Monthly Archives: april 2022

Voorster Varia (6)

Voorster Varia (6)

Vlees

Duiven hebben eiwitten nodig. Die zitten in duivenvoer. Plantaardige eiwitten. We weten allemaal, dat duiven op sommige momenten sterke behoefte hebben aan dierlijke eiwitten. Duiven, die jongen azen en die de kans krijgen, zoeken soms naar slakjes aan slootkanten. Dat is niet helemaal zonder risico, denkend aan leverbot. Arie van den Hoek, schreef meer dan vijftig jaar geleden zijn boek “Voeding, voeder, vitaminen en duiven”. Zijn “A.P.F.” is me altijd bijgebleven. Duiven halen dierlijke eiwitten (A.P.F.) uit bijvoorbeeld een gedroogde koeienflats. Mijn duiven mogen altijd in de tuin scharrelen. Daar ligt paardenmest, veen, klei en er groeit momenteel onkruid en straks allerlei groenten. Een duif weet zelf het best, wat ie nodig heeft om in balans te blijven. Een halve eeuw geleden voerde men veel peulvruchten. Als jochie kocht ik een puntzakje duivenvoer bij Kik en zie in gedachten de donkere duivenbonen. In die jaren gaf men vaker “open hok” en zo konden de duiven via hun voedingsinstinct de hoge dosis eiwitten, inclusief afvalstoffen, compenseren en neutraliseren. Jan Suijkerbuijk was vroeger al beducht voor bonen en erwten. Hij zocht uit de weduwnaarsmengeling de peulvruchten en gaf die aan de jongen. Niks weggooien, want Suijkerbuijken zijn zuinig. Tandarts Willem de Bruin geeft aan zijn duiven gemalen kattenbrokjes. Daarmee maakt hij de eiwitketen veelzijdiger. We moeten wel bedenken, dat duiven geen vleeseters zijn en dat je niet moet overdrijven. Zelf geef ik zo nu en dan wat gestampte kattenbrokjes aan mijn junioren. Een klein beetje. In de bak allerhande zit ook al eivoer. Het is dus de kunst om te doseren. Minder is vaak meer!  Over voeding raakt men nooit uitgepraat. Eerst was vegetarisch de trend, daarna veganistisch. Vooral jongeren zijn er mee bezig. Vlees is voor veel mensen verdacht. Slagers zullen daar ongetwijfeld last van hebben. Ik denk onwillekeurig aan de vier slagers uit mijn dorp, die ik meemaakte. Charles Reichmann, Wim van Til, Jan en Henk Teunissen en natuurlijk Aalpoel. Als kind las ik trots het boodschappenbriefje voor aan Jenny Reichmann. Een aardige, kinderloze vrouw, waar je altijd een heerlijk plakje worst van kreeg. ´Twee ons gek ham”, bestelde ik in alle onschuld. Dat er in de winkel om mij gelachen werd, begreep ik niet. “Geef mij het briefje maar”, zei Jenny vriendelijk. “Je moeder bedoelt gekookte ham”. Tegenwoordig heeft vooral bewerkt vlees een bedenkelijke reputatie. Met name in de vleesfabrieken worden er toevoegingen en conserveermiddelen gebruikt, waar met een scheef oog naar gekeken wordt. Ook zout, als goedkope smaakversterker. Het televisieprogramma “Keuringsdienst van Waarde” opent wekelijks onze ogen. Onvoorstelbaar hoe we gefopt worden met “boerenbedrog” en “gebakken lucht”. Terugkomend op de slagers in het dorp Voorst. Hun vrouwen werden of zijn behoorlijk oud. Minimaal 91, zoals Nies Aalpoel. Ook echtgenoot Chris Aalpoel doet het met 92 nog steeds goed. Hun zonen Chris en Adriaan kennen we als duivensporters. Jans Teunissen is eveneens een vitale vrouw. Ze is  92. Jenny van Charles leeft niet meer, maar ze werd minimaal 92, net als de weduwe van Wim van Til, die nog niet zo lang geleden overleed. De slagers zelf, werden minder oud, uitgezonderd keurslager Chris Aalpoel. Ook Wim van Til was tweede helft tachtig, toen hij overleed. Ik herinner me ook slager GertJan Broers uit Terwolde. Gewaardeerd sponsor van “Steeds Verder” in de jaren negentig. Hij slachtte zelf destijds en was trots op zijn runderen. Hij liet me het karkas zien van een koe, die naar zijn richtlijnen gevoederd was en het karkas van een koe van een andere boer. Je zag duidelijk de verschillen. Gerrit Boerkamp had in die jaren ook een eigen slagerij. Was ook een trouw sponsor. Gerrit zie je nog wel eens fietsen. Zijn broer Theo had toen nog postduiven. Theo leest nog altijd mijn stukjes. Eens duivenmelker, altijd duivenmelker. Slagers, bakkers en groenteboeren hebben het in deze tijd niet gemakkelijk. Ze moeten opboksen tegen de supermarkten. Vaak is het hard werken en vechten tegen de bierkaai. Wat het beste is voor mens en duif? Ik weet het niet. In de oertijd had je de jagers, die vrijwel uitsluitend vlees aten. Later gingen mensen zelf voeding verbouwen. In mijn jeugd at bijna iedereen “regeringsbrood” of witbrood. Later kwam de omslag naar bruin en toen volkoren met vezels. Nu zijn er mensen, die brood helemaal niet gezond vinden. We moeten aan de groente! Steeds zijn er nieuwe trends en nieuwe “superfoods”. Zo waren er in Amerika mensen, die boerenkool als wondergroente zagen. Is het de wens om onsterfelijk te worden? Sommige mensen zijn wel erg goedgelovig!  Voor bepaalde zaadjes en vruchtjes vraagt men bedragen, die aan de goudprijs doen denken. De waanzin ten top! Zelf eet ik het liefst groente uit eigen moestuin, met een scharreleitje van eigen kippen. Een goed stukje vlees en een lekker visje op zijn tijd, versmaad ik niet. Brood komt van een goeie bakker en “liflafjes” en snoep vermijd ik zo veel mogelijk. Het is geen garantie om gezond oud te worden. “Alles met mate” is het beste, zegt moeder Toos dikwijls. Ze zou met haar 92 jaren passen in het rijtje Voorster slagersvrouwen en is nog altijd dol op leverworst van Aalpoel.

