Monthly Archives: september 2025
Kwinkslagen, kweekwaarde en kwekkoe (13)
Kwinkslagen, kweekwaarde en kwekkoe (13)
Realiteit
Honderd jongen kweken, vier bijhalen met afwijkende ring en dan voor inkorving van de laatste vlucht slechts veertig duifjes beschikbaar hebben, waarvan er plm. 25 inzetbaar zijn. Tien procent kweken we voor de kromsnavel. We weten niet beter. Aan huis verspeelden we eigenlijk nauwelijks een duif, maar met africhten, maar vooral op de prijsvluchten, raakten we zo’n vijftig duiven kwijt. Dat is niet grappig en voor mij onverklaarbaar. Op de eerste prijsvlucht verspeelden we duiven, maar op de volgende acht vluchten voor jonge duiven, bleven we junioren verspelen. Dan is er iets niet in de haak. Heeft het te maken met de breedte van ons vlieggebied? In regio NoordOost van de GOU, verbazen we ons over het concoursverloop in regio NoordWest. Hogere snelheden, vlotter concoursverloop en veel meer duiven. De duiven van NoordWest hebben een andere vliegroute. Die vliegen in mijn beleving met het Veluwemassief aan hun rechterzijde door de Gelderse Vallei. De duiven van regio NoordOost zullen, bij het opdoemen van de Veluwe, de IJsselvallei opzoeken en de Veluwe aan hun linkerzijde zien. Bij wind van achteren zullen de duiven op grote hoogte vliegen en zich minder bekommeren om het landschap. Vliegen de duiven in een meer westelijke koers, dan zullen de duiven van NoordWest nauwelijks hinder ondervinden van het Veluwemassief en vrijwel rechtstreeks op zoek gaan naar de thuisbasis. In regio Noord van de GOU is de uitslag van regio NoordWest zo ongeveer hetzelfde als de uitslag van GOUNoord. Incidenteel naderen de duiven van GOU Noord de Veluwe vanuit meer oostelijke richting en dan hebben de liefhebbers in NoordOost kans om zich fatsoenlijk te klasseren. De duiven van NoordWest zullen dan een omweg maken om in hun gebruikelijke vlieglijn te komen en verspelen zo kostbare tijd. De vorige keer had ik het over de nationale topper in regio ZuidOost, die uitblinkt in eigen regio, maar op de totaaluitslag zichzelf terugvindt achter de 37e duif van een topspeler in NoordWest. In de uitslag van vorige week hetzelfde beeld. De nationale topper in ZuidOost speelt ijzersterk in eigen kring en regio, maar komt er in de totaaluitslag van de GOU niet aan te pas. Dezelfde “angstgegner” uit NoordWest heeft er plm. twintig voor hen op de uitslag. In een stad als Deventer gooiden de laatste liefhebbers enkele weken geleden met de junioren al de handdoek in de ring. Ze komen er tegenover regio NoordWest niet aan te pas en verspelen hun junioren bij bosjes. Niet bevorderlijk voor het spelplezier en voor het opbouwen van een ploegje jaarlingen!
