flitsen
Freek’s Flitsen (8)
Het vliegseizoen zit erop! Tijd om de balans op te maken.
In mijn geval betekent dat z.s.m. de duiven van jaargang 2012 naar hun bestemming brengen en het vlieghok leeg opleveren.
Op 3 maart (Voorjaarsbeurs) arriveerde de eerste duif en tot 7 mei werden er in totaal 73 duiven in ontvangst genomen. Op de eerste prijsvlucht korfden we 44 stuks in. Het hok was toen echt helemaal leeg.
De volgende dag zaten er in de namiddag weer 44 in een lauw bad. Een geweldige ouverture met de kringzege en een hoog prijspercentage. Geen enkele reden tot klagen.
Vorige week gingen er nog 30 naar Morlincourt. Onze asduif “Homer” hadden we thuis gelaten, alsmede “Tuck” die te ver in de rui was.
Halverwege de prijsvluchten kregen we te maken met coli. “Popo” stierf binnen een etmaal. Vier andere duiven werden ziek, maar knapten na een weekje ziekenboeg weer op. Even was er een “dip” in de prestaties, maar dit duurde kort en geleidelijk presteerden de duiven weer beter. Op de laatste reguliere vlucht eindigden we zoals we begonnen: met een overwinning!
Van roofvogels hadden we tijdens de vluchten slechts incidenteel last. De aanvallen van de havik in maart en april kostten ons de meeste duiven. Tot half mei vormden ze een plaag, die naar schatting 20 duiven de kop kostte. Tijdens het vliegseizoen was de havik soms een bondgenoot. Tijdens de broedperiode van de haviken, die waarschijnlijk half mei begint, is het risico van roofvogels beperkt. Het havikvrouwtje zie je tot half juli nauwelijks. Daarna komt ze weer in beeld. Of ze is trager na de lange broedperiode, of de duiven zijn sneller en meer ervaren. Feit is, dat de duiven in juli en augustus wel regelmatig opgeschrikt worden door haviken, maar daar veel beter mee omgaan. Vaak zien ze hem of haar van ver naderen en dan slaan ze op de vlucht. Als de duiven rond het huis vliegen, proberen ze boven de havik te blijven in gesloten formatie. De havik zelf merkt ook, dat de duiven geen gemakkelijke prooi meer vormen en kiest in deze tijd voor de weg van de minste weerstand; in de vrije natuur loopt en vliegt genoeg jong spul. Door de aanwezigheid van roofvogels trainen de duiven soms beter!
Duiven die tijdens het vliegseizoen moeite hebben om gezond te blijven, daar heb ik een gruwelijke hekel aan. Vaak zijn het de duiven die niets presteren. Ook afgelopen seizoen maakte ik korte metten met “nietsnutten”. Mensen die mij volgen of kennen, weten dat ik niet snel naar medicijnen grijp. Van wijlen Jan Suijkerbuijk (37 jaar leermeester en duivenvriend) leerde ik, dat je hard moet zijn als de situatie erom vraagt. Wie duiven met allerlei kuurtjes en medicijnen gezond moet houden, moet uitkijken naar andere duiven is mijn stellige overtuiging.
Na vier seizoenen komt er nu zicht op de eigen mogelijkheden en beperkingen. Ook zie je, dat geen jaar hetzelfde is. We lopen de jaargangen even door:
2009: Het jaar van kriebels en … de verrassing.
De “Belgencompetitie” binnen de club was de aanleiding. Ineens kreeg ik weer zin om met duiven te spelen.
Martin & Joke Geven waren heel blij met mijn terugkeer na 7 duifloze jaren en ze boden me spontaan een stuk of zes “piepers” aan. Daaronder “Jurriaan” die het tot 1e asduif van de GOU en 2e in de nationale WHZB-competitie bracht.
Al spoedig werden de vriendschapsbanden met Albert aangehaald en de oude combinatie werd nieuw leven ingeblazen. “Jurriaan” verhuisde als eerste en enige naar ons gezamenlijke kweekhok.
2010: Het jaar van bevestiging en succes met Eijerkampduiven.
Ik moest bevestigen, dat het geen “beginnersgeluk” was geweest. Dat lukte, mede dankzij twee prima “testduiven” van Hans en Evert Jan Eijerkamp. Als je zes duiven mag testen en twee ervan blijken echte postduiven te zijn, dan mag je niet klagen. Ook Henk Berentsen uit Warnsveld leverde een echte postduif.
“Franz” 2e asduif regio 2 GOU (Eijerkamp)
“Jose” 3e asduif regio 2 GOU (Henk Berentsen)
“Gijs” 4e asduif regio 2 GOU (Eijerkamp)
Na overleg met de kwekers, verhuisden de bovenstaande drie bewezen doffers naar ons gezamenlijke kweekhok. Ook “Rod Argent” (zoon van “Jurriaan”) mocht blijven.
2011: Het jaar van de teleurstelling
Een rampzalig vliegprogramma (G-vluchten). Desondanks begonnen we met een kringzege op een extreme openingsvlucht (“Johan”) en er volgden nog een paar uitstekende vluchten. Toen ging het kaarsje uit. Zat er schimmel in het stro dat we op dat moment verversten? We landden weer met beide benen op de grond! Drie doffers werden goedgekeurd voor ons kweekhok: “Guus”, “Nico Jan” (zoon “Jurriaan”) en “Johan”. Deze laatste rode Bricoux verkregen we via kweekstation Natural.
Tot mijn verbazing beschikte Albert nog over een zoon uit de nestzus van wereldkampioen “Garfield”. Elf jaar oud, maar nog zeer vitaal. Zijn enige jong in 2011 (“Guus”) presteerde met o.a. een tweede prijs in de kring naar behoren. Een lichtpuntje in een teleurstellend seizoen!
2012: Het jaar van herstel en openbaring
Ons gezamenlijke kweekhok had nog maar weinig rendement opgeleverd, maar ik was optimistisch toen ik de tweede ronde ophaalde. Voor het eerst kon Albert ongeveer 50% van mijn hokbezetting leveren en ik zei hem vooraf, dat het weleens zijn jaar kon worden. Alle duiven kregen voor de vluchten een naam toebedeeld van leerlingen van mijn school. Om er een wedstrijdelement in te brengen loofde ik prijsjes uit. De “Isendoorn Competitie” was via de site van week tot week te volgen. In het algemeen klassement voeren de door Albert gekweekte duiven de boventoon. “Homer”, die 1e asduif van regio 2 GOU zou worden, is gekweekt uit “Guus”. De nummers 2,3 en 4 in het algemeen klassement zijn kleinkinderen van “Jurriaan”. Ere wie ere toekomt: nummer 5 en 6 zijn afkomstig van Henk Berentsen uit Warnsveld, die de duivinnen “Charly” en “Twitter” kweekte. En “Pip”, die twee keer een eerste prijs won, is afkomstig van GOU-voorzitter Bram Scherpenzeel.
