Monthly Archives: oktober 2025
Kwinkslagen, kweekwaarde en kwekkoe (17)
Kwinkslagen, kweekwaarde en kwekkoe (17)
Kwekkoe
Als je aan je ogen geholpen bent, moet je niet meteen voorover gebogen gaan worstelen in je moestuin. Ben je ook nog aan je knie geholpen, dan moet je helemaal wegblijven van capriolen in je tuin. Het is najaar. Als je normaliter je tuin wat onkruid betreft onder controle hebt, dan zal het in dit jaargetijde op dit vlak niet zomaar uit de hand lopen, als je enige tijd de boel de boel laat. Er ontkiemt wel van alles, maar geen berucht onkruid als kweekgras, dat in de volksmond als kwekkoe wordt aangeduid. Ook geen zevenblad en zeker geen heermoes, dat vooral groeit op zeer arme en verwaarloosde grond. Een brandnetel steekt hier en daar de kop op. Een teken, dat er veel stikstof in de grond zit uit, in ons geval, kippenmest. Ook zuring. Die moet ik t.z.t. diep wegsteken om kwijt te raken. Knopkruid doet het in onze tuin ook goed. De plant met kleine witte bloemetjes zaait zich snel uit, maar is verder vrij eenvoudig uit de grond te trekken, zonder wortels achter te laten. Ik word van wat onkruid in de tuin in deze periode van het jaar niet zenuwachtig!
Kweekwaarde (1)
Gisteren vertelde ik over mijn lievelingsdoffer van 2025. Een duif als “Sander” is de reden, dat ik duiven heb. Daar doe je het voor. Hoe kweek je zo’n duif? De “Cor” is zijn vader. Genoemd naar de jongste broer van Vincent van Gogh. Deze “Cor” is één van de allerbeste duiven, die ik ooit had. Van het kaliber “Garfield” of “Olympic Frank”. Hij won een 5e in de regio, vervolgens een 3e, toen een 1e en als klap op de vuurpijl nogmaals een 1e in GOU Noord, met teletekst. Ongepaard, zonder kunstjes. Zeldzame klasse en Olympiadewaardig in mijn optiek. Zulke duiven heb je maar eens in de zoveel jaar op je hok, als je heel veel geluk hebt. De vader van “Cor” was in 2021 ons beste jong. Deze “Ernst”, genoemd naar mijn vader, won als jong negen keer prijs en werd 1e asduif midfond in de kring. Hij huisde op ons “kasthok”, dat net geplaatst was. Het bijzondere aan “Ernst” was, dat hij altijd rustig in zijn schapje zat en nooit koerde. Soms twijfelde ik, of hij wel een doffer was. Op zaterdag was hij altijd op de afspraak, onder alle omstandigheden. Nooit spectaculair vroeg, maar steevast netjes op tijd. Als een Zwitsers horloge! Ik hield van hem en koppelde “Ernst” aan de enige directe nazaat van “Olympic Frank” in ons bezit. Degelijk en betrouwbaar tegen spectaculair en minder betrouwbaar. Daaruit fokten we in 2022 “Cor”. Zowel asduif als “pointeur”. Natuurlijk hadden we er wat broers en zussen uit, maar die waren van minder kaliber. Voor een doffer als “Cor”, heb je een bijzondere partner nodig. Die hadden we niet meteen op voorraad. Je kunt op internet je geluk beproeven en veilingsites afstruinen, maar of het dat is? Een goeie kun je niet kopen, die moet je gegund zijn. Ik dacht aan het duivinnetje uit dat ene eitje, dat ik van Hans kreeg. Een halfzus van “Zoë”, die bij Eijerkamp- Paalman furore maakte en een onvoorspelbaar indrukwekkende erelijst bijeen vloog. Eerste vitesseduif F.C.I., ik meen genomineerd als beste van Nederland voor de Olympiade. Zeldzame klasse in elk geval. Ons halfzusje van “Zoë” leek me een perfecte partner voor onze “Cor”. Onbetaalbaar, maar gegund! “Freek, ik hoop dat ik nog meemaak dat je er succes mee hebt. Dat gun ik je”, hoorde ik Hans zeggen, toen ik hem bedankte. “Sander” was het resultaat. Hij was zo hoffelijk om de eerste prijs in de GOU aan Eijerkamp te laten. De 1e prijs GOU Noord tegen dik 4000 duiven was mooi zat.
