Monthly Archives: september 2022
Voorster Varia (13)
Voorster Varia (13)
Ongeluksgetal
Bijgelovig ben ik niet. Waarschijnlijk zou ik normaliter niet eens de link gelegd hebben tussen de inhoud van mijn schrijven en de dertiende versie. Soms liggen uitersten dicht bij elkaar. Ik herinner me oud-collega Ruud de Wilde. Hoofd ener dorpsschool te Gietelo en begraven op de natuurbegraafplaats in Assel. Ruud was een omstreden zij-instromer. In geen enkel opzicht doorsnee te noemen. Hij was excentriek gekleed, met steevast een pet met klep aan voor- en achterzijde, die hem de uitstraling van Sherlock Holmes gaven. Vaak een sigaret op de onderlip, uitzonderlijk goed in werken met getallen, klassiek aandoend taalgebruik, een driftkikker, Bijbelkenner en bevlogen verteller van spannende en vooral huiveringwekkende verhalen. Ik denk, dat we tegenpolen waren en op de één of andere manier respecteerden we elkaar. Ruud zei het dikwijls: geniaal en gek liggen in de hersens dicht bij elkaar. Misschien vond hij zichzelf een voorbeeld van zijn stelling, al zei hij dat nooit met zoveel woorden. Een bijzondere man, laten we het daar op houden. Wat geldt voor geniaal en gek, geldt misschien ook voor geluk en ongeluk. Vanaf Dizy le Gros kwamen onze duiven naar tevredenheid. Beide getekenden arriveerden net na de prijzen en uiteindelijk verspeelden we drie van onze betere duiven, waaronder “Tineke”, die nog niet gemist had en hoog stond bij de asduiven in de regio. Geluk en ongeluk komen soms samen. “Tineke” komt uit een basiskoppel: “Brutus” x “Janneke”. Uit deze lijn komen soms duiven, die ongepaard en gewoon vanaf het schapje, vroege prijzen kunnen winnen. Een eigenschap, die voor mij zwaar telt. Het verlies van drie veelbelovende junioren op de zevende prijsvlucht, deed en doet me zeer.
Onverklaarbaar
Voor de laatste reguliere prijsvlucht twijfelde ik. De weersvooruitzichten waren niet best. Net als een week eerder, kon het wel eens drie nachten mand worden. Voor het kring- en regiokampioenschap maakte ik me geen zorgen, maar ik zag in de aanloop, dat onze achterstand op Lotte Eijerkamp in de afdeling, minimaal was. Tien duiven spelen, opperde Albert. Dan heb je aan één vroege duif genoeg. Ik zat daar zelf ook aan te denken. Slecht weer op zaterdag, net drie van je beste junioren verspeeld, waarom niet de troefkaart spelen? Ik had op maandagavond zes kleine papjongskes ondergeschoven bij zes koppels, die er aan toe waren. Dat betekent drie dagen pap azen en dan twee en zeer waarschijnlijk drie nachten mand. Dat pakt vaak verkeerd uit, is mijn ervaring. Ik besloot om de papazende junioren op de natourvlucht te korven. Met één nacht mand is dat een ideale stand. Mijn eerstgetekende werd een achterkleinzoon van het eerder genoemde basiskoppel. Een jong van de vierde ronde! Met vier pure kopprijzen, behaald op het schapje, gaf ik hem het vertrouwen. Tweede getekende werd een duivinnetje van de derde ronde, die tekenen van verliefdheid toonde en al twee keer op rij bij de eersten arriveerde. Een doffer van de vierde ronde en duivin van de derde ronde moesten de kar trekken. Ik vulde de ploeg van tien aan met duiven, die minimaal één keer een vroege prijs speelden. De natourvlucht Niergnies werd Dizy le Gros en de slotvlucht voor de jonge duiven werd Nanteuil i.p.v. Troyes. Op zondagmiddag klonk voor beide vluchten het startsein, maar zodanig, dat niet te voorspellen was welke vlucht eerder thuis zou zijn. We hadden, naast de vaste supporters, Aart Bronkhorst en Theo en Ricky Oortwijn als lettende gasten. Theo heeft een broze gezondheid, kan zelf geen duiven meer houden, maar is nog steeds nauw betrokken bij het wel en wee binnen “Steeds Verder”. Een boekhouder, die het leuk vindt om bijvoorbeeld de resultaten van onze junioren bij te houden en vast te leggen. Door Compustam en Sander is zijn nobele werk overbodig geworden, maar Theo wilde heel graag getuige zijn van de slotvlucht. Ik verwelkomde Theo en Ricky als een soort ereleden en zag, dat hij ondanks zijn doofheid en beperkingen, genoot. Intussen naderde het moment, dat een eerste aankomst realistisch werd. Het mooiste moment in een duivenweekend, dat we deelden met Rini, Jaap, Sander, José en moeder Toos. Alle ogen waren gericht op Kwatta en tuurden in de bekende richting. Ineens kwam uit het zuidoosten, de eerste duif. Tot mijn verrassing was het de tweede getekende van Nanteuil. Opluchting en opwinding natuurlijk. Voor Nanteuil waren de punten binnen. Twee minuten later arriveerde de tweede duif. Een azend duivinnetje van de natourvlucht. Onze eerstgetekende en dochter van “Emma”. De duivin van Joke, die ze vlak voor haar dood aanbood als souvenir “ter nagedachtenis aan Martin & Joke”. Een mooi moment! Daarna arriveerden er wel duiven van de natour, maar niet van Nanteuil. Opnieuw lagen geluk en ongeluk dicht bij elkaar. Nog steeds missen we drie van de tien Nanteuilgangers en dat waren duiven, waarvoor ik al een plekje op het kweekhok gereserveerd had! Eerste onaangewezen in kring, regio en GOU en toch een kater!
