Monthly Archives: januari 2024

Op hoop van zegen (2)

Op hoop van zegen (2)

Gezondheid

De voorbije week werd ik misschien wel ten overvloede herinnerd aan het feit, dat gezondheid boven alles gaat. Eerst was er de schok over een aanstaande euthanasie van een bekende, voor wie het leven een ondraaglijk lijden is door aanhoudende psychische problemen. Een dag later hoorde ik het trieste relaas van een jong stel met een grote kinderwens. De wens was in vervulling gegaan met een te vroeg geboren tweeling. Na spannende dagen was er het goede nieuws, dat de meisjes het gaan redden. Hoera! De vlag kan uit. Maar … wel halfstok. De jonge vader sterft in het bijzijn van de moeder in het ziekenhuis. Niet te geloven. Ik hoorde het verhaal bij de kapster, die als een berg opziet tegen de begrafenis. Ze zijn goeie kennissen/ vrienden. Ik was bij de kapster, samen met moeder Toos. Bij haar zou er een permanentje gezet worden en ik besloot tussentijds een bezoekje te brengen aan een oud-collega. Sebas werd twee jaar geleden getroffen door ALS. Een ongeneeslijke, progressieve spierziekte. Hij was nog geen veertig jaar. Sebas was in zijn Isendoornjaren een geweldige collega. Eén en al dynamiek en daadkracht. In zijn vrije tijd vrijwillig brandweerman met grote ambitie. Duikploeg, hoogwerker, chauffeur, lerend voor commandant en elk moment van de dag op scherp om uit te rukken. Hij was stoer en mannelijk. Adrenaline zijn benzine. Ooit had hij iets gedaan voor een leerling. Die leerling wist zijn naam niet. “Lang, donker, met snor, hoe ziet ie er uit?” Het antwoord van de leerling was voor mij klip en klaar.  “Hij lijkt op een Rus”. Meteen was duidelijk, dat het Sebas betrof. Mannelijke kaaklijn, levenslustige, strijdvaardige blik in de ogen, knappe jongen. Op zekere dag solliciteerde hij als chauffeur op de ambulance. Hij werd aangenomen en dat was een aderlating voor de school. Een handige, veelzijdige collega en echte aanpakker, die ga je missen. Toen ik bij Sebas aanbelde, stond er een bus op de oprit. Volledig aangepast aan zijn spierziekte. Alles in huis was aangepast. Het leven voor vrouw en kinderen gaat gewoon door en vader is thuis. Armen en handen kon hij niet meer gebruiken. Drinken staat op tafel met een rietje. “Kom erin, pak je wat te drinken en ga zitten”. Nog altijd direct en zonder omwegen. “Leuk, dat je er bent. Mijn rolstoel staat al klaar voor de volgende onvermijdelijke stap.  Heb veel pijn in mijn benen en dat is geen goed teken”. Hij vertelt, dat hij zijn bus nog gebruikt om dingen weg te brengen naar het ziekenhuis in Apeldoorn. Een soort koerier. Ondanks zijn eigen sores, blijft hij zich nuttig maken. Sebas maakt het me niet moeilijk en draait er niet omheen. “Ze hebben me gevraagd voor landelijke spotjes op radio en t.v. Voor mij leuke afleiding en ik draag bij aan een oplossing in de zoektocht naar oorzaak, preventie en genezing”. Het is moeilijk om de juiste woorden te vinden. “Je hebt intensief geleefd en de dingen gedaan, die je het liefst deed en kreeg veel waardering. Ik vond je een geweldige collega!” Ik voel me machteloos. Met gemengde gevoelens stap ik even later in de Caddy, om moeder op te halen. Na het nodige gezeul, zit ze in de auto. Van de kapster hoorde ik, dat ze steeds in slaap viel. Onderweg vraagt ze zich af, wat ze in het ziekenhuis gedaan hebben. “Waar woon ik eigenlijk?” vraagt ze meerdere malen. “In je eigen, fijne huisje”, stel ik haar gerust ……

Gezondheid (2)