Oorzaken
De één verspeelt meer junioren, dan de ander. Dat is een waarheid als een koe. In Gietelo verspeel ik wekelijke te veel duiven. Ze komen de volgende dag ook slecht na. Gewoon een feit. Dan ga je zoeken naar oorzaken. Met clubvoorzitter Sven had ik het vorige week over te droge hokken. Een luchtvochtigheid van rond de 65% is ideaal. Te vochtige hokken geven problemen, maar te droge hokken eveneens. Volgend jaar ga ik daar meer aandacht aan besteden. Ik probeer mijn duiven zo natuurlijk mogelijk te houden. Daar passen geen medicijnen bij. Toen ik dit jaar vanaf het begin veel duiven verspeelde, begon ik te twijfelen. Zou er iets mis zijn met het “kompasje”? Verdwalen mijn duiven, omdat ze in hun kopje niet helemaal helder zijn? Mijn duiven zitten gewoon bij elkaar. Ze rommelen wat en er ontstaan koppeltjes en er komen nestjes. Op een gegeven moment wordt een mens moedeloos. Als van een broedend koppeltje een partner weg blijft, is de neststand voorbij. Soms denk ik, vooral in het begin, dat je scharrelende en broedende duiven nog gemakkelijker verspeelt, dan duiven die aan hun schapje genoeg hebben. Duiven die uiteindelijk na een week, of meerdere weken, retour komen, daar heb je meestal ook niets meer aan. Ze zijn niet helemaal gezond, te mager en ze missen vluchtritme en ervaring. Twee weken geleden deed ik iets, wat lijnrecht tegen mijn visie en principes in gaat. Uit wanhoop bestelde ik iets “tegen de koppen”. Ik was benieuwd hoe de duiven zouden reageren na drie dagen kuren. Het werd vorige week de vlucht met hoge snelheden. Onze duiven kwamen met een omweg uit het noordwesten retour. Hoewel de duifjes van José vlot thuis waren, ging ze er volledig onderdoor. Gisteren was er een kalme zuidoostenwind. Onze eerste duiven kwamen gemotiveerd uit het zuiden. Mijn tweedegetekende begint met een derde plek in de regio en José speelt met haar eerstgetekende eveneens een mooie prijs in kring en regio. Tot zover niks aan de hand. Als ook de “Erna 888” van José het duifkampioenschap veilig stelt in de kring, is er even opluchting. Als ik ’s avonds om 18 uur in de auto stap richting Twello om de module’s naar de club te brengen, zijn er tien van de vijfentwintig thuis. Dat is heel onbevredigend en wederom hetzelfde liedje. Het lek is nog steeds niet boven!
Toekomst
Ik verkeer in de luxe positie, dat ik geen duiven hoef over te houden voor volgend jaar. De doffer, die enkele weken geleden de 1e GOU Noord speelde, hield ik in. Hij gaat naar het kweekhok. De succesvolle nestzusjes van José mogen vanzelfsprekend ook naar het kweekhok en dan resteren er nog twee duivinnen van mezelf, die goed genoeg presteerden om mee verder te gaan. De overige duiven krijgen allen een toekomst elders. Ik wil minder kwekers doorhouden en dan is het prima, dat er slechts vijf duifjes van 2025 door de selectie komen. Enerzijds vind ik het veelzeggend, dat de vijf uitverkorenen “eigen soort” zijn. Dat is ook teleurstellend, want ik ben naarstig op zoek naar “aanpassers”. Dat zijn in de regel duiven van de beste hokken van Nederland. Vaak onbetaalbare kleinkinderen van de absolute toppers. Ik doe er alles aan om er mee te slagen. Dan is het teleurstellend, als dat niet lukt. Ik zeg niet, dat het geen goeie zijn, maar het zijn duiven die op de Veluwe niet aarden en blijkbaar niet bij mij passen. Het is de harde realiteit!
Arie
Vorig jaar maakte ik al kennis met Arie. Een charmante, weldenkende liefhebber, die in Twello inkorft, als de leden van zijn eigen club in Deventer de handdoek in de ring gooien op de juniorenvluchten. Arie speelt uitsluitend met jonge duiven. Als keurmeester houdt hij van mooie duiven en van “kleurtjes”. In de maanden juli en augustus vindt hij het te druk op de weg en op de campings. Dan speelt hij het liefst met duiven. De rest van het jaar trekt hij er met zijn vrouw en camper op uit. Binnenkort gaat hij naar Italië, want Arie en zijn vrouw zijn ook dol op Norfolk terriërs. Daar is een fokkersdag of show en daar willen ze graag bij zijn. Arie speelde dit jaar niet onverdienstelijk. Zijn ’30 was de naaste belager van “888 Erna” van José. Het enige duifje waar Arie mee verder wil van deze jaargang. Helaas zat Arie gisteren laat en keerde zijn favorietje retour na de prijzen met een gebroken pootje. Arie kan relativeren en verwerkt de lichte teleurstelling over de vlucht als een sportman, zoals het hoort. Het siert de positivo, levensgenieter, dierenliefhebber en duivensporter. Tot volgend jaar, dan praten we gezellig verder over onze gevleugelde vrienden en alles wat ons boeit.