Vlieglijn
In de vorige editie, had ik het over de vlieglijn. Ik beperkte me, tot mijn eigen situatie. In Gietelo arriveren de duiven vrijwel altijd uit het zuidoosten. Alsof er een onzichtbaar spoorlijntje loopt. Vanaf de kassen van rozenkweker van Dalen, niet ver van de IJssel, via de Voorsterklei en dan, met als waarschijnlijk baken de hervormde kerk in Voorst, richting bakker Bril. Iedere liefhebber in regio Noord-Oost zal zijn of haar eigen verhaal hebben m.b.t. de vlieglijn. Johan van Dijk uit Eerbeek, weet wat ik bedoel. Ooit speelde ik in Zutphen (veertig jaar geleden inmiddels). Eerbeek behoorde toen tot de kring Zutphen en deed net als Voorst voor spek en bonen mee. “Geen goeie duiven en geen goeie liefhebbers”, zeiden ze in Zutphen. Makkelijk praten, als je zelf in de vlieglijn ligt! Johan Gijsberts was afgelopen jaar in Zutphen de beste jonge duivenspeler achter Eijerkamp. Appie Jurriëns en Team Roording deden het net iets minder in mijn optiek. Vorig jaar was Johan openhartig, toen ik hem vroeg hoe hij over zijn stek in Zutphen dacht. “In Zutphen kan, wat in Voorst onmogelijk was. Ik speel in het verlengde van Eijerkamp en kan als de duiven top zijn, hen een enkele keer verslaan. Johan kreeg in Voorst de duivensport met de paplepel ingegoten. Hij was een nakomertje in een samengesteld gezin en ik heb altijd veel sympathie voor hem gehad. We leverden steenkolen bij vader Roelof en zijn Duitse vrouw en halfbroer Ulli kwam als kind regelmatig kijken bij mijn duiven. Johan was toen nog niet geboren. Hij had het niet altijd even gemakkelijk en woonde geruime tijd bij moeder en in de laatste fase van vader’s leven bij hem. Niet altijd kreeg hij het goede voorbeeld, maar hij maakte zijn eigen keuzes, leerde een ambacht en besefte, dat drank veel kapot maakt. Johan kent de schaduwzijde van het leven, maar bewandelt bewust een andere weg. Dat vind ik mooi en daar heb ik veel respect voor! Afgelopen jaar speelde hij met de jonge duiven fantastisch, haalde Teletekst en zal komende winter bij de diverse huldigingen menig podium beklimmen, of dit aan dochter Lorena overlaten. Johan gaat echter verhuizen. Terug naar de ouderlijke woning, die nog in zijn bezit is en waar hij als bouwvakker een grote uitdaging ziet. “Volgend jaar speel ik weer met jonge duiven in Voorst. Niet ver van Sando. Mijn lidmaatschap bij de Hoven wordt beëindigd. Ik ben niet gek en Marcel Sangers vindt het jammer, maar hij begrijpt het helemaal en geeft me groot gelijk. Ik ga naar regio Noord-Oost. Tegen Zutphen ben je in Voorst kansloos”.
Stamvorming
De komst van Johan Gijsberts naar Voorst, juich ik toe. Concurrentie is goed. Sando begon vorig jaar in dorp Voorst, Bob van Zeist startte afgelopen zomer op de Clabanus, in een bijna buitenwijk van Voorst, komend jaar dus Johan. Dat houdt me scherp! Op eigen hok begint stamvorming gestalte te krijgen. Na mijn herstart in 2009, na acht duifloze jaren, had ik in hetzelfde jaar de asduif van de afdeling. “Jurriaan”, kreeg ik van Martin en Joke en ik dacht meteen een beoogde stamduif te hebben. Helaas miste hij kweekpotentie. In 2016 hadden we andermaal de asduif van de afdeling. “Marga”, genoemd naar de echtgenote van Bram. We beleefden als vliegduif plezier aan haar, maar andermaal werd het in de kweek geen succesnummer. Omdat we uitsluitend met jonge duiven spelen en vooral in de beginjaren her en der onze “testduiven” haalden, was stamvorming geen absolute noodzaak. Via diverse kanalen kwamen er nazaten van vele grootheden uit de vaderlandse en internationale duivensport de hokken in Gietelo bevolken. Dat werkt verhelderend. Duiven met stamkaarten gevuld met winnaars in groot verband, met Olympiadeduiven en met “modenamen”. De duifjes op onze hokken zijn zich nergens van bewust, vliegen naar beste kunnen onze vlieglijn, krijgen allemaal dezelfde verzorging en met degenen die het vaakst en regelmatigst bij de eerste duiven op de klep vallen, gaan we verder. Doordat we de afgelopen dertien jaar allerlei soorten en rassen konden testen, kregen we een aardig beeld van de intrinsieke kwaliteit ervan. Je wordt er nuchter van en kijkt met andere ogen naar “grote namen”.