Iemand maakt me er per mail op attent, dat ik wel heel vaak refereer aan Willem de Bruin. Dat kan ik niet ontkennen. Waar het hart van vol is, loopt de blog van over blijkbaar. Iedereen zoekt zijn/ haar helden. Vooral als je jong bent. Dan zijn het sportsterren, pophelden, influencers, of goeroe’s. Een nuchtere, oudere duivensporter is onder de indruk van een duivensporter, die voor hem weer een voorbeeld is. Zoiets zal het zijn. Willem is slim, goed onderlegd, heeft een helder verhaal, speelt bovenaards goed met jonge duiven (en meestal ook met oude duiven) en doet het op alle fronten goed. Een rolmodel. Ik moest aan Willem denken, toen een herstarter me benaderde voor duiven. Het was in een week, dat nog iemand jonge duiven wilde kopen. Ik schrik daar altijd van. In het voorjaar ben ik bezig met de kweek elders, met de bedoeling ons eigen vlieghok optimaal te bevolken. Ik ben daarbij afhankelijk van derden. Tot voor kort kwamen er ook elk jaar “testduiven” van andere hokken. Dan was er minder druk op het eigen kweekhok. Nu moeten we het helemaal zelf doen en ik sta daarbij aan de zijlijn. Gaat het allemaal lukken? Vervolgens heb je de verplichtingen aan “bonnenkopers”. Kopers willen steevast  met de aangekochte junioren spelen. Dat raad ik zelf aan, omdat je dan meteen weet wat voor vlees je in de kuip hebt. De voor mij onbekende, twijfelende herstarter uit het Noorden, vertelde over zijn allergie. Ik dacht meteen aan mijn eigen martelgang in het verre verleden. Duiven kopen, terwijl je weet dat je ooit moest stoppen vanwege allergie. Dat is niet slim. Als bouwvakker zou hij moeten weten, dat je geen huis bouwt zonder fundering. Enkele dagen later mailde hij, dat hij een overdrukhelm besteld had voor zijn centen. Ik was opgelucht. Zou hij Willem’s column van afgelopen week in “De Duif” lezen, dan weet hij dat gezondheid boven alles gaat. Ook het trieste verhaal van Steven van Breemen, die gestopt is met duiven op eigen erf (longproblemen t.g.v. allergie), had ik hem gemaild.  Sedert 1982 ben ik ernstig allergisch voor een eiwit in duivenstof c.q. duivenmest. Op dwingend advies van de longarts zou ik nooit geen postduiven meer mogen houden. De lokroep was echter te groot. Na allerhande stofmaskers en vijf overdrukhelmen verder, kocht ik afgelopen jaar de modernste (groene) Kite. Enkele dagen geleden belde ik John (de leverancier wordt na tientallen jaren een goeie bekende) om tien P3-filters op te sturen voor het naderende seizoen. Hij belde me netjes terug. “Ik kon je telefoontje niet persoonlijk beantwoorden, stapte net in de taxi vanwege nierspoeling in het ziekenhuis, maar de bestelling maken we in orde”. Ik schrik. Terwijl ik deze woorden type gaat de ouderwetse klingelbel en zie ik de bus van PostNL. De filters. Veel meer schrok ik van de woorden van de leverancier. ”Van de ene op de andere dag gaven mijn nieren het op, t.g.v. extreem hoge bloeddruk”. Dan ben je een veertiger en heb je een groot probleem. John is nuchter: “Jij moet al meer dan veertig jaar filteren om je longen te beschermen. Ik moet nu drie keer per week aan de machine om mijn bloed te filteren”. Ik denk onwillekeurig aan Sebas. Viel er voor hem ook maar iets te filteren, behalve koffie. Elk jaar ben ik weer dankbaar, dat ik er weer een jaartje met duiven aan vast kan plakken. De reacties van anderen laten me volledig koud. Ben er aan gewend geraakt om als “Willempie” of “Lullo” rond te lopen. Ook op de komende Olympiade gaat, zonder bromfiets, de helm op. Gezondheid is ons grootste goed!