Kweekwaarde (2)
Op de Habru-dag vorige week zaterdag, kreeg Willem de Bruin een vraag uit het publiek over zijn beste kweekduif allertijden. Willem begon een bloemrijk verhaal over allerlei struintochten door België, vaak samen met A.S., naar allerlei snelheidsspelers. Liefst nog niet ontdekt door de massa. “Dat kostte me ook een sportwagen”, liet hij zich gekscherend ontvallen. Bij een zekere Gilbert nam hij een stel duiven mee waarvan er eentje zeer de moeite waard was. “Ik kweekte er wel vijf supers uit op nationaal en WHZB-niveau”. Daarop volgde een ontboezeming, die kenmerkend is voor zijn eerlijkheid. “Op zeker moment ging ik tellen hoeveel nazaten ik uit de doffer gekweekt had. Dat bleken er 204 te zijn. Vijf keer goud en 199 keer blik”. Dat geeft aan, hoe moeilijk het is om superduiven te kweken. “Gilbert” was overigens niet zijn beste kweker. Willem vertelde over een goeie liefhebber uit Gouda, die succes had met duiven, die hij van hem bekomen had. Met de beste duif van deze “Herman” deed Willem een soort samenkweek. Vergelijk het met Leo Heremans en Gust Jansen, die samsam deden met de nazaten van de “Olympiade”. Bij “Herman” duurde het vijf jaar om er een echt goeie uit te kweken. Dit werd “Murphy’s Law”. Deze doffer vloog geweldig en kweekt beter dan zijn vader. “Met elke duivin die ik hem geef, kweekt hij goeie nazaten. Dat heb ik nooit eerder meegemaakt”, aldus Willem.
Kwinkslag
Als je eenmaal een goudader op je (kweek)hok ontdekt hebt, is het zaak “aanpassers” te zoeken en te vinden. Puzzelstukjes. Duiven “die pakken als boter op een boterham”, waarmee je verder kunt. In de loop der jaren werd ik “een fienpreuver” als het om duiven gaat. Ik ben niet snel onder de indruk van een duif van elders. Te vaak had ik duiven op het hok uit andere afdelingen, waarvan de (groot)ouders tot de (inter)nationale top behoren en die in Gietelo geen pier uit de grond trekken. Ik ga geen dingen roepen over “gunstige ligging” e.d., maar ik denk stiekem wel, dat het er mee te maken heeft. Als voorbeeld noem ik Herwin Dikkeboer uit Bathmen. Een serieuze liefhebber, die in het verleden wel in Twello kwam inkorven. Toen zijn vereniging enkele jaren geleden ter ziele ging, dachten sommigen, dat Herwin in Twello lid zou worden. Dat deed hij niet. Hij ging op onderzoek! Hij stapte over naar afd. 9 en wilde zich meer op de overnachtfond richten. Hij behield echter een beperkt aantal snelheidsduiven, die hij speelde op naam van zijn zoon. Wat zie je gebeuren? Bathmen speelde in afd. 8 jarenlang een bescheiden bijrol. Nu hij in afd. 9 speelt, zag ik hem onlangs nog in de duivenkrant als afdelingswinnaar en grootmeester. Op de foto had hij een zonnebril opgezet, maar ik herkende hem natuurlijk meteen terug. Slimme “move”, Herwin. Petje af! Eerst anoniem je prijsjes pakken in het uiterste oosten van afd. 8 en nu in afd. 9 ineens een grote meneer met je laatste vitesseduifjes. Is het niet verstandig, om je fondaspiraties te laten varen? Soms moet je niet op zoek naar andere duiven, maar naar een andere afdeling! (wordt vervolgd)
Kwinkslagen, kweekwaarde en kwekkoe (16)
Kwinkslagen, kweekwaarde en kwekkoe (16)
Revisie
De afgelopen weken zat ik duidelijk in de revisie. Eerst werden beide ogen van een nieuwe lens voorzien vanwege “staar” en afgelopen maandag werd er een nieuwe linkerknie geplaatst. Oogarts dr. Kasernadjo verzorgde de staaroperatie. Hij vertelde bij de eerste controle, dat hij eenentwintig staaroperaties op één dag mag uitvoeren. Lopende bandwerk dus. ’s Avonds had ik nog traanogen en ’s nachts lukte het slapen ook niet geweldig. De volgende ochtend bemerkte ik, dat het zicht duidelijk verbeterd was. Meer details, meer contrast, meer kleur. Een aanrader, als het zicht minder wordt, rijden in het donker twijfelachtig wordt en je de duiven niet meer van ver ziet arriveren. De knie is een ander verhaal. Maandag sprak ik met dr. Driesprong, die de operatie zou uitvoeren. “Bent U gisteren nog naar het bockbierfestival in Zutphen geweest?”