dringt tot me door: Teletekst!!! Op een echte vlucht met prachtige spreiding van de duiven wint “Ludy” de tweede prijs in Noord, achter combinatie Vierhout Nunspeet en de vierde stek in de totale GOU. Een prachtige afsluiting van het seizoen! Afscheid nemen van gasten, duiven vertroetelen, waterbakken bijvullen, snel wat warms eten (José had verse soep van eigen tomaten gemaakt), moeder met Trijntje wegbrengen naar Twello, de klok wegbrengen, een rondje in doen op de clubzege van Niergnies, snel naar huis, een blik op het hok, als een speer naar Zutphen om af te slaan en dan is het 21 uur als je moe en voldaan thuis komt. “Om kwart voor acht zag ik nog een duif thuis komen”, vertelde José. “Dat zal Bennie 698 zijn”, antwoordde ik. Ik voerde de jonge doffer in zijn schapje en zag dat alle 37 ingezette duiven thuis waren. Met het doven van de verlichting en het dichtschuiven van de spoetnikken sloot ik 2019 af. Ook “Effen Appen” is klaar. Ik schrijf het weekend graag van me af en hoor regelmatig dat er mensen zijn die het met belangstelling lezen. Een soort openbaar dagboek van een duivengek. Dankjewel en tot volgend jaar bij leven en welzijn!

Effen Appen (19)

Effen Appen (19)

Genieten

Gisteren 33 duiven gespeeld op Niergnies (303 km). Overwegend dezelfde duiven die vorige week Sens (487 km) vlogen. Wel hadden we weer enkele duiven mee, die we vorige week thuis hielden vanwege “de oogjes”. Ik schreef al eerder, dat je over “one eye cold” niet te dramatisch moet doen. Het is geen ornithose, maar een herpesvirus dat de problemen veroorzaakt. Niks aan doen, is mijn ervaring. Binnen een week is het meestal over en zie je er niets meer van. Het duifje dat gisteren de regiozege pakt, bleef vorige week vanwege “de oogjes” thuis. Het vervelende is, dat zo’n herpesvirus enige weken kan rondspoken op je hok. Ook je beoogde eerstgetekende of asduif kan er mee te maken krijgen. In mijn geval betekent dat even slikken, weekje rust en dan de baan weer op. Van conditieverlies is nauwelijks sprake. In Appen lijkt het virus uitgewoed, want alle duiven kijken weer fris uit de ogen en er werden geen nieuwe gevallen gesignaleerd.

