Monthly Archives: juli 2025

Kwinkslagen, kweekwaarde en kwekkoe (11)

Frustratie

Ondanks wat lichamelijk ongemak, toch maar weer achter de laptop gekropen. Komende dinsdag gaat José onder het mes voor een nieuwe heup. Zelf word ik komend najaar voorzien van een knieprothese voor mijn linkerbeen. Verder zal ik op korte termijn geholpen worden aan beide ogen (staar). In deze periode begint voor mij het duivenspel. Het elektronisch constateersysteem was door een handige neef voorzien van nieuwe bekabeling en nieuwe stekkertjes. Na het installeren was het meteen goed: alles werkte. Helaas, na enkele geslaagde testvluchten, begaf de zevende en laatste antenne het. Teamlid Albert had nog een reserve-antenne, waardoor alles snel verholpen was. Toen begaf de console, waar de module in hangt, het. Kan gebeuren, denk je. We werken al ruim een kwart eeuw met Tauris binnen de vereniging en aan alles komt een eind. “Ik heb nog wel zo’n voetje”, bood Albert aan en ook dit euvel werd snel verholpen. Vorige week vrijdag was ik voor het eerst naar Ravenstein met de junioren. Een mooie gelegenheid voor een laatste test. De africhting verliep voorspoedig en de duiven werden netjes geconstateerd in de trainingsmodus. Op zondagmorgen samen met sportvriend Joep voor de tweede en laatste keer naar Ravenstein. Opnieuw een vlot verloop en een feilloos werkend systeem. “Laat de eerste vlucht maar komen”, zei ik tegen Joep “wij zijn er klaar voor en hebben ons huiswerk gedaan”.

Weert

De vooruitzichten waren veelbelovend. Nauwelijks wind en uit de noordhoek. Temperaturen rond de 25 graden. Geen beren op de weg. Jammer genoeg zat er een addertje onder het gras. Er was in het zuiden veel bewolking en daar hadden weinigen rekening mee gehouden. In de aanloop naar de vlucht zat het al tegen. Op donderdag begon mijn overdrukhelm kuren te vertonen. Veel gepiep van in mijn ogen overbodige elektronica en telkens dienst weigeren. Ongemerkt kwam ik daardoor in contact met duivenstof. Mijn slijmvliezen raakten geïrriteerd en al snel begon mijn stem te haperen en begon ik te hoesten. De reservehelm deed evenmin wat ie moest doen en een telefoontje naar John Freriks (Koudijs) was mijn laatste reddingsboei. John, die zelf geplaagd wordt door nierfalen en alles wat daar bij hoort, is servicegericht. Ooit zei hij mij, dat ik de trouwste Koudijsklant ben, maar zo behandelt hij mij ook. Een half uur later stond hij al aan de deur met een reservehelm plus oplader. Betere en snellere service kun je niet wensen. Chapeau John en Fiona!  “Steeds Verder” biedt de mogelijkheid om een volle mand voor de liefhebber exclusief te reserveren. Mits je 25, 50 of een veelvoud inkorft. Dat leek me een goed idee. Voor José 25 stuks en voor mezelf 50. Dan komen je duiven niet in direct contact met andere duiven en reduceer je de besmettingskansen. Ik zou zo vier duiven van José en zes stuks van mezelf thuis houden als reserve voor de volgende vlucht. Er zijn altijd duivinnen, die net moeten leggen, of net gelegd hebben. Die hou je vanzelfsprekend thuis. Ook “Carolien” mocht thuis blijven. Carolien Pasman, de echtgenote van fondspeler Wilfred, gaf me enkele weken geleden een duifje op, dat graatmager was. Een echt “scheermes” en vel over bot. Vaak zijn zulke duiven afgeschreven, maar mijn “Carolien” was wierig en had eetlust en dat is bemoedigend. Ik denk, dat ze het redt en we er net op tijd bij waren, met dank aan dierenvriendin Carolien Pasman. De “Carolien 606” mocht nu nog een weekje aansterken. Zaterdagochtend liet ik de thuisblijvers vroeg uit. De gedachte was om ze flink te laten trainen en uit dit clubje twee “lokkers” te kiezen. Het liep allemaal anders dan gepland. Ik had elf thuisblijvers i.p.v. tien. Zag er één over het hoofd. Ze trainden zaterdagochtend zo enthousiast, dat ze waarschijnlijk achter vluchtduiven zijn aangevlogen. Eentje is er nog steeds weg en het nestbroertje arriveerde ’s avonds na het afslaan van de klok. Rini, Jaap en Sander wisten, dat er nog enige duiven op het hok ontbraken en dit zorgde voor verwarring en een vervelende samenloop van omstandigheden. Rond half één waren alle ogen gericht op Kwatta. Enkele minuten later was er ineens een duif, die enkele rondjes maakte en toen op de klep dook. Met mijn hese stam probeerde ik het enthousiasme van de teamgenoten te temperen.. Het systeem piepte niet, dus was het een “thuisblijver” was de gedachte. We hebben veel vetblauwen en die lijken allemaal sprekend op elkaar. Enkele minuten later andermaal een duif en weer geen piepje als teken van herkenning. “Dat ze net thuiskomen als de vluchtduiven arriveren”, is hinderlijk. Bij de volgende duif andermaal geen piepje, maar nu wist ik zeker, dat het een vluchtduif betrof. Het was onze zilvervale. Ik haalde de duif uit het hok en hield de chip boven de antenne, maar er gebeurde niets. Dan slaat de paniek toe. Geen enkele duif werd herkend! Dan gaat er van alles door je heen, want je weet dat je een eventueel kampioenschap met zo’n scheve schaats wel kunt vergeten. Sander haalde de module meerdere keren van de console, maar dat veranderde niets. Ik haalde een schroevendraaier uit de schuur en begon met de moed der wanhoop antenne’s los te draaien. Met het eindstopje in de zesde antenne begon de reanimatie vruchten af te werpen. We hebben vervolgens enkele duiven handmatig over de antenne bewogen, vooral omdat al snel duidelijk werd, dat het geen “makkie” zou worden. Sander, Rini en Jaap stonden als drie geslagen honden bij elkaar. Wat een prachtige vluchtdag leek te worden, draait uit op een enorme afknapper. De door Jaap meegebrachte gevulde koeken van bakker Bril kunnen de pijn en teleurstelling niet compenseren. ’s Avonds is goed tweederde op de thuisbasis teruggekeerd. Op de club was de schade zo mogelijk nog groter. Toch was er een lichtpuntje. Ben Besselink, een bijna tachtigjarige, alleengaande oud-onderwijzer, had het er met 15 van de 19 thuis, goed afgebracht. Ben kwam van de opgeheven Bathmense postduivenvereniging en had een lastig jaar achter de rug. “Ben, je zit me dik voor en bent met 15 van de 19 thuis, spekkoper! “Dit heb je verdiend”. De volgende ochtend meldde hij op de clubapp, dat twee van de vier achterblijvers op de thuisbasis teruggekeerd waren. Bij ons waren er ook twee retour, maar ook nog een twintig onderweg.  Twee onderwijzers bij elkaar, maar andermaal was Ben in de uitblinkersrol. “Goed bezig”, zou Ilja Gort zeggen. Dat zit wel “snor”, dacht ik bij mezelf.