Toon

Ooit hadden we in dorp Voorst een soort vriendengroep van duivenliefhebbers met een lief en leed bijdrage in voorkomende gevallen.  Toon maakte daar deel van uit, net als Cees, Arend, Adriaan, Gerard, Oene, Teun, Arie, Albert, Gerrit en ondergetekende. Ook spraken we samen af met de dierenarts, bij verplichte entingen e.d. Velen zijn niet meer onder ons en anderen zijn vanwege leeftijd gestopt met de sport. Toon was op een gegeven moment nog de enig overgebleven actieve duivensporter in het dorp. Op zeker moment hoorde ik bij de slager, dat Dinie van Toon zou zijn overleden. Ik schrok. Kort daarop hoorde ik, dat niet Dinie, maar Minie van Toon was overleden. Verwarrend, want ze wonen ook nog eens schuin tegenover elkaar. Toon van Marinus, heeft ook een neef met dezelfde naam. Vrijwel zijn hele leven postduivenhouder en ooit samen lid  van “Steeds Verder”. Dat zie je in meer dorpen. Meerdere dezelfde familienamen duiken veelvuldig op en zorgen voor “bijnamen”.  In mijn klas op de lagere school zaten twee neven met dezelfde naam. Gerrit Saarloos kende men als “Gait van Piet” en “Gait van Jan”. Dat verschafte duidelijkheid en voorkwam verwarring.  Heel sterk, dat twee echtgenotes, die schuin tegenover elkaar wonen, enkele dagen na elkaar sterven. Gelijke achternamen, partners met dezelfde voornaam, en zelf voornamen met dezelfde klank, die maar één letter verschillen. Met Toon van Marinus had ik in mijn jonge jaren veelvuldig contact. We hadden beiden postduiven, voetbalden in hetzelfde elftal, werkten ooit samen bij dezelfde papierfabriek, al was dat voor mij vakantiewerk. Dat schept een band. Ooit voetbalden we op een zondagochtend in Voorst 4. De duiven waren gelost en in de tweede helft liepen we samen van het veld, omdat de duiven aanstonds zouden arriveren. Daar kunnen we samen nog om lachen, al vonden onze teamgenoten het destijds minder leuk.  Nu Toon als tachtiger het alleen moet rooien, zonder zijn Dinie, wip ik incidenteel bij hem binnen. Praten over het dagelijks leven van een man alleen, ouwehoeren over vroeger en natuurlijk over de duiven. “Ik weet nog, dat er vroeger bij de kerk een hok was, waar de politie dorpsgenoten vastzette. Het schoolplein sloot aan op dit hok en wij als kinderen keken dan wie er opgesloten was.” Ik zat op dezelfde school, maar maakte het niet mee.  Ben bijna tien jaar jonger. Zat in de jaren vijftig op de lagere school. Toon maakte de na-oorlogse jaren veertig mee. Zoiets zou nu niet meer kunnen, alleen al vanwege de privacy. De situatie waar Toon in verkeert, zette me aan om clubgenoot Went te bezoeken. Zijn echtgenote Adrie overleed in december en Went zit als eenzame overblijver in hetzelfde schuitje. Een bezoekje thuis, is vaak minstens zo waardevol als een condoleance bij alle drukte en verdriet, kort na het overlijden. De weken erna komt de klap en de grote stilte. Dan kan een warme hand of arm om de schouder misschien wat troost bieden.