Kleintje

Het duifje dat gisteren de regiozege pakte (“Saskia 699”), is er één van de tweede ronde. Gespeend op 23 april, toen ze met een hele groep van de tweede ronde werd opgehaald in Wijchen. Geboren rond 1 april dus. Ook onze tweede duif van gisteren (“Utopia 695”), is van deze groep. “Saskia” scharrelde wat met “Jan Tijssen 651”. Ook “Gerarda 656” had een oogje op die doffer. Dat krijg je als de doffers in de minderheid zijn.  Aanvankelijk heette ze Gerard, maar bij jonge duiven wordt de liefhebber nog wel eens op het verkeerde been gezet. In een donker hoekje rommelden ze wat als trio. De doffer had wel de geneugten, maar toen het op broeden aan kwam, liet hij zijn dames het werk doen!  Donderdag zag ik opeens, dat “Jan ter Harmsel 631” het hoekje van de broedende dames had ingepikt. “Jan” bleef drie weken weg van Quievrain, kwam toen retour en begon weer praatjes te krijgen. “Saskia” en “Gerarda” waren helemaal ontdaan en kregen voortdurend slaag van de indringer die de dames de baas was. Doffer “Jan Tijssen” keek de andere kant op en liet het gebeuren. De lafbek!  Ik haalde “Jan ter Harmsel” van het hok en al snel kroop “Gerarda” weer op de kunsteitjes. Die waren intussen 17 dagen bebroed. Dezelfde avond kwam Bram me vier “pulletjes” brengen. Ik had vier koppeltjes in dezelfde neststand. “Gerarda” was helemaal gek van haar pleegkindje en niet van het nest te branden. “Saskia” durfde niet meer in de buurt van haar nestje te komen, omdat ze in dat donkere holletje vele malen de tent uitgevochten was door de indringer. Vrijdagavond bij het inkorven liep “Gerarda” me voor de voeten. Ik was even van slag. Zou haar jonkie soms dood zijn? Liggend op de grond kon ik met gestrekte arm bij het nestje komen. Met felle vleugelslagen en gepik, probeerde een duif mijn hand te verjagen. Ik pakte de duif van het nest en zag dat moederliefde het had gewonnen van angst. Het was “Saskia 699” die haar pleegkindje met hand en tand verdedigde. Zo gingen beide moedertjes vrijdagavond de mand in. En.. .pakt “Saskia 699” de regiozege tegen 2222 duiven. Duivensport kan hard, maar ook heel mooi zijn.  “Gerarda 656” was mooi op tijd, net als de drie andere jonge pleegmoedertjes.  Daarbij “Ludy 604”. Kwam op zondag thuis van Sens. Ik wilde haar rust gunnen, maar ze zat zo vast op haar jonkie en voelde zo glad en zweterig aan, dat ik haar gewoon inkorfde. Ze was onze vierde duif gisteren! Bram had zich niet voor niets druk gemaakt om precies op tijd vier kleine jonkies te leveren. Teamwork!  Bij één nacht mand is een duivin met een kaal jonkie vaak op de afspraak. Bij twee nachten mand kan de papvorming de duivin parten gaan spelen en ligt een teleurstelling op de loer. Geen wijsheid uit een boekje, maar ondervinding in de praktijk. Door schade en schande wordt een mens wijs, mits je leert van gemaakte fouten en dingen noteert.

Appie

Doffer ‘653 noemde ik “Appie Derks”. Appie legde de eerste steen van het clubhuis van p.v. “de Hoven” in Zutphen. Met hem had ik als achttienjarige debutant in de duivensport meteen een klik. Een echte nestspeler, die vaak generaal clubkampioen werd. Onze “Appie Derks” deed het op de midfondvluchten prima. Staat in de asduifstand van de kring zelfs op de eerste plek. Hij verzorgt een groot jong en is opvallend levendig. Alle vormtekens die je als liefhebber graag ziet, vertoont deze doffer. Goed gebouwd, mannelijk en vitaal bovendien. In de loop van de week begon hij steeds meer op een kropper te lijken. Een scheurtje in een luchtzak, hoorde ik om me heen en las ik op internet. Gisteren bleef hij thuis en ik denk dat het seizoen er voor hem op zit. Het zijn dingen die gebeuren kunnen. Soms zit het mee, soms zit het tegen. Op Niergnies zat het voor ons mee. Het werd een niet al te moeilijke vlucht en in precies dertig minuten hadden we er 30 van de 33 thuis. Jammer voor de liefhebbers in Noordwest. Daar begon het te regenen voordat de duiven kwamen. Ook de wind was niet in hun voordeel. Het kan verkeren! Dat we 1,3 en 4 in de regio zouden spelen, was een grote meevaller en eigenlijk een bonus. Niergnies was bedoeld om de duiven in het ritme te houden voor Melun. De slotvlucht van 2019. Misschien gaan er nog een paar naar de laatste natourvlucht in de club. Het wordt namelijk steeds moeilijker om het minimale aantal inkorvers te halen. “Je mag er eentje meedoen, dan heb ik nog kans om tweede te worden”, zei Jan Ketelaar gekscherend. De bedoeling is om de ploeg in Zutphen in te korven voor Melun. Tegen Petrie en een ontketende Lotte Eijerkamp zal het een uitdaging worden om de uitslag te halen in het onderlinge spel. Ik ben niet bang voor een oorwassing. Het houdt een mens met beide benen op de grond en ik hou er niet van om mezelf voor de gek te houden. Wie de sterkste concurrentie opzoekt zal daar uiteindelijk alleen maar beter door worden!