. Hij moest lachen. “Maakt U zich geen zorgen. Ik ben er niet geweest en heb vanochtend al drie volledige knieprotheses geplaatst”. Met een ruggenprik werd ik verdoofd. Met een lakentje werd de dokter en zijn team aan mijn gezichtsveld onttrokken. Een assistente van de verdovingsarts, hield me een beetje in de gaten en praatte over koetjes en kalfjes. Een andere verpleegkundige vertelde over een witte duif, die maandenlang in de dakgoot bij haar slaapkamer had vertoefd. Intussen hoor je de zaag en wordt er druk getimmerd en weet je, dat ze lekker bezig zijn. Het is moeilijk voor te stellen, dat jouw been “het meubelstuk” is, waaraan gewerkt wordt. “Gaat het naar wens?”, vroeg ik belangstellend. “Weinig bloedverlies en de prothese zit er al in. Nog vijf minuten naar schatting en we zijn klaar”. Korte tijd later werd het lakentje weggehaald. De laatste handelingen werden verricht, er werd opgeruimd en ik zag, dat de handgreep aan de lamp boven de operatietafel besmeurd was met bloed. Een assistente haalde het plastic beschermkegeltje weg en meteen daalde het slagerijgehalte zienderogen. Ik werd met wat handige hulpmiddelen en vereende krachten overgeheveld naar een bed en naar de “uitslaapzaal” gereden. Daar zag ik weer bekende gezichten. Omdat ik alleen een ruggenprik kreeg, was er van “uitslapen” geen sprake. Het was middag en ik was nog volledig nuchter. Een citroenijsje werkte verkwikkend. Een uur later kwam ik op een zaal met vier patiënten, die door dezelfde arts voorzien waren van een nieuwe knie. Lotgenoten dus. Sommigen waren onder volledige narcose geopereerd en nog wat duf en slaperig, maar al vrij snel kwamen de gesprekken op gang. We werden goed verzorgd en de volgende dag, mocht ik naar huis. Een bijzondere ervaring en nieuwe knie rijker.
HABRU
Twee dagen voor de vervanging van mijn knie, was ik met Sander in Doetinchem. De Habrudag was ons vorig jaar goed bevallen. Hans Bruns is een enthousiaste zakenman, die zijn kwalitatief hoogwaardige produkten onder de aandacht brengt en dit combineert met een concept, dat aanslaat en lof oogst en als “Habru-dag” op de agenda staat van menig duivenliefhebber. De stichting “Bergh in het zadel” is het goede doel. Deze stichting werkt met vrijwilligers en zonder “strijkstok”, waardoor al het ingezamelde geld terecht komt waar het hoort. Met kanker komen we allemaal vroeg of laat in aanraking en één op de vier kinderen met deze verschrikkelijke ziekte sterft aan de ziekte. Hans Bruns en zijn team ondersteunen de stichting met veel enthousiasme en weten dit over te brengen op de bezoekers. Een woordvoerder namens de stichting vertelt de aanwezigen over wat ze doen en vaak is er ook een onderzoeker, die vertelt over bereikte resultaten en nieuwe uitdagingen. Hans slaagt er elk jaar weer in om aansprekende topliefhebbers in het forum te krijgen, die vertellen over hun ervaring en die vragen uit het publiek beantwoorden. Vorig jaar was er een Belgische topspeler, die er bijna een theatervoorstelling van maakte. Dierenarts, annex duivenspeler Stijn Rans, maakte het zo bont niet, maar stelde zeker niet teleur. Zijn landgenoot Baetens kon je eveneens voor een boodschap sturen. De Nederlandse vertegenwoordiging bestond uit de zwaargewichten Willem de Bruin en Evert Jan Eijerkamp. Willem is een natuurtalent, die de gave des woords heeft. Evert Jan heeft hetzelfde enthousiasme als zijn vader. Willem vertelde over het tragische verlies van zijn echtgenote, rond het begin van het spel met de jonge duiven. “Gedurende drie weken kwam ik nauwelijks bij de duiven en het leek, of de duiven het ook even kwijt waren. Toen ik weer de dingen deed, die ik altijd doe en de interesse terugkeerde, herpakten de duiven zich zienderogen”. Vrij vertaald in mijn woorden: het oog van de meester, maakt het paard vet! Willem had het ook over inversie. “Elke dag is er inversie. Alleen bij stevige wind niet. Het is de grootste onzin om (jonge) duiven langdurig vast te houden en laat op de dag te lossen vanwege inversie.” De Belgische forumleden moesten er om lachen. “In België kennen we geen inversie”. Evert Jan Eijerkamp sloot in een vurig betoog aan op het laat lossen van jonge duiven. “Afgelopen jaar volgepropte vrachtwagens, late lossingen, chauffeurs, die niet wisten, hoe ze de ventilatoren moesten bedienen, grote hitte in de wagens, zuurstoftekort en grote verliezen. We gaan een dag organiseren, waar we vervoerders, bestuurders e.d. bijeen brengen om te leren van elkaar. De verschillen in kwaliteit van vervoer zorgen voor oneerlijke concurrentie. De grote verliezen met jonge duiven zijn een ramp voor onze duivensport”. Voor mij was de Habrudag geslaagd en laten we hopen, dat er wederom een fantastische opbrengst is. Hans en medewerkers, doe zo voort!