Joep
Deze Apeldoornse oud-marechaussee en duivensportman, kwam dit jaar nadrukkelijk in beeld. Hij verloor afgelopen winter zijn vrouw. “We moeten Joep wat extra aandacht geven”, zei een gewaardeerde, gezamenlijke duivenvriend. Daar was ik het helemaal mee eens. We hadden telefonisch enkele keren leuk contact en toen deed Joep het voorstel om samen te gaan africhten. Normaliter maken José en ik van een africhting een fietsdag, maar door de heupoperatie van José kwam daar helemaal niets van terecht. Voor de vluchten reden we enkele keren naar Elst. Ik vertelde Joep, dat ik voor de vluchten liefst drie keer ga africhten vanaf Ravenstein, volgens de “Martin Geven-doctrine”. Joep had daar geen ervaring mee. “Ik wil duiven overhouden en elk jaar ben ik een keer overmoedig en krijg het deksel op de neus. Twee weten meer dan één en ik voel me er goed bij als ik iemand heb, die over mijn schouders mee kijkt, zodat we samen kunnen beslissen, of het verantwoord is”. Zelf vind ik het ook prettig en gezellig, om het africhten samen te doen. Dat kwam dit jaar bijzonder goed uit, want omdat ik veel gewonde duiven had (gelost onder in de duivenwagen, zeggen we gekscherend) en veel duiven die te laat thuis kwamen, of gezworven hadden. Afgelopen woensdag waren we voor het laatst samen in Ravenstein. Joep had na het overlijden van zijn Mieke een leuke afleiding en nuttige missie. Vanochtend belde ik hem op, om hem te feliciteren: natourkampioen en duifkampioen in de kring en … een leuk ploegje ingespeelde jonge duiven. “Ik zag, dat ik mijn doel bereikt had. Ik dacht aan Mieke, wilde het haar vertellen en toen kwamen ineens de traantjes.” Niets menselijks is hem vreemd. Joep wist, dat het in Gietelo niet liep zoals gewenst. Hij informeerde belangstellend naar José en ik kon hem meedelen, dat José aan het wandelen was en, ondanks alles, aangewezen m.f. en 1e asduif jong in de kring geworden was. Volgend jaar hoop ik weer in de Maaspoort te fietsen met José, maar de africhtingen samen met Joep zijn zeker voor herhaling vatbaar.
A.S. Croatia
Sander kwam met het idee. Meedoen aan een One Loft Race. We gooiden het in de groep. Jaap vertelde onomwonden, dat gokken niet zijn ding is en hield de boot af. Albert zag het wel zitten en Rini wilde ook niet achter blijven. Zelf ben ik benieuwd waar onze duiven staan in een internationaal gezelschap en José vond het allemaal prima. Voor een team van zes duiven betaal je plm. 600 euro en doe je het met vijf teamleden, dan zijn de kosten goed te overzien. De keus viel op de race in Kroatië. Enthousiaste mensen, die gastvrij en betrouwbaar over komen. Vorig jaar werd de allereerste versie gewonnen door Peter Voskamp uit Deventer en we zagen dat Oliver Sabol en de familie Eijerkamp ook tot de deelnemers behoren. Eind april stuurden we zes (vet) blauwe duifjes van ons “eigen soort” via een tussenpersoon in Nijverdal naar Kroatië. De organisator zou ze hoogstpersoonlijk ophalen. Inmiddels zijn we twaalf africhtingen en drie “Hotspotvluchten” verder. Van de ruim 900 ingestuurde duiven zijn er nog ruim 400 aanwezig. Ook hier is het overhouden van duiven niet gemakkelijk. Van ons team van zes, zijn er nog vijf aanwezig, die het tot nu toe heel behoorlijk doen. Er komen nog een aantal wedstrijden, waaronder een semifinale van 400 km. , een finale van 500 km. en een race van 600 km. Er wordt gevlogen vanuit Hongarije, Oostenrijk en Tsjechië. Alle duiven op hetzelfde hok, dezelfde verzorging en condities. Wat een verademing. Misschien kunnen onze duiven het helemaal niet aan, maar veel eerlijker dan dit kan niet. Niet ligging en wind bepalen de uitslag, maar de intrinsieke kwaliteiten van de duif. Daar hou ik van. Ik kijk met belangstelling uit naar de komende weken. (wordt vervolgd)
Kweekwaarde, kwinkslagen en kwekkoe (12)
Kweekwaarde, kwinkslagen en kwekkoe (12)
