Monthly Archives: oktober 2024

Op hoop van zegen (18)

Op hoop van zegen (18)

Stamduiven

Het is somber buiten, José gaat aanstonds naar de bootcamp en de klok is een uur teruggezet. Een mooi moment voor nummer achttien. In deze bijdrage wil ik het hebben over stamduiven. In mijn jonge jaren maakte Karel Meulemans furore met een fameus stamkoppel. “Oude VandenBosch” x “Janssenduivin”. Karel Meulemans schafte in 1961 vijf duiven aan bij diamantslijper Jos VandenBosch uit Berlaar. De doffer van het stamkoppel was een donkergeschepte witpen, die gefokt was uit een “chocoladebruine”. Deze bijzondere kleurslag wordt ook wel sierduivenrood genoemd en heeft niets te maken met de postduivenrode kleur, die we allemaal kennen. De duivin van het stamkoppel kwam van Adriaan Wouters, de toenmalige compagnon van Karel Meulemans. Adriaan Wouters was een topspeler en grote concurrent van de befaamde gebroeders Janssen van Arendonk. Hij noemde zijn ingebrachte duivin “Janssenduivin”. De origine van de duivin van het stamkoppel bleef altijd in nevelen gehuld. Feit is, dat er geweldige jongen kwamen uit het basiskoppel. De gehamerde (genopte) “Kadet” was nationale asduif en de “Merckx” won zes eersten als jaarling. Uit het basiskoppel kwamen nooit chocoladebruine duiven. De “Janssenduivin” had  het gen niet en het moet voor die kleur van twee kanten komen. In de jaren zeventig waren de Meulemansduiven erg populair, ook in Nederland. De roem was echter niet consistent. Het was blijkbaar moeilijk, om het niveau van het stamkoppel vast te houden in de nazaten. Karel zelf schakelde al vrij vlot over naar de overnachtfond en bracht andere (fond)duiven in. Hij is van hetzelfde geboortejaar als Hans Eijerkamp en inmiddels negentig jaar oud.

Droom

Het ontdekken van een stamduif of stamkoppel, heeft me altijd gefascineerd. De inleiding over het beroemde stamkoppel van Karel Meulemans was mede bedoeld om duidelijk te maken, hoe moeilijk het is om het niveau over meerdere generaties vast te houden. In het vorige decennium viel mijn oog op de prestaties, op de dagfond, van Hans Hak uit Maurik. Hans speelde ijzersterk met duiven, die in hoofdzaak afstamden van zijn “stammoedertje”. Origine Braad-de Joode. Vooral in combinatie met “Vechter”, kwamen er uitstekende nazaten. Ik bezocht Hans enkele malen. Een hardwerkende no-nonsense bouwvakker, die een eigen stammetje had opgebouwd met in hoofdzaak nazaten van genoemde duiven. Het is de kunst, om tijdig gelijkwaardig en passend kruisingsmateriaal te ontdekken. Het gouden basiskoppel is passé en nu komt het er op aan om een nieuw “stamkoppel” te ontdekken. Hans Hak is een gedreven duivenspeler en ik gun hem dat geluk.  De tijd zal het leren. Het ontdekken van een “gouden stamkoppel” blijft voor veel liefhebbers een droom.

Topduiven

Toen ik in 2009 herstartte, na acht duifloze jaren, wist ik hoe moeilijk het is om een presterend stammetje te formeren rond een stamduif of stamkoppel. Ik had “Axel”, een winnaar en 1e asduif en een jaar later wonderduif “Garfield”. Deze duif werd elf keer gespeeld en won elf prijzen. Dat is leuk, maar daar trek je nog geen volle zalen mee. Op zijn allereerste vlucht vanaf Lommel, won hij de eerste prijs tegen bijna 5000 duiven met vijf minuten voorsprong op de tweede duif. Ik dacht, dat hij ontsnapt was, maar wist spoedig beter. In totaal won hij vier eerste prijzen, waaronder een 1e  Chimay tegen 3784 oude en jonge duiven en een 1e Etampes provinciaal in de N.C.C. Oost Nederland tegen de allersterkste liefhebbers. Hij won de auto in de Ponderosa Vrienden Club (nationale competitie) van Eijerkamp en werd 1e Wereldkampioen Versele Laga. Een betere is nauwelijks denkbaar. “Garfield” had een prima stamkaart. Aan vaderszijde het beste van Bertie Camphuis (“Autowinnaar ’01”  met “Wonderboy 05”) tegen een dochter van “Witpen ‘75”, de legendarische stamdoffer van Cees Suijkerbuijk en volle broer van “Oude 05” van Camphuis. De broer van de vader van “Garfield” won voor Jan Suijkerbuijk 10 eerste prijzen. De moeder van “Garfield” was een dochter uit het beste koppel, dat Henk Gerritsen uit Wenum Wiesel ooit kortstondig bezat. De ’10 (overwegend Meulemans) x de ’20 (schalie Hubregtse). Henk had in korte tijd vier topzonen uit dit koppel (o.a. 1e as afdeling). Toen de waarde van het koppel aan het licht kwam, was de ’10 verspeeld!  “Garfield” was een duif met louter topduiven in het voorgeslacht en hij bouwde als jonge duif een nauwelijks te evenaren erelijst op. Achteraf had ik graag met hem willen kweken, maar hij werd verkocht aan Eijerkamp en verhuisde al snel naar China. De “Axel”, die ik op een bon verkreeg van Jan de Visser (Visser-Lensen) uit Axel, was in 1996 onze uitblinker. Zijn vader was 2e prov. asduif dagfond. De titel 1e asduif N.C.C. voor “Axel”, kwam dus niet uit de lucht vallen. We kweekten enige jaren uit hem, waarbij het lastig bleek een passende partner te vinden. Uiteindelijk werd hij verkocht, toen we in 2001 stopten. Bij de herstart in 2009, wist ik dus uit ervaring hoe moeilijk het is, om uit een topduif jongen te fokken van hetzelfde kaliber als de ouderduif. Toch blijf je het proberen. “Jurriaan” verkregen we van Martin & Joke Geven. Hij werd 1e asduif GOU. Dat was een grote verrassing. Vol goede moed probeerden we nazaten van hetzelfde niveau te fokken uit onze kersverse asduif, maar dat werd een teleurstelling. In 2012 fokte Albert “Texas Homer”. Zijn afbeelding kwam op de nieuwe, zwarte M.A.N. van broer Henk. We schaften een “passende duivin” aan voor hem, maar andermaal lukte het niet om goeie nazaten te fokken, die in de buurt kwamen van hun illustere vader. In 2016 hadden we “Marga”. Eerste asduif GOU. Deze duivin vloog zeer regelmatig goede prijzen, maar nooit echt aan de kop. Ze zat met een andere duivin in een driehoeksverhouding met een doffer, die het werk overliet aan zijn twee jaloerse vrouwtjes. “Marga” was wekelijks tot het uiterste gemotiveerd, maar deze toevallige omstandigheid is geen erfelijke kwaliteit. Wederom een teleurstelling in de kweek! In 2018 bracht Bram andermaal een mooie verzameling testduiven in. Hier in Appen rendeerden de “Brammetjes” prima en dat resulteerde in 1e, 2e en 3e asduif kring. De 1e asduif bracht niets noemenswaardigs in de kweek, de 2e verongelukte als jaarling en de 3e asduif ….  gaf ons hoop. Op het vale duivinnetje, “Janneke” genoemd, kom ik straks terug.  In 2019 hadden we “Appie Derks”. Door Bram gekweekt. Eerste asduif jong midfond in de kring. Geen “pointeur”, wel een mooie duif in de hand en regelmatige prijsvlieger. Verhuisde naar Bram. Kwam op een prijsvlucht in Engeland terecht, maar keerde op eigen kracht terug. Als kweker een vraagteken, want in ons duivenbestand komen zijn nazaten niet voor. Dan komen we in 2020. Het jaar van “Olympic Frank” en zijn nestbroer “Teletekst Henk”. Ik heb hier eerder over geschreven. Topduiven zijn meer dan eens “toevalstreffers”. Bij de asduiven speelden de nestbroers geen rol. Twee kinderen van eerder genoemde “Janneke” deden dat wel.