O.L.R.
De vorige keer had ik het over de One Loft Race AS Croatia, waar we zes duifjes voor reserveerden. Er werden 913 duiven aangeleverd. Voor de finale van 505 km. werden 282 duiven ingekorfd. Daar onder vier van ons. Uiteindelijk bereikten 210 duiven de thuisbasis. Het is duidelijk een “afvalrace”. Toen we de duifjes moesten afleveren, hadden we een leuk ploegje speenklaar voor “bonnenkopers”. Uit deze groep pakten we zes junioren uit zes verschillende koppels. Toen we ze uitzochten, hadden we voorkeur voor duivinnen. Intuïtief. Verder hadden we met ons huidige team geen ervaring in éénhoksraces. We wilden gewoon weten, wat zoiets inhoudt en waar we staan in een internationaal gezelschap. Alle duiven dezelfde verzorging, dezelfde thuisbasis. In principe gelijke kansen. Tijdens de “Hotspot-vluchten” deden onze duifjes leuk mee. Als de snelheden rond 1200 meter p/m bedragen, krijg je vluchten, die nog enigszins vergelijkbaar zijn met de vluchten, zoals wij die kennen. In Kroatië vlogen de duiven vanuit het noorden. Gelost in Hongarije of Oostenrijk en op de verste vlucht vanuit Tsjechië. Vaak was het warm en hadden ze de wind op de snavel. Dan haalden de eerste duiven amper 1000 mtr. p/m en werd het een uitputtingsslag met overnachting. We hebben geen fondduiven en als het heel zwaar ging, kregen onze duiven het extra moeilijk. Met een vijfde en vierde plek, grepen we op twee Hotspotvluchten net naast het prijzengeld, maar het gaf de burger moed. De finale werd vervlogen vanaf Tsjechië over 505 kilometers. De temperatuur was gematigd, maar de wind blies kalmpjes op de snavel. Het zou geen “makkie” worden. We hadden geen idee, wat we er als team van konden verwachten. Toen de eerste drie duiven als trio arriveerden, zag ik, dat er een duifje van Eijerkamp-verzorger Oliver Sabol bij zat. Ik belde Oliver meteen, om hem te feliciteren. Dat stelde hij op prijs. “My old friend”, noemde hij me. Intussen hield ik de aankomsten in de gaten. De zesde duif arriveerde solo en tot mijn grote verrassing, zag ik, dat het de ’73 van Team Freek Wagenaar was. Gekweekt uit twee rechtstreekse duiven van Eijerkamp. Toen wat later we ook beslag legden op plek 20, werd het helemaal leuk. Een gemakkelijke vlucht werd het zeker niet, want ’s avonds waren er 113 duiven thuis, waaronder onze derde op plek 89. Als team genoten we van onze deelname. Rijk zullen we er niet van worden, want het prijzengeld is bescheiden, maar daar was het ons niet om te doen. Komende winter gaan we onze deelname met het team evalueren. Ik hoor al wel geluiden, dat er volgend jaar meer animo zal zijn. John Romein vertelde me, dat er in zijn vereniging “Zuid Oost” 24 duifjes ingeschreven gaan worden. Betaald en gekweekt door 24 verschillende liefhebbers. “We sturen fond en snelheid in en iedereen zal proberen uit zijn of haar beste duif te kweken. Als we iets winnen, delen we de pot met z’n allen. De aankomst volgen we rechtstreeks met een bbq erbij. Dat zie ik helemaal zitten. Je moet toch iets doen, om de duivensport een beetje gezellig te houden”, aldus de man, die niet alleen qua uiterlijk lijkt op vader Freek.