André Roodhooft
Gisteren las ik een verhelderend verhaal van André Roodhooft in “Duifke Lacht”. Hij vertrouwt al een halve eeuw op zijn eigen stam duiven, oorspronkelijk van Nelles van de Pol-origine. “Uit de goeie lijn heeft men de meeste kans, op voorwaarde dat men het perfecte model blijft nastreven”. Roodhooft is de nuchterheid zelve. “Ik heb al meerdere kopvliegers en asduiven, die in Union Antwerpen het mooie weer maakten, opgeruimd, omdat ik er niet één goeie duif uit kon kweken”. Eerlijke taal van een liefhebber die heel zijn leven beroepshalve tussen de duiven zat en op eigen hok zijn vakmanschap als fijne melker bewees. Terug naar de stamvorming op eigen hok. In 2018 kroop uit een gekregen eitje van Hans Eijerkamp een doffer, die op het oog en in de hand alles had wat je van een postduif verlangt. Als grootouders het beste wat Eijerkamp door de jaren heen voortbracht of aankocht. We zetten er een door Bram gefokte duivin tegen, met diverse teletekstwinnaars in het voorgeslacht. Prestaties elders behaald, want de vader was een aangeschafte doffer, die bij Bram al heel snel verloren ging. Veel belangrijker: het duifje had steeds pech met partners en nestjes, maar werd wel keurig derde asduif van de kring. In 2019 haalden we er een dochter uit die twee weken op rij de eerste prijs won in overkoepelend verband. Zoiets maakt indruk. Een jaar later gaf het basiskoppel twee nestmaatjes. De doffer was met acht uit acht zeer betrouwbaar, zijn zusje werd derde asduif in de regio. De betrouwbare doffer zetten we vorig jaar tegen een duivin van Bram van 100% Eijerkamp-origine. Belangrijker dan dat: ze won voor ons teletekst! Uit dit koppel (3e generatie dus), haalden we vorig jaar een jonge doffer van de derde ronde, die op het kasthok ongepaard vanaf het schapje negen keer prijs won en 1e asduif werd in de club en in de kring (1e j.d.midfond). Deze “Ernst” zetten we tegen onze beste jonge duivin (“Toos”) van vorig jaar met acht prijzen (dochter “Olympic Frank”) en daaruit viel dit jaar een doffer (vierde ronde), die wederom ongepaard en anoniem vanaf het schapje in de voetsporen van opa lijkt te treden. Dat maakt duivensport extra leuk. Welbewust werken aan stamvorming, selecteren op gemakkelijk prijs vliegen, zonder trucjes, weduwschap of nestspel. Dat geeft heel veel voldoening. Op zoek naar de van nature gezonde duif, met het perfecte, atletische lichaam, het goeie karakter en vroeg op de klep. Volgend jaar hopen we de vijfde generatie te begroeten uit deze lijn. “De goei zijn zeldzaam”, schrijft Roodhooft. ”Ik heb de goeie raad van Nelles van de Pol om uiterst streng te selecteren altijd toegepast”. André Roodhooft is ook heel duidelijk over bijhalen van fris bloed. “Een bijgehaalde duif krijgt slechts één jaar kans op het kweekhok. Als de eerste zes nazaten niet evenwaardig zijn aan de hokgenoten, wordt de aanwinst en alle afstammelingen zonder uitzondering opgeruimd”. Ik denk er precies hetzelfde over. Wij hebben ook prachtige duiven, van edele komaf met voor ons onbetaalbare voorouders, die moeten vrezen voor hun toekomst. Niet goed genoeg! Verhelderend is Roodhooft over de kans van slagen met nieuwe aanwinsten. Roodhooft noteert alles zorgvuldig, net als ik. “Slechts één op twaalf bijgehaalde duiven overleeft de zifting”. Lust je nog peultjes?
Mes
Onze buren John en Miranda zijn verhuisd. Bij het opruimen van zijn schuur vond John een groot, scherp mes. Een relatiegeschenk, dat doelloos en ongebruikt in een hoekje lag. “Jij kunt er vast iets mee, dan heb je nog een aandenken aan ons”, waren de woorden van John bij het overhandigen. Het mes komt regelmatig van pas bij tuinwerkzaamheden. “De liefhebber met het scherpste mes komt het verst in de duivensport”, waren de wijze woorden die wijlen Cees Suijkerbuijk uit Eefde me ooit toevertrouwde. Tegenwoordig woont Marcel Sangers in het huis van Cees. Veel grote namen in de duivensport verhuisden ooit naar hun huidige plek. Op de plek waar Marcel woont, werd altijd al sterk gespeeld. Daar hoefde hij zich geen zorgen over te maken. Ooit ging Adrie Heuvelink pal naast Bertie Camphuis wonen aan de Gaanderij, ook in Eefde. In Zutphen betrok Arjan Moespot de voormalige woning van Marcel. De vlieghokken bleven staan. Ook slim bekeken. Clubvoorzitter Wilfred Pasman van p.v. Zutphen, de vereniging van de Eijerkampen, verhuisde naar Empe, dat door dezelfde rijksweg doorsneden wordt als Voorst en door een spoorweg gescheiden wordt van dorp en gemeente Voorst. Wilfred weet, dat hij op de kortere afstanden tegenover Zutphen geen schijn van kans maakt in Empe. Daar maalt hij niet om, want Wilfred, gesteund door zijn Carolien, heeft zijn hart verpand aan de (grote) fond. Vorig weekend sprak ik hem aan de bar van zijn vereniging. Ze hebben een heel goed jaar achter de rug en Wilfred durft te investeren in hokken (het 24 meter lange hok van Aaldering is aangekocht) en in duiven. Toon Waanders leek de laatste duivenliefhebber van dorp Voorst te worden, maar met de komst van Sando en Johan en het sterke spel op de fond van Wilfred in Empe, de komst van Bob op de Clabanus en onze bijdrage in Gietelo, ontstaat er misschien een nieuw bolwerk aan deze kant van de IJssel!