Verzetje

In de stille wintermaanden is er tijd voor een verzetje. Na een klusjaar even wat anders. Als pensionado heb je de tijd om leuke dingen te doen. Gisterenavond bezochten we een film over Indië, het tegenwoordige Indonesië. Vanwege het verblijf van vader Ernst tussen ’46  en ’50 als dienstplichtige in dat land, ben ik in het onderwerp geïnteresseerd.  De naam “politionele acties” dekte de lading niet.  De “speciale militaire operatie” van Poetin in Oekraïne is wat dat betreft oude wijn in nieuwe vaten. Het eerste wat sneuvelt in een oorlog is de waarheid. Die zin bleef me bij. Stiekem had ik gehoopt beelden te zien van de Scammell bergingstruc van vader Ernst. Het bord “Klein Duimpje”, wat zijn maten geplaatst hadden voor de radiateur, zou ik makkelijk herkennen. Helaas nauwelijks beelden van de 120.000 militairen, die er onder valse voorwendselen heen gestuurd werden. Geen troepenschip s.s. “Waterman” of “Boissevain”, geen gesprekken met manschappen, K.N.I.L. militairen of Ambonezen, maar hoofdzakelijk historici die bijna 75 jaar na dato tekst en uitleg geven. Weinig nieuws onder de zon. José viel bijna in slaap en raakte het spoor bijster. In de filmzaal ongeveer tien bezoekers. Deze film blijft me niet bij. Jammer. Morgen gaan we met vrienden naar Groningen. Kort na de dood van David Bowie bezochten we het Noordermuseum ter plaatse en José vond het indrukwekkend. Nu hebben ze “the Stones” als onderwerp. Ben geen echte Stones-fan, maar zo’n dagje Groningen met z’n vieren zie ik helemaal zitten. Vrijdagavond met broer Henk naar een tribute-band van “Pink Floyd” in de Deventer schouwburg. Verjaardagscadeautje van de dochters van Henk voor onze gezamenlijke verjaardag van 30 december. “Pink Floyd” was hot in mijn jonge jaren. Het idee is leuk. Nostalgie. Bij bassist Roger Waters heb ik enige reserve en echte fan van de band was ik nooit, maar ik onderga het lekker. Avondje uit met Henk is goed voor de broederband. Zie hem een leuk leven hebben, hoor ik U denken. Zal ook wel op Faceboek zitten. Eigenlijk vinden we het helemaal niet leuk als de agenda overvol is. Soms gebeuren dingen, dan overkomt het je. Beetje “cultuursnuiven” is niet verkeerd. Duiven zijn voor mij heilig, maar er zijn meer leuke dingen in het leven! Zus Erna zegt het regelmatig: “Spaar momenten, geen centen!”

Toekomst

De komende drie maanden zijn op de kweekhokken erg belangrijk. In deze tijd laat ik mijn blik glijden over de kweekkoppels. Ik kan ze inmiddels dromen. Ook blader ik in de map met stamkaarten. Dan loopt het water bijna uit de mond. Bedenk wel, dat je duiven belangrijker zijn dan de pedigrees. Sommige duiven van adellijke  komaf, hebben “het“ niet. Daar kom je proefondervindelijk achter. Onze “Brave” van ’20  heeft nu drie seizoenen gekweekt. Zelf was hij 7e asduif kring en zijn nestzus 3e asduif regio. Dat is een goed vertrekpunt. Als jaarling gaf hij meteen “Ernst”, die 1e asduif van club en kring werd met 9 prijzen. Een rustige doffer, net als zijn vader. Naar de vrouwtjes keek hij niet. Zelfs koeren liet hij achterwege. Toch overtroefde hij alle paarlustige doffertjes en hitsige duivinnen. Dat zie ik graag. Op zijn beurt gaf hij als jaarling “Cor van Gogh”. Een witte raaf. Ook 1e asduif en met een coëfficiënt van 1,8 in 2022, overtroeft hij de beste Nederlandse duif bij de junioren in Olympiadejaar 2023. Daar heb je niks aan, maar dat 2022 geen Olympiadejaar voor de junioren was, besefte hij niet.  Onze beste junior in 2023 en 1e asduif kring, komt wederom uit “Brave”. Zoals nummer twee en drie weer uit kleinzoon “Cor” komen. We hebben hem omgekoppeld en hopen, dat hij ook met zijn nieuwe partner goeien geeft. Dat weet je nooit zeker. De afgelopen winter was hij niet helemaal fit. Hij treurde wat en was wat licht van gewicht. Gelukkig herstelde hij, maar zoiets kan doorwerken in zijn kweekprestaties komend jaar. We wachten het af. Er zijn duiven met stamkaarten, die je in de brandkast bewaard. Met onbetaalbare duiven in het voorgeslacht. Ondanks een afstamming van hier tot Tokio, kan het zomaar gebeuren dat zo’n duif “het” niet heeft. Dan kun je omkoppelen en mieren  en martelen, maar er komt niets goeds uit. Wat ik ermee zeggen wil? Zoek naar duiven met kweekwaarde en wees daar zuinig op. Verkoop, als je commercieel denkt, duiven met de dure stamkaart, die in de mode is, maar die het niet waar maakt. Gewoon verwijderen mag ook, dan bespaar je anderen teleurstelling. De duiven, die aan het eind van het seizoen bovenaan staan, die verdienen een kans. Als ze “het” hebben, kom je ermee vooruit. Dan pas verdiep ik me in de stamkaart. Eerder niet. Met een hok vol “papieren tijgers” ga je de bietenbrug op en zul je de oorlog niet winnen! Ik praat nu als jonge duivenspeler. Denk je fondgericht en speel je met oude duiven, dan moet je minder rigoureus zijn. Dan gelden andere regels, maar bedenk: wat goed is komt snel en geduld is goed, zo lang het niet te lang duurt! De liefhebber met het scherpste mes komt het verst. Een gevleugelde uitspraak van de Suijkerbuijken, waar ik vaak aan denk. Heb je duiven om commercieel aan de weg te timmeren, dan moet je alles wat uit de “Wereldberoemde Papieren Tijger” komt aanhouden. Ga je tevens sportief voor het allerhoogste, dan moet je mijn laatste advies in de wind slaan. Of maak ik het nu te ingewikkeld?  (wordt vervolgd)