Samenvatting
Kort na de opening van het jongeduivenseizoen, produceerde ik mijn laatste bijdrage. Vanochtend moest ik eerst even spieken, onder welke kop ik mijn schrijfsels ook al weer de buitenwereld in slinger. De eerste vlucht was in juli een memorabele. Een paar echt vroege duiven, die door het elektronisch constateersysteem niet “gepiept” werden. Duiven, die met zichtbare hittestress een kwartier wezenloos voor zich uit keken op het hok in een steeds groter wordende groep en helaas behoorlijk wat achterblijvers. Een “horrorvlucht”. Uiteindelijk kregen we het constateersysteem aan de praat en lieten we wat uit het hok gepakte duiven over de antenne lopen voor wat staartprijsjes, maar wat een afknapper! Jaap, Sander en Rini stonden als geslagen honden op het gazon toe te kijken. Dat beeld bleef me de hele week achtervolgen. Broer Henk, die eigenlijk nooit komt kijken bij een duivenvlucht, piepte er als een dief tussenuit, wetend dat woorden tekort schieten op zo’n moment. Hoewel mijn hart huilde, vooral vanwege de vele achterblijvers en de desolate staat van de thuiskomers, probeerde ik uiterlijk onbewogen te blijven. José troostte me, want ze begreep hoe ik me voelde. “Gisterenavond bij het inkorven, hoorde ik voor het eerst, dat een clubgenoot ongeneeslijk ziek is. Prima kerel en van hetzelfde bouwjaar 1952 als ik. Ook was ik geschrokken van het overlijden van de echtgenote van Willem de Bruin. Dat zijn onomkeerbare en tragische dingen. Duivensport is niet meer dan een spelletje met elke week nieuwe kansen”.
Verliezen
De vluchten kenmerkten zich door wekelijkse verliezen. Na het teleurstellende begin, probeerde ik me te herpakken. Toch kreeg ik de duiven niet, zoals ik dat graag zie. Ik ben maar een simpele ziel, met eenvoudige hokken. In het verleden had ik meestal stro op de zandvloer van een belangrijk deel van mijn hokken. Anno 2025 zitten ze overwegend op metselzand. Kurkdroog in een zomer als deze. Misschien zelfs te droog! Afgelopen donderdag vergezelde ik clubvoorzitter Sven naar de loods in Wezep om de jonge duiven aan te voeren. Hij begon spontaan te vertellen over te droge hokken, waar jonge duiven rode neusjes krijgen en uitgedroogde slijmvliezen. “Mijn vader Frits heeft zijn hokken niet in orde en hij experimenteert met hygrometers en automatische verneveling. Zelf heb ik natte doeken in mijn hok gehangen en sindsdien gaat het beter.” Sven is een jonge gast. Druk met het verbouwen van zijn woning en de opvoeding van twee spontane en levendige zoontjes van 6 en 4. Timmerman en bouwvakker in hart en nieren en gespecialiseerd in monumentale bouw en tevens leermeester. Ik vertelde Sven, dat veel mensen hem als klein ventje irritant vonden. Een druktemaker met a.d.h.d. en overenthousiast. “Dat weet ik maar al te goed en dat herken ik ook bij mijn jongens. Zelf heb ik veel gehad aan de scouting. Daar heb ik veel geleerd. Samen met Esmee proberen we onze jongens zo goed mogelijk op te voeden. De oudste krijgt een eigen duivenhokje, waar hij zelf alles mag regelen. Esmee neemt ze mee het moestuintje in om ze te laten ontdekken hoe het werkt in de natuur. En natuurlijk willen ze net als papa met gereedschap aan het werk en dingen maken.” Ik geef Sven een welgemeend compliment. Je bent van ver gekomen, hebt je goed ontwikkeld, bent voorzitter en secretaris van de duivenclub, een gewaardeerd en gepassioneerd vakman en met Esmee goed bezig met het opbouwen van een toekomst voor jullie jonge gezin. Mooi om te zien, hoe hij dit jaar voor het eerst goed presteert met zijn junioren, zijn kinderen daar bij betrekt en zich verdiept in voeding, erfelijkheid, hokklimaat en alles wat de duivensport boeiend maakt! Via het ritje van en naar Wezep, ben ik aan het denken gezet over het hokklimaat in Gietelo! Volgend jaar hang ik zonodig de was op in het hok!