Janneke

Deze vale duivin van 2018, zat in de ploeg die Bram dat jaar afleverde. M. Driessen uit Didam, werd in 2016  aangewezen nationaal kampioen dagfond. Hij dankte die titel vooral aan zijn vale “Jan”. Deze doffer won 1e NPO Bourges tegen 1841 duiven en 7e NPO Salbris tegen 2589 duiven. Bram droomde van dagfond en haalde in 2017 bij Raymond Jonker de vale ‘306 op een bon. Een kleinkind van “Jan” van M. Driessen. Op de stamkaart staan verder 1e Nat. Sens tegen 5656 duiven, en 4e  NPO Chateauroux tegen 3120 duiven. De allereerste en tevens allerlaatste jongen uit de vale ‘306 verhuisden naar Gietelo. De doffer stond tegen een duivin van Bram uit de lijn van “Bartoli” van Eijerkamp, “Jolie ‘245 en “Blauwe Diamant” van Ferry van Loo.  De ‘306 ging in het voorjaar van 2018 verloren, zonder verder een spoor achter te laten in het duivenbestand van Bram. Veel vertrouwen had ik derhalve niet in de twee jonge vaaltjes. Vooral toen het doffertje al spoedig verloren ging bij het africhten, was de verwachting over zijn vale nestmaatje nul komma nul.  Het vale duivinnetje bleek een blijvertje. Hoewel ze tot twee maal toe haar partner kwijt raakte, scoorde ze zeer regelmatig haar prijs en werd 3e asduif kring, achter twee hokgenoten. Meteen als jaarling gaf ze een blauwe dochter, die een eerste speelde in de kring, gevolgd door nog een eerste in de kring een week later. Daarbij zat ook een eerste in de regio. Reden, om “Janneke”  in 2020 andermaal tegen dezelfde doffer te koppelen. De eerste twee jongen in 2020 werden meteen 3e en 7e asduif in de kring. Dat was het begin.

Brutus

Deze stoere doffer kwam als eitje in 2017 via Eijerkamp. Een kleinzoon van “Ché”, van “Nieuwe Olympiade” en van “Celena” ( 1e NPO Peronne 14.253 duiven, 3e NPO Orleans 5783, 11e Nat. Blois  tegen 17.591, 19e NPO Tours 2.956, etc.) en in rechte lijn nazaat van “Don Leo””, “Chicago” en  “Miss Saigon”. Op papier een topper. Als jaarling op overschot en daarna in 2019 met “Janneke” vader van tweevoudig eerste prijswinnaar kring/regio en in 2020 van twee asduiven. “Brutus” mocht blijven! Eigenlijk dacht ik op dat moment niet aan een stamduif of stamkoppel. Ik was al te vaak teleurgesteld en inmiddels de 65 levensjaren gepasseerd, zonder dat ik ooit het voorrecht van een stamkoppel mocht ervaren. “Brave”, de zoon van “Brutus”en “Janneke” was dus 7e asduif kring. Een uiterst rustige doffer.  Als jaarling gaf hij meteen “Ernst” in 2021 (1e asduif kring). Die gaf op zijn beurt in 2022 “Cor van Gogh”. Een geweldenaar met 5e regio, 3e regio, 1e regio en een week later andermaal 1e regio en 1e  GOU Noord. Tevens 1e asduif kring. Nu begon ik me te realiseren, dat “Brutus” en “Janneke” kweekpotentie hebben. In 2023 gaf “Cor” op zijn beurt de 4e en de 5e asduif kring en daarmee hebben we met “Brutus”, “Brave”, “Ernst”, “Cor” en “Frederik” in relatief korte tijd vijf doffers , die in rechte lijn afstammen van elkaar met “Brutus” en “Janneke” als betovergrootouders van de jongste generatie asduiven. Het is leuk, als je een eigen stammetje ziet ontstaan. De kunst is, om niet achteruit te boeren. Vaak ben je als liefhebber verblind en zie je die achteruitgang te laat. Het is de kunst om passende duiven te vinden, die het niveau op peil houden. We beschikken over twee duivinnen van Albert Roording.  “Samba” is de eerste echt goede nazaat, die Albert attendeerde op de bijzondere kweekwaarde van de ouders en de tweede  kwam hier als  testduif. Een dochter uit Blitzkoppel 1 en één uit Blitzkoppel 2. Nieuwe inbreng kwam er andermaal via Eijerkamp. Wijlen Joke Geven speelde daar destijds een rol in. De WdB-duiven, al dan niet in kruising met Leideman, kwamen in 2020 van het hok van Joke. In latere jaren gevolgd door eitjes van de kwekers boven, waarbij Hans een sleutelrol speelde. Morgen, maandag 28 oktober, zou Joke zeventig jaar geworden zijn. Ze stierf op haar zevenenzestigste verjaardag, nu drie jaar geleden, veel te jong.

Toekomst

Bij het samenstellen van de kweekkoppels zetten we de basis tegen andere bloedlijnen. Overwegend kruisen we. Bewezen (as)duiven en eersteprijswinnaars houden we hoog in het vaandel. Het zijn de duiven, die aangetoond hebben in de GOU, bij onze manier van verzorgen, te renderen. Op beperkte schaal kiezen we voor verwijderde inteelt.  “Brutus” wordt gekoppeld aan een duivin, die vijf generaties verder van hem afstamt. Zoals “Janneke” gezet wordt tegen  “Jan”, een zoon van “Cor van Gogh” en dus verre nazaat van haar. Verwijderde inteelt. Ook dat hoort bij stamvorming. Nu al weten we, dat de meeste koppels, waar je hoge verwachtingen van hebt, zullen teleurstellen. Dat is het lot van elk kweekkoppel. Je hoopt op een topper, bent tevreden met een paar bruikbaren en stelt vast, dat er ook meerdere nietsnutten het levenslicht zagen. Veel verwacht je ook van nieuwe aanwinsten, of van zwaar ingeteelde duiven uit je allerbesten. Meestal halen de nieuwe aanwinsten niet het vereiste niveau en blijft het heterosis-effect bij de zwaar ingeteelden in kruising uit. Duivensport is een zoektocht. Een loterij met veel nieten. waarbij je veel moet kappen. Ook en misschien juist, als je aan stamvorming poogt te doen. (wordt vervolgd)

Op hoop van zegen (17)

Op hoop van zegen (17)