Op hoop van zegen (1)

Op hoop van zegen (1)

Allereerst een voorspoedig en bevlogen 2024 toegewenst, in goede gezondheid, vooral dat laatste voor alle volgers!  Dat klinkt afgezaagd als een cliché, maar is welgemeend.

Origineel

De naam “Op hoop van zegen” als titel voor 2024  schoot me spontaan te binnen. Het boek van Herman Heijermans uit 1900. Over het niet zeewaardige vissersschip “de Hoop”. Het verhaalt over een standenmaatschappij waarin arme vissers een speelbal zijn van rijke reders. Waarin mensenlevens opgeofferd worden voor de verzekeringscenten. Anno 2023 heel herkenbaar. Voor sommige wereldleiders zijn mensen vliegen, die in de gehaktmolen van een bloedig front als kanonnenvoer opgeofferd worden. Duivensport is hoop en in België besprenkelt hier en daar een dorpspastoor de duifjes en spreekt zijn zegen uit. Onschuldige folklore in mijn ogen. Het verschil tussen zegen en zege is maar één letter.

Frozen Planet

Al vier avonden op rij geniet ik van de schitterende documentaire van de BBC, die door de EO wordt uitgezonden. Over smeltende ijskappen, instortende gletsjers ten gevolge van opwarming van de aarde en alles wat daarmee samenhangt. De reflectie van de zon op oneindige witte ijs-  en sneeuwmassa’s aan de polen en de absorptie van warmte als de zon op gesmolten, zwarte watermassa’s schijnt. Dat zorgt voor een enorme versnelling van het onafwendbaar lijkende proces.  We maken ons zorgen over de toekomst van de duivensport, maar vergeleken bij de gevolgen van klimaatverandering op aarde, is het peanuts. In de eerste drie uitzendingen genoot ik van onwaarschijnlijk mooie opnames. Van de jacht van intelligente orca’s op zeehonden. Hoe ze kijkend boven water de situatie inschatten. De zeehond waant zich veilig op een ijsschots, maar dan zwemmen drie orca’s in formatie onder de ijsschots door en rammen met hun enorme staarten gelijktijdig onder tegen de ijsschots, waardoor deze breekt en de zeehond in het water stort en een prooi wordt voor de zwartwitte zeerovers.  Slimme dieren! Ook ongelooflijk mooie beelden van een roedel van 25 wolven, die een enorme Amerikaanse bizon isoleren, uitputten en na urenlang eendrachtig jagen, geleid door het alfa-vrouwtje, samen de prooi verscheuren. Een diepe buiging voor de cineasten en cameramensen, die ons met drones en moderne technieken zulke schitterende bewegende beelden voortoveren. Onder de sneeuw, onder het ijs, op grote diepte, op gevaarlijke ijsschotsen, op bergtoppen. Van dichtbij zie je de oerkracht van vechtende ijsberen, de prachtige Siberische tijger, de 30 meter lange, imposante blauwe vinvis. Dat is puur genieten van schoonheid, die ons voorstellingsvermogen te boven gaat. Ook de jacht van een poolvos op lemmingen onder de sneeuw is me bijgebleven. Helaas ook bibberende pinguins, die in hun element zijn op ijsvlaktes, maar ten dode opgeschreven zijn in regen en blubber ten gevolge van klimaatverandering. Zijn mensen en dieren in staat om zich tijdig aan te passen aan de grote veranderingen, die zich overduidelijk aankondigen? Of gaat er deze eeuw een ramp plaats vinden, die ons voorstellingsvermogen te boven gaat?