Teleurstelling
Als dingen niet lopen zoals je graag ziet, je wekelijkse verliezen hebt bij de junioren en er niet de vinger achter krijgt waarom ze wegblijven, dan ga je piekeren en zoeken naar oorzaken. Zelfs één van mijn compagnons wilde de oorzaak al zoeken op het kweekhok, waar hij de verantwoordelijkheid draagt. Soms krijg je een bemoedigend appje of mailtje van een collega-duivenhouder, maar die zijn op de vingers van één hand te tellen. Het is als in de natuur. Bij de edelherten wordt de belangrijkste en sterkste bok uitgedaagd door jongere bokken, die de leiding over willen nemen. Veertigers uit de buurt met veel toewijding en passie, als Sando Verbeek, Johan Gijsberts, Bob van Zeist, staan te trappelen om de rol van zeventiger en “oude bok” Wagenaar over te nemen. Daarvan ben ik me heel bewust. En dat gaat ook gebeuren. Maar ik ben koppig en genoeg sportman, om dat niet zonder slag of stoot te laten plaats vinden. Gelukkig zijn het sportieve knapen en gaan we op een gezonde manier om met elkaar. Toch houden we elkaar in het oog en soms heb je daar steun aan. Zoals afgelopen zaterdag. We vlogen Soissons met de jonge duiven en Hirson natour. De duiven gingen na het middaguur los en er was een behoorlijk zuidwestelijk briesje. Ik waarschuwde mijn teamgenoten vooraf. Als ze boven de honderd km. per uur vliegen, wordt het een fiasco. Dan komen de duiven uit alle richtingen retour, behalve uit de goeie richting. De bekende en invloedrijke A.S. schrijft vaak, dat bij hoge snelheden de duiven met het beste kompasje naar voren komen. Mogelijk geldt dat voor oude duiven, of voor een relatief smalle vlieglijn, maar in Gietelo kan ik me niet één goeie uitslag herinneren bij “waaivluchten”. Veelal zijn de liefhebbers op de grootste afstand spekkoper met hoge prijspercentages en vroege duiven. Ik zal mezelf niet als voorbeeld nemen, maar Lorena Gijsberts uit Voorst. Achter deze naam gaat Johan Gijsberts schuil. Eén van de beste jonge duivenspelers uit regio NoordOost van de GOU. Vorige week speelde hij op de natour de eerste prijs in de regio met een jonge duif. Met dezelfde jonge duif speelde hij een week eerder ook de eerste prijs in de regio. Ook met de jonge duivenvluchten speelt hij wekelijks aan de kop in kring en regio. Door kortstondig compagnonschap met Marcel Sangers, investeringen bij Eijerkamp en inbreng van het beste uit zijn kennissenkring, heeft hij zowel naam als faam op zijn hokken. Duiven met faam verdienen overigens zijn voorkeur. Naam is goed voor de commercie. Gisteren begon hij voor zijn doen veel te laat en maakt maar vijf schamele prijsjes (37 mee). Sando Verbeek, die op de hokken van Lorena kijkt en omgekeerd, maakt met hangen en wurgen één staartprijsje (10 mee). In Gietelo, de voorstad van Voorst, ging het niet beter. Twee weken geleden 1e GOU Noord, vorige week 1 (Freek) en 2 (José) in de kring en gisteren ging José er volledig onderdoor. Ze had alles thuis en haar duifjes arriveerden kort na elkaar, net buiten de prijzen. Dan ervaar ik op zo’n moment troost, als ik de uitslag van de andere Voorstenaren bekijk.