Mysterie
Duivensport is een mysterie. Hoe is het mogelijk, dat je op twee slotvluchten zes van je beste jonge duiven verspeelt en er helemaal niets van hoort of terugkrijgt? Dan ga je twijfelen en zoeken. Wat ging er mis, of wat deed ik verkeerd? Afgelopen voorjaar bouwde ik een tomatenkasje. Het dak gevormd van doorzichtig plastic, afgedekt met gewolmaniseerde plankjes. Bruingroen tuinhout, verduurzaamd met chemicaliën. Op het kasje zitten vogels en op het plastic vormen zich plasjes van condens, sproeiwater en sporadische regen. De laatste weken werden de duiven aangetrokken, als door een magneet, naar dit kasje. Lebberend met hun snavel zag ik ze over het plastic gaan, drinkend van kleine bruingroene plasjes van vogelpoepsoep getrokken van uitgeloogd wolmanzout. Ik verjoeg ze meerdere malen, maakte het plastic schoon en droog, maar mogelijk was het kwaad reeds geschied. Een jonge duivin stierf om onverklaarbare reden diezelfde week. Ging het hier de laatste twee vluchten mis en verklaart dit de abnormale verliezen? Zekerheid heb je niet, maar ik heb al maatregelen getroffen om een herhaling volgend jaar te voorkomen.
Roording
Vijftien testduifjes kwamen er van Albert en Mannes. Uit de acht kweekkoppels. Wel, nadat de hokken in Eefde voor eigen gebruik gevuld waren. Logisch. In dezelfde periode, dat we de Roordingduifjes kregen, zetten we voor eigen gebruik nog een paar jongen voor onszelf af. Bonnenkopers willen iets te kiezen hebben en dan blijven er automatisch een paar jongen zitten, die ik toevoegde aan de laatst gespeende groep. De Roordingduifjes kwamen op een apart hok. Je ziet dan het verschijnsel, dat jongen die toegevoegd worden aan een iets oudere groep, zich uiteindelijk beter en sneller ontwikkelen. De apart gezette latere jongen zijn van dezelfde leeftijd en hier gaar de ontwikkeling wat trager. Ik probeerde de “Team Roordingduifjes” nog klaar te stomen voor de juniorenvluchten, maar dit mislukte. Het moet onder tijdsdruk wat geforceerd en dan moet je geluk hebben. Dat hadden we niet. Misschien haperde er iets aan de gezondheid en misschien liepen we iets te hard van stapel? Feit is, dat we er al voor aanvang van de vluchten tien kwijt waren. Ook de havik speelde daarbij een rol. De overgebleven duifjes vlogen de natour, maar waren niet onderscheidend. Niet goed genoeg, dus? Dat is een voorbarige conclusie. Ze waren onervaren en pril en dan mag je van vijf duifjes geen wonderen verwachten. Het vertrouwen in de TR-duifjes is zeker nog volop aanwezig. Behalve de vijftien junioren, kwamen er afgelopen winter een doffer en een duivin. Mannes kon ze niet plaatsen op zijn kweekhok, maar vond het zonde om ze weg te doen. We namen ze mee. Met de doffer hadden we in de kweek geen geluk, met de duivin des te meer. Ze komt uit het zgn. “Blitzkoppel” en was de eerste echt goeie nazaat uit dit stamkoppel, vertelde Albert met een twinkeling in zijn ogen. Bij ons fungeerde ze één ronde als voedster voor een ander koppel. De tweede ronde mocht ze met haar late partner zelf groot brengen, net als de derde ronde. Van de derde ronde ging er een jong weg als “bonduif”. De overige drie duifjes hielden we over en deden het met gemiddeld zes prijzen naar wens. Het duivinnetje van de derde ronde, was als getekende duif onze eerste duif en reddende engel vanaf de voor ons verder dramatisch verlopen Nanteuil. Bedankt, Albert en Mannes, voor het vertrouwen en de prettige samenwerking!
Moraal
Een verhaal heeft vaak een moraal. Soms zitten er meerdere boodschappen in een verhaal. Geniaal en gek liggen in de hersens vlak bij elkaar. Ook geluk en pech komen soms hand in hand. Om stand te houden in de duivensport en continuïteit te bevorderen is stamvorming belangrijk. Een goeie prestatieduif moet goed gebouwd zijn. Als jonge duivenspeler heb ik veel vertrouwen in junioren met een goeie basissnelheid, een goed kompas. Het liefst junioren, die ongepaard, vanaf het schapje de motivatie vinden om vroeg op de klep te vallen. Liefst meerdere malen. Staar je niet blind op grote namen en moderassen. Hoe zat het met de vlieglijn aldaar en wat presteren ze bij jou? Om de top te bereiken in de duivensport, helpt het om op de goeie plek te wonen. Ook talent en inzet zijn medebepalend voor succes. Uiteindelijk maakt de echt goeie duif het verschil! Als je zes van je beste junioren op twee weken verspeelt en de verreweg allerbeste keert na de prijzen retour, heb je dan geluk of ongeluk? Gelukkig heeft Moeder Toos het vliegseizoen ’22 in redelijke gezondheid gehaald en hebben we als team vele mooie momenten mogen beleven in goeie harmonie. Het vertrek als teamlid van Bram moeten we samen opvangen. Veel geluk samen met Marga in jullie geliefde Apeldoorn en bedankt voor je inbreng en goeie duiven, Bram! Als corona en Poetin het toelaten, hopen we komende winter tijdens huldigingen met een glimlach aan seizoen 2022 terug te denken. Het was een mooie zomer! (wordt vervolgd)
Teletekst Freek Wagenaar op Morlincourt
U moet het even met deze link naar de website van Steeds Verder doen, later volgt er meer informatie.