Verkoop

Een bonnenverkoop om de begroting rond te krijgen is bij veel postduivenhoudersverenigingen geen luxe, maar noodzaak. Bij “Steeds Verder” is het niet anders. Op “Duiven.net” liep op vrijdagavond de veiling van 24 bonnen af en in ons eigen clubgebouw werd zaterdagmiddag de slotverkoop gehouden. Onze 34-jarige voorzitter Sven van Brummen opperde het idee om het zo te doen en vroeg me hem te assisteren als veilingmeester.  We begonnen met een moment van stilte, vanwege het recente overlijden van een dierbare partner en een geliefde broer van twee clubgenoten. Respect betuigen, denken aan de overledenen en aan de nabestaanden. Het hoort bij het leven.
Met uitzondering van een bon van de familie Eijerkamp, hadden we bonnen van overwegend lokale helden, liefhebbers uit de omgeving, aangevuld met wat relaties uit den lande van enkele clubgenoten. Met een gemiddelde van ruim  tachtig euro per bon was iedereen tevreden. Zeker de penningmeester. Er was een kwinkslag, een geintje en de sfeer was gemoedelijk. Ik herinner me de jaren met een tentoonstelling, forum, een verloting en een afgeladen clubhuis, maar die tijd is geweest. Na afloop praatten we nog even na met wat clubgenoten. We hadden het over clubs met amper twintig leden en met vele tientallen bonnen. Met van anderen overgenomen teksten, die soms volledig achterhaald zijn. “Knippen en plakken”, het betere jatwerk, maar daarmee doe je de betrokken liefhebber geen eer aan. Daar moeten we geen voorbeeld aan nemen. Die maken de markt kapot en halen de animo weg bij de toch al overvraagde schenkers. Een slotverkoop heeft in financieel opzicht niet heel veel meerwaarde.  Toch is het leuk om elkaar aan het begin van het jaar even de hand te schudden, wat te ouwehoeren en het is goed om de kachel even te laten branden. Vond het een gezellige middag voor het goede doel en Sven deed het uitstekend. Alle beetjes helpen en oliebollen verkopen als alternatief is ook niet alles.

Raymond

Soms koop je een bonnetje in een opwelling. Vroeger kocht ik jaarlijks bonnen. Meestal was het een miskleun, maar ik herinner me ook “succesbonnen”. Met bonnen van Henk Gerritsen, Piet Steenbergen, Jan de Visser, Bertie Camphuis en Jan Suijkerbuijk was het (goed) raak. De betreffende duif kan ik me na tientallen jaren nog goed voor de geest halen. Er ontstonden soms vriendschappen door de aankoop van een bon en je deed er mensenkennis mee op. Tegenwoordig ben ik terughoudend. Je moet overal heen kleppen, krijgt te maken met verschillende ringnummers en bent al druk genoeg met het verzilveren van door jezelf geschonken bonnen. Ook het samenvoegen van duiven uit verschillende milieus verloopt niet altijd vlekkeloos. Gisteren kocht ik echter in een opwelling een bon. Het was de bon van Raymond Ramaker. Een herstarter. Raymond was in zijn jonge jaren een talentvol jeugdlid. Met zijn lange golvende haren was hij een opvallende verschijning.  In die tijd was Fiona, de dochter van Martin & Joke Geven, ook jeugdlid.   Raymond deed het als jongeling opvallend goed en mocht regelmatig het podium beklimmen. “Je toekomstige schoonzoon, Martin”, zei ik gekscherend, kijkend richting Fiona. Zo werkt het echter niet in de liefde!  Door omstandigheden verliet Raymond de sport. Hij trouwde, kreeg kinderen, startte een eigen bouwbedrijf en …. begon weer met postduiven. Oude liefde roest niet! Vorig jaar kocht hij een bon van ons en zocht hij ons op. We waren een kwart eeuw verder inmiddels. De wapperende haren van weleer waren verdwenen, maar de spontane, gedreven jongeling van toen herkende ik meteen terug. Zo’n jongen wil ik wel op weg helpen en Sander, destijds ook jeugdlid, was het er meteen mee eens. De bon gisteren, was geregeld door een clubgenoot, maar toen hij niet naar waarde geschat werd in mijn ogen, deed ik zelf een bod. Vanochtend bracht ik de schenker op de hoogte. “Als het een doffer is, noemen we hem Raymond.” Heb er wel vertrouwen in, al moet je er geluk mee hebben. Aan Raymond zal het niet liggen.