Junioren

Afgelopen week hebben we de laatste bonnenkopers van duifjes voorzien. Bram bracht nog twee duifjes, maar die zijn te jong voor het hok met de overige “Brammetjes”.  Ze zijn geplaatst op het hok van de “testduifjes”. De komende twee weken worden de laatste testduifjes gebracht. Het betekent, dat we de komende vier weken nog steeds duiven moeten uitwennen. Met het oog op de roofvogels is dat niet ideaal, maar het is niet anders. Voor wie we duiven gaan testen? Dat laat ik liever nog even in het midden. De duiven dragen ringen van de kwekers, dus geheim kunnen we het niet houden. Op de uitslagen is het t.z.t. allemaal te vinden, voor wie nieuwsgierig is. Ik herinner me nu ineens, dat we ook de toezegging deden om foto’s te plaatsen van het kasthok. Ik wilde Albert daarin betrekken, omdat hij handig is met die materie. Laten we eerst het komende vliegseizoen afwachten. Kijken wat de kinderziektes zijn op het kasthok. We gaan er voor het eerst op de deur spelen en we zullen ongetwijfeld tegen dingen aan lopen, die niet goed doordacht zijn en beter kunnen. Dan kunnen we daarna nog altijd een fotopresentatie plaatsen en heeft Albert nog even tijd voor andere noodzakelijke dingen op eigen hok.