Ferry

Op de Habru-dag ontmoetten we o.a. Ferry van Loo. Twee dagen eerder was ik met José in Theater Hanzehof in Zutphen bij een optreden van “the Doors”. Een tributeband weliswaar, want van de originele Doors leven de twee belangrijkste leden niet meer, maar deze band kwam heel dicht bij het origineel. Waarom het bruggetje naar de muziek?  Ik vergeleek Ferry in het verleden met Eric Clapton. Niet met Jim Morrison, die tot de “club van 27” behoort. Het sluike haar, de oogopslag, een beetje dezelfde uitstraling als Clapton. Ferry weet dat al jaren en moest er om glimlachen. Je kunt met mindere goden vergeleken worden. Afgelopen zaterdag zagen we een geheel andere Ferry en moest ik denken aan “the Kinks” met hun “Dedicated follower of fashion”. Ook een beetje kapper en visagist Leco van Zadelhoff.  Modieus jasje, wit colbert, strak kapsel. Clapton was ineens ver weg. Ferry is van januari 1952. We zijn van hetzelfde bouwjaar en er is wederzijds respect. Zijn hele leven speelt hij al met duiven. Vroeger in de stad was dat met name vitesse en later, toen hij met zijn vrouw Hannie hun kapsalon vestigde in stadsdeel de Hoven, ging het richting dagfond. Een gedreven liefhebber, die kijk heeft op duiven en overal waar hij zich vestigde successen kende met de duiven. Ooit nationaal dagfondkampioen!  Ferry is gedreven en behoorlijk manisch en dat leidde ertoe, dat hij geestelijk in de knoei kwam met zichzelf. Dat is een publiek geheim. Ooit, het zal ongeveer rond 2010 geweest zijn, zei hij jaloers te zijn op mij. “Jij blijft altijd rustig, ook als de vlucht wat minder verloopt. Ik wou, dat ik dat kon”. Ik haalde mijn schouders op, toen onwetend van de depressieve fases in zijn leven. Op zeker moment had Ferry zelf geen duiven meer, maar ging hij andere liefhebbers begeleiden. Duivencoach of hokverzorger, vul het zelf maar in. Wijlen Jan Rademaker speelde altijd al zeer verdienstelijk met jonge duiven en ineens blonk hij uit op de dagfond. Ferry speelde enige tijd een belangrijke rol bij Jan, kwam er dagelijks en dat was aan de resultaten te merken!  Afgelopen zaterdag, vertelde hij financieel uitgekleed te zijn door een “vriend”, die geen vriend bleek te zijn. “Ik zat behoorlijk aan de grond, maar oud-clubgenoot Marcel Sangers reikt me de helpende hand. Zijn hokverzorger is weg en ik ga voor Marcel aan de slag op de dagfond”. Fijn voor hem, dat er weer licht gloort aan de horizon! Ferry is een echte melker en als hij met zichzelf in balans is, kan hij grootse prestaties verwezenlijken, want hij is een op en top vakman!  Succes, “Slowhand”!

Peter

Hem kwam ik een dag later tegen in het clubgebouw van mijn vereniging. Wilco Zeiss, Paul van Putten, Hans Munstege, de vrijwel blinde Eggo Haverhoek en zijn vrouw en een wat vermoeid ogende Peter Voskamp. Leuk, dat de Deventer vertegenwoordiging aanwezig was!  Barman Hans Boveree, had het rustig en dat was voor mij een mooi moment om een rondje in te doen voor mijn tafelgenoten. Iedereen had dorst, behalve Peter. “Je wil toch nog wel van me drinken, Peter?” Hij zat wat voorover gebogen en pips te kijken en ik begreep, dat hij niet fit was. Peter was ooit lid van onze vereniging, samen met vader John. Later verhuisde hij naar Deventer. Hij had de pech, dat hij ernstig ziek werd. Iets met zijn schildklier en behoorlijk ingrijpend, waardoor hij zelfs afgekeurd werd. Niet fit zijn en toch naar je oude club, dat tekent de echte liefhebber. Ook oud-lid John Romein zat aan de bar. Hij balanceerde een tijdje op het randje met zijn gezondheid, maar zag er slank en herboren uit. Mooi, want je gunt elke duivenmelker het beste. Deze week plaatste Albert een stukje op de verenigingsapp. “We hadden zondag een belangrijke gast in ons midden, want Peter Voskamp (44) won een bekende one loft race in Kroatië. Vier mee en vier prijs!”  Reden voor mij om Peter te bellen en te feliciteren. De laatste jaren, zag je de prestaties van Peter steeds beter worden. Een eigen stammetje duiven, geen moderas en gaandeweg steeds beter op de dagfond. We hadden het over een bepaalde duif, waar Peter oren naar heeft. Als een goeie duif verhuist naar een goeie liefhebber, komen daar referenties uit!  Hij heeft de gun-factor! Peter behoort tot de top in Deventer en bewijst met zijn prestaties op de one loft races, dat hij op de goede weg zit.  Met een jong gezin en gezondheidsproblemen, bewijst hij een echte liefhebber te zijn, die stoïcijns zijn eigen plan trekt. Nogmaals gefeliciteerd Peter en bedankt voor je bon!

Henk

Van  Voskamp naar Voskes is precies een verdubbeling in jaren. Twee keer 44 is de leeftijd van Henk Voskes uit Raalte en tegelijk met Sinterklaas hoopt hij in december de 89 te halen. Heel erg verknocht aan het leven is hij niet meer en dat is geen goed teken. Henk bleef zijn hele leven vrijgezel. Bracht samen met zijn broer moeder aan haar eind en woont al vele jaren, sinds het overlijden van zijn broer, alleen in het buitengebied. Voor Henk heb ik altijd sympathie gehad. Een uiterst bescheiden en eenvoudig mens en een duivenmelker pur sang van een uitstervend soort. “Het leven wordt er niet leuker op. Al mijn duivenvrienden van weleer zijn overleden. Joop Neppelenbroek, Antonissen, Rob Hesselink, Jantje te Wierik en Harm Tuten, die mij jarenlang ophaalde, als we gingen inkorven. Mijn gezondheid gaat steeds verder achteruit en ik sta ingeschreven voor een verzorgingshuis. Het kan maar zo zijn, dat ik mijn laatste vlucht gespeeld heb”.  Het afgelopen jaar speelde Henk nog een eerste prijs in de club en een “volle bak” op de dagfond. Daar is hij fier op. Ooit was hij succesvol met een aanvlieger. Een Belg. Een duif van niemand minder dan Flor Engels!  Vele tientallen jaren was hij een gewaardeerd  en succesvol lid van “de Postduif” in Raalte. Een vereniging , die vecht voor haar bestaansrecht. Nu een monument als Henk Voskes de pijp aan Maarten dreigt te moeten geven, moet ik van weemoed slikken. Niks is eeuwig. Henk, ik hoop, dat je nog een goeie tijd mag beleven op je toekomstige plek. Ik weet ook, dat het verplanten van oude bomen vaak tegen valt, maar hoop dat het jou nieuw elan geeft.  Het allerbeste, duivenvriend Henk! Bij leven en welzijn, komen we elkaar in Raalte tegen.