Lichtpuntjes
Het voorbije seizoen was zeker geen gemakkelijk seizoen. We begonnen meteen met een rotvlucht, waar van alles mis ging. Een haperend kloksysteem en duiven, die helemaal verdwaasd arriveerden. Een te late lossing? Hittestress of zuurstofgebrek in een slechte wagen en op een verkeerde plek in diezelfde wagen? Er is inmiddels van alles over gezegd en ik hoop, dat de lossingsverantwoordelijken nog eens kritisch kijken naar vervoer en lossingstijdstippen en van gemaakte fouten leren. Of die vermaledijde eerste vlucht te maken had met de vele verliezen op de overige vluchten, valt moeilijk te bewijzen. Onze duiven kregen we niet echt meer in het gareel. Er waren enkele lichtpuntjes, waardoor we niet voortijdig afhaakten, zoals bijvoorbeeld de liefhebbers uit Deventer. José had twee nestzusjes, die zich van geen enkel gekrakeel bewust waren en gewoon prima presteerden. Het mooiste moment beleefden we echter op de verjaardag van compagnon Sander. De duiven op de eerste midfondvlucht Soissons kregen pas in de middag de vrijheid. Op ons hok speelde een “lovestory”. De week voor Soissons keerde een vaal duivinnetje pas na het afslaan retour. Ze zat zwaar in de kreukels en voer en water liepen via haar borst ongehinderd naar buiten. Het was duidelijk, dat er naald en draad aan te pas moest komen. José helpt me op zulke momenten steevast. Ze was echter geopereerd aan haar linkerheup en was te moe om te assisteren. “Laten we het morgenvroeg doen, dan zie je het ook beter”. Ik ging akkoord en de volgende ochtend ledigde ik met mijn wijsvinger de voerrestanten uit haar kropje en begon de binnenkrop dicht te naaien. Het beestje gaf geen krimp, ook niet toen ik alle veertjes in de omgeving van de wond begon weg te trekken. Ze leek op een aasgier en zag er niet uit. Toen ik ook de opperhuid aan elkaar gezet had, zette ik haar in de ziekenboeg. José had er weinig vertrouwen in en dacht, dat ze zou sterven. De volgende dag at ze weer wat rijstkorreltjes en toonde zich opvallend wierig. Haar doffer en tevens mijn absolute favoriet, treurde tussen de jonge duiven. Hij miste zijn vriendinnetje oprecht en keek ook niet naar andere duivinnen. Het verhaal van Romeo en Julia in optima forma. José houdt van romantiek. Normaliter houdt ze zich niet met de duiven bezig, maar nu was ze heel betrokken. “Hoe gaat het met het vaaltje en hoe gaat het met haar vriendje?” was elke ochtend de standaardvraag aan het ontbijt. Op woensdagochtend hing het vaaltje aan het gaas. Ze wilde naar haar “Romeo”, daar bestond geen twijfel over. Mijn “Favoriet annex Romeo”, was nog steeds van slag en zocht zijn “Julia”. Ik vertelde José, dat ik ze een uurtje voor de inkorving op donderdag bij elkaar zou laten. Er was één onzekerheid. Zou de doffer zijn geopereerde en toegetakelde “aasgiertje” nog wel herkennen en accepteren? Ik was, net als José, benieuwd, maar de liefde tussen de twee was zo sterk en de blijdschap tijdens het “rendez vous” zo groot, dat ik bijna tranen in de ogen kreeg. Toen we op zaterdagavond zaten te wachten op de duiven, vertelde ik Rini over de “lovestory”. We waren met z’n tweeën. Jaap had zijn vriendin uit de polder op bezoek en Sander vierde zijn 51e verjaardag. Rini zette twee gemakkelijke stoelen op het gazon en zat al voortdurend in de lucht te turen. Hij had er duidelijk zin in. Ik was benieuwd naar het verloop op de kortste afstand. Op zeker moment stond de eerste melding in de Betuwe op de meldpagina. Ik begon te rekenen en vertelde Rini, dat hij zich nog wel even kon ontspannen. “Als we om half acht een duif klokken, doen we mee voor de eerste prijs in de GOU”, beloofde ik hem. Rond vijf voor half acht keken we beiden gespannen in de lucht. Ineens viel met een ereronde en sierlijke boog onze favoriet op de klep. Hij was gemakkelijk te herkennen aan een aantal witte staartpennen en het was nog net geen half acht! Omdat