Oplettende lezers zien, dat er over duivinnen niet gesproken wordt. Op de een of andere manier zijn het bij mij altijd doffers die het mooie weer maken. Op ons kweekhok zitten vrijwel uitsluitend bewezen doffers.
De duivinnen zijn vaak aangekocht. Daar wilde ik het afgelopen jaar verandering in brengen. “Ducky Duck”, het jongere zusje van “Homer” overigens, opende het vliegseizoen met een eerste plek in de A.C.C. en verder deden de duivinnen “High School Radio”, “Twitter”, “Charly”, “Joyce”, “Victoria” e.a. het zeker niet slecht. Geleidelijk moeten bewezen duivinnen de aangekochte duivinnen vervangen. En wat niet snel rendeert als kweker zeilt eruit, want er is maar plek voor 12 kweekkoppels.
Voor komend jaar willen we ons richten op stamvorming. Na vier jaar experimenteren weten we in grote lijnen waarmee we verder willen, op welke duiven we kunnen rekenen en welke duiven wel of geen kweekwaarde hebben. Albert heeft daarnaast zijn eigen duiven. Daarmee is hij druk in de weer. Er is de afgelopen zomer een nieuw hok gebouwd en we hopen, dat Albert daarvan volgend jaar al de vruchten gaat plukken. Pas als de trein op de rails staat en gaat rollen, kan Albert gericht selecteren.
Werk genoeg aan de winkel, maar dat houdt het juist spannend en boeiend.
Vanaf deze plek wil ik alle kwekers van “testduiven” bedanken voor de prettige samenwerking en het in mij gestelde vertrouwen. Albert wil ik feliciteren met het kweken van de beste jonge duif van regio 2 van de GOU en bedanken voor zijn toewijding als verzorger van onze gemeenschappelijke kwekers. Op naar 2013!
Freek’s Flitsen (7)
We zijn twee weken verder en de inkorving voor Morlincourt staat te gebeuren. De vlucht wordt georganiseerd door de SuperFondclub GOU en het inkorven is bij p.v. Gorssel. Geen idee wie er mee doen en of er veel animo voor is.
Zelf denk ik aan een ploeg van 30 duiven. Echt druk heb ik me niet meer gemaakt. Ze waren veel buiten, rommelden overdag wat aan en “gelapt” is er niet. Eigenlijk heb ik dat dit jaar helemaal niet of nauwelijks gedaan. Wel nam ik enkele broedende duivinnen mee naar school om ze daar te lossen (afstand ongeveer 5 kilometer hemelsbreed).
Het reguliere programma zit erop. Met de jonge duiven eindigde onze “Homer” in regio 2 op de eerste plaats in het duifkampioenschap. Daar was ik tevreden over. Op de natour maakten we de laatste weken ook nog een paar aardige uitslagen. In de club vanaf Quievrain 2, 3, 6, enz. en afgelopen zaterdag vanaf Peronne 1,5,6,7,8 en 9. Opvallend genoeg kwam ik tegen Zutphen de laatste keer niet mee. Als de Zutphense duiven, of beter de Brummense duiven, in hun favoriete vlieglijn geraken, is er geen houden aan. Vliegen ze meer westelijk, dan lijken ze niet voluit te gaan en komen ze tegen Zwolle en Apeldoorn tekort. Heel merkwaardig voor een buitenstaander, maar insiders kennen dit verschijnsel al heel lang. Trek en wind bepalen mede de uitslag!
Na dit weekend moet er geselecteerd worden. Niet het leukste facet van de sport. Alleen duiven die een duifkampioenschap behaalden, zeer regelmatig presteerden met enkele kopprijzen, of minimaal een keer als eerste thuis waren in combinatie met regelmatig presteren, perfecte bouw, fijn karakter en bijzondere afstamming, komen in aanmerking voor ons gezamenlijke kweekhok bij Albert. In de praktijk voldoen slechts enkele duiven aan deze criteria. Het lijkt zaterdag goed weer te worden en het is een aantrekkelijk vooruitzicht om dan nog een keer iets te kijken te hebben. Daarom krijgen ze allemaal nog een laatste kans om de baas al dan niet op andere gedachten te brengen.
Op dit moment hebben Homer, Joyce en Domino zekerheid. High School Radio verspeelde ik vorige week, zoals ik Puck enkele weken geleden verspeelde. Deze twee verspeelde duiven hadden voldoende credits opgebouwd om te mogen blijven. Indien ze alsnog terugkeren, mogen ze blijven!
Hoewel de verhouding eigen duiven en testduiven van derden ongeveer fifty fifty was, maakten de eigen duiven met name het mooie weer. Dat is leuk voor Albert als kweker en bevestigt mijn strategie om niet helemaal afhankelijk te zijn van anderen.
De beste prestatieduiven van 2009, 2010 en 2011 gaven het beste nageslacht! Ik kan een mooi verhaal gaan ophangen, maar wie naar de ringnummers kijkt in de Isendoorn Competitie ziet het zelf.
Vorig jaar haalde ik wat kleurtjes binnen. Schimmels, steenrood, e.d. Van die kleurenfobie ben ik binnen een jaar min of meer genezen. Als ze zich op de prijsvluchten niet onderscheiden, ben ik er gauw klaar mee. Enkele gekleurde kwekers krijgen een tweede kans, maar dan moeten ze het ook echt bewijzen. Zo niet, dan ga ik in de toekomst gewoon verder met blauw en geschelpt! Zal Albert niet leuk vinden, denk ik. Bij nader inzien vind ik duiven die regelmatig vroeg op de klep landen verreweg het mooist. Kleur is dan totaal onbelangrijk. Gedreven door nostalgie werd ik even op het verkeerde been gezet, maar ik ben weer op het rechte pad. ´t Is al moeilijk genoeg om goeie duiven te kweken zonder te letten op verkenningscirkels, bijzondere kleuren en andere bijzaken.