 
 

Effen Appen (18)

Effen Appen (18)

Sens (1)

“Een rotvlucht”, zei Joke Geven, toen ik haar belde om te vragen hoe laat ze bij haar club altijd afslaan op zaterdag. Ze drukte zich voor haar doen nog netjes uit, want Joke neemt geen blad voor de mond. “In Appen is het ook geen fijne vlucht geworden”, vertelde ik haar. Bijna 500 kilometer, zuidoost in de wind, 30 graden. ’t Is ook niet niks voor jonge duiven. Joke dacht waarschijnlijk aan een week eerder. Toen was het een feestje. Vijfenvijftig mee en eenenvijftig prijzen op naam van Hans en Evert Jan. Daarmee waren ze niet eens grootmeester van de week. Dat was, met met lof van de jury, Ebben. Pakt bijna de hele top 10 in zijn regio en 14 van de 14. Dat is nog eens een uitslag! Geurtz in Haalderen pakt er 13 van de 14 en zelf hadden we 27 van de 31 duiven prijs. Met ingevlogen junioren kun je op de natour goeie sier maken!  Renners die zo uit de Tour de France komen, zitten in een bepaalde flow. Die overklassen de renners die thuis bleven. Op de natour zie je hetzelfde verschijnsel. Onervaren duiven kunnen de ingespeelde junioren geen partij bieden. Dezelfde duiven die op de natour fluitend naar huis komen en bijna achteloos prijs vliegen, merken ineens dat wat vroeger de klassieker Orleans was, heel andere koek is. De uitslag van Hans en Evert Jan, van Ebben, van Geurtz en van ons team verbleekt bij de uitslag van een week eerder. Soms is het verschil gewoon schrijnend. Hoewel het logisch lijkt, weet ik niet zeker of Ebben en Geurtz dezelfde 14 duiven korfden. Genoemde voorbeelden zijn vrij willekeurig gekozen. Een studie heb ik er niet van gemaakt, maar bijna alle liefhebbers die de natourvlucht gebruikten om de duiven in het ritme te houden en die vaak een prachtige uitslag realiseerden, krabden zich zaterdag meerdere malen achter de oren. Zelf vergelijk ik het met een voetbalwedstrijd. Als Ajax oefent tegen een amateurclub en het wordt 10 – 0, dan vinden sommigen, dat Ajax gefaald heeft. Komt vervolgens een week later Barcelona naar Amsterdam, dan is het geweldig als Ajax wint met 1 – 0. Het maakt enig verschil tegen wie je speelt!

Sens (2)

Zelf vond ik het, net als Joke, een rotvlucht. ‘s Avonds miste ik nog 13 van de 37 duiven. Duiven die een week eerder op de natour achteloos prijs vlogen, ontbraken. Dat vindt een duivenliefhebber niet fijn. Duiven die de volgende dag thuis komen, hoeven niet geradbraakt te zijn, maar ze hebben wel een tik gehad. Ze strandden onderweg door vermoeidheid en dorst, of raakten uit de koers door de sektorlossing. Kun je die komende vrijdag weer inzetten op een natourvlucht van pak hem beet 300 km? Je kunt natuurlijk zo’n laatkomer een weekje rust gunnen, maar is dat in september niet spelen met vuur met een rui die elk moment beginnen kan? Rust roest! We balen, als de duiven moeite hebben om thuis te komen. Als het een vlucht wordt, die niet alle duiven soepel verwerken. Toch ben ik blij met zulke vluchten. Voor de selectie is zo’n pittige vlucht belangrijk. Op dinsdag missen we nog vier duiven. Geen favorieten. Twee jongen uit één nest weg. Dan gaan alle alarmbellen rinkelen. Wil je vooruit, dan moet je de ouderdieren verwijderen. Liefhebbers die afgelopen zaterdag “een rotvlucht” beleefden, konden een schat aan informatie opdoen. Je kunt een uur met een loep in de ogen van de duiven kijken, je kunt twee uur de stamkaarten bestuderen en je kunt de mand laten spreken. Alleen het laatste zet zoden aan de dijk!