Pedigreeduiven

Enkele dagen geleden had ik twee verschillende liefhebbers op het hok. De één keek met vorsende blik en wees na lang zoeken een duif aan. De ander keek nauwelijks naar de duiven, maar wilde de map met stamkaarten inzien. U mag raden, wie van de twee bij de kampioenen bivakkeert.  Deze laatste gaf me een knipoog, toen zijn maat begon te kwijlen bij het lezen van de stamkaarten. Hij wees hoofdschuddend naar zijn voorhoofd. Ik knikte begripvol. Albert zette op de clubapp een fragment uit mijn vorige bijdrage. Het ging over de uitspraken van Arnold Paalman. “Wij willen de duiven die het snelst van A naar B vliegen. Dat zijn vaak duiven, die als ze de volgende dag voor tien uur niet thuis zijn, nooit meer thuis komen. Je hebt ook liefhebbers, die op de uitslag niet opvallen. Ze hebben wel duiven, die bij rotvluchten met de jonge duiven, uiteindelijk thuis geraken”. Met woorden van deze strekking gaf Arnold het verschil aan tussen, naar wat ik noem, “pedigreeduiven” en “boerenduiven”. Welke duiven willen we? Albert zette het op de clubapp en onze jeugdige voorzitter Sven reageerde. “Ik ga voor de tweede groep”. Sven heeft ambitie voor de fond en vindt het minder snel zijn op het korte werk als jonge duif minder belangrijk. Ik reageerde ook. Ik ga voor de snelle duiven, maar wil ook dat ze thuis komen, als ze het moeilijk hebben. We hebben het in feite over sprinters en survivors. De uitdaging is om snelheid te koppelen aan hardnekkige taaiheid. Op eigen hok letten we er wel op. Van de zes jongen van “Janneke”, die aan de eerste vlucht begonnen, haalden er zes de eindstreep. Dat is een pluspunt. Onze eerste asduif dit jaar in de club (‘920) stamt uit haar, net als de eerste asduif jong vitesse in de kring van José (‘991). Ook de referenties van de afgelopen maand (Sando, Raymond, Jan & Stijn bijvoorbeeld) stammen uit “Janneke” en als er uit het buitenland iemand telefonisch onverstaanbaar brabbelt, is het enig verstaanbare “Moffilo”/ “Janneke”. Ik moest lang nadenken, toen viel het kwartje. “Kleinzoon Murphy’s Law”, stond een periode tegen ons stammoedertje. Op de één of andere manier kweekt deze duivin goed door in meerdere generaties met meerdere partners. Ik zei het in mijn vorige blog: ik ben gek op pedigreeduiven en genenstapeling van nationale toppers en Olympiadeduiven. Maar …. nog gekker ben ik op duiven met bewezen kweektalent. “Brutus” is onze stamdoffer en met zijn duivin “Janneke” staan ze aan de basis.  “Brave” is hun zoon. “Ernst” hun kleinzoon, “Cor” hun achterkleinzoon en “Frederik” is weer de zoon van “Cor”.  Allen overleefden de vluchten (survivors) en allen plaatsten zich bij de asduiven in kring of regio (snelheid). We koppelen deze duiven weer aan het beste van nationale topliefhebbers en proberen zo snelheid en hardnekkigheid vast te leggen. De mand is ten allen tijde scherprechter en bepalend!  De stamkaart is pas van waarde, als de duiven kopprijzen winnen of asduiftitels. Duiven met een erg voorname en kostbare stamkaart, zonder bewezen kweekwaarde, redden hun kop soms dankzij hun afstamming. Waarschijnlijk is het uitstel van executie, maar als ze goed hun best doen, zijn ze goed genoeg om als voedster te dienen. Wie blind vertrouwt op mooie stamkaarten en dure namen, zonder keiharde bewijzen op eigen hok, wordt of blijft een nobody in de duivensport.  (wordt vervolgd)

Op hoop van zegen (16)

Op hoop van zegen (16)

Habru-dag

Afgelopen zaterdag bezochten Sander en ik de Habru-dag in Doetinchem. Je ontmoet er vrienden en kennissen uit den lande en steekt er misschien iets op. Ook lever je een bijdrage aan de vrijwilligersorganisatie “Bergh in het zadel” voor de kankerbestrijding. Drie vliegen in één klap. Hans Bruns, de man achter Habru, is iemand met visie. Bezoekers zien de kwaliteit, die het bedrijf levert op het gebied van aluminium rennen en aanverwante constructies. Er wordt gewerkt aan naamsbekendheid en het onderhouden van klantrelaties en er wordt een gezellige duivendag georganiseerd en gefaciliteerd, die een flink bedrag oplevert voor het goede doel. Je ziet Hans aan de microfoon, je ziet hem voor en achter de schermen druk bezig. Iemand , die alles met zijn mensen tot in detail voorbereidt en in goede harmonie wil laten verlopen. Habru en duivensport vormen een goede combi en zijn een prima uithangbord voor ons imago!

Forum

Het forum is de ruggengraat van de duivendag en de samenstelling van het forum kan de dag tot op zekere hoogte maken of breken. Over de 14e duivendag van Habru kan ieder zijn mening hebben, maar één ding is zeker. Het forum was spraakmakend! Het begon al, toen forumleider Hennie La Grouw, met sappige Amsterdamse tongval, de forumleden vroeg zich voor te stellen. Links op het podium zat Kurt Platteeuw uit Rumbeke. Hij zat er stoïcijns en al na twee minuten wist je: dit wordt leuk. Volkomen op zijn gemak, pakte hij de microfoon en werd één met de zaal. Hij begon over zijn schoenenbranche, de wielersport en het woord duif was nog amper gevallen, toen de forumleider hem onderbrak. Het moest over de duivensport gaan en de andere forumleden moesten zich ook voor kunnen stellen. De toon was gezet. Onverstoorbaar zette Platteeuw zijn relaas voort. Je voelde: dit is een geboren entertainer, een conferencier, die moeiteloos een one-man-show van anderhalf uur kan vullen. Hij vertelde, dat hij en zijn vader ook mindere jaren kenden in het verleden. Dat ze gewoon doorsnee waren. “We keken nooit op geld en lieten rustig twee of drie dierenartsen komen. Bon .. zo’n dierenarts heeft ook kinderen en moet ook monden voeden. Een visite van 60 euro, potje A van zeventig euro, potje B van tachtig euro en zo verder”. Ondertussen schoof hij beeldend met de glazen en attributen op de tafel om zijn verhaal kracht bij te zetten. “Wij hadden pedigree-duiven en medicijnduiven en toen zijn mijn vader en ik het roer gans gaan omgooien. Wij gingen al onze duiven wekelijks inzetten op alle disciplines met de nadruk op de 45 nationale vluchten. Met duiven van Pol en Peer, met goed voer en oliën”. Platteeuw voelde als doorgewinterde schoenenverkoper, dat hij de aandacht had van de zaal. “Wij hadden specialisten met rookpotten op de hokken, mensen met wichelroedes, die verstand hadden van aardstralen en lieten niets aan het toeval over. Bon”. Intussen had La Grouw als ras-Amsterdammer en bepaald geen muurbloempje, ook kans gezien de andere forumleden aan het woord te laten. Arnold Paalman, in dienst van de familie Eijerkamp en sinds enkele jaren terug op het ouderlijk nest in Laren, is inmiddels door de wol geverfd. In de kern bescheiden, maar open en eerlijk genoeg om zijn zielenroerselen bloot te geven. “Zelfs als we een kettinguitslag maken en de top 10 op afdelingsniveau oprollen, kan ik amper genieten. Ik bekijk ’s avonds na de vlucht elke duif van top tot teen. Is ie gewond, is ie diep gegaan, enz. Dat is behoorlijk maniakaal bij mij en ik ben dan al weer bezig met de voorbereiding van de volgende vlucht. Duiven trainen in Laren in het vliegseizoen twee keer daags in totaal makkelijk tweeënhalf uur en ze krijgen ruim en goed te eten en draaien op medisch vlak mee in het regiem van de familie Eijerkamp. Vanwege de grote verliezen bij de jonge duiven, spelen we de junioren op de natour. Ik ben vrijgezel en hoef geen rekening te houden met partner of kinderen. Ik kan me helemaal op de duiven storten thuis en tijdens kantooruren bij mijn werkgever in Brummen, al gaan we daar flexibel mee om, als de situatie er om vraagt”. Probeer te genieten, Arnold. Je hebt het vertrouwen, hebt het vakmanschap en hebt het de laatste jaren bewezen. Tijdig ontspannen en genieten, anders hou je het op termijn niet vol, is mijn meelevende gedachte.