Sander er niet was, moest ik de duif zelf melden. Al snel verscheen hij als eerste op de meldsite in GOU Noord en dan steekt er toch iets van euforie de kop op. “Hij deed het voor zijn liefje”, zei José meteen. “Net zo’n klasbak als zijn vader, die ook een eerste GOU Noord speelde”, zei ik tegen Rini. Vijf minuten later had ik Sander aan de lijn, om hem het heuglijke nieuws te melden. Een mooi verjaardagscadeau! Het zal U niet verbazen, dat we de duif naar Sander hebben genoemd. We hadden een rotseizoen, maar de overwinning van “Sander” met de bijbehorende “lovestory”, zorgt toch voor een sprankelend lichtpuntje en een mooi verhaal. Niets is zo sterk als echte liefde! (wordt vervolgd)


Kwinkslagen, kweekwaarde en kwekkoe (15)
Kwinkslagen, kweekwaarde en kwekkoe (15)
AS Croatia
Vandaag is de finale van deze One Loft Race. De duiven zijn om 8.30 uur gelost in Tsjechië en komen over Oostenrijk en Slovenië naar hun thuisbasis in Kroatië. Precies 282 duiven in de race van de oorspronkelijk 913 duiven, waarmee begonnen werd. Binnen ons team kwam het initiatief van Sander en ik sluit me dan al vrij snel aan. Elk diertje zijn pleziertje. Sander is de jongste binnen ons team en nieuwe ideeën komen vaak van de jeugd. José mag Sander graag en wilde ook wel meedoen. Albert en Rini sloten zich aan en Jaap had zijn bedenkingen. “Ik ben niet van het gokken”. Mogelijk kijkt hij de kat uit de boom en begreep niet goed wat de opzet was. Met vijf personen betaal je iets van 125 euro p.p. voor een team van zes duiven en dat is te overzien. Bij de Staatsloterij en Postcodeloterij betaal je op jaarbasis meer. Mogelijk was Sander geïnspireerd door het succes van Peter Voskamp uit Deventer, die de eindrace in 2024 won. Resultaten uit het verleden zijn geen garantie voor de toekomst. Het team van Peter sneuvelde al heel snel op het veld van eer in 2025. Mogelijk heeft het te maken met de teneur op zijn hok: 2025 is geen succesjaar voor Peter gebleken en vaak is de kweek dan ook beduidend minder geslaagd. Onze duifjes pasten zich wonderwel aan en 4 van de 6 nemen vandaag deel aan de finale. In de “Hotspotraces” kwamen ze goed voor de dag, met een vijfde plek en een vierde plaats. De top 3 is op die races goed voor 2000, 1000 en 500 euro en als je duifjes dan een fractie van een tel tekort komen voor het erepodium, had je bijna de inleg terug. Op de laatste “Hotspotvluchten” hadden onze duiven het een stuk moeilijker. Grotere afstanden, dertig graden en kopwind zorgden voor extreem lage snelheden. De eerste duiven haalden amper 1000 meter en de meeste duiven haalden dat bij lange na niet. We waren blij, dat ze alle vier arriveerden in de middenmoot of achterhoede, wetend, dat we geen fondduiven hebben. Wat opvalt bij AS Croatia is, dat het in de regel lang nadruppelt. Vaak arriveren er de tweede dag nog meer duiven, dan op de eerste dag. Enkele weken geleden had Oliver Sabol succes op een Hotspotrace. Hij werd toen eerste en ook zijn tweede en derde duif arriveerden toen mooi op tijd. Ik belde hem op, om hem te feliciteren en toen vertelde hij spontaan, dat hij bij Eijerkamp een eigen kweekhok had voor de O.L.-races. “Ik heb overwegend witte duiven en ook de winnaar is een witte. In deze duif zit veel bloed van Falco Ebben”. We zullen zien, wat de finale brengt. Wordt het net als vorig jaar, bij het debuut van AS Croatia, een Nederlandse winnaar? Het weer in ons land is vandaag knudde met veel regen, maar op de losplaats in Tsjechië, in Oostenrijk en in Kroatië is het droog en een graad of 17 met wind draaiend tussen zuidoost en zuidwest. Omdat de duiven vanuit het noorden vliegen, zal het wederom geen “makkie” worden met ruim 500 km. voor de boeg. Voor ons een leuk verzetje op een regenachtige zaterdag en je leert je duiven beter kennen. Hoe houden ze zich staande in een internationaal gezelschap, onder overwegend zware omstandigheden?