Sens (3)

Als je niemand meer hebt om tegen te spelen, is het einde van het vermaak in zicht. Binnen onze club “Steeds Verder” zijn we nog als enige in de weer met de juniorenvluchten. We moesten noodgedwongen uitwijken naar Zutphen. Dan kom je in de mand bij de duiven van Hans en Evert Jan, van Lotte en van Alwin. Dat is een bijzondere ervaring en … je wordt er flink van. Als zaterdag Bram achter de laptop verslag doet van het verloop van Sens, sta ik perplex als Lotte Eijerkamp en Alwin Petrie hun eerste duif thuis hebben. Eijerkamp een zoon uit “Olympic Hans”. Ik realiseer me, dat Hans Boenders een dag eerder gecremeerd is. Hans was ongeneeslijk ziek en vocht als een leeuw tegen de kanker die hem sloopte. Wat was hij trots, als er weer fantastisch gepresteerd werd met een nazaat van zijn voormalige favoriet. Jammer, dat hij dit niet meer meemaakt! Waarschijnlijk vloog “Hurricane Hans” samen met de eerstgetekende van Alwin, die ongetwijfeld het fluitje van Oliver hoorde toen zijn favoriet de thuisbasis naderde. Geen toevalstreffers, zoveel is zeker! Sens was een kuitenbijter. Voor veel duiven was het net iets te zwaar. Vijftien van onze duiven klasseerden zich. Aan sommigen was goed af te lezen, dat ze gewerkt hadden. Anderen zagen er opvallend monter uit. We moeten verder met duiven die vluchten van dit kaliber goed kunnen doorstaan. In die zin was Sens een nuttige ervaring. Maar … zulke vluchten moet je niet elke week hebben. Ik hoop, dat Niergnies en Melun onder normale temperaturen vervlogen zullen worden en wens alle deelnemers een goeie vlucht!

 
 

Effen Appen (17)

Effen Appen (17)

Bierges

Op de dag van inkorving kwamen er kort na elkaar twee duiven retour. ’s Ochtends begroette ik “Jan ter Harmsel” en enkele uren later zat ook “Jan Hulsebos” er. Ze zagen er redelijk uit. Omdat de duivinnen in de meerderheid zijn, besloot ik beide heren gewoon te laten lopen. Ik keek in mijn administratie en zag, dat ze van Quievrain waren achter gebleven. Ik miste er toen ’s avonds 12! Uiteindelijk kwamen er elf thuis. Alleen de “Queen 515” met twee eersten (twee keer kring en één keer zelfs regio) kwam nooit meer terug. Dezelfde avond gingen er 31 naar Bierges. Ik moest er een paar thuis laten vanwege “one eye cold”. Inmiddels ben ik er achter, dat het geen ornithose- , maar een herpesbesmetting is. ’t Is een virus. Je kunt er niet tegen enten of kuren. De aangetaste duiven zijn in de regel binnen een week van de kwaal af. Het vervelende is, dat de besmetting door je hele hok waart. Ziek zijn ze niet, conditieverlies is er nauwelijks en veel last hebben ze er ook niet van. Overal om je heen heerst het. Wat dat betreft hoeven we elkaar geen mietje te noemen. Bij de thuisblijvers zat “Appie Derks 653”. Doet het naar wens op de verdere vluchten en staat in de kring bovenaan bij de duifkampioenen. Is bestemd voor Sens en krijgt een weekje rust. Voor het eerst in jaren ontbrak moeder Toos op zaterdagochtend. Albert en Bram hadden zelf mee en José deed boodschappen. Rinie was de enige letter. We doen gewoon ouderwets. Niks kijken op welke site dan ook, niks bellen, gewoon net als vroeger, spraken we af. We gingen uit van lostijd 8.50 uur, zoals ik op de site van de GOU gelezen had en keken een gat in de lucht. Toen we na het middaguur nog niks hadden, belde ik van narigheid Albert. Die vertelde, dat de lossing was uitgesteld tot 9.40 uur. Tijdens het telefoongesprek riep Rinie ineens. “Daor hej d’r twee tegeliek”. Ik gooide de telefoon op tafel en zag twee gemotiveerde duiven in glijvlucht uit de goeie hoek komen. “Lilly”, onze eerstgetekende, zat als eerste in de module. Binnen een minuut kwamen er weer twee duiven uit dezelfde richting. Daarbij “Margret”, onze tweede getekende. Dat gaat lekker! In precies 34 minuten waren er 29 van de 31 thuis en dat hadden we dit jaar nog niet eerder meegemaakt. Een ideale generale voor Sens!