Bij die laatste uitspraak denkt U misschien dat kleuren en verkenningscirkels voor mij er niet toe doen. Dat is slechts ten dele waar. Een rijk gekleurd oog, al dan niet met verkenningscirkel, is wel degelijk van belang. En ik heb blauwe topduiven gekend die uit een rode doffer gefokt werden!
Naschrift Albert: Goede duiven zijn altijd de mooiste, zijn ze in eerste instantie niet mooi dan worden ze dat wel naarmate de prestaties mooier worden!! Ik ben overigens ook niet meer zo “kleurenblind” als voorheen… Laat maar komen die mooie (lees: goede) blauwe!!
Freek’s Flitsen (6)
Het is donderdag 30 augustus. Vanavond inkorven voor Mantes la Jolie. De laatste jonge duivenvlucht uit het reguliere programma. In regio 2 hebben we nog kansen op een hoge klassering, want op alle fronten staan we nog in de top 3. Kampioenschappen zijn niet zaligmakend, maar als het erop aan komt en we staan er goed voor, willen we wel scoren!
Na een flitsend begin met drie kringzeges op rij kwam er in de periode rond het hete weekend van twee weken geleden de klad in. Vier duiven kregen coli in een tijdsbestek van twee dagen en een vijfde stierf zelfs binnen 24 uur na de eerste symptomen.
Logisch dat je dan een mindere vlucht kunt verwachten. Gelukkig hadden we het lek snel boven, mede dankzij goed werk van drs. Nanne Wolff uit Wezep. De vermoedelijke oorzaak (opgestapelde uitwerpselen in een goot) werd weggenomen en met hulp van vlierbessensap, verse bieslook en oregano knapten de aangetaste duiven voorspoedig op. Een weekje rust deed de rest.
Afgelopen weekend speelde ik er 36 op de natour, waarvan er 19 prijs vlogen. Dat geeft vertrouwen.
Meerdere duiven hebben een nestje. De beoogde aangewezen duiven voor vanavond hebben een jong van een dag of vijf. Ik voelde vanochtend nog uitsluitend pap in het kropje en dan ga je toch twijfelen. Twee weken geleden bij temperaturen boven de 30 graden Celcius, faalden enkele duivinnen op diezelfde neststand volledig. Verzurende kropmelk die ze niet kunnen azen op transport??? Onze beste duif van 2012 heeft geen neststand, maar ruit onregelmatig. Na vier kopprijzen 1: 100 in de kring, produceerde hij twee gewone prijsjes in een dalende lijn. Moet je zo’n duif gewoon getekend zetten, of toch uitwijken naar een mindere duif met een mooie neststand in goede conditie?
Echt goed trainen wilden ze niet. Sommige nestduiven blijven nog geen vijf minuten in de lucht. Ze kregen regelmatig overdag de vrijheid en trainen dan over de hele dag genomen toch voldoende. Vooral als er roofvogels in de buurt zijn.
Voor zaterdag wordt noordenwind voorspeld in Frankrijk en Belgie. In ons land draait ie naar de westhoek. Er moet dus goed gegeten worden, vooral door duiven die een jong azen. Ik gaf super start van Matador, kaas-schapenvetkorrel van de Patagoon, wat pinda’s en extra mais. Waarschijnlijk gaan er ongeveer 15 duiven naar Mantes la Jolie. De overige duiven gaan vrijdagavond naar de natourvlucht (Pommeroeul/ Quievrain). Ik wil zaterdagmiddag wat te kijken hebben en stap af van de gedachte om er precies 10 te spelen. Voor het aangewezen- en duifkampioenschap speelt het aantal ingekorfde duiven geen rol en ik wil wel ieder duif die in aanmerking komt een eerlijke kans geven zich te onderscheiden.
Na dit weekend volgt volgende week de natourvlucht Peronne en een week later de vlucht Morlincourt, die in Gorssel gekorfd kan worden en telt voor de SuperFondclub GOU. Daarna is het uit met de pret.
Momenteel beschik ik nog over 38 jonge duiven. Op de openingsvlucht had ik er welgeteld 44. Zes zijn er weg. Enkelen bleven achter, maar eerlijk gezegd had het baasje ook de hand in de verdwijning van een paar notoire laatkomers.
Het kan nog alle kanten op gaan. Ik hoop dat het meevalt, maar reken nergens op. Dan kan het nooit tegenvallen!
Freek’s Flitsen (5)
Het is vrijdag 27 juli. Vanavond gaan de jongen op weg naar Grimbergen.
De openingsvlucht verliep hier naar wens, dus dezelfde ploeg van vorige week gaat weer mee. Misschien dat er een duivinnetje leggen moet, dat zou nog roet in het eten kunnen gooien. Vandaag mogen de duiven hun gang gaan op het hok. Tussendeurtjes open, net als de verstopplekjes op de vloer.
Geen idee, wie er vanavond getekend de mand in gaan. “Aaltje” broedt het langst, maar is niet fel genoeg op haar nestje. “Happy Bird” maakt kans. Hij heeft in gedrag veel weg van vader “Gijs”, die in 2010 vijf weken op rij in de club bij de top 10 zat. Geen nest of duivin, maar gewoon het bovenste plankje met hand en tand willen verdedigen tegen de hand van de baas. Zo vader zo zoon? Ik neem de gok en zet “Happy Bird” waarschijnlijk op de eerste paats. Als tweede getekende bij voorkeur een duivin. “Ducky Duck” en “Joyce” komen in aanmerking. De eerste is nog steeds druk in de weer met vriendje “Snoepie” en “Joyce” gaf ik gisteren een nep-eitje waar ze heel goed op lijkt te reageren met haar partner “Jip”.
De weersvoorspelling is twijfelachtig. De laatste berichten geven een van west naar oost wegtrekkend buiencomplex voor vannacht en morgenochtend. Aan het begin van de middag moet het dan gaan opklaren. De wind zal waarschijnlijk tussen west en noord waaien. De duiven krijgen om die reden vanavond gewoon goed te eten. Zilvervliesrijst is een belangrijke component voor de inkorving.