Opening

Gisteren was de opening van vliegseizoen 2022. Albert begon meteen met de eerste plek in de club, maar miste nog wel de nodige duiven. Dat was trouwens de teneur op vele hokken. De duiven hebben nog geen ritme en krijgen dan meteen de oostenwind voor de kiezen. Ik zag het ook bij de aankomsten van de Eijerkampduiven. Ook hun duiven hadden het moeilijk. “Yindee” was als driejarige duivin de eerste Eijerkampduif. Een duifje, afkomstig van Willem de Bruin, dat als jong en jaarling op het hok van Joke Geven vertoefde.  Laten we hopen, dat de talrijke achterblijvers op zaterdag vandaag alsnog de thuisbasis weten te vinden. Op eigen hok wordt het de hoogste tijd om de junioren te enten tegen paramixo.  Als over een maand de laatste testduifjes ook rondvliegen, gaan we een “boosterprik” regelen. De duiven hebben afgelopen week vast gezeten. Op een gegeven moment waren we door aanvallen van de havik vier dagen op rij een duifje kwijt. Ik zag het met eigen ogen gebeuren, maar je staat machteloos op de grond. Dan moet je iets doen en ik koos ervoor om de duiven een weekje rust te geven. Dan verstoor je het eetpatroon van de havik en gaan ze andere prooien zoeken, is de gedachte. Gisteren en eergisteren ging het goed. Als er twee duifjes gepakt worden in de week, heb ik straks in juli nog vijftig junioren. Daar kan ik mee leven, maar hoop, dat de roofvogeloverlast tot gemiddeld één duifje per week beperkt blijft. Helemaal zonder kleerscheuren kom je het seizoen niet door in deze contreien. We zitten in de groene long van de gemeente Voorst en worden rondom omgeven door natuurgebieden. Als de duiven echt goed gaan vliegen, laten ze zich minder vaak verrassen en vluchten, als er onraad in het zicht komt. Dan is de strijd in het luchtruim voor mijn gevoel wat eerlijker en maken de duiven een kans. (wordt vervolgd)

Voorster Varia (5)

Voorster Varia (5)

Margret

Vorig weekend is Margret, de echtgenote van Gerard uit Wijchen, vrij plotseling overleden. Toevallig had ik kort daarvoor nog telefonisch contact met Gerard. In januari vierden Gerard en Margret hun 60-jarig huwelijk. Dat was een mijlpaal. Gerard vertelde, dat Margret de maandag erop geopereerd zou worden. Geen zware ingreep, een routineklus, zo leek het. “Haar gezondheid is verder in orde en ik verwacht, dat ze met enkele dagen ziekenhuisopname wel weer naar huis mag”, aldus Gerard.  Van dochter Birgit hoorde ik een dag voor de geplande operatie, dat haar moeder onverwacht was overleden. Zo snel kan het gaan. Margret werd 81 jaar en werd in besloten kring gecremeerd, afgelopen woensdag. Voor Gerard, inmiddels 84 jaar, een enorme klap. Twee seizoenen was hij, samen met Margret, verantwoordelijk voor de verzorging van onze kweekduiven. Grootmeester, teletekst, afdelingskampioen, nationaal kampioen, het waren nieuwe begrippen voor Gerard. In zijn hart was hij trots, dat hij daar een bijdrage aan geleverd had. De jaren begonnen te tellen voor hem en rugproblemen maakten het verzorgen van de duiven bijna onmogelijk. Bovendien wilde hij zijn huis verkopen en naar een appartementje, of zoiets. Het kostte hem moeite, om het mij te vertellen. Toen ik de duiven ophaalde en Sander als nieuwe verzorger in beeld kwam, ging het Gerard ineens allemaal te snel. Afgelopen winter vroeg hij mij, of ik toch nog weer een stuk of vier jonge duifjes bij hem wilde bezorgen. “Margret wil hier niet weg en ik mis mijn loopje naar het duivenhok”. Nu ontstaat er een nieuwe situatie. Heb hem beloofd, dat ik binnenkort met moeder Toos bij hem op visite ga. Napraten over de mooie momenten, die we samen beleefden en waar ook Margret bij betrokken was. Dan hoor ik waarschijnlijk ook, of ik nog duifjes moet meenemen, of dat hij naar een appartementje of iets dergelijks verhuist. Haar urn zal t.z.t. bijgezet worden in het familiegraf in Duitsland, hoorde ik van dochter Birgit.  R.I.P, Margret, maar jij zult kiezen voor R.I.F. Peace wordt Friede, zoals Keulen voor jou Köln bleef. Niets is blijvend, alleen de herinnering.