Jannie

Twee jaar geleden verspeelden we een schimmeltje. Het duifje kwam terecht in de tuin van een mevrouw in Zuid Holland. Een dierenliefhebber. Ze verzorgde het duifje op haar voederplank en we hadden meerdere malen contact via de mail. Haar naam is Jannie. Achternaam en woonplaats weet ik niet meer. Jannie keek op onze site en zag, dat het schimmeltje “Wieke” heette. Genoemd naar een oud-leerling van het Isendoorn. Wieke Hendriks had op dat moment al enige jaren leukemie en Jannie raakte gefascineerd en betrokken. Op een gegeven moment was de duif verdwenen en tot haar verrassing kon ik haar melden, dat “Wieke” bij ons was teruggekeerd. Dank zij haar goede zorgen! Op de 22e verjaardag van Wieke was ik met broer Ben eregast bij Wieke. Broer Ben maakte muziek en had een bevriende zangeres meegenomen, die zelf ook kanker had overwonnen. Wieke ging toen al achteruit en voelde waarschijnlijk, dat het haar laatste verjaardag zou worden. Ze genoot intens. Indrukwekkend en Jannie vond dat ook. Helaas stierf Wieke datzelfde jaar en ik liet dat Jannie natuurlijk weten. Ook duif “Wieke” stierf in dezelfde periode door toedoen van de havik. Een dieptriest verhaal. Ik beloofde Jannie, dat ik een duif naar haar zou noemen. Dit jaar werd dat de 670. Een bonte duivin van de tweede ronde. Ons enige schimmeltje, de 697, kreeg de naam “New Wieke”. Ook één van de tweede ronde. Beide duifjes presteren prima. “Jannie” was de laatste twee weken twee keer onze tweede duif zelfs. Helaas moesten we beide duiven vanwege “one eye cold” thuis houden voor Sens.

Sens

Voor Sens zocht ik 37 duiven uit. De beide doffers die een week eerder retour kwamen, waren mooi op gewicht, maar die bleven natuurlijk thuis. Bij twee duivinnen voelde ik een eitje en drie duiven vielen af vanwege de ogen. Daaronder dus “Jannie” en “New Wieke”. Er waren zes koppeltjes met een stoppeljong. Op vrijdag moesten die met de hand gevoerd worden en dat lukte met hulp van José vrij aardig. Ze kregen allemaal 15 pinda’s, die ze gretig wegslikten. Met behulp van een slagroomspuit probeerden we een mengsel van eivoer en fijne zaadjes toe te dienen, maar dat werd een fiasco. Zelfs toen we er flink wat slagroom aan toevoegden, werd het een smeerboel, vooral toen de vulzak door de uitgeoefende druk knapte. Met een theelepel gingen we verder en zorgden ervoor dat alle jongen ruimschoots van vocht voorzien werden. “Op de deur spelen is toch makkelijker”, vertelde ik José. Uiteindelijk lagen de zes jonkies voldaan in hun nestje. Op zaterdag waren moeder Toos met Trijntje, José, Bram en Rinie van de partij. We waren stomverbaasd, dat Eijerkamp en Petrie al om 13.38 uur hun eerste duif kregen. Dat hadden we niet zo vroeg verwacht! We moesten vervolgens nog bijna drie kwartier wachten op onze eerste duif. Gelukkig bleken het eenlingen en vielen er in Brummen voor het hele uur ook geen duiven meer. Onze eerste was “Pien 642”. Ze zit op de vloer met haar stoppeljong en was de voorafgaande dagen steeds nijdig op alles wat in de buurt van haar jong kwam. “Je zit Hans en Evert Jan nog net voor met hun eerste, dus zo laat zit je niet”, riep Bram enthousiast vanachter de computer. Als tweede arriveerde “Anneke 610”. In een prachtige glijvlucht dook ze als een komeet het hok in, op zoek naar haar stoppeljong. Kort daarop “Truus 611”. Vrijgezel, maar een beetje verliefd op één van de retour gekomen doffers van Quievrain. Drie duivinnen voorop, maar vervolgens arriveerden er steeds met enige minuten tussenpoos, vier doffers. Daaronder “Appie Derks”, de partner van onze eerste van vandaag, die goeie zaken deed voor het duifkampioenschap. Uiteindelijk klasseerden zich 15 duiven op de uitslag. We waren ’s avonds echter nog dertien duiven kwijt en dat was een flinke streep door de rekening!