https://www.steedsverder.nl/index.php/1848-teletekst-freek-wagenaar-op-morlincourt.html
Voorster Varia (12)
Voorster Varia (12)
Radiostilte
Kort na de eerste prijsvlucht schreef ik mijn laatste verhaaltje. Ik hoor termen als “blog” en “vlog”, maar voor mij zijn het gewoon “hersenspinsels” of “stukkies”. Nu en dan krijg ik opmerkingen, soms zelfs complimenten. Er zijn mensen die mijn verhaaltjes missen en zich zorgen maken. Niet nodig. De behoefte om mijn hart te luchten was er even niet. De focus lag bij de duiven en de wekelijkse vluchten en voor mijn gevoel had ik helemaal geen tijd om uitgebreid achter de laptop te kruipen. In de eigen tuin kan ik mijn energie kwijt, ben vrijwel dagelijks wel even met moeder bezig, doe zo nu en dan wat dingetjes op het bedrijfsterrein bij broer Henk, hou de boel glad rondom het clubgebouw, probeer wekelijks leuke dingen te doen met José en vraag me vaak af, hoe ik ooit tijd had om te werken op school. Onzin natuurlijk, want de dingen die ik nu doe, deed ik in mijn werkzame leven ook. Niks veranderd. Waarschijnlijk doe ik nu alles bewuster, neem er meer de tijd voor en geniet meer van alles wat ik doe. Tijd voor een praatje tussendoor, tijd om rustig de krant te lezen. Je bent pensionado en hoeft niet meer de hele dag op de klok te kijken. En … met de jaren gaat je tempo achteruit! Er was nog een reden om niet te schrijven. Met de duiven gaat het overwegend goed. Daar hoef ik niet vals bescheiden over te doen. Moet ik “hosannaverhalen” gaan schrijven? Daar zit niemand op te wachten! Een krant is ten dode opgeschreven als het een goednieuwsblad wordt. De bladen aan de kiosk worden alleen verkocht als er kommer en kwel te melden is. We willen lezen over bekende Nederlanders die gaan scheiden, die vreemd gaan, die aan de drank of drugs zitten, of ernstig ziek zijn. Ellende scoort! Als trouwe lezer kon U wat dat betreft mijn verhaaltjes wel even missen. Laten we het erop houden, dat ik vanwege vakantie er even tussenuit was.
NoordOost
De GOU is opgedeeld in vier regio’s, waarvan NoordOost er één is. Wij spelen in deze regio. Eijerkamp is de toonaangevende liefhebber in regio ZuidOost. Wekelijks zijn de aankomsten op hun hokken op de voet te volgen, dankzij de moderne media. Ik ben een trouwe volger, ook als ik zelf niet mee heb, zoals bij de oude duiven. Vaak arriveren de duiven in Cortenoever in groepjes en aan de lopende band. Omdat er in Gietelo veel Eijerkampbloed door de aderen van de aanwezige duiven vloeit, ben ik altijd heel benieuwd welke bloedlijnen het mooie weer maken bij Lotte (Oliver) en Hans en Evert Jan (Kees e/o Esther). Eijerkamp is een toonaangevende liefhebber in de GOU, in de nationale competitie en zelfs internationaal. Vaak zijn hun uitslagen verpletterend. Dan wordt in Twello nog gewacht op de eerste duif en kun je op hun site lezen, dat er bij Eijerkamp al veertig thuis zijn. Dat kan imponerend werken, maar ook ontmoedigend. Sommige liefhebbers willen zich meten met Eijerkamp, maar dat is niet realistisch. De ketting bij Eijerkamp kent geen zwakke schakels. Ze beschikken over de beste en duurste duiven, over deskundige full-time verzorgers en de beste medische begeleiding. Niets wordt er aan het toeval over gelaten. Het zijn professionals. Voor een gewone doorsnee liefhebber, die ook nog gewoon moet werken, is het niveau van Eijerkamp niet te benaderen, laat staan te evenaren of overtreffen. Dat is vechten tegen windmolens!