Trekrichting
In Gietelo staan in zuidelijke richting een stuk of drie grote eiken op ongeveer 50 meter van ons hok. Duiven, die terugkeerden van de vlucht kwamen jaren aaneen steevast uit dezelfde hoek. Over de kassen van rozenkweker van Dalen in de Hoven, over de Voorsterklei, met als richtpunt de hervormde kerk in dorp Voorst en dan het laatste rukkie richting de rotonde bij bakker Bril. Ze komen dan uit het zuidoosten, links van de eikenbomen, richting hok. Gekscherend zei ik vaak, dat er een denkbeeldig spoorlijntje loopt, waar de duiven zich door laten leiden. In 2024 werd alles anders. Soms kwamen de duiven uit het zuidwesten, rechts van de eiken, maar heel vaak kwamen ze uit alle richtingen. Dan sta je met zes of meer personen te turen in de vertrouwde hoek, links van de eiken en dan is er ineens van achteren een schaduw en verrast de duif de letters. Vooral bij staartwind komen de duiven terug uit noordwestelijke richting. Ik denk, dat het te maken heeft met het overwicht van regio NoordWest. Die duiven komen via de Gelderse Vallei en dan blijkt de Veluwe een hele lastige factor. Als onze duiven via de IJsselvallei komen, arriveren ze via het vertrouwde “spoorlijntje”. Op de kortere vluchten zie je duidelijk een verschuiving van de trekrichting van de duiven. Afgelopen jaar hadden de liefhebbers uit Deventer al spoedig hun buik vol van het spel met de jonge duiven. Ze kwamen er niet aan te pas en hadden veel verliezen. Arie Gossink uit Gorssel kwam op zeker moment in Twello inkorven en dan weet ik, dat Deventer capituleert. Dan moeten we wachten op vluchten met afdelingslossing, waarbij we in Voorst hopen, dat de duiven in de slipstream van de duiven van Eijerkamp via de IJsselvallei zullen arriveren. Op de eerste midfondvlucht met jonge duiven hadden we het geluk, dat een duif van ons waarschijnlijk steun ondervond van de “Helletrein” van Eijerkamp. Het leverde ons de overwinning op in GOU Noord, waar we normaliter zelden of nooit in de buurt komen van de eerste duiven in regio NoordWest. Gisterenavond was ik “op de club”, waar we konden afrekenen bij onze onvolprezen concourspenningmeester Annet Jutten. Henk Boegborn, na Jan de Ruiter het oudste lid van “Steeds Verder”, zat naast me. “Vroeger wisten we al, dat we van die regio nooit konden winnen. In Harderwijk hadden ze de klok volgedraaid en dan zaten wij nog te wachten op onze eerste duif”, aldus Henk.
Indeling
Momenteel zitten we in de transitiefase. Nederland postduivenland, gaat van elf naar vijf afdelingen. Dat is geen overbodige luxe, in een tijd waarin de duivensport vergrijst en zienderogen terugloopt. Bij zo’n transitie spelen allerlei belangen. Het vervoer speelt een rol. De conditie van het wagenpark, het formaat van de manden. Ook zal er gedacht worden, zeker door belanghebbenden, aan de rechten van de principiële zaterdagvliegers. Onuitgesproken blijft het “eigenbelang”. De indeling van de vlieggebieden. Iedereen weet in zijn of haar hart, dat het niet alleen gaat om goeie duiven, maar ook om goeie ligging in de duivensport. We moeten over onze eigen schaduw heen kijken. Hoe maken we de duivensport zo eerlijk mogelijk, met gelijke kansen voor iedereen. Dit laatste is een utopie, maar willen we de duivensport dienen, dan moeten we geven en nemen en niet preken voor eigen parochie en ons laten leiden door egoïsme en eigenbelang. Vorige week sprak ik plaatsgenoot Toon Waanders, tachtig plus inmiddels en alleenstaand. Toon is nog lid van een duivenclub, maar vliegt niet meer mee. Waarschijnlijk is hij nog de enige overlevende van de voormalige postduivenclub “Steeds Sneller” in Voorst. De duivensport bloeide in de jaren vijftig en zestig, maar de club in Voorst werd opgeheven. Reden? In Voorst moesten ze een hoop werk verzetten om de duiven in Zutphen aan te voeren. De belangrijkste reden was echter, dat de liefhebbers in Voorst voor spek en bonen mee vlogen. Ik begrijp dat als geen ander. In 1970 werd ik lid van p.v. “de Hoven” in Zutphen. De liefhebbers in Zutphen klaagden, dat ze niet konden winnen van Eefde. In stadsdeel “de Hoven” klaagden ze, dat ze niet konden winnen van “de stad” en in Voorst klaagden de liefhebbers, dat ze niet mee konden komen met “de Hoven”. In Eerbeek had je toen ook al p.v. “Ons Vermaak”. Deze club deed mee in de C.C.Z(utphen). Ik herinner me, dat ze in Eerbeek nauwelijks op papier konden komen. Als je kijkt naar de ligging op de Veluwe van Eerbeek, dan is dat te begrijpen. In Zutphen wisten ze het heel zeker: “Daar wonen allemaal prutsers en knooiers, alleen die Turkse rijschoolhouder met die gekke naam (Büyücata) zie je wel eens op de uitslag”. In mijn ogen had het alles te maken met trekrichting. Zutphen vloog destijds met Doetinchem. In die jaren een sterk centrum met o.a. Didam e.o. De duiven hadden een meer oostelijke trekrichting en dat kwam goed uit voor Eefde, waar ze bovendien nog enkele minuten toe kregen op Zutphen. Er verhuisden duivenmelkers speciaal voor de ligging naar Eefde! Wat ik er mee wil zeggen is, dat je het nooit iedereen naar de zin kunt maken. Als de indeling zo ongelukkig wordt, dat liefhebbers geen eerlijke kansen meer krijgen, dan haken ze af en keren de duivensport de rug toe (wat in Voorst ooit gebeurde zo’n 65 jaar geleden). Daar moeten de beleidsmakers en bestuurders voor waken. Vechten tegen de bierkaai, houdt niemand vol.