Soort
Zijn er duiven, die specifiek met wind van achteren furore maken? Die zijn er inderdaad. Voorstenaar Toon Waanders, die nog wel een paar duifjes voor de aardigheid houdt, maar als tachtiger niet meer meedoet aan prijsvluchten, had ooit een fondduif, die het op de overnachting prima deed met wind van achteren. Ook wijlen Gerrit Ilbrink had ooit een “waaiduif”, die alleen met wind van achteren furore maakte. Bij mijn club “Steeds Verder” is het verschil in afstand tussen mij en Bertus ongeveer vijftien kilometer. Bertus heeft veruit de grootste afstand. Voorheen was dat Jan uit Terwolde, die ongeveer 10 kilometer meer afstand heeft t.o.v. Gietelo. Jan en Bertus zijn serieuze liefhebbers. Beiden hebben niet echt een eigen stam. Bertus houdt niet van zelf kweken en scharrelt zijn duiven overal en nergens op. Jan maakt er geen geheim van, dat hij goed is met duiven van compagnon Albert. Bij harde zuidwestenwind was voorheen Jan favoriet in de club en tegenwoordig Bertus. “Heb je de netten al gespannen bij de IJssel”, roept ons nieuwbakken lid Marco al bij voorbaat. Hij plaagt Bertus graag en die reageert daar wonderwel positief op. Bertus lacht dan zuinig en weet dat hij moeilijk te kloppen zal zijn in de club. Het zit niet in soort, maar puur in de omstandigheden. Wie op de brug bij Heteren over de Rijn rijdt, komt vanuit het vlakke uiterwaardenlandschap ineens in het “hooggebergte” van Nederland. Dat blijft een mooi aanzicht. De Zijpenberg is in feite een met hormonen behandelde molshoop en de Posbank een in de IJstijd ontstane stuwwal. Feit is, dat onze postduiven er ontzag voor hebben. Die duiken linksaf de Gelderse Vallei in of zoeken rechtsaf de IJsselvallei. Mogelijk is het bosgebied dat de Veluwe vormt, bij flinke wind van achteren geen obstakel. Duiven vliegen dan op grote hoogte gewoon over het gebied, dat ze normaliter mijden als de pest. De verhouding GOU NW tegenover GOU NO is qua aantallen momenteel 5:2. Ondanks west in de wind hebben de duiven van NoordWest zwaar de overhand. Volgens sommigen heeft dat met kwaliteit te maken. Kwaliteit van liefhebbers? Van duiven? Van ligging? Ik denk er het mijne van. Ik herinner me een uitslag van de GOU. Eén van de beste liefhebbers van Nederland speelde een week eerder meerdere duiven op Teletekst. Een week later bekeek ik opnieuw de uitslag om te zien hoe die er nu uit zag. Het was die week op zaterdag zuidoostenwind. In de eigen kring was het “business as usual”: 1, 2 ,3, 5, enz. Ik hield de gemaakte snelheid van de winnende duif in gedachten en bekeek de uitslag van de totale GOU. Bij de eerste honderd niet te vinden. Bij de eerste duizend evenmin. Ergens rond plek 1200 zag ik de naam. Boven hen stond een liefhebber aan de boorden van het IJsselmeer, die net zijn 37e duif geconstateerd had. Ik verzin het niet. Dan zakt toch je broek af!