Van Joke & Martin Geven kreeg ik afgelopen week het recept voor “de fles van Gust”. De componenten zijn uien, knoflook, aluin, bruine kandijsuiker, naalden van dennen en jodium. Bedoeld ter preventie van tricho’s en als ondersteuning van de gezondheid. Wijlen dokter Moerman, duivenhouder, kankerspecialist en onderzoeker benadrukte het handhaven van een goede balans in de spijsvertering van de duif. Andre Christiaans heeft het er zeer regelmatig over in zijn “Weekbabbel” in sportblad “de Duif” en is een groot bewonderaar van dr. Moerman. Citroenzuur, ijzer, jodium, zwavel, vit. A, C, E en B-complex zijn de acht cruciale elementen.
Mijn José is het weekend bij haar broer in Maastricht, maar de ingrediënten voor de “fles van Gust” heeft ze al gekocht. Was trouwens even zoeken, want aluin bijvoorbeeld, heeft niet elke drogist of kruidenhandelaar op voorraad. Maandag wil ze er mee aan de gang. Joke & Martin, net als ik voorstanders van natuurlijke begeleiding van sportduiven, passen het al langer toe. Bietensap gaan we ook maken. Mede dankzij zuivere houtas uit de allesbrander van Joke & Martin, zijn de bieten hier nog nooit zo mooi geweest. Houtas bevat veel kalium en daar gedijen knolgewassen goed op. Bietensap werd door dr. Moerman als zeer heilzaam bestempeld. Niet lekker, maar wel gezond.Zal voor duiven zeker niet slecht zijn als gezondheidsondersteuner.
Komende week ga ik voer kiemen. Zoontjensmengeling is hier bij uitstek geschikt voor. Gekiemd voer bevat vitaminen en enzymen die in droog voer ontbreken. Gewoon wat voer met lauw water nat maken en dan elk etmaal spoelen om zuur worden te voorkomen. Na enkele dagen is het voer in de regel voldoende gekiemd. Het vruchtje breekt open en het kiempje wordt zichtbaar, dat is het moment om het de duiven voor te zetten. Compagnon Albert gaf het zijn kwekers, toen de jongen van de tweede ronde opgroeiden. Zelden zulke mooie jongen opgehaald! Gemengd met biologische potgrond (geen kunstmest), klei, mineralenpoeder, tovo e.d.Zou het toeval zijn, dat de zeven eerstgeklokte jonge duiven van Meer (1:100 prijs) stuk voor stuk van die tweede ronde zijn? Mijn vroegste duiven van Meer werden de voorbije maand van water voorzien m.b.v. “de bak van Kees”. Toen ik in 2009 herstartte, bezocht ik Kees Niemeyer uit Hansweert. Kees was in 1998 mijn opvolger in het wereldkampioenschap jonge duiven. Het absolute hoogtepunt uit ons beider duivenloopbaan trouwens! Kees is een echte schipper wiens handen niet verkeerd staan. Hij was enthousiast over zijn drinkbakken. Ze maakten de jonge duiven vertrouwd met de situatie tijdens het transport. Van Kees nam ik twee bakken over en vooralsnog denk ik dat ze het drinken in de mand bevorderen.
Ondanks mijn geloof in natuurlijke middelen, wil ik komende week duivendierenarts Nanne Wolff in Wezep bezoeken. Het zekere voor het onzekere nemen. Vorig jaar ging ik na drie weekeinden met kopduiven de bietenbrug op. Ik ververste het stro, had te weinig tijd om doffers en duivinnen apart te laten trainen en wilde geen medicatie geven. Wat de hoofdoorzaak was, weet je nooit zeker, maar voornoemde fouten wil ik niet nog eens maken.
Als Grimbergen morgen doorgaat, kan ik meer vertellen. Uw reactie op mijn stukjes zie ik graag tegemoet via het gastenboek van Albert.
Freek’s Flitsen (4)
Het is woensdag 27 juni. Over 16 dagen gaan de duiven op hun eerste prijsvlucht! Of ze er klaar voor zijn? Als ik zeg: “Ik denk het niet” druk ik me nog optimistisch uit! Door het steeds bijzetten is er een leeftijdsverschil van ongeveer 10 weken tussen de oudste en de jongste duif. Of het er mee te maken heeft, kan ik niet bewijzen, maar er sluimert steeds coli. Veel duiven hebben het overwonnen, maar zo nu en dan gaat er een duif dood. Eergisteren ging ik naar duivendierenarts Nanne Wolff in Wezep. Hij constateerde tricho en schreef tevens fc mix voor tegen coli. Ik had de duiven veelvuldig los en stelde vast, dat de houtduiven in de tuin verre van fris zijn. Waarschijnlijk hebben ze het geel overgebracht op de postduiven. Vliegen willen ze momenteel helemaal niet, dus staan de duiven aan een colikuur gevolgd door een geelkuur. Tot heden hadden ze nog geen enkele medicatie gehad, maar nu de vluchten naderen moet ik wel ingrijpen!
Door de paramixo-enting (1 juni), de pokkenenting met het borsteltje (8 juni) de sluimerende coli en het gebrek aan vlieglust, zijn de duiven nog nauwelijks van huis geweest. Vorige week bracht ik ze naar Hall (5 km) en zaterdagochtend naar Dieren (10 km). Beide keren raakte ik 1 duif kwijt (“Karla” en “Jeffrey”). De laatste keerde waarschijnlijk wel huiswaarts, maar bij aankomst werd ie opgewacht door twee haviken! Ik had de kleppen gesloten, omdat ik de duiven gezamenlijk wilde afvoeren. Alles ging de lucht in toen ze de haviken ontwaarden en de groep keerde aan flarden terug, waaruit ik mijn conclusies trek.
Ook heb ik een deel van mijn duiven enkele keren meegenomen naar mijn werk in Warnsveld (5 km). Ik liet ze enkele uren staan met de waterbakjes aan de manden om ze vervolgens door leerlingen te laten loslaten. Dit verliep zonder problemen. Al met al een zeer slechte voorbereiding tot nu toe, maar je kunt geen ijzer met handen breken. Als de duiven fit zijn en goed trainen is het een lust om ze af te richten. Hapert er iets aan de vlieglust en gezondheid, dan kun je beter thuis blijven of de duiven met een makkelijk klusje opzadelen vanaf een bekende plek dichtbij. Dan leren ze toch om te gaan met de stress van de mand en je hoopt dat ze leren drinken in diezelfde mand.