Groenlof
Al vaker had ik het over deze “vergeten groente”. Momenteel heb ik enkele honderden groenlofplanten in de tuin, waar we volop van oogsten. Als rauwkost onovertroffen. Fijn gesneden, met iets citroensap voor het zuurtje. Een yoghurtdressing met knoflook en gember. Verkruimelde walnoten passen er perfect bij, net als tomaten uit eigen tuin en een eitje van eigen kippen. We decoreren het geheel met bloemen van de OostIndische kers, die momenteel volop in bloei staat. Dat eten we in combinatie met pasta of aardappelen en andere groente, minimaal drie keer per week. Het verveelt ons nooit en als het niet flink gaat vriezen, kun je van groenlof genieten tot in de maand februari. Geen enkele andere groente biedt dit: verse salade uit eigen tuin hartje winter. Dat culinaire experts en sterrenrestaurants de groenlof nog steeds niet ontdekt hebben als veelzijdige delicatesse, daar kan ik met de pet niet bij. Groenlof is eenvoudig te verbouwen, zonder bestrijdingsmiddelen en kunstmest. Dat is voor mij trouwens een voorwaarde, want wat niet biologisch te verbouwen is, daar loop ik met een boog omheen. Voor mensen, die zelf tomaten verbouwen, heb ik enkele tips uit eigen ervaring. Zorg voor een dakje boven de tomaten. Phytoftora, een schimmelziekte, ligt anders op de loer als de zomer niet kurkdroog is. Pas ook op met water geven. Ben je te royaal, dan zullen alle rijpe tomaten barsten en dat wil je niet. Tomaat is verwant aan de aardappel. Beiden zijn “kalivreters”. In gezeefde houtas zit veel kali. In mijn tuin steekt in het najaar het onkruid de kop op, omdat je minder schoffelt. Knoopkruid haal ik waarschijnlijk via de paardenmest in huis. Je trekt het gemakkelijk uit de grond en de kippen weten er wel weg mee. Zuring is lastiger te verwijderen en ook de mariadistel, komt via het duivenvoer in mijn tuin terecht. Ik lig er niet wakker van. Heermoes, kweekgras (kwekkoe) en zevenblad, dat is een ander verhaal. Die zie ik gelukkig niet de kop op steken in mijn moestuin. Wel brandnetel. Een indicator voor veel stikstof in de grond. Brandnetels zijn gek op de mest van kippen! (wordt vervolgd)
Naschrift: Onze eerste duif arriveerde vandaag als nummer 6 in de finale race van AS Croatia. Onze 2e klasseerde zich als nr. 20. Op het moment van publiceren waren er 3 van onze 4 terug.
Archieven
- november 2025
- oktober 2025
- september 2025
- juli 2025
- juni 2025
- mei 2025
- april 2025
- februari 2025
- januari 2025
- november 2024
- oktober 2024
- september 2024
- juli 2024
- maart 2024
- februari 2024
- januari 2024
- december 2023
- november 2023
- oktober 2023
- december 2022
- november 2022
- oktober 2022
- september 2022
- juli 2022
- juni 2022
- mei 2022
- april 2022
- maart 2022
- februari 2022
- januari 2022
- december 2021
- november 2021
- oktober 2021
- september 2021
- augustus 2021
- juli 2021
- juni 2021
- mei 2021
- april 2021
- maart 2021
- januari 2021
- december 2020
- oktober 2020
- september 2020
- augustus 2020
- juli 2020
- juni 2020
- mei 2020
- maart 2020
- september 2019
- augustus 2019
- juli 2019
- juni 2019
- mei 2019
- april 2019
- maart 2019
- oktober 2017
- september 2017
- augustus 2017
- juli 2017
- juni 2017
- mei 2017
- april 2017
- februari 2017
- januari 2017
- december 2016
- november 2016
- oktober 2016
- september 2016
- augustus 2016
- juli 2016
- juni 2016
- mei 2016
- april 2016
- november 2015
- juli 2015
- mei 2015
- oktober 2014
- augustus 2014
- juli 2014
- juni 2014
- september 2013
- augustus 2013
- juli 2013
- juni 2013
- mei 2013
- april 2013
- februari 2013
- januari 2013
- oktober 2012
- september 2012
- augustus 2012
- juli 2012
- juni 2012
- april 2012
- maart 2012