Vlieglijn
Het is een publiek geheim onder duivenliefhebbers, dat de vlieglijn enorm belangrijk is. In “Gouwe IJssel” en daarbuiten was er veel te doen om de vlieglijn die Willem de Bruin en de Verkerken konden beïnvloeden door grote aantallen duiven in te korven. Martin van Zon schreef er meerdere artikelen over. Vaak zijn het landschapselementen, die de vlieglijn bepalen. Duiven volgen rivierdelta’s, mijden verhogingen in het landschap, zeker als ze bebost zijn, omzeilen grote meren en zeeën, enz. Omdat ik elk jaar weer met frisse moed aan een nieuwe generatie junioren begin, dacht ik ooit de duiven een bepaalde vlieglijn te kunnen inpeperen. Dat was in 2009, toen ik na een duifloze periode van acht jaar, herstarter was. Vol goede moed begon ik met africhten ergens in de buurt waar Bob van Zeist zich sinds kort gevestigd heeft. Aan de “Clabanus”, voorbij Klein Amsterdam, ergens tussen Voorst en Loenen. Ik volhardde in mijn missie en loste op campings rondom Hoenderloo, midden tussen de bossen. Daarna Terlet/ Schaarsbergen en eindigde bij Renkum/ Heelsum. Mijn duiven moesten wennen aan de bossen en ik verplichtte ze over de Veluwe te vliegen. Vol verwachting wachtte ik de duiven van de eerste prijsvlucht op, kijkend in zuidwestelijke richting. Toen volgde een leermoment. Eén voor één arriveerden de junioren en stuk voor stuk, zonder uitzondering, uit zuidoostelijke richting. Al het africhten vanaf de Veluwe was gekkenwerk geweest. De duiven kiezen in Gietelo steevast de IJsselvalleiroute! Toen Sando Verbeek vorig jaar in Voorst kwam te wonen, vroeg hij mij om advies. Hij had zelf bedacht om te doen wat ik dik tien jaar geleden al afgeleerd had. Ik wenste hem veel succes. Enkele weken geleden was hij op een zondag op visite in Gietelo. Hij had eieren van legkippen voor mij uitgebroed met de broedmachine. Hij runt aan huis een soort “zorgboerderijtje” en daar horen kuikentjes bij. Moeder Toos had ik opgehaald, want zij geniet van alle jonge dieren. Sando vloog met duiven in Brummen, in Hall en nu in Voorst. Heel interessant, wat zijn ervaringen zijn m.b.t. vlieglijn. Hij kan proefondervindelijk vergelijken. Leerzaam en verhelderend.
Duivenclub
Weinig mensen weten, dat er in dorp Voorst ooit een duivenvereniging was. Dat moet in de jaren vijftig geweest zijn. Toon Waanders uit Voorst was er lid. Ook zijn oudere neef Toon Waanders uit Twello, Cees Hensbergen, Roelof Gijsberts, Gerrit Ilbrink en Gerrit Smit. Laatstgenoemde is afgelopen zomer trouwens overleden. Hij was in 2020 nog een keer te gast als “letter” en daar wijdde ik destijds een “stukkie” aan. Het zakje “Pietstief”, wat hij aanschafte bij “de Troet”, blijft legendarisch. We hadden het over de duivenclub. De Vlaming A. Kik was een belangrijke spil in de club. Zijn café was het inkorfcentrum en in de naastgelegen kruidenierswinkel werden puntzakjes duivenvoer verkocht. Ik herinner me nog de bijna zwarte duivenbonen, die destijds een belangrijke component in het voer waren. Hans Eijerkamp kan zich Kik nog goed herinneren. Van de leden van toen ving ik de naam “Steeds Sneller” op. Eigenlijk kon niemand me duidelijk maken hoe lang de vereniging bestaan had. Eén ding komt steeds naar voren. “In Voorst deden we voor spek en bonen mee. Tegenover Zutphen waren we kansloos. Het was veel gedoe om de duiven in Zutphen te krijgen, waar ze via het spoor vervoerd werden. De lol ging eraf en de club werd opgedoekt”. Ik herinner me Kik nog goed. Hij had overwegend zwarte postduiven op een zolderhok. Hoewel Kik moeilijk te verstaan was, maakte hij als kenner een verpletterende indruk op mij. Als ventje van een jaar of tien maakte ik er een sport van om na het weekend vermoeide postduiven te vangen. Hoe meer ringen ze droegen, hoe interessanter ik het vond. Steevast bracht ik ze bij Kik, die ze keurde en opgaf. Belgen konden het weten. Ik herinner me een duif uit Waddinxveen en één uit Bedum. Als beloning voor het opvangen kreeg ik van de eigenaar soms een puntzakje duivenvoer, via de winkel van Kik.
Aad
Hilferink senior, enkele jaren geleden overleden, speelde samen met zijn zoon Cees aan de Weg naar Voorst in Zutphen. Cees werkte geruime tijd voor Eijerkamp, waar ook Aad (of was het Aart?) hand- en spandiensten verrichtte. De N.C.C. Oost Nederland organiseerde jarenlang aansluitend aan de natour een vlucht vanaf Etampes. De SuperFondClub GOU nam die traditie over. Ik herinner me een Etampes van een jaar of tien geleden. Ik had in Zutphen ingekorfd en verder dan Zutphen was er op die vlieglijn geen animo. Bij het afslaan sprak Aad me aan: “Je kreeg er vier tegelijk. Dat klopt toch?” Ik was stomverbaasd. “Twee minuten later kreeg je er weer twee tegelijk. Die zijn voor Freek, zei ik tegen mijn vrouw Geertje”. Lachend keek hij mij aan. “Jouw duiven komen bij ons over. Via de kassen van rozenkweker van Dalen gaan ze richting Voorsterklei. Vandaag was het gemakkelijk. Alles wat bij ons over kwam, was voor jou.” Aad noemde de tijdstippen en ruim vijf minuten later arriveerden de duiven in Gietelo. Het klopte tot in detail. “Wij zaten niet zo vroeg, want toen onze eerste kwam hadden we er al heel wat over zien komen van jou”. Toen een half uur later de onderlinge uitslag werd uitgedraaid, stond de naam Hilferink boven mijn naam. De afstand van Hilferink is gelijk aan de afstand van de gemiddelde liefhebber in Voorst. Ik kreeg zwart op wit bevestigd, wat ik eigenlijk al jaren wist, met dank aan Aad. Waar zo’n extra vlucht al niet goed voor is! Liefhebbers die de vlieglijn onzin vinden, gingen er speciaal voor verhuizen. Ik zal geen voorbeelden noemen.