Afwijking
Er zijn meerdere liefhebbers, die altijd op zoek zijn naar beter. A.S. was in zijn goeie jaren en mogelijk nog steeds, op zoek naar nog beter. Ook Willem de Bruin ging vaak met Ad naar België op zoek naar de beste duiven. Pieter Veenstra doet het, Gerard Koopman, André en Bert Leideman en talloze anderen. Ook Bas en Gerard Verkerk hebben hun basis van duiven van gebr. de Wit niet zuiver gehouden, maar talloze versterkingen gezocht en gevonden bij topliefhebbers, door samenkweek of aankoop van asduiven. Stilstand is achteruitgang en het zoeken naar beter was soms een hobby binnen de hobby. Hans en Evert Jan Eijerkamp behoren tot de bekendste postduivenliefhebbers ter wereld. Ze hebben de beste duiven, de beste verzorgers, de beste medische begeleiding en een toplocatie aan de boorden van de IJssel. Toch zijn ze in binnen- en buitenland steeds op zoek naar de ultieme duif. Ook bij de nationale top haalden ze duiven. Bij Koopman, de Bruin, bij “Bassie”, bij Bert & André, bij Bakker en vele anderen. Eijerkamp is heel transparant. Wekelijks worden de uitslagen gepubliceerd, ze zijn real-time te volgen en de afstamming van elke aangekomen duif komt in beeld met alle wetenswaardigheden, plus foto’s. Ik bezoek hun site wekelijks, bekijk hoe ze gepresteerd hebben en ben benieuwd met welke duiven ze successen boeken. Als eenvoudige liefhebber vergaap ik me aan duizelingwekkende aankomsten. Ik wil weten, met welke duiven er gevlogen wordt en wat die presteren. Dat is leerzaam, te meer omdat ik zelf voor zeker 90% met duiven van Eijerkamp en hun nazaten vlieg.
Afwijking (2)
Zelf ben ik ook altijd op zoek geweest naar beter en nog steeds laat ik een buitenkansje niet lopen. Door goede contacten kon ik in het verleden duiven testen voor derden en beschikken over nazaten van duiven, afkomstig van de nationale top. Dat is erg leerzaam, interessant en soms ontluisterend. Wat is de intrinsieke kwaliteit van hun duiven? Soms liep me het water uit de mond, bij het bekijken van stamkaarten van nieuwe aanwinsten. Dat kan niet kapot, dacht ik dikwijls op voorhand. Helaas kon het wel degelijk kapot. Bij ons gaat alle opsmuk eraf. Geen medische begeleiding, geen hygrometers, verwarmingsplaten of ventilatoren. Een dorp, waar in het verleden op duivensportgebied nooit iets noemenswaardigs gepresteerd is. Gewoon kruisen met het beste en kijken wat er van alle bombarie overblijft op de jonge duivenvluchten van de GOU. Mijn ervaring met jonge duiven over vele jaren? De beste junioren komen uit de duiven, die op eigen hok na bikkelharde selectie en simpele verzorging het mooie weer maken. Duiven, die bewezen hebben bij mij en mijn verzorgingssysteem te passen. Alle mooie namen ten spijt! Het duifje, dat momenteel bovenaan staat in onze kring, de ‘888 op naam van José, ondanks falend constateersysteem op de eerste vlucht en José, die er gisteren volledig onderdoor vloog, is een duifje uit de 1e asduif kring van 2021. De duif, die twee weken geleden 1e GOU Noord vloog, is een zoon van de 1e asduif 2022, die in dat jaar ook 1e GOU Noord vloog. De moraal van dit verhaal: heb je goeie duiven, die jou plezier verschaffen en bij jou passen, wees er dan zuinig op. Dure aankopen moeten eerst bewijzen, dat ze beter zijn! Zelf hebben we elk jaar wel een koppel, waar zo veel beroemde winnaars, Olympiadeduiven en internationale toppers in verweven zijn, dat we ons laten verblinden en er soms wel tien jongen uit kweken met behulp van voedsters. Negen van de tien keren, komen we van een koude kermis thuis en toch blijven we dromen. Het is inderdaad een afwijking, maar als we niet meer mogen dromen, kunnen we beter stoppen.