Roofvogels

Het ene jaar is het andere niet. Na enkele, relatief rustige jaren, is de roofvogel weer volop actief in Gietelo. Vanochtend had ik de junioren buiten, toen de havik zich meldde in het luchtruim. De iets oudere jonkies gingen in formatie steeds hoger vliegen en verdwenen uit beeld. De piepers, die voor het eerst kennis maakten met het luchtruim, vlogen individueel in blinde paniek alle kanten op. De mannetjeshavik wist niet goed, welke strategie hij zou volgen en raakte afgeleid door mijn geklap en geschreeuw. Na wat schijnbewegingen, droop hij af richting Bussloo. Korte vleugelslagen, even zweven, korte vleugelslagen en weer zweven. Typisch het vliegbeeld van de havik. Er waren ongeveer zestig jongen buiten, maar de meesten waren in geen velden of wegen te bekennen. Geleidelijk keerden er junioren, meestal individueel, retour. Ik besloot om verder te gaan met kuisen. Na een kwartier ineens een knal en het geluid van in paniek wegvliegende duiven. Ik zag op enkele meters van me vandaan een sperwer wegvliegen. Zonder prooi. Vervolgens liep ik wat heen en weer met waterbakken en zag ik de sperwer na een kwartier opnieuw een aanval doen op wat jeugdige piepers, die voor het eerst buiten kwamen. In paniek stoven ze alle kanten uit. Niet veel later arriveerde Raymond Ramaker uit den Ham met zoontje Sil. Raymond was ooit succesvol jeugdlid in afdeling Salland en deed op een gegeven moment de duiven noodgedwongen van de hand, om uiteenlopende redenen. Hij stortte zich op zijn werk, settelde zich met partner, kreeg drie kinderen en startte een eigen bouwonderneming, met inmiddels twaalf medewerkers. Afgelopen winter kocht hij een bon, meldde zich via de app en vertelde, dat hij sinds een jaartje weer duiven heeft en het serieus wil aanpakken. Sander kan zich Raymond ook herinneren. Hij was in die tijd jeugdlid bij “Ons Vermaak” in Eerbeek. In die periode was Fiona Geven trouwens ook een prominent jeugdlid. Toen we binnen aan de koffie zaten, vertelde Raymond, dat zijn moeder na een noodlottige val op het voetbalveld, overleden was op 62-jarige leeftijd. “Dat zette me aan het denken. Het leven kan van het ene op het andere moment voorbij zijn en de duiven hebben me nooit helemaal los gelaten. Zodoende ben ik weer begonnen, want ik vind postduivensport echt geweldig”. Ineens hoorden we de kippen enorm tekeer gaan buiten. “Ze leggen een ei”, meende Raymond, maar ik dacht aan iets anders. Toen we buiten kwamen, hing er een sperwer tegen het gaas van het kasthok. Daar worden duiven panisch van en kippen opgewonden. Vier aanvallen op één zondagochtend en dan hebben we het nog niet gehad over het paartje slechtvalken op “de Nijenbeek”, op nog geen 1500 meter van ons erf. We kunnen de borst nat maken!