Op 10 juli is mijn jongste duif precies 12 weken oud. Volgens Ad Schaerlaeckens de minimale leeftijd om te spelen. Het betreft “Puck”, die enkele dagen na “Coco” en “Beauty” geboren werd op het hok van Albert.
“Puck” komt uit een 12-jarige zoon van de nestzus van “Garfield”. Vorig jaar had ik “Guus” eruit, die o.a. een tweede in de A.C.C. vloog. Uit deze “Guus” heb ik dit jaar de zusjes “Beyonce” en “Ducky Duck”, alsmede de doffer “Homer” van de eerste ronde. Ik hoop, dat ze de eerste vluchten overleven! “Puck” is op zijn eerste prijsvlucht net oud genoeg. Ik kan me herinneren, dat ik in het verleden wel vaker met jongen van minimale leeftijd speelde en soms met succes. Onrijpe duiven zijn minder vurig. Ze puberen niet en concentreren zich op thuiskomen, zonder gehinderd te worden door verliefdheden e.d.
We houden de moed erin. Mensen die me kennen, weten dat ik niet snel de handdoek gooi. Na regen komt zonneschijn, toch? Ik wens U allen veel geluk op de jonge duivenvluchten. Dat geluk begint met vlieglust en gezondheid van Uw duiven. Vervolgens is een goede voorbereiding van groot belang. Het een is afhankelijk van het ander. In mijn geval betekent dat : “As ut niet ken zoas ut mut, mut ut zoas ut ken”. We zullen zien of en waar het schip strandt. We houden U op de hoogte en als het hier helemaal niet wil, dan wens ik U toch gewoon meer succes!
Wordt 2012 voor mij dus een fiasco met de jonge duiven? Dat moeten we afwachten. Het ziet er niet rooskleurig uit, maar ik denk altijd positief. Met verduisteren stop ik vanaf 1 juli, ik krijg na volgende week wat meer tijd en ik hoop dat de twee kuurtjes aanslaan en het tij keert. In de week voor de eerste prijsvlucht hoop ik de duiven toch nog tot Ravenstein te kunnen africhten. Momenteel heb ik nog precies 50 beschikbare jongen, een ernstig coligeval (“Youssouf”) en een duif die niet vliegen kan (“Jan”). Om met Bennie Schrijver senior te spreken: “Het kan veel slechter allemaal”. Ook aan de woorden van wijlen Jan de Visser denk ik vaak: “Zolang het niet je laatste tegenslag is, is er nog niets verloren”. Wordt vervolgd!
Freek’s Flitsen (3)
Het is woensdag 18 april. In totaal zitten er nu 52 jonkies. Morgen ga ik bij Albert de laatste groep van ongeveer 10 stuks ophalen. Het zijn de jongen van de tweede ronde. Twee stuks gaan er vrijdagochtend naar Eijerkamp. Zijn bestemd voor de Kroatie-race.
Afgelopen weekeinde had ik de duiven los. Zaterdagochtend zaten er twaalf stuks van hok 1 een beetje te lanterfanten in de tuin en rond het hok. Ze waren voor de vierde keer buiten en hadden al wat rondgefladderd van hok naar klep en van klep naar tuin. Dan wordt het tijd om ze de lucht in te jagen. De oudste groep van 28 stuks vloog strak geformeerd rond en ik joeg met een regenbroek op een lange stok de jonkies van hok 1 de lucht in. Kris kras vlogen ze in alle richtingen door het luchtruim. Het was rond koffietijd zaterdagochtend en ik hoopte dat ma havik ook aan de koffie zou zitten. Niet dus! Het ongecontroleerde vliegen van jonkies die voor het eerst echt de lucht in slaan trekt haviken aan als een magneet. Binnen een halve minuut vloog ze boven mijn hok en zette de aanval in op een onschuldig piepertje. Zwaaiend met de regenbroek en schreeuwend leidde ik haar van de prooi af. Een beetje verschrikt leek ze het hazenpad te kiezen. Met rustige vleugelslag en quasi nonchalant vloog ze in een omtrekkende beweging in noordelijke richting. Ik hield haar scherp in de gaten en zag dat de jonkies van hok 1 nog in alle richtingen her en der rondvlogen. De oudere jongen maakten zich uit de voeten. Ineens dook ze als een komeet naar beneden. Spectaculair om te zien en net te ver weg om de havik met lawaai te verontrusten. Het betekende het einde van de loopbaan van een van de beide steenrode Bricoux-duifjes van Natural!
Op werkdagen laat ik de jongen niet los. Het liefst zou ik de duiven ’s ochtends om 07.00 uur los willen laten en ’s avonds om 17.00 uur binnen willen roepen. Dat deed ik in 2009 bij mijn herstart en voor de duiven is dat het allermooist. Ze worden “streetwise”, je houdt de hokken schoon en de duiven hebben volop zuurstof. In 2009 liet ik ze gewoon los als de vluchtduiven over kwamen. Ik had er toen 21 en verspeelde er 7 aan de roofvogel. Overdag zaten ze in de acaciaboom van de buren. Dat was net een apenrots. Eind mei nam ik ze op een zaterdag mee naar Arendonk in Belgie en toen ik thuis kwam zaten ze allemaal te wachten op hun “apenrots”. Ik wist, dat zoiets kon. Een jaar eerder nam Jose twee late jongen van het jaar ervoor mee naar Maastricht. Ongeringde exemplaren, die gewoon aten en dronken bij de kippen. Nooit een mand gezien en toen bij wijze van experiment naar Maastricht op een zaterdag. Geloof het of niet, maar beide duiven vonden hun hok terug! Eentje dezelfde dag en de ander de volgende ochtend. Late jongen die nooit een mand zagen!!!!
De “ruige methode” is in mijn ogen proefondervindelijk de beste manier om jonge duiven (over) te houden. In de praktijk is het een ongeschikte methode. Veel liefhebbers zouden ruzie krijgen met de buurt. Ook met je weduwnaars kom je in de problemen. In mijn geval gelden die problemen niet. Voor mij is het roofvogelprobleem de reden waarom ik het niet aandurf. Nadat de duiven enkele keren buiten waren geweest onder mijn supervisie in het weekeinde, trok ik enkele weken geleden op maandagochtend de kleppen open. Gewoon naar het werk om half acht en bij thuiskomst rond 17.00 uur zou ik de balans opmaken. Dat viel zwaar tegen. Vier stuks miste ik er. Ik wist genoeg. De “ruige methode” kost teveel veren. Ma havik zou zich binnen de kortste keren alleen nog richten op mijn erf, waar ze een voerplek van zou maken. Nu laat ik de duiven op ongeregelde tijden los en alleen op dagen, dat ik niet hoef te werken. Zo probeer ik de hachelijke maanden maart, april en mei door te komen. Misschien lukt het in juni om te beginnen met de “ruige methode”? As ut niet ken zoas ut mut, mut ut zoas ut ken!
Hoe hou je de duiven gezond op deze manier? Het voedingsinstinct wordt niet ontwikkeld als ze niet hele dagen los zijn. Daarom probeer ik de natuur op het hok te brengen. Om de andere dag iets in het drinkwater. Een keer per week een jodiumproduct als “de Reiger” of “Aviol” en verder “Naturaline” of “Forte Vita”, afgewisseld met water met knoflook en/ of appelazijn.
Over het voer gaat regelmatig vlierbessensap. Laat ik een nachtje intrekken. ’s Ochtends gaat er soms wat yoghurt of karnemelk over het voer en de zaak wordt rul gemaakt met afwisselend pikkoek, leem, tuinturf, vitamineral en/ of biergist. Dierlijke eiwitten (a.p.f.) mag je niet onderschatten schreef kenner Arie v.d. Hoek!
Of via het voer, of via het drinkwater wordt dus de kropinhoud lichtelijk aangezuurd. Zo probeer ik het geel en coli voor te blijven. Niet curatief achter de feiten aan lopen, maar preventief de gezondheid in balans houden. Ook gekiemd voer, wat bijzondere enzymen en vitamines bevat, helpt de zaak in evenwicht te houden. Voor het hok heb ik enkele rijen bieslook geplant. Opvallend hoe vaak de duiven daaraan pikken! Gewoon met boerenverstand de natuur een handje helpen. En als ze toch ziek worden? Dan laten uitzieken indien mogelijk (weerstand opbouwen) en als de vluchten naderen een deskundige dierenarts raadplegen! Duiven die als eerste een nat neusje hebben, makkelijk het geel krijgen en altijd met elk kwaaltje meedoen kun je het best elimineren. De beste duiven zijn de gezondste en vitaalste. Daar moeten we mee verder.
En mooie stamkaarten? Laat je niet op het verkeerde been zetten. Vrijwel al mijn duiven hebben mooie stamkaarten! Toch weet ik nu al, dat er maar een paar bruikbare duiven tussen zitten. Momenteel ben ik gecharmeerd van een 100% Koopman. Komt van Henk Berentsen. Als een pitbull verdedigt hij zijn schapje en dat zie ik graag. De voorouders zijn een vermogen waard en hebben tientallen eerste prijzen en N.P.O.-overwinningen behaald. Misschien gaat hij de boeken in als mijn eerste topper van Koopman-origine? In de club mogen we 15 duiven opgeven voor de Derby-vlucht. Voor 1 mei op te geven bij Joke of Hillie. De prijzen worden op zondagochtend na de vlucht uitgereikt bij een “Vroege Vogels-ontbijt”. Clubgenoot Frits van Brummen is de geestelijke vader van dit initiatief. Heel gezellig. Mijn vader was de voorbije jaren van de partij met zijn onafscheidelijke accordeon. Dat is geschiedenis, want vader overleed enkele maanden geleden plotseling op 86-jarige leeftijd. In december verwelkomden we de gasten bij het jubileumfeest van de fondclub “IJsselstreek” nog bij binnenkomst met onze accordeons. Toen wist ik niet, dat het ons laatste gezamenlijke optreden zou worden ……
De 15 duifjes voor de “Derby” geef ik pas op 30 april op. Vorig jaar zette ik een duif op de lijst die een uur na het versturen van de lijst al opgepeuzeld werd door de havik, vandaar.
Bij de keus van de 15 duifjes laat ik me wel leiden door herkomst, niet door afkomst. Ze komen overal vandaan en ik zal proberen om de lijst van 15 representatief te laten zijn! Verstand heb ik er trouwens niet van. In 2010 speelde ik in de club 1 t/m 6 op de derbyvlucht. Niet eenvoudig als je tegen o.a. Joke en Martin Geven, Jan de Ruiter en hok Romein speelt. Bij die zes zat trouwens geen enkele derby! Dan heb je er dus totaal geen kijk op en kun je de lijst net zo goed door loting m.b.v. een chimpansee samenstellen. Een handige aap verslaat de beste beursgoeroe!
Helaas heb ik geen chimpansee, dus zet ik mijn 100% Koopman als eerste op het lijstje van 15. “Kleine Dirk” dankt zijn bestaan aan een “Kannibaal” en Gerard Koopman is lang niet gek …..
Freek’s Flitsen (2)
Op 11 april vliegen er 28 jonge duiven mooi gegroepeerd. Ze komen uit hok 2,3 en 4. Een groepje van 12 stuks van hok 1 is enkele keren buiten geweest en fladdert voorzichtig op en rond de klep. In deze groep enkel steenroden, een zilvervale en twee roodschimmels. Hok 5 en 6 wordt momenteel bevolkt door 4 schimmels. Vanavond wordt dit hokje aangevuld met een deel van de tweede ronde van onze kweekduiven bij Albert. Volgende week volgt de rest en dan ben ik op tal.
Waar komen de duiven vandaan?
Ongeveer de helft komt uit duiven die bij Albert zitten. Daaronder bewezen vliegers als jonge duif op mijn hok. Ik noem “Jurriaan” (2e WHZB en 1e asduif GOU), die ik in 2009 bij mijn herstart kreeg van duivenvrienden Martin & Joke Geven. “Franz” kwam in 2010 van Hans en Evert Jan Eijerkamp. Een kleinzoon van “de Olympiade” en tevens nazaat van “Bartoli”. Een doffer waar ik het vanaf het begin in zag zitten. Vaak als eerste thuis bij africhtingen en daarmee blijk gevend van een goed “kompas”.