Schaduw

Als je in een team een sterspeler hebt, dreigen medespelers soms in het gedrang te komen. Die worden dan onderbelicht. Patrick Noorman uit Zeeland is een opkomende duivenspeler en enthousiaste onderwijzer. Een man, met een goed verhaal, die jongeren en mensen in zijn omgeving kan enthousiasmeren en inspireren. Ik ga niet alles samenvatten, anders blijven de lezers van mijn blog op de 15e Habrudag thuis om de samenvatting te bekijken en dat is niet de bedoeling. Ulrich Lemmens was de vervanger van dierenarts Stijn Rans in het forum. Soms zijn er op het laatste moment omstandigheden, die een optreden belemmeren. Ulrich Lemmens is een Belgische profspeler, die van zijn hobby zijn beroep gemaakt heeft. Je kunt hem om een boodschap sturen! De vier forumleden vormden samen een prima team. Ze probeerden eerlijk en open te zijn over hun doenwijze en slaagden erin om het gehoor in drie bedrijven te boeien. In de finale pakte Kurt Platteeuw de Messi-rol. Hij stelde zich kwetsbaar op en noemde in zijn betoog een datum, die ik niet met zekerheid kan reproduceren. Ik meen, dat het ergens in 2031 moet zijn. “Ik wil 25 nationale overwinningen boeken. Er staan er nu 11 op onze naam. Slaag ik daar niet in, dan moogt U allen met een blik benzine en lucifers naar Rumbeke komen om de hokken in de fik te steken. Ik betaal de busreis”. Dat is straffe taal! Daarmee pak je de aandacht en krijg je de lachers op je hand. Wie de schoen past, trekke hem aan! Bij het verlaten van de zaal, schudde ik Kurt de hand en bedankte hem voor de voorstelling.

S.V.T.

Onze jeugdige voorzitter en jonge vader Sven van Brummen, was de drijvende kracht achter een verkoop van late jongen uit eersteprijswinnaars in ons clubgebouw. ’s Ochtends bracht ik twee duivinnetjes uit twee stamdoffers. De eerste schenking kwam uit een 1e asduif in de kring, die dit jaar bij Sando Verbeek de 1e asduif in zijn vereniging voortbracht. Geschonken op een bon dit jaar. Niet vreemd, dat Sando het zusje kocht. De tweede schenking kwam uit een bewezen koppel, waar al meerdere regiowinnaars uit geboren zijn. De vader is een aparte. We kweken er vier jaren uit en al vier jaar op rij is hij vader (2 keer), of grootvader 2 keer) van een 1e asduif. Voor je eigen club, moet je iets goeds schenken, is mijn visie. Sando wil vooruit en was goed uitgeslapen. Opnieuw sloeg hij toe. “Als ik toch verslagen moet worden, dan het liefst met duiven van mezelf”, dacht ik.

2 in 1

Vlak voor aanvang van de verkoop in Twello gisteren, sprak ik bezoeker Henk Voskamp van p.v. “Zutphen”. Henk is een eenvoudige jongen, die veel van verschillende kloksystemen weet. Ooit had “Steeds Verder” een serieus probleem. Ook Albert wist het even niet meer en dat is heel opmerkelijk. Ten einde raad werd “Henkie” gebeld in de kleine uurtjes en die rukte uit als een brandweerman en uiteindelijk werd de oorzaak van de problemen gevonden. Gouden jongen dus, die nooit te beroerd is om anderen te helpen. Henk was ook in Doetinchem bij Habru. “Ga je t.z.t. mee met de busreis naar Rumbeke? Combineren we met een dagje Natural, duivenmarkt en een vreugdevuur als afsluiting. Dat wordt lachen!” Toen Sven als veilingmeester tien laatjes verkocht had, was er pauze. Ik vertrok, want in Emst moest ik om twaalf uur als mede-organisator zijn voor een middagje forelvissen t.g.v. een verjaardag van broer Ben en mezelf. Door allerlei omstandigheden was dat er nooit van gekomen en nu was het dan zover. Ik ving niks trouwens, maar neefje Sepp had twee forellen en dochter Milou van maatje Sander ving zowaar ook een forel. De blije en trotse gezichten van de gelukkigen maken alles goed. Ook Derk, de sympathieke schoonvader van broer Ben had het naar de zin. Hij verloor twee weken geleden zijn echtgenote na een langdurig en gelukkig huwelijk. Hij kon wel een verzetje gebruiken. Ben zegt het altijd mooi: “Derk is mijn schoonvader, mijn naaste buurman, trouwe supporter en beste vriend”. Dan weet je genoeg. We hadden het leuk samen en sloten ter plekke af met “een vet bekkie” en een koele versnapering.

Pedigree

Ik moet denken aan de woorden van Kurt Platteeuw, die het had over “medicijnduiven” en “pedigreeduiven”. Het afgelopen jaar bezocht ik dierenarts Robert Kasperink enkele malen voor de verplichte enting paramixo-rota. Ook halverwege het jonge duivenseizoen liet ik duiven en mest onderzoeken. “Luizenkampioen” lachte Robert “ en een lichte wormbesmetting in één monster”. Ik nam een flesje “luizendruppels” en een wormkuurtje mee. Ik schaam me ervoor, dat ik beide middelen in de kast zette en ongeopend liet. Ik ben doodsbang voor gif en heb afkeer van medicijnen. In de tuin geen kunstmest en bestrijdingsmiddelen  en op het duivenhok geen medicijnen. Zo heeft ieder mens zijn of haar afwijking. Ik ben er ook niet trots op. “Medicijnduiven” heb ik dus niet. Durf rustig een soepje te trekken van mijn eigen duiven, als ik ze zou slachten. “Pedigreeduiven” heb ik wel. Met dank aan een niet nader te noemen echte vriend, waarvoor ik in gedachten al drie keer een standbeeld heb opgericht. Ik vind het prachtig, als een duif meerdere nationale winnaars of asduiven in het voorgeslacht heeft. De bekende en soms onbetaalbare namen vertoeven op onze hokken. “Kittel”, “Uranus”, “Murphy’s Law”, “Crack ‘19”, “Goed Grijs”, “Jackpot”, “Kleine Dirk”e.a.  Liefst geen verdunde soep. Een dochter of zoon is meestal niet haalbaar, maar met een kleinkind ben ik in mijn nopjes. Ik geloof in genenstapeling. Maar nu komt het. Ik hou van de duivensport als spel. Laat me niet leiden door commercie. Dom in de ogen van velen, maar dat terzijde. We kweken jongen uit de grote namen, maar dat doen we niet eindeloos. Een duif moet zich snel laten zien als jonge duif. Een eerste prijs in de club is leuk, maar eigenlijk niet maatgevend. Drie keer in de top 5 van de regio maakt meer indruk. In 2020 (“Olympic Frank”) en in 2022 (“Cor van Gogh”) hadden we zo’n duif. Raf & Kurt Platteeuw gaan voor 25 nationale overwinningen. Dat is voor ons niet realistisch. Drie keer binnen de top 5 van de regio en dan liefst drie eersten, dat is toch een mooi streven. Maar pin me er niet op vast. Benzine en lucifers thuis laten en er komen ook geen betaalde busreizen naar Gietelo!