Honderd

Ongeveer zestig jongen komen buiten en twintig zitten er nog binnen. Eind april, begin mei, verwachten we nog 10 tot 16 “testduiven”. Afkomstig van twee liefhebbers die samenwerken, uitstekend presteren, maar nog geen referenties hebben van liefhebbers, die met hun duiven successen boeken. In totaal komen we uit op plm. honderd junioren. Met de gestegen voer- en brandstofprijzen is dat meer dan genoeg. De jongen, die de komende twee weken speenklaar zijn, gaan weg op bonnen. De nieuwe eigenaren, kunnen duifjes van die leeftijd nog spelen. Dat is altijd mijn advies. Eerst spelen en kijken wat ze waard zijn. Wat heb je aan hokken vol duiven met ronkende stamkaarten? Alleen als de duif een aanwinst is en goed presteert, komt de stamkaart in beeld. Ook moeten duiven bij je passen. In de vorige aflevering beschreef ik, dat zelfs duiven die goed hebben gepresteerd bij jou, nog geen garantie vormen op kweeksucces. In 2009 en 2016 hadden we de eerste asduif jong van de hele afdeling GOU. Dan droom je, om er een hok mee op te bouwen. In ons geval werd het een desillusie. Ik kom daar eerlijk voor uit, want we begeven ons niet op het commerciële pad en hoeven niet de schijn op te houden. Beide duiven gaven nooit één jong, dat in de buurt kwam bij de vader (2009) of moeder (2016). Dat is de realiteit. Er zijn talrijke duiven van naam, waar iedereen jongen van wil. Een stamkaart met acht keer die beroemdheid in het voorgeslacht, dan heb je het helemaal voor elkaar. Als dan tien jaar later de betreffende duif sterft en de hele duivenwereld in rouw is, hoor je van een insider “dat er eigenlijk nooit één fatsoenlijke nazaat uit geboren is en de duif eigenlijk helemaal geen echte kweekwaarde had”. Wel honderden nazaten. Ik ken talloze voorbeelden, maar ga niemand tegen de schenen schoppen, of handel verzieken. Kwestie van ogen en oren open houden. Duivenliefhebbers apen elkaar graag na, zijn gevoelig voor trends en mode en laten zich makkelijk “kittelen”. Je kunt beter nuchter, realistisch en kritisch blijven! Echte superkwekers zijn dun gezaaid op kweekhokken. In sprookjes komen ze vaker voor.

Veranderen

Je eigen handelwijze tegen het licht houden, daar is niks mis mee. In het verleden had ik de jonge duiven soms hele dagen los. Ze moesten “streetwise” worden. Inmiddels weet ik, dat daar ook nadelen aan kleven. Duiven gaan scharrelen in goten van buren en eten dingen, waar je geen zicht op hebt. Ook bij terugkeer van de vlucht, vallen ze soms op plekken waar je ze liever niet ziet. Daarom ga ik ze minder vrijheid geven. We beschikken over rennen en kunnen ze ook in de buitenlucht zetten, zonder ze de vrijheid te geven. Nu de roofvogels zich weer laten gelden in Gietelo (de sperwer is retour, de slechtvalk nestelt in de buurt en de havik is nog altijd de grootste bedreiging), wordt loslaten een dingetje! Ik word er niet vrolijk van, maar besef, dat ik niet mag klagen als ik ’s ochtends de krant lees en ’s avonds naar het journaal kijk. Alles is relatief en elk jaar is anders. ’t Is hobby en als het niet kan zoals het moet, moet het maar zoals het kan. Geen verwachtingen koesteren, dan valt het ook niet tegen.  (wordt vervolgd)

Naschrift :  Gisteren één duifje weg, vandaag opnieuw één weg en een duifje met een klauwwond aan een hangend vleugeltje. Martin en Joke maakten het elk jaar opnieuw mee op Bussloo. “Je moet je er niet druk om maken en focussen op de duiven, die je nog wel hebt, anders hou je het niet vol”, zei Martin dikwijls. Nu ze beiden niet meer leven, besef je eens te meer de betrekkelijkheid van alles.