Zieleroerselen, zotteklap & zever 2017
Zieleroerselen, zotteklap & zever (20)
Zieleroerselen, zotteklap & zever (20)
Terugblik
Het kalenderjaar is nog lang niet voorbij, maar het duivensportseizoen zit er voor mij op. Het eerste jaar dat we als “Team Freek Wagenaar” op de uitslag stonden. Een naam die meer recht doet aan de praktijk, want zonder Albert en Bram ben ik nergens. Ook Rini hoort bij het team. Een duivenvlucht zonder zijn aanwezigheid bij de aankomst van de duiven kan ik me nauwelijks voorstellen. Datzelfde geldt voor moeder Toos en schipperke “Trijntje”. Na de laatste vlucht spreken we altijd plechtig af, dat ze er volgend jaar weer bij zal zijn bij leven en welzijn. Het duivenjaar 2017 zal bij mij de boeken in gaan als een goed jaar. De 1e Teletekst, een lang gekoesterde wens, ging in vervulling dankzij “Jarno”. Een memorabele vlucht. Bram was naar een barokfestival en Albert was druk met hokkenbouw en tuinaanleg. Rini zag hem al van ver naderen uit de bekende hoek. Een gedenkwaardig moment en het hoogtepunt van het afgelopen seizoen. Ook Roermond was een recordvlucht met de plaatsten 1 t/m 5 in de regio. Peronne gaf echter meer voldoening. Tevreden waren we ook over het verloop van Troyes. We begonnen met de 10e plek in GOU Noord, maar dat was wel onze getekende en een “halve Hak”. Het was een vrij pittige vlucht, maar in Appen hadden we weinig reden tot klagen en waren er ’s avonds 44 van de 55 thuis. Voor ons was het de eerste serieuze test van de “Hakduiven”. Weliswaar gekruist materiaal, maar we hielden een goed gevoel over aan de laatste vlucht van het seizoen. Reden voor mij om de zes aangeschafte “Hakjes” in 2018 alle zes in te zetten op ons kweekhok bij Albert. Teruglezend in het opgebouwde archief, zag ik dat we in 2014 op 40 keer los laten van de duiven bij huis 60 jongen kwijt waren. Anderhalve duif per keer is een extreem gemiddelde. Ik gebruikte toen termen als “monster”, “sekreet” en “terreur” als het om de havikenplaag plaag ging en prijs me achteraf gelukkig, dat ik toen niet de handdoek gooide. Anno 2017 is de toestand genormaliseerd. Na de laatste vlucht nog 60% aanwezig. Enkele jaren geleden was 80% weg! Helaas werd “Wieke 2” na Troyes gegrepen door de havik. Reden voor mij om de duiven niet meer de vrijheid te geven. Bram heeft zijn duiven inmiddels opgehaald en kan met overwennen beginnen. Albert zal binnenkort volgen. Tot die tijd verblijven de duiven hier in de twee beschutte rennen in de frisse lucht.
Meiko
De jonge rode kater die uit een verwilderde zwerfkat achter in de tuin geboren werd en afgelopen winter vriendschap met me sloot, behoort bijna tot ons team. Elke ochtend in alle vroegte wacht hij trouw bij de achterdeur. Al mauwend probeert hij me van alles te vertellen en loopt als een jachthond “aan de voet” met me naar de schuur voor zijn dagelijkse handje brokken. Als zijn buikje gevuld is wil hij aangehaald worden. Daarna loopt hij springend en spinnend met me mee naar de kippen en duiven. De duiven kennen hem onderhand en tonen nauwelijks angst. Duiven die in de tuin lopen hebben zijn aandacht. “Meiko” besluipt ze en loert naar ze. Hoe meer duiven er voor zijn neus lopen, hoe meer hij in verwarring raakt. Soms bespringt hij ze, maar houdt op het laatste moment in als ze niet snel genoeg opvliegen. ’t Is meer speels gedrag. Ik zorg er wel voor dat zijn buikje goed gevuld is. Als hij ontdekt dat duiven eetbaar zijn, hebben we een groot probleem! Onze rode kater komt niet binnen. Rond het huis zijn voldoende schuilplaatsen tegen kou en regen en hij weet niet anders bovendien. Ook José is helemaal weg van “Meiko”. Toen hij een keer een dag niet gesignaleerd werd, was ze helemaal van slag. Waarschijnlijk heeft hij toen ergens in de buurt in een schuur opgesloten gezeten. ’t Is een trouw, proper en aanhankelijk dier. Nooit gedacht, dat een kat zo leuk kan zijn. Van vreemde katten en muizen hebben we bovendien geen last meer!
Koppelen
De vorige keer schreef ik al, dat dit voor mij een jaarlijks ritueel is. Eerst schoon schip maken en dan met de uitverkoren duiven aan de slag. Proberen goede eigenschappen te verankeren, hier en daar wat compenseren als duiven te groot of juist te klein dreigen te worden. Ruimte voor echte “pointeurs” die een eerste prijs kunnen vliegen, maar ook zorgen dat ze de laatste vlucht van 450 kilometer goed aan kunnen. Met de nieuwe generatie willen we weer meedoen om het kampioenschap, maar we zijn ook liefhebbers die graag een goed gebouwde, mooi getekende duif zien in allerlei kleurschakeringen. Erfelijkheid boeit me en daar lees ik graag over. De ogentheorie vind ik interessant, hou er rekening mee bij het koppelen, maar staar me er niet blind op. De meest fanatieke experts en zelfbenoemde “ogenkeurders” staan zelden bij de kampioenen! Variatiebreedte vind ik wel belangrijk. Verschillende ogen, kleurslagen, karaktereigenschappen, bloedlijnen. Je moet echter wel weten wat je doet. Als je lukraak van allerlei kleuren mengt, ontstaat er meestal een foeilelijke kleur waar je geen kant mee op kunt. Zo is het met koppelen van duiven ook. De beste duiven komen voort uit een kruising, maar het best werkt de kruising als er sprake is van “heterosis” of “bastaardsterkte”. Bewust intelen en dan kruisen, zoals het in de zaadteelt ook gebeurt. Het blijft echter een uitdaging en een zoektocht om lijnen te vinden die goed “pakken”. Duiven die kinderen geven die net iets beter zijn. Meestal is het andersom! Zet je een koppel bewust bij elkaar, dan is de voldoening des te groter als je droom uit komt. Op dit moment heb ik na veel wikken en wegen de kweekkoppels voor 2018 voