Freek’s Focus (9)
Bij ons in de club
Nog een 5 tot 6 weken en het spel met de jonge duiven begint. Sommige liefhebbers in de club zijn al enige weken aan het africhten. Ook hoor ik weer de traditionele verhalen van verliezen aan huis. Dat overkomt niet alleen onervaren liefhebbers, maar ook ervaren rotten en specialisten. Mijn duivenvrienden Martin & Joke Geven bijvoorbeeld verspeelden er vorige week dinsdag 12 aan huis. “Voor het eerst trokken ze weg en meteen loopt het fout af, mede door miezerig weer”, aldus Martin. Gisterenavond was er in ons clubgebouw de mogelijkheid om je duiven te laten enten tegen paramixo. Binnen “Steeds Verder” hebben we een enthousiaste dierenarts als lid die dit verzorgt. In 2009 vloog deze Maurits Bosgoed voor het eerst mee met een beperkt koppeltje jonge duiven op een simpel hokje en het ging helemaal niet slecht. Na in 2001 gestopt te zijn, deed ik dat jaar ook weer voor het eerst mee. De Belgencompetitie was de aanleiding. Naast mijn twee Naturalduifjes van de club, kreeg ik van diverse liefhebbers in totaal 19 jonkies. Ik liet ze maar zo aanrommelen en hele dagen zaten ze in de acacia van de buren. Ik kon ze overal heen brengen, maar als ik thuis kwam met de auto zaten ze met z’n allen al in de boom op me te wachten. Toen ik rond 1 juni naar Deurne in Brabant ging op een zaterdag om wat Barnevelderhanen op te halen, nam ik ze ook mee. Ondanks de vele duiven in de lucht zaten ze met z’n allen in de acacia te wachten op mijn thuiskomst.
De gezondheid van de jongen in 2009 was adembenemend, de kwaliteit variabel. Slechts eentje bewaarde ik er van lichting 2009, de rest vond ik niet goed genoeg. Hoewel Maurits ieders bewondering afdwong met zijn verrassende spel en dito uitslagen, keek hij tegen mij op. “Jij bent toch ook een beginner?”, zei hij na enkele vluchten. Ik maakte hem duidelijk dat ik een ervaren beginner was. “Hoe doe je dat met je getekende duiven. Ik snap daar niets van”. Toen ik hem vertelde, dat de eerst aangegeven duif bij het inkorven ook de eerstgetekende werd, ging er een wereld voor hem open. Voor ons is alles vanzelfsprekend, maar voor een beginnende liefhebber is alles abacadabra. Zelfs voor een intelligente jonge dierenarts met ambitie. Na 2010 verdween Maurits van het toneel. Hij ging verhuizen, had onregelmatige diensten, een jong gezin en meerdere hobbies. Ik vreesde dat er aan de korte, stormachtige duivenloopbaan van Maurits een voortijdig einde zou komen en dat vond ik echt jammer. Inmiddels heeft hij weer een ploegje jonge duiven bij elkaar en is al enige tijd aan het africhten! Dat belooft wat, want Maurits is ambitieus, leergierig en gedreven. Ook Dennis Koers, ook een dertiger, is serieus met zijn duiven bezig. Als puber vloog hij enkele jaren bij ons in de club. In kan me herinneren, dat ik hem meenam naar Belgie naar het World Pigeon Centre. Dat was een groots opgezet project met veelvuldig wereldkampioen Jos Thone aan het roer als hokverzorger. Ik kende Jos en zijn Gaby van de huldiging in Deinze in 1997 en hij liet ons zijn toekomstige Barcelonavliegers zien en bood zelfs Dennis een stageplek aan voor de vakantieperiode. We aten in het superluxe restaurant bij het WPC, waar ook Jan Hermans dineerde met Fons van Ophuizen. Natuurlijk stak ik een handje op naar beide heren en even later kwam de ober ons als jonge liefhebbers iets te drinken aanbieden “van mijnheer Hermans”. Voor Dennis was dat een onvergetelijke dag. Om gezondheidsredenen en vooral vanwege zijn onmogelijke werktijden als bakker, staakte Dennis de duivenhobby noodgedwongen. Tot mijn grote verbazing en vreugde liet Dennis vorig jaar onverwacht zijn gezicht zien in de club. “Ik heb ander werk en ik heb besloten om mijn tropische vogels weg te doen en weer postduiven te gaan houden”. Dennis ken ik als een uiterst serieuze jongen en aan zijn gezicht zag ik dat hij het meende. “Freek, de spanning van de vluchten, het omgaan met de duiven, dat heb ik echt gemist. Ik heb heel veel zin om weer mee te vliegen”. Op 5 juli zien we dus Maurits en Dennis terug en dat is een goede ontwikkeling. Berrie Nijkamp stond gisteren naast me bij de inenting. “Zoals Dennis en Maurits, zo zouden we nog 50 liefhebbers erbij moeten hebben”, riep hij enthousiast. Zou elke duivenclub er ieder jaar slechts twee enthousiaste dertigers bij krijgen, dan zou er nog hoop zijn voor de toekomst, dacht ik bij mezelf.
Stimulans
Gelukkig is er nog gezonde strijd bij “Steeds Verder”. Liefhebbers als Maurits en Dennis zorgen voor vers bloed en jong elan. Met team Romein, met soigneur Cor Buis dit seizoen voor het laatst in Twello als vlieghokmanager, met good-old Jan de Ruiter uit Teuge en met Martin & Joke Geven uit Bussloo ben je verzekerd van concurrentie. Het lijkt mij dodelijk voor een club als 1 liefhebber er met kop en schouders boven uit steekt. Elke week 1 t/m 10 spelen. Dat lijkt me helemaal niets. Gelukkig is dat bij ons in de club niet aan de orde. Behalve de bekende namen zijn er outsiders die met de jonge duiven voor een verrassing kunnen zorgen. Jan Ketelaar uit Terwolde bijvoorbeeld. Altijd nadrukkelijk aanwezig met gekkigheid en flauwekul, nooit te beroerd om aan te pakken als er gewerkt moet worden en met de jonge duiven vaak goed voor 1 of meerdere eerste prijzen. Max Slinkman, onze penningmeester, legt zich de laatste jaren ook toe op het spel met de jongen. GOU-voorzitter en clubgenoot Bram Scherpenzeel is zijn hofleverancier. In het najaar gaan de ingespeelde jongen terug naar “buurman” Scherpenzeel, die ze als jaarling inzet op met name de dagfond. Vorig jaar speelde ik met drie jonge duiven van Bram. Aanleiding was de aangekochte bon tijdens de verenigingstentoonstelling. Daar beleefden we beiden plezier aan. “Pip”, de beste van de drie, speelde zowaar twee eerste prijzen (1e en 4e in de ACC) wat voor mij aanleiding was om afgelopen winter andermaal de bon van Bram te kopen. Bram bracht me afgelopen voorjaar op die bon liefst 5 prachtige jongen, waarvan er eentje voor mijn ogen in de lucht geslagen werd door moe havik. “Pip” zit bij Albert op het kweekhok en daaruit kwamen er ook 4 jongen naar hier. Er zitten dus 4 “Brammetjes” en 4 “halve Brammetjes”. Ook van clubgenoot Henk Blankestijn zitten er op een bonnetje nog 2 jonkies. Henk doet het met zijn mini-ploegje duivinnen overigens fantastisch en staat in de regio op de vitesse bij de toppers. Een gedreven liefhebber die veel voor de club doet en een echte sportman die straks met de jonge duiven alles in het werk zal stellen om de specialisten voor te draaien. Datzelfde geldt voor Frits en Sven van Brummen. Met weinig duiven spelen ze met beperkte middelen op een klein hokje gewoon super. Vitesse, midfond, dagfond, overnachting en jong, Frits en Sven draaien altijd hun duifje. Gisteren bij de enting, kon ik Frits feliciteren met de zege vanaf Orleans afgelopen maandag. Echt blij was hij echter niet, want zijn beste duif was hij verspeeld en dat doet zeer. Vooral als je maar een paar duiven hebt!
Zenuwen
Gisterenochtend dronk ik een bakje koffie bij Martin & Joke. Duivenkrantjes afgeven en gezellig ouwehoeren over …. duiven. Martin begint steevast zes weken voor de eerste prijsvlucht met africhten. Toen ik hem meedeelde dat we nog maar goed 5 weken te gaan hebben tot de eerste vlucht, veerde hij op. “Dan moet ik nodig africhten”, zei hij geschrokken. Zelf blijf ik verrassend rustig. Sommige jongen piepen nog en pas sinds gisteren vliegen alle jonkies echt allemaal samen in een koppel. Als ik ze los laat duiken ze de tuin in en pas als ik met een lange stok en poncho kom aanzwaaien, gaan ze op de vleugels en draaien kortstondig kleine rondjes om het hok. Ik heb bewust voor een bepaalde strategie gekozen en maak me niet zenuwachtig. Op dit moment is geduld een schone zaak. Pas als ze echt gaan vliegen en wegtrekken, zal ik beginnen ze weg te brengen. Forceren heeft geen zin. Vertrouwen hebben in je duiven en vertrouwen hebben in jezelf, daar gaat het om. Al een halve eeuw zit ik tussen de duiven, dus een klein beetje ervaring heb ik wel.
Duiven die nu al paarlustig zijn, zijn gevaarlijke klanten als je gaat africhten. Ze zijn wel driftig, maar hebben geen enkele ervaring. Een gevaarlijke cocktail! Mijn duiven hebben daar dit jaar geen last van. Vorig jaar had ik “Puck”. Haalde ik op 7 mei bij Albert op. Was na “Texas Homer” uiteindelijk mijn beste jong (3e duifkampioen). Leeftijd zegt niets. Wel moeten ze een minimum leeftijd hebben als je gaat africhten. Ongeveer 11 weken hou ik aan. Mijn eerste jongen zijn gespeend op 11 april en mijn laatste jongen op 11 mei. Ze gaan allemaal mee op 5 juli. Zijn ze dan naar schatting tussen de 11 en 15 weken oud. Moet in theorie allemaal net kunnen, maar dan moet het meezitten met coli en met het weer. Ik hou van uitdagingen. We gaan het mee maken.
Archieven
- juni 2025
- mei 2025
- april 2025
- februari 2025
- januari 2025
- november 2024
- oktober 2024
- september 2024
- juli 2024
- maart 2024
- februari 2024
- januari 2024
- december 2023
- november 2023
- oktober 2023
- december 2022
- november 2022
- oktober 2022
- september 2022
- juli 2022
- juni 2022
- mei 2022
- april 2022
- maart 2022
- februari 2022
- januari 2022
- december 2021
- november 2021
- oktober 2021
- september 2021
- augustus 2021
- juli 2021
- juni 2021
- mei 2021
- april 2021
- maart 2021
- januari 2021
- december 2020
- oktober 2020
- september 2020
- augustus 2020
- juli 2020
- juni 2020
- mei 2020
- maart 2020
- september 2019
- augustus 2019
- juli 2019
- juni 2019
- mei 2019
- april 2019
- maart 2019
- oktober 2017
- september 2017
- augustus 2017
- juli 2017
- juni 2017
- mei 2017
- april 2017
- februari 2017
- januari 2017
- december 2016
- november 2016
- oktober 2016
- september 2016
- augustus 2016
- juli 2016
- juni 2016
- mei 2016
- april 2016
- november 2015
- juli 2015
- mei 2015
- oktober 2014
- augustus 2014
- juli 2014
- juni 2014
- september 2013
- augustus 2013
- juli 2013
- juni 2013
- mei 2013
- april 2013
- februari 2013
- januari 2013
- oktober 2012
- september 2012
- augustus 2012
- juli 2012
- juni 2012
- april 2012
- maart 2012