Kleurtjes
Sander is gek van kleurtjes en heeft steenrode, pikzwarte en spierwitte voedsters. Jaap is dol op schimmels, Rini vindt rood mooi en Albert heeft niks met “anonieme blauwen”. Zelf vind ik kleur ook mooi, maar alleen als ie goed vliegt! Afgelopen seizoen hadden we enkele zwarten, maar die hebben zichzelf al uitgeselecteerd. Echt jammer, want ik zie ze zo geerne. Dit jaar lap ik op woensdag vanaf Ravenstein. Geen overbodige luxe met talloze gewonde duiven en duiven, die soms dagen of weken op de dool waren. Dit jaar doe ik dat samen met Joep. Hij kwam er afgelopen winter alleen voor te staan na het overlijden van Mieke en hij zocht en vond zijn troost bij de duiven. We spreken af met het zicht op de Maas, lossen onze duiven mand voor mand en drinken dan samen een bakkie, dat door José met liefde gezet is. Joep liet me enkele weken geleden een steenrode jaarlingdoffer zien. “Mijn beste jaarling”, zei hij met enige trots. “Als je er een steenrooie uit kweekt, hou ik me aanbevolen”, antwoordde ik gevat. “Dan hebben we een deal”, zei Joep lachend. Samen africhten is leuk en gezellig en levert zo ook nog iets op. Afgelopen week stuurde Joep een foto van een steenrood stoppeljong. Als alles goed verloopt zetten we het duifje tegen een ingeteelde blauwe van onszelf, in de hoop dat we eindelijk de (vet)blauwe overheersing gaan doorbreken. Maar …. kwaliteit gaat boven kleur. Een steenrode is voor mij pas mooi, als ie presteert! Of we na de domper van gisteren nog enige kleur aan het bijna afgelopen seizoen kunnen geven, moet komende zaterdag blijken. De wind zit volgens Buienrader de komende veertien dagen vast in de zuidhoek. “Wie het laatst lacht, lacht het best”, zal Bertus denken. En Jan zie ik goedkeurend knikken. “Duivensport, ondanks alles, het mooiste dat er bestaat”, zou wijlen bakker Littink zeggen. Een tevredener en goedaardiger clublid heb ik nooit ontmoet. Succes gewenst en alle winnaars gefeliciteerd en alle verliezers moed en sterkte! (wordt vervolgd)
Archieven
- september 2025
- juli 2025
- juni 2025
- mei 2025
- april 2025
- februari 2025
- januari 2025
- november 2024
- oktober 2024
- september 2024
- juli 2024
- maart 2024
- februari 2024
- januari 2024
- december 2023
- november 2023
- oktober 2023
- december 2022
- november 2022
- oktober 2022
- september 2022
- juli 2022
- juni 2022
- mei 2022
- april 2022
- maart 2022
- februari 2022
- januari 2022
- december 2021
- november 2021
- oktober 2021
- september 2021
- augustus 2021
- juli 2021
- juni 2021
- mei 2021
- april 2021
- maart 2021
- januari 2021
- december 2020
- oktober 2020
- september 2020
- augustus 2020
- juli 2020
- juni 2020
- mei 2020
- maart 2020
- september 2019
- augustus 2019
- juli 2019
- juni 2019
- mei 2019
- april 2019
- maart 2019
- oktober 2017
- september 2017
- augustus 2017
- juli 2017
- juni 2017
- mei 2017
- april 2017
- februari 2017
- januari 2017
- december 2016
- november 2016
- oktober 2016
- september 2016
- augustus 2016
- juli 2016
- juni 2016
- mei 2016
- april 2016
- november 2015
- juli 2015
- mei 2015
- oktober 2014
- augustus 2014
- juli 2014
- juni 2014
- september 2013
- augustus 2013
- juli 2013
- juni 2013
- mei 2013
- april 2013
- februari 2013
- januari 2013
- oktober 2012
- september 2012
- augustus 2012
- juli 2012
- juni 2012
- april 2012
- maart 2012
Categorieën
- 2023
- artikels
- Effen Appen 2019
- flitsen
- focus
- Gietel's Geluk 2020
- Hoop, geloof en liefde 2016
- isendoorn
- Kwinkslagen, kweekwaarde en kwekkoe 2025
- Niet gecategoriseerd
- Nieuws
- Op hoop van zegen 2024
- openhartig
- Ren Frekie, ren 2015
- Uit de Kast 2021
- voorblad
- Voorster Varia 2022
- Zieleroerselen, zotteklap & zever 2017