Oud-leerlingen

Bij het afslaan in Zutphen, dook ik op één van de relaxbanken. Mannes Franken zat er al. Hij nam de honneurs waar voor Alwin Petrie en is het maatje van Albert Roording. Team Roording had prima gepresteerd op deze Sens, al zag het daar in het begin niet naar uit. “Mannes kwam binnen en vertelde dat Eijerkamp en Petrie al een duif hadden”, zei Albert. “Toen moesten wij nog een eeuwigheid wachten en had ik er helemaal geen vertrouwen meer in”. Een weerzien met twee oud-leerlingen van het Isendoorn. Ik bewaar daar goeie herinneringen aan. Met Albert en later met Mannes die wat jonger is, kon ik lekker over de duiven ouwehoeren. Met de vader van Mannes, Meindert, die enkele jaren geleden veel te vroeg stierf aan asbestkanker, kon ik het in onze jonge jaren al goed vinden. Menig wielerkoers voor “dikke banden”, veelal verreden als voorwedstrijd voor jeugd bij plaatselijke wielerrondes, sloten Meindert en ik samen winnend af. Zelfs de opa van Mannes, Herman, maakte ik bij “de Hoven” mee in de jaren zeventig. Een handige kerel, die o.a. de stellages/ mandenwagens laste voor de club. Ook aan Bertus Roording bewaar ik leuke herinneringen. Op de “Olympiade” liep Bertus rond met de jonge Albert. Het was op een vrijdag en Albert moest eigenlijk naar school. “Ik heb naar de school gebeld en Albert ziek gemeld, maar wil geen gedonder”. Ik kon Bertus glimlachend geruststellen. Een postduivenolympiade in Nederland is belangrijker dan een doordeweekse schooldag op het VWO, toch?

Nog ff

Komende week een natourvlucht van omstreeks driehonderd kilometer en dan nog “Meloen”, zoals ik Jan Willem Steenbergen met een kwinkslag hoorde zeggen. Ik wil beide vluchten gewoon spelen. De eerste om het ritme te bewaren en de tweede om het jonge duivenseizoen in stijl te eindigen. Sens gooit echter roet in het eten. Ik zag, dat veel bekende en erkende jonge duivenspelers het lastig hadden op de vlucht van gisteren. Twee nachten mand, een sektorlossing, dertig graden, bijna 500 km., zuidenwind met oost erin, allemaal faktoren die jonge duiven in de problemen kunnen brengen. Inmiddels lopen onze duiven in de tuin. Ik telde vier achterblijvers van gisteren. Er zijn er dus nog negen onderweg. De wonden likken en zien, dat we voor komende week weer een ploegje op de been hebben. Duivensport: elke week weer anders en verrassend!