Marinus

Onlangs kreeg ik Marinus op bezoek. Ook een enthousiaste starter. Midden zestig, de leeftijd van teamgenoot Marinus.  Een echte Achterhoeker. Ik geloof, dat ik hem al eens eerder ten tonele voerde. Geboren op een kleine boerderij annex café. Zag je vroeger vaker. Marinus had als kind al duiven, raakte zelf besmet met paratyphus, mocht geen duiven meer houden en leerde voor onderwijzer. Die opleiding voltooide hij niet en hij kwam terecht in de horeca. Begon een dans-café en verzeilde zo in Zutphen. Zijn gezondheid is nog steeds een zwakke plek. Met de nodige zelfspot verhaalt hij over zijn wonderlijke leven. “Ik ben heel druk, tegenwoordig hebben ze er mooie aanduidingen voor, beginnend met a.d. Daar heb ik in mijn leven wel last van gehad”. Marinus is net Dik Trom. Een bijzonder kind. Mijn vader zaliger zou zeggen: “He lult oe de gaten in de sokken”. Dat kan vermoeiend zijn. Van José hoor ik weleens, dat ik bij vlagen ook druk kan zijn. Twee druktemakers bij elkaar, dan beginnen de oren te toeten. Marinus is geen kwaaie. Hij bedoelt het goed en is helemaal gek van zijn duifjes. Een trouwe fan van mijn stukjes bovendien. Niet doorsnee en met humor. Via één van mijn compagnons kreeg hij een paar duiven. Marinus is gek van rood, schimmel en zwart. Kenmerk van de ware liefhebber. Bij ons duidt een mooi kleurtje meestal op voedsterstatus, maar dat ter zijde. Hij bracht José een luxe chocoladeverrassing en een heel staatslot, want hij wilde iets terug doen. Helaas gaat de beloofde nieuwe auto voor hem niet door, want het werd geen jackpot. Gewoon noppes. De geste was leuk, Marinus en knap hoe je als beginner als derde eindigde met de jonge duiven, achter Albert Roording en Appie Jurriëns. “Gunstige ligging in Eefde”, grapte hij met zelfspot. “Ik moet nog heel veel leren”. Ik denk, dat zijn duiven voelen, dat de baas helemaal bezeten is van zijn “kinderen”.

Eitjes

Bij onze kweekduiven zijn de meeste eitjes gelegd dit weekend. Net op tijd, want het gaat de komende nachten matig vriezen. Ook bij de voedsters regent het eieren. Dat verloopt naar wens. “Waar gaan dit jaar de goeien uit vallen?” Dat is niet te voorspellen!  Hoop doet leven. Het ene jaar is het andere niet. We hadden in ’22 een koppel, dat vier jongen gaf. Alle vier voldeden ze. Dat koppel zetten we afgelopen jaar weer samen en alle ogen waren gericht op “Kwatta”.  Het resultaat?  Zeven jongen en zeven keer de “Mispoes”. Met Arnold Paalman had ik het erover. “Dat maak ik vaak mee. Het ene jaar kweekt een duif fantastisch en een jaar later is het helemaal niks”, aldus de succescoach uit Laren.  Zekerheid is er nooit. We proberen ons kwantum te kweken uit zoveel mogelijk de beste duiven. Soms geven we een veelbelovend laatje of een nieuwe aanschaf een kans, maar dan moeten we er een heel goed gevoel bij hebben. Het is als bij een verloting. Elk lot heeft kans. Bij de ene verloting valt er misschien één prijs op honderd loten. Bij een andere verloting heb je een kans van één op tien en zit de jackpot in het spel. Die zoeken we. We kweken het liefst uit duiven, die zelf bewezen hebben postduif te zijn. Duiven die veel geld gekost hebben en voorzien zijn van een luxe stamkaart zijn gevaarlijk, als ze niet heel snel bewijs van kwaliteit leveren en renderen. Neem je verlies en ga verder met duiven, die niet bij de eerste de beste tegenslag weg blijven of steevast te laat komen. Anders hou je jezelf voor de gek en zak je steeds verder weg in het moeras van de teleurstelling. De duiven, die het bij ons laten zien, daar gaan we mee verder. Die passen bij onze doenwijze, onze manier van voeren, trainen, verzorgen en bij de omstandigheden in onze afdeling.  Duivensport kan heel ingewikkeld zijn, maar in de basis is het heel simpel. Betrouwbare duiven met een natuurlijke gezondheid, die het vaakst bij de eersten thuis zijn, daar kom je mee verder. Als dan ook de kinderen van die duiven het meeste succes brengen, dan ben je op de goede weg. Dan wordt het ook steeds lastiger om andere duiven in te brengen, die hetzelfde brengen. Het gras bij de buren lijkt altijd groener, maar laat je niet van de wijs brengen. Schijn bedriegt. Wat duiven bij anderen presteren, dat is prima. Het gaat erom, wat ze bij jou presteren!