Toon
Onlangs moest ik wat medicijnen ophalen bij de huisarts. Aansluitend bezocht ik Toon Waanders, die eind vorig jaar zijn vrouw Dinie verloor. Toon gaat richting de tachtig en heeft zijn hele leven al postduiven. Hij was lid in Voorst, bij “Ons Genoegen” in Zutphen, bij “de Hoven” en bij Steeds Verder” in Twello. Hij weet hoe de hazen lopen en de duiven vliegen. Als jonge knaap kwam ik al bij Toon en Dinie thuis. Reed op mijn Tomos zij aan zij met de Kreidler van Toon richting golfkartonfabriek “Lona”, waar Toon in ploegendienst werkte en ik vakantiewerk deed en voetbalde met hem in één elftal. Voor alle duidelijkheid: Voorst 5 of zoiets. Eén keer verwachtten we op zondagmorgen de duiven van een uitgestelde lossing, waarop we halverwege de wedstrijd “deserteerden” en de duiven voorrang gaven. Hoewel we elkaar uit het oog verloren, kom je elkaar als duivenhouder altijd vroeg of laat weer tegen en blijven de gedeelde herinneringen altijd voortleven in gesprekken, zeker als er sentimenten om de hoek komen kijken. Toon is altijd duivenliefhebber in hart en nieren geweest. Ook nu de jaren gaan tellen en hij Dinie node mist, wil hij toch wat duiven als afleiding. Toon kende magere jaren, maar ook pieken. Hij had ooit een overnachter die op nationaal niveau de aandacht trok. Ook zijn fameuze “10”, als jaarling gekocht van Frank “de Canadees” Feenstra, was op de dagfond schier onklopbaar, zoals hij in diezelfde periode twee broers had, die op de midfond van wanten wisten. Het was in een jaar, ergens eind jaren tachtig, dat de wind vrijwel wekelijks uit het oosten kwam. In dat jaar verbaasde Toon vriend en vijand in Zutphen en kon er eindelijk een liefhebber uit Voorst een vroege prijs spelen en zich mengen in de strijd om de titels. Een eenmalige ervaring, want de kans op een Elfstedentocht is groter dan de kans op zo’n zomer met vrijwel elk weekend oostenwind.
Heden
Van nostalgie en sentiment over naar het heden. Een kleine stap. Het is zaterdagmiddag. Onze duiven staan in Dizy le Gros (322) en Troyes (456) en de vluchten zijn uitgesteld naar de zondag. Het seizoen zit er bijna op. Volgende week nog de extra vlucht vanaf Nanteuil. Appie Jurriëns woont nog geen honderd meter van het oude adres van Hilferink verwijderd. Zal hem volgende week vragen, of hij mijn duiven nog heeft zien overvliegen. Ik voel inmiddels gezonde spanning over de dingen die staan te gebeuren. Waarschijnlijk komen de duiven van Dizy eerst. Afgelopen maandag haalde ik bij de clubgenoten Stefan Jansen en Cor Wenink in totaal zes papjonkies. Die schoof ik ’s avonds in het donker onder bij zes broedende duivinnen. Eigenlijk wilde ik helemaal niet meer met junioren op jonkies spelen, vanwege talrijke teleurstellingen in het verleden. Drie dagen pap azen en dan inkorven met drie nachten mand in het verschiet? Het lijkt goud, maar ik heb ernstige twijfels. Voor Troyes zijn tien duiven ingekorfd. Een weloverwogen keuze. Met één vroege duif ben je spekkoper! Er staat morgen voor ons nog iets op het spel. We hebben een jonge doffer, die op het hoogste niveau nog kansrijk is voor een titel. Ook verdedigen we de eerste plek in het onaangewezen kampioenschap regio NoordOost en staan we, vlak achter Lotte Eijerkamp, tweede in de afdeling. Het is niet helemaal nieuw voor ons en bovendien weten we dat volgende week, op een enkeling na, niemand meer weet wie er kampioen geworden is. Toch is er die spanning. Er komen morgen mensen kijken. Enkele belangstellenden en de vaste supporters. Die wil ik niet teleurstellen. Gelukkig is moeder Toos er ook. Ze brengt geluk. En José is er bij. Zij houdt me in de gaten en zorgt voor de inwendige mens. Dat scheelt een slok op een borrel. Van de zes duivinnen op een papjong, heb ik er uiteindelijk één uitgezocht voor Troyes. Vier zijn er naar Dizy en de zesde, waar ik geen hoge pet van op heb, mag helpen de zes papjongen in leven te houden met het oog op Nanteuil. De eerstgetekende vliegt gewoon op het schapje. Een rustige, atletische doffer met fantastische uitstraling. Zoon van de 1e asduif van 2021, die ook gewoon vanaf het schapje zijn negen prijzen verdiende. Aan moederskant is hij een kleinzoon van “Olympic Frank”. Die wist als junior ook wat kopprijzen winnen was en deed het eveneens ongepaard vanaf het schapje. Resultaten uit het verleden zijn geen garantie voor de dag van morgen. Vorige week miste hij en kwam pal uit het noorden retour. Morgen mag hij zich revancheren! Onze tweede getekende is een duivin, die een dag voor inkorving aanliep met een doffer en dolblij was met haar nieuwe territorium. Ze kwam de laatste weken steeds meer in beeld op de verdere vluchten. De tien Troyesgangers (vier doffers en zes duivinnen) zijn duiven, die zich eerder minimaal één keer vroeg hebben laten zien. Het gaat morgen om die ene vroege duif. Een betrouwbare duif, die altijd in de middenmoot vliegt, telt morgen niet vanaf Troyes. Dizy is morgen het voorprogramma om in de stemming te komen. Er staat niets op het spel, maar een goeie generale geeft wel vertrouwen voor de finale! We hopen op goed weer en eerlijke condities met natuurlijk een vroege duif vanaf Troyes in NoordOost. De lat ligt hoog, net als de verwachtingen, maar vaak valt het op die momenten juist tegen. Gelukkig is het maar een spelletje en is het seizoen 2022 nu al geslaagd, zelfs als het morgen niet loopt zoals gedroomd. Ook zonder kers op de taart is een seizoen met vier regio-overwinningen een unicum voor ons!