Pedigree (2)

Aanvankelijk hadden we kweekduiven en voedsters. Die voedsters waren in het begin kleurrijk. Inmiddels benaderen we de zaken al wat pragmatischer. Duiven met fantastische, waardevolle stamkaarten, die hun kweekwaarde niet snel bewijzen, krijgen een tweede kans als voedster. In de praktijk blijkt telkens weer, dat de duiven die zich in Gietelo hebben bewezen, de meeste kans op succes geven. Proefondervindelijk. Ik streef succes na in de duivensport, geen commercieel gewin. Ik word dit jaar 72, José en ik hebben beiden tot de eindstreep gewerkt en genieten van ons pensioen. Geef niks om dure campers, sportauto’s of statussymbolen. Als je allergisch bent en al meerdere keren de sport hebt moeten staken, dan telt alleen de kern van de hobby en niet de franje. Gezond en gelukkig worden of blijven, dat is het streven. Onze voetafdruk niet onnodig groot maken. We houden beiden van kinderen, maar hoefden onszelf niet zo nodig voort te planten. Centen sparen voor nageslacht is dus niet aan de orde. Terugkerend naar de stamkaarten: alleen wijzelf weten wie de voedsters zijn en wie de kwekers. Het komt dus voor, dat we eieren verleggen naar een voedsterkoppel, waarvan de stamkaarten veel indrukwekkender zijn dan van het kweekkoppel. Een stamkaart telt voor ons pas, als de bijbehorende duif zijn of haar waarde liefst als vlieger en zeker als kweker bewezen heeft. Dan kom ik terug op wijze woorden van Arnold Paalman, in het forum te Doetinchem. Wij kweken uit duiven die heel snel van A naar B kunnen vliegen. Dat zijn vaak duiven, die als ze het moeilijk krijgen op een vlucht, de volgende dag voor tien uur thuis moeten zijn, of je ziet ze nooit terug. Anderen kweken minder snelle duiven, maar wel duiven die vrijwel altijd thuis komen. Waar ga je voor? (wordt vervolgd)

Op hoop van zegen (15)

Op hoop van zegen (15)

Stoppen

In seizoen 2022 kwam kort na aankomst van de duiven op een bepaalde vlucht oud-clublid Theo Boerkamp aangelopen. “Ik was aan het fietsen, zag je woning en bedacht, dat misschien de duiven zouden kunnen arriveren”. Theo was tientallen jaren een trouw lid van “Steeds Verder”. Een generatiegenoot, maar wel iets ouder. Theo zette in de tijd van het handmatig klokken de streepjes op de minutentabel tijdens het afslaan. Hij wist zo precies, hoe laat het concours eindigde. Dat was “zijn ding”. Toen rond de eeuwwisseling de overgang naar elektronisch constateren zijn beslag kreeg, verviel die taak. Theo, vrijgezel en man van vaste rituelen, vond dat jammer. Ook zijn werk in het familiebedrijf “in het vlees” kwam te vervallen. Zijn leven stond behoorlijk op zijn kop. Er ontstond zoveel onzekerheid in daginvulling, op financieel gebied, in woonplek en rondom zijn niet optimale gezondheid, dat hij stopte met de duivenhobby. Dat was wennen voor Theo en voor de club. Gelukkig vond hij na verloop van tijd zijn draai in de veranderde situatie. De duivensport bleef hij op afstand volgen. Jan Bosman, Harrie Wichgers en Rob Wassink zijn drie oud-bestuursleden van de club, die ook op zeker moment stopten met de sport, maar toch op afstand het reilen en zeilen binnen de club bleven volgen. Eens melker, altijd melker. Van achter de computer de uitslagen bekijken, de site van de club bezoeken, de verhaaltjes van Albert in “Voorster Nieuws” lezen en in de wandelgangen, terloops via toevallige ontmoetingen met clubgenoten, informeren hoe het liefhebbers en club vergaat. Iedereen maakte ooit zijn eigen afweging om te stoppen. Jan was een Pietje Precies met de financiën, met Harrie beleefden we van alles in de tijd van de attractiecommissie. Er werden minstens vijftig bedrijven bereid gevonden om een bescheiden sponsorcontract met de club aan te gaan. Het clubgebouw van “Steeds Verder” was net gebouwd en men maakte zich zorgen om de aflossing van de hypotheek. Harrie, in het dagelijks leven vertegenwoordiger en ooit samenspelend met zijn vader Anton, was mijn maatje destijds in de roemruchte attractiecommissie van de jaren negentig. Voetballend met zoon Gerben  tijdens het inkorven en echtgenote Greet achter de bar. Met Greet achter de bar was er altijd muziek en gezelligheid. Harrie zal er met gemengde gevoelens aan terugdenken. Ik ook! Rob was vele jaren voorzitter. Ik volgde hem destijds op. Ook tussen Rob en de club bleef er door de jaren heen altijd een zekere band bestaan. “Steeds Verder” was een stuk van zijn leven en in anekdotes houden we de herinnering levend. Albert was er nauw bij betrokken. Hij was de man die binnen de attractiecommissie de verenigingsuitslag meteen na het afslaan introduceerde en ontwikkelde. De computerfreak en pionier. Dat was toen een revolutie! De sponsorprijzen wekelijks op het nieuwe medium “Kabelkrant”, een jaarlijkse bonnenveiling. “Dat wil in Twello niet”, was de teneur. De werkelijkheid was anders. Cor & Lidwien Hanegraaf , destijds landelijke top met de junioren, Cees Donker, forums. “Steeds Verder” was in die tijd “hot” en er stroomden jaarlijks vele duizenden guldens in de clubkas. In de jaren negentig bloeide de club als nooit tevoren. Daar kunnen alle betrokkenen, ook de oud-leden, met plezier en trots op terug kijken!

Clubliefde

Doordat de club bloeide, aanzien had in sportief opzicht en aan de weg timmerde, kon het clubgebouw uitgebreid worden met een apart inkorfgedeelte. Iedereen was daar blij mee. We hadden ruim zeventig leden! Jan & Corrie van Brummen waren de aanjagers en belangrijkste uitvoerders van dit project. Bouwondernemer Jan van Brummen was niet te beroerd om de handjes te laten wapperen. Clubgenoot Tom Timmermans, die ons veel te vroeg ontviel, wist de kortste weg naar voordelige bouwmaterialen. Voorheen had Jan in zijn bedrijf  de supervisie, haalde orders binnen, voerde overleg en werkte vooral in zijn hoofd. Nu hij gepensioneerd was en het om zijn hobby ging, kon hij zelf weer met de handen aan de slag. Jan was de nestor van een echte van Brummen dynastie binnen de club. Bouwvakkers in hart en nieren, met als hobby postduiven. Zoon Frits en kleinzoon Sven bouwen voort in die traditie. Het clubgebouw staat er inmiddels al weer zo’n 35 jaren. Waar blijft de tijd?

Theo

In het voorjaar van 2023 werd Theo op de fiets aangereden. Het was een bizar ongeval met meerdere toevalligheden en met fatale afloop. Ik schrok , toen ik het hoorde. Afgelopen zomer haalde zijn broer Gerrit ons op zijn e-bike in langs de beek niet ver van de Woudweg in Klarenbeek. Gerrit stapte af. Ooit had hij een zelfstandige slagerij in Twello. Net als Theo bleef hij vrijgezel, woonde met zijn broer en zus onder één dak en …. was een gewaardeerde sponsor van “Steeds Verder”. Toen ik begin jaren negentig Gerrit probeerde te overtuigen om sponsor te worden, maakte hij een grap, die ik niet meteen snapte. “Ik heb eerst in de paardenwereld gezeten en heb er een klein boerderijtje aan over gehouden”, vertelde hij. Ik vatte  zijn verhaal niet en Gerrit zag dat. “Ik was in een grote boerderij begonnen, dus het kostte me alleen geld”, schaterde Gerrit “en nu begin jij over duiven”. Toen ik vijf minuten later weg liep, was het contractje getekend.  José was er bij vorig jaar aan de oever van het beekje en samen spraken we over Theo, het verleden en over koetjes en kalfjes. Dat laatste was hun leven als slager en slachter. Ïk vertelde Gerrit over het bezoekje van Theo op een duivendag in 2022. “Kom volgend jaar gewoon voor aankomst van de duiven. Je bent altijd welkom, Theo”, drukte ik hem op het hart. Het mocht niet zo zijn … Theo was een gewaardeerd clublid en Gerrit Boerkamp vele jaren een gulle sponsor.

Kort

Met Theo had ik al eerder gepraat in voorgaande jaren. Als ik in de voortuin aan het snoeien was en Theo passeerde op zijn fiets, dan stopte hij. “Ik lees al je stukjes en ik volg de duivensport op afstand. Ik heb echter een tip: maak wat kortere zinnen en kortere stukjes. Ik heb soms wat moeite om het te lezen en je moet ook aan eenvoudige geesten  als ik denken”. Daar had hij een punt. “Ik zal aan je denken, als ik schrijf”, beloofde ik hem.  Toen ik afgelopen woensdag kennismaakte met de biljarters in Klarenbeek, kreeg ik instructie van een “ouwe rot”. Deze Tonnie zei het treffend. “Je hebt weinig gebiljart in je leven en weinig aangeleerd. Ik hoef je dus ook niet veel af te leren. Dat laatste is namelijk nog moeilijker dan iets aanleren!” Voor stukjes schrijven geldt hetzelfde. Je hebt een bepaalde manier van werken en een bepaalde stijl. Dat verander je niet van het ene op het andere moment.

Duiven

Precies veertig jonge duiven zitten er nog in de rennen. Ze komen niet meer buiten. De rui zet nu in. Zometeen krijgen ze een bad en morgen weer frisse boerenkool. Afgelopen donderdag hadden we vader en zoon uit Bornerbroek op bezoek. Liefhebbers die pas enkele jaren bezig zijn en nog “leerbaar” zijn. Vol trots toonde hij een diploma. “Vorig jaar waren we vierde in de club en dit jaar derde”. Er is progressie al ging er natuurlijk ook het nodige mis. Met het verduisteren van de junioren was het hok in de nacht totaal afgesloten. Daar hadden ze geen rekening mee gehouden en dat brak hen lelijk op. “Van fouten leert een mens en afgelopen seizoen maakten we op jouw advies kennis met dierenarts Kasperink. Daar zijn we heel tevreden over. Hij heeft verstand van zaken, denkt mee en je gaat er met een goed gevoel naar huis”, aldus vader Jan. Ze kwamen een paar doffertjes tekort, maar dat probleem konden we voor hen oplossen. Twee doffertjes, die het seizoen overleefden, met puike afstamming en beiden een zus die dit jaar 1e asduif werd. Nu weet ik zelf ook, dat de broer van Johan Cruijff niet kon voetballen, maar het geeft enig houvast als het ouderkoppel al iets goeds heeft afgeleverd, buiten de mooie stamkaart om. Gisteren kregen we bericht van een jonge vader, die hier afgelopen jaar een aantal apriljongen afhaalde. De jonge duiven op zijn hok hadden eerst te maken met een paramixo-uitbraak en kregen later coli. Niet een klein beetje, maar het ging gepaard met flink wat dode duiven. Dan is het uithuilen en volgend jaar opnieuw beginnen. Zoiets zit me niet lekker. Ik wil, dat liefhebbers slagen met onze duiven en beloofde een herkansing en garantie bij leven en welzijn. Raymond, ook een herstarter, kocht in 2022 een door ons geschonken jonge regiowinnaar. Dat kun je niet elk jaar doen, maar voor de eigen club doe je een keer gek. Een volle broer van onze “Brave”, die al vier jaar op rij vader of grootvader is van een 1e asduif, waarvan drie keer op rij in de kring.  Het duifje bracht zijn geld op en gaf vorig jaar één jong. Dit vale duivinnetje was zijn eerste duif op de laatste jonge duivenvlucht in 2023.  Raymond hoopvol gestemd en tevreden. Het afgelopen jaar bleef het meevliegen in afd. 9  niet onopgemerkt. Op zeker moment boekte Raymond Ramaker twee afdelingsoverwinningen op één zaterdag!  Nadoen! Eijerkamp-Paalman maakte op de natour een werelduitslag, maar de overwinning kwam niet in Laren, maar in Den Ham terecht. “Ik ben meer dan tevreden en het vale duivinnetje is de beste jaarling van onze club!” Daar kunnen we van genieten. Raymond was in zijn jonge jaren al een goeie jeugdspeler en nu is zijn herstart al meteen een droomstart. Niet dankzij ons, maar voor minstens  99 % dankzij zijn eigen talent, zijn passie en tomeloze inzet. Een beetje geluk helpt, maar dat moet je wel afdwingen! Dan rammelt de deur. De sleutel zit aan de binnenkant en ik hoor José roepen. Ze heeft gesport en ik heb weer een stukje gebaard. (wordt vervolgd)

Op hoop van zegen (14)

Op hoop van zegen (14)

Eerlijk

De één wordt geboren in een koninklijk bedje, de ander in een kribbe. Het bedje van de één staat in een land waar vrede heerst, de ander wordt geboren in oorlogsgebied. Het ene kind baadt in weelde, het andere kind groeit op in armoede. Zo kan ik nog wel even doorgaan. Eerlijk is het allerminst en zelfs als je geboren wordt in weelde, in een land waar het economisch goed gaat, waar vrede heerst en je de kans krijgt om te studeren, waar ouders om je geven en de liefde overheerst, zelfs dan is er geen garantie, dat je gelukkig wordt. Ik zag in Afrika kinderen, die speelden met een twijg en een kokosnoot en die een grijns van oor tot oor op het gezicht hadden en blij en gelukkig waren met bijna niets. In ons land struikelen veel kinderen over hun trampolines, speelhuisjes, skelters en welvaartspeelgoed. Of ze daar zo gelukkig van worden, dat zie ik er niet aan af. Ook in de wereld van de volwassenen is niet alles eerlijk verdeeld. De één sappelt met een dubbele baan voor een karig loon en leeft bij de gratie van de Voedselbank. De ander trapt tegen een balletje en hoeft na zijn dertigste nooit meer te werken. Ook de inkomsten van “royalty’s”, patenten, erfenissen en grote loterijprijzen zorgen ervoor, dat “geluksvogels” in hun slaap meer verdienen, dan sappelaars met werken.