Zoektocht

Het zoeken naar de ultieme duif, is voor sommigen een hobby binnen de hobby. Dat herken ik bij mezelf. Duiven voor anderen testen is eigenlijk ook een zoektocht naar nog beter. Door duiven te testen van naam en faam, kun je vergelijken. Dat was erg leerzaam en soms ontnuchterend. Soms spelen commerciële motieven bij die zoektocht een voorname rol. Dat aspect boeide me nooit. Het ging puur om de zoektocht naar de ultieme duif! Voorop lopen bij nieuwe trends, weten wat de markt vraagt en precies die duiven op het hok hebben, die op dat moment het meeste opbrengen, daar stond ik nooit bij stil.  Ik vind het knap, hoe sommigen van hun hobby hun beroep kunnen maken en goed kunnen leven van de duiven. Zeker als ze echt keihard spelen. Mensen die er kritiek op hebben zijn niet zelden jaloers. Zelf heb ik dat niet in me. Voor mij zijn de duiven een hobby. Misschien is passie een beter woord. Zakelijk gezien ben ik als liefhebber een sukkel. Vaak zie je, dat liefhebbers die steeds als eerste kopen wat in de mode komt, zich te veel laten leiden door het financiële aspect. Dat is ook gevaarlijk. Financieel gaat het je voor de wind, maar sportief ga je de bietenbrug op. Door mijn allergie, door het feit, dat ik niet met oude duiven speel, weet ik dat ik als een buitenbeentje wordt gezien, die nooit een volwaardige status als postduivenhouder zal bereiken. Dat vind ik niet erg. Laat me lekker de liefhebber zijn, die binnen zijn mogelijkheden en beperkingen, geniet van elk jaar dat hij met duiven kan spelen, met zijn “Willempie” helmpje op. Gewoon als team, zonder opgelegde druk van buitenaf en zonder commercie.  Dromen van topduiven en mooie uitslagen. Dat is voor mij duivensport. “De rest is larie”, zou Willem zeggen en de meer dan anderhalf miljoen euro voor 77 onbevlogen zomerjongen rond kerst mooi meegenomen. Duivensport was voor hem altijd een passie en het commerciële succes eerder een min of meer toevallige bijvangst, dan een doel. Goed voor de uitstraling van de duivensport naar de buitenwereld. En voor de gewone liefhebber? Vroeger dacht men, dat profs en geld de voetballerij zouden nekken. Het tegendeel is waar. In vrijwel alle sporten speelt het grote geld  tegenwoordig een rol, dus ook in de duivensport. Daar gaat de sport echt niet aan kapot. Een eenvoudige duivenliefhebber hoeft geen duizenden euro’s in onbevlogen duiven te investeren om succesvol te zijn! Voor een paar tientjes scoor je op een clubveiling soms een betere, weet ik uit eigen ervaring.  Goeien moeten je gegund worden! (wordt vervolgd)