Relatief

Hoewel ik me het weekend heel anders had voorgesteld, ben ik inmiddels goeddeels over de teleurstelling heen. Het kampioenschap is geen item meer. Daar heb ik de zolder mee vol liggen. We kunnen ons nu richten op een mooie uitslag. Als duivenliefhebber gaan me de duifjes aan het hart, die nog onderweg zijn en die we waarschijnlijk nooit meer terug zien. Aan sommigen was ik echt gehecht. José had zo’n mooi klasje. Van de dertig, waren er nog 29 aanwezig. Ze luisterden goed en vormden een echte eenheid. Ineens is de sfeer op het hok weg. Blijkbaar moesten “de knupkes er eerst op” in de bewoording van wijlen Martin Geven.  Martin stierf 1 juni 2016. Ik ben net als Martin van 1952. Hij van november, ik van december. Voor Martin was het negen jaar geleden einde oefening. Wij kregen sindsdien de kans om nationaal kampioen te worden en de beste Nederlandse Olympiadeduif te spelen. Dan moet je niet zeuren, als de klok het begeeft, of dat je op een andere manier een draai om de oren krijgt. Alles is betrekkelijk of relatief. Ik heb het weekend van me af geschreven. Sando en Johan hebben de eer van Voorst met verve verdedigd en volgende week beginnen we allemaal weer met frisse moed. Weliswaar met pijn in het hart en met zere ogen van het getuur op het beeldscherm, maar vrolijk gaan we verder. “Morgen gaat het andere been eraf”, zou vader Ernst zeggen. In gedachten zie ik die andere kolenboer uit Emst knikken met een glimlach. Karel Tellegen. Mist beide benen, maar is nog steeds duivenmelker. Een uitstervend ras, die kolenboeren!  (wordt vervolgd)

P.S. Tijdens het maken van deze aflevering zijn er rond 13 uur nog twee duifjes retour gekomen. Als duivenliefhebber krijg ik daar een kinderlijke vrolijkheid van. Gelukkig, daarom heb ik nog steeds postduiven. (wordt vervolgd)