Bram
Teamgenoot Bram is er even tussenuit. Even op adem komen in Twente. Hij verkocht zijn riante woning en heeft een appartement betrokken in Apeldoorn. De overdracht was een week geleden, maar aan zijn nieuwe stek moet nog e.e.a. gebeuren. Vandaar zijn min of meer gedwongen vakantie. De duiven worden over enige weken verkocht en daarmee komt een einde aan een tijdperk. Bram kwam een jaar of acht geleden in beeld, toen ik een bonnetje van hem kocht binnen de club. Op dat bonnetje kwamen een stuk of drie duifjes en één daarvan won een eerste prijs. De kennismaking was wederzijds geslaagd en een jaar later kocht ik wederom de bon. Nu verkreeg ik een stuk of vijf jongen en opnieuw was het een leuke ervaring voor beide partijen. In die periode stopte dierenarts Maurits Bosgoed als duivenliefhebber. Maurits was enkele seizoenen lid, leerde snel, was talentvol en had duiven van Bram. Ook voor buurman Max Slinkman, die veel te vroeg stierf, kweekte Bram jonge duiven. Toen zij wegvielen als “testpiloten” kwam ik voor Bram in beeld als opvolger. Dat beviel ons beiden. In 2016 werd een door Bram gekweekt duivinnetje 1e asduif afd. GOU. In de jaren die volgden behaalden de duifjes van Bram meerdere teletekstnoteringen en toen moest het mooiste nog komen. Aan de grootmeestertitel, het afdelingskampioenschap en het nationale kampioenschap in 2020 leverden de testduiven van Bram een wezenlijk aandeel. Kers op de taart was dat jaar “Olympic Frank”, die enkele weken geleden Nederland vertegenwoordigde op de Olympiade in Roemenië. Gefokt door Bram! Morgen hebben we nog enkele rechtstreeksen van Bram in de strijd, alsmede enkele nazaten. Hij zal het met grote belangstelling volgen. Het betekent wel voor ons beiden een einde aan een vruchtbare samenwerking. In veel van Bram’s duiven stroomt Eijerkampbloed. De lijn van “Bartoli” en “Celena” met name. Het matcht goed met onze eigen rechtstreekse Eijerkampduiven. Veel verwachten we ook van de kweekpotentie van “Olympic Frank”. Een dochter was vorig jaar onze beste duivin en een kleinzoon is dit jaar bezig aan een uitzonderlijke serie. Kortom we gaan de duiven en ervaring van Bram missen binnen ons team. Na deze lang uitgevallen versie 12, is het buiten geheel donker geworden. Het verhaaltje opslaan en verzenden aan Albert, de weersvoorspelling op de vlieglijn bekijken en dan mijn mandje opzoeken. Tegen de tijd, dat U dit leest, weten we meer. Dat het vliegseizoen morgen met twee mooie vluchten voor iedereen mag eindigen, met hoop voor de toekomst! (wordt vervolgd)
Archieven
- juni 2025
- mei 2025
- april 2025
- februari 2025
- januari 2025
- november 2024
- oktober 2024
- september 2024
- juli 2024
- maart 2024
- februari 2024
- januari 2024
- december 2023
- november 2023
- oktober 2023
- december 2022
- november 2022
- oktober 2022
- september 2022
- juli 2022
- juni 2022
- mei 2022
- april 2022
- maart 2022
- februari 2022
- januari 2022
- december 2021
- november 2021
- oktober 2021
- september 2021
- augustus 2021
- juli 2021
- juni 2021
- mei 2021
- april 2021
- maart 2021
- januari 2021
- december 2020
- oktober 2020
- september 2020
- augustus 2020
- juli 2020
- juni 2020
- mei 2020
- maart 2020
- september 2019
- augustus 2019
- juli 2019
- juni 2019
- mei 2019
- april 2019
- maart 2019
- oktober 2017
- september 2017
- augustus 2017
- juli 2017
- juni 2017
- mei 2017
- april 2017
- februari 2017
- januari 2017
- december 2016
- november 2016
- oktober 2016
- september 2016
- augustus 2016
- juli 2016
- juni 2016
- mei 2016
- april 2016
- november 2015
- juli 2015
- mei 2015
- oktober 2014
- augustus 2014
- juli 2014
- juni 2014
- september 2013
- augustus 2013
- juli 2013
- juni 2013
- mei 2013
- april 2013
- februari 2013
- januari 2013
- oktober 2012
- september 2012
- augustus 2012
- juli 2012
- juni 2012
- april 2012
- maart 2012