Hij werd 2e duifkampioen regio 2 van de GOU. “Jose” is ook van 2010. Hij komt van Henk Berentsen, die ik ken uit de periode dat zijn zonen op het Isendoorn College zaten. Aanvankelijk meende ik, dat het kleine blauwe doffertje een duivin was. Vandaar de naam “Jose”. Deze blauwe doffer, afstammend van duiven die nationaal furore maakten op midfond en dagfond, werd 3e duifkampioen regio 2. “Gijs” is de derde prestatieduif van 2010 waaraan ik mooie herinneringen heb. Een kruisingsproduct (v.d. Merwe, Verkerk, e.a.) wederom afkomstig van Hans en Evert Jan Eijerkamp. Ongepaard op het schapje werd hij 4e duifkampioen regio 2 in 2010. Hoewel 2011 geen topjaar was, kwamen er enkele duiven naar voren die het waard lijken een plaats op het kweekhok te veroveren. “Johan” is er zo een. Een rode Bricoux van Natural. Won o.a. een 1e van de kring tegen ruim 3100 duiven. Ook “Guus” krijgt een kans. Won een 2e in de kring en stamt af van een inmiddels 12-jarige zoon van de geweldige nestzus van “Garfield”.
De andere helft komt van elders. Op de Voorjaarsbeurs kocht ik een jonge doffer van een serieuze duitse liefhebber. De moeder van deze doffer won veel pure kopprijzen. Eigenlijk wilde ik niets kopen, maar toen Martin & Joke van een andere Duitser een jong kochten uit de lijn van “de Kaasboer” van Gaston van de Wouwer wilde ik niet achterblijven. Dat wordt dus een onderlinge “moffencompetitie”. Gewoon een geintje! Bij Natural bestelde ik wederom 6 jonge duiven. Speciaal voor de kleur! Vier schimmels en twee steenroden. Vorig jaar zat er onder de 6 Naturals “Johan”. Ik teken ervoor als er onder de 6 Naturals weer 1 goeie zit!
Henk Berentsen uit Warnsveld leverde een compleet elftal. Henk heeft als hobby het kweken van prestatieduiven. Zelf vliegt hij niet met duiven. Zijn duiven komen zelfs nooit buiten het hok. Toch is hij niet zomaar een liefhebber. Zijn voorheen rossige haar verraadt gedrevenheid en fanatisme. Steeds koortsachtig op zoek naar zo mogelijk betere duiven. Henk is creatief en handig. Schildert en fotografeert zijn eigen duiven en heeft alles piekfijn voor elkaar. Hij droomt ervan, dat zijn duiven superuitslagen verwezenlijken en ik doe mijn best die voorwaarden te scheppen. Vorig jaar zat alles tegen met zijn duiven, maar in 2012 beginnen we met een schone lei! Hans en Evert Jan Eijerkamp leverden 5 jonge duiven. Uit de vliegers. Dat zie ik niet als een nadeel. Hun vliegers stammen uit hun beste kwekers en die vliegers hebben al laten zien postduif te zijn door de strenge selectie te overleven.
Clubvoorzitter Jan Groot Koerkamp en zoon Arno leverden vier stuks. Aanleiding was een bon geschonken aan onze eigen club. Ik mocht ze zelf uitzoeken! GOU-voorzitter Bram Scherpenzeel leverde drie mooie jongen. Ook hier was de aanleiding een bon voor “Steeds Verder” Voormalig Fondclub “IJsselstreek” voorzitter Bep Mosterd bracht enkele weken geleden vijf piepertjes. Bep en zijn compagnon Nico willen hun vnl. Pieter Veenstraduiven testen op hokken van liefhebbers die zich onderscheiden met jonge duiven. Hillebrand Klaver tenslotte bracht twee jonkies mee uit Tzummarum.
Daarmee is de selectie voor 2012 compleet. In stilte hoop ik, dat er een “Messi” tussen zit. Een supertalent. Net als de meeste selecties van eredivisieploegen, is het een kleurrijk geheel. Natuurlijk hoop ik ook “in het linker rijtje” te eindigen. In duiventermen betekent dat eerste prijzen winnen en (duif)kampioenschappen behalen. Het allerbelangrijkste is plezier op eigen hok en plezier op de club. Gewoon genieten van de aankomsten van je duiven en de dagelijkse omgang met je gevleugelde vriendjes. Op voorhand wil ik alle “leveranciers” van jonge duiven hartelijk bedanken voor het in mij gestelde vertrouwen en de veelal belangeloos geschonken duiven. Graag wil ik terug betalen met klinkende prestaties, maar ik kan alleen de garantie geven dat ik met hart en ziel de duiven zal spelen. Niet alles heb je als mens in de hand!
Tenslotte dank ik duivenvriend (al precies 25 jaar) Albert Hendriksen voor zijn welwillende medewerking. Wat is een mens zonder vrienden?
Freek’s Flitsen (1)
Na de “Fratsen” van vorig jaar, wil ik komend jaar “Flitsen”. Wie vorig jaar mijn stukjes volgde, stelde vast dat ik bij de duiven dicht bij de natuur blijf. Daar verandert weinig aan en daarom wil ik mezelf niet steeds herhalen in mijn “dagboek”.
Eigenlijk wil ik me komend seizoen meer richten op de buitenwacht. Op school vroeg ik wat leerlingen namen te bedenken voor mijn jonge duiven. Daar werd verrassend positief op gereageerd. Leerlingen staan echter mijlenver af van de duivensport. Ik beloofde via deze site de leerlingen op de hoogte te houden van het reilen en zeilen. Vandaar de “Flitsen”.
Op dit moment heb ik 41 jonge duiven aangeleverd gekregen. Piepertjes die net zelf kunnen eten en drinken en in het begin hun vader en moeder nog missen. Ik vertroetel ze dagelijks en probeer een soort plaatsvervanger van de ouders te zijn.
De duiven zijn ondergebracht op vier afdelinkjes. Per afdeling zitten ongeveer 10 duiven. In totaal heb ik 6 afdelinkjes. Dat is ook nodig, want de komende drie weken arriveren er nog ongeveer 25 jonge talentjes. De vierde afdeling wordt nog aangevuld en de overige duifjes komen op afdeling 5 en 6, die ietsje ruimer zijn. Mijn totale hok is 10 meter lang en 2,5 meter breed.
Elke afdeling heeft een “spoetnik”. Dit is een soort uitkijkpost met daaraan de klep om binnen te lopen en een schuif om de duiven door uit te laten. Aan de klep wordt ook de antenne geschoven. Alle antennes samen worden verbonden met de module die de aankomsten registreert als de duiven terugkeren van de wedvluchten.
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
blauwband |
roodkras |
kras bont |
schalie |
Zover is het nog lang niet! Eerst moeten de duiven worden uitgewend. Dat is een spannende klus voor liefhebber en duif.
Duiven die zich helemaal thuis voelen op hun hok, zullen hier graag terugkeren. Toch kan er van alles misgaan de eerste keren. Soms schrikken duiven, bijvoorbeeld als een sperwer de duiven belaagt. De duiven gaan dan hoog de lucht in en weten dan niet goed waar het hok zich bevindt. Als de duiven de klep blindelings kennen en ze maken de eerste rondjes om het hok, dan krijgen ze te maken met de havik. Vooral de vrouwtjeshavik jaagt in april en mei op jonge onervaren duiven. Ze slaat de onhandig rondfladderende junioren in de lucht en vliegt er moeiteloos mee naar haar horst of plukplaats. Spectaculair om te zien, maar als duivenliefhebber krijg je er nachtmerries van!
De mooiste exemplaren (kwa kleur) van ons kweekseizoen tot nu toe: 2 prachtige roodschimmels!! | ![]() |
Eind mei nemen de gevaren af. De vrouwtjeshavik broedt ondertussen. Haviken broeden wel vijf weken, las ik ergens. Als de eitjes pas uit zijn, blijft het vrouwtje op haar nest. Pa brengt de prooien. Dat zijn meestal geen duiven, want het mannetje pakt vanwege zijn tengere postuur gewoonlijk kleinere prooien. Tegen de tijd dat het vrouwtje weer gaat jagen, zijn de jonge duiven veel sneller en attenter. Ze probeert het nog wel, maar de pakkans wordt kleiner. Ook zijn er in het veld vaak gemakkelijker prooien te vangen en roofvogels kiezen meestal de weg van de minste weerstand.
In juni is mijn hokbezetting waarschijnlijk al flink uitgedund. In die periode begin je ook met africhten. De jonge duiven worden in alle windstreken weggebracht om ze te trainen het hok in korte tijd terug te vinden. Dit gaat met stapjes. Eerst drie kilometer, dan vijf, dan tien, enzovoort. Half juli is de eerste wedvlucht. Meestal vanaf een plaats in de buurt van de grens met Belgie. Ook met africhten blijven er duiven weg. Sommige duiven zijn gewoon niet sterk en slim genoeg. Hun kompasje werkt niet goed. Pas als ze de beproeving van roofvogels en africhting doorstaan hebben, krijgen de duiven een naam. Vanaf dat moment verdienen ze de naam postduif!
![]() |
Vanwege Freek’s allergie voor duivenstof draagt hij, wanneer hij bij de duiven is, altijd een overdruk-masker. Deze filtert mechanisch het meeste (duiven)stof uit de lucht die hij inademt! |
Alle duiven op mijn hok hebben een stamkaart en een eigendomsbewijs bij hun vaste voetring. Die vaste voetring krijgen de duiven op een leeftijd van zeven dagen omgeschoven in het nest. Een paspoort voor het verdere leven. Mijn duiven zijn internationaal. Ik heb een Duitser en zes Belgen. De overige duiven zijn in Nederland geboren. Twee komen er uit Friesland, maar de meesten zijn geboren in Twello, in Apeldoorn, in Brummen of in Warnsveld. Sommige fokkers hebben mij uitverkoren om hun duiven te testen. Dat komt mij goed uit. Doordat ik ernstig allergisch ben voor duiven, heb ik alleen in voorjaar en zomer duiven op mijn hok. Bij het fokken in het vroege voorjaar en bij de rui in het najaar komt te veel stof vrij!
Postduiven zijn niet allemaal even slim, maar ze zien er ook niet allemaal hetzelfde uit. De blauwband is de oerduif die je het meest ziet. Blauwkras of blauwgeschelpt is ook algemeen. Sommige duiven hebben witte slagpennen of witte vlekjes. Dat onderscheidt hen. Er zijn echter nog veel meer kleuren: schalie, schimmel, rood, vaal, zwart, isabel of chocolad.
Kleur zegt niets over kwaliteit! Zelf vind ik kleur mooi. Ik streef naar prestaties, maar ben genoeg liefhebber om te genieten van kleuren. Sommige leerlingen vroegen me een duif een naam te geven van een bepaalde kleur. Daar ga ik rekening mee houden natuurlijk. Ooit in 1968 had ik een steenrode witpenschimmel. Een prachtige, slimme doffer. Belandde als aanvlieger uit Belgie op het hok van Henk en Jaap Hupkes. Voor 1 gulden kocht ik hem en met jeugdvriend Rinie Vos halen we soms herinneringen op uit die tijd. De “Rooieschimmel” duikt steevast op. Een gewone blauwe, die veel eerste prijzen wint, vind ik echter het allermooist! (wordt vervolgd)
![]() |
![]() |
![]() |
![]() |
krasbont |
vaal |
schalie witpen |
lichtkras |
Archieven
- juni 2025
- mei 2025
- april 2025
- februari 2025
- januari 2025
- november 2024
- oktober 2024
- september 2024
- juli 2024
- maart 2024
- februari 2024
- januari 2024
- december 2023
- november 2023
- oktober 2023
- december 2022
- november 2022
- oktober 2022
- september 2022
- juli 2022
- juni 2022
- mei 2022
- april 2022
- maart 2022
- februari 2022
- januari 2022
- december 2021
- november 2021
- oktober 2021
- september 2021
- augustus 2021
- juli 2021
- juni 2021
- mei 2021
- april 2021
- maart 2021
- januari 2021
- december 2020
- oktober 2020
- september 2020
- augustus 2020
- juli 2020
- juni 2020
- mei 2020
- maart 2020
- september 2019
- augustus 2019
- juli 2019
- juni 2019
- mei 2019
- april 2019
- maart 2019
- oktober 2017
- september 2017
- augustus 2017
- juli 2017
- juni 2017
- mei 2017
- april 2017
- februari 2017
- januari 2017
- december 2016
- november 2016
- oktober 2016
- september 2016
- augustus 2016
- juli 2016
- juni 2016
- mei 2016
- april 2016
- november 2015
- juli 2015
- mei 2015
- oktober 2014
- augustus 2014
- juli 2014
- juni 2014
- september 2013
- augustus 2013
- juli 2013
- juni 2013
- mei 2013
- april 2013
- februari 2013
- januari 2013
- oktober 2012
- september 2012
- augustus 2012
- juli 2012
- juni 2012
- april 2012
- maart 2012