Verschil

“Verschil moet er wezen”. Door hoogteverschil stromen rivieren. Verschil in inkomen prikkelt mensen om te studeren, om harder te werken. Soms zou je wensen, dat er geen verschillen zijn. Bij een viswedstrijd zit je na loting in een vak waar geen vis zit. De volgende keer zit je in een vak, waar je om de haverklap beet hebt. Van wedstrijdvissers hoor ik de verhalen en dat is geen visserslatijn. In de wielersport is het niet anders. Matthieu v. d. Poel is in zijn element in de klassiekers, maar niet in etappewedstrijden. Ook niet als er veel geklommen moet worden. In de voetballerij zijn er ook verschillen. De ene club smijt met miljoenen, de andere club zit tot de nek in de schulden. We accepteren tot op zekere hoogte de verschillen en weten, dat lang niet alles in het leven eerlijk verloopt, of eerlijk verdeeld is. In onze postduivensport is het niet anders. Het ene jaar is bovendien het andere niet. Vorig jaar kwamen de eerste tien asduiven in onze kring uit het dorp Voorst. Daar waren tenminste twee liefhebbers uit Voorst trots op. Het voorbije jaar zat er slechts één duif uit Voorst in de top 10. In de regio Noord Oost kwamen bij de jonge duiven de eerste twintig asduiven uit één vlieglijn. Epe (3x), Heerde (4x), Wapenveld (4x) en Zwolle (9x). Natuurlijk zitten er aan die kant van de regio goeie liefhebbers en goeie duiven. De lijn Eerbeek, Voorst, Deventer, Raalte kwam er niet aan te pas. Ook Apeldoorn niet. We weten diep in ons hart, dat wind en trek een grote invloed hebben op het verloop van de vluchten. Het ene jaar valt het tegen, het andere jaar valt het jouw kant op. Vaak weet je vooraf al, of je kans maakt op een mooie uitslag, of dat de omstandigheden zo ongunstig zijn, dat een goeie uitslag op voorhand al een kansloze missie is. Gelukkig kan niemand het weer en de wind naar zijn hand zetten!

Reclame

Mijn vereniging houdt op zondag 13 oktober een verkoop van laatjes uit eersteprijswinnaars. Onze vereniging “Steeds Verder” werd in 1930 (crisisjaren) opgericht en in zekere zin zijn het voor veel postduivenverenigingen anno 2024  opnieuw crisisjaren. Stijgende kosten moeten door steeds minder leden opgebracht worden. De baromzet loopt terug en er moet creatief gedacht worden om de begroting rond te krijgen en het hoofd financieel boven water te houden.  In dat kader valt de “gezellige zondagochtend” om 10 uur die dertiende oktober. N.I.C- inkorvers en clubgenoten maken er een erezaak van om uit hun beste duiven iets aan te bieden.  Zelf hebben we geen laatjes gekweekt, maar we bieden twee bevlogen duivinnen. Apriljongen met een L.L.-ring van José. De één heeft een volle zus van dit jaar met twee eerste prijzen (1e kring en 6e kring) en is bovendien halfzus van 1e asduif kring 2021 en 1e asduif kring 2023. Het andere duifje is een volle zus van de 1e asduif “Ons Vermaak” Eerbeek  2024. Deze werd in april op een bon verkregen en kwam bij plaatsgenoot Sando Verbeek tot haar titel tegen serieuze concurrenten als Lorena Gijsberts, Johan Gijsberts/ Marcel Sangers en Johan van Dijk. De vader van dit duifje was zelf 1e asduif van de kring en op zijn beurt vader van de 1e asduif kring 2022. Deze “Cor van Gogh” was een supertalent met achtereenvolgens 5e, 3e, 1e, alles in de regio en als kers op de taart nogmaals 1e GOU Noord. Twee puike duivinnetjes, die ongepaard op het schapje,  het lastige jonge duivenseizoen 2024 overleefden. Ik weet zeker, dat ook de andere schenkers hun best gedaan hebben om op de dertiende (uw geluksdag?) met iets goeds te komen! ’t Is reclame en preken voor eigen parochie, maar 100% voor onze vereniging, op weg naar het 100-jarig bestaan.  Zondag 13 oktober, 10 uur Stinzenlaan 85, Twello.

Stimulans

José is erg belangrijk voor me. Niet alleen heeft ze een aantal duifjes op haar naam, maar ze staat ook achter mijn hobby. Zeurt nooit over de kosten, of over het niet op vakantie kunnen in de zomermaanden en stimuleert me, om andere dingen te doen, naast de duivenhobby. Sinds dit voorjaar train  ik met een groep vijftigers en zestigers in de avonduren bij de fysiotherapeut. Stoeien met fitnessapparaten en circuitjes om ons uit te dagen om fit te worden. Dat bevalt me goed. Je spreekt andere mensen en doet wat aan de conditie. Mannen en vrouwen, die nog gewoon in het arbeidsproces zitten, worden opgescheept met een ouwe knar, die zich staande probeert te houden. Ik geniet en ben trouw op de afspraak. Vanochtend ging ik voor het eerst naar biljarten. Een kennismaking. In mijn studietijd biljartte ik met vrienden in de kroeg en tijdens mijn diensttijd in Bussum (opleiding) en Seedorf (parate tijd als dpl. onderofficier) heb ik ook regelmatig boven het groene laken gehangen. Intussen zijn we een halve eeuw verder en heb ik al die tijd niet of nauwelijks een biljartkeu in handen gehad. Een oud-collega van het Isendoorn College introduceerde me vanochtend. José speelde een stimulerende rol en ik nam de aanwijzingen en adviezen van een senior-biljarter op als een spons. Ik beleefde er plezier aan. Andere mensen, andere omgeving, ik kan het iedereen aanraden om uit de comfortzone te stappen. Het kost me twee avonden per week, want ik heb de behoefte om de dagen vrij te houden voor andere dingen. Na mijn pensionering op mijn 66e, waren er verschillende partijen, die aan me trokken. Het I.V.N. bijvoorbeeld, wilde me laten wilgen knotten met scholieren. Leuk bedacht, maar het is mijn pensionering en je moet je niet overhaast storten in van alles en nog wat. Een paar keer schoffelen en snoeien bij de duivenclub in de zomermaanden, zie ik niet als een probleem. Het bedrijfsterrein van broer Henk van tijd tot tijd onder handen nemen evenmin, maar ik wil niet in allerlei verplichtingen vervallen. Mijn eigen (moes)tuin is een leuke hobby naast de duivenpassie, maar ik wil ruimte houden in mijn agenda. Nu ik wat langer pensionado ben, komen de ideeën vanzelf en anders zet José me wel op het goede spoor. Of zou ze bang zijn, dat ik haar te veel voor de voeten loop? Ik zal U een slag voor zijn!   (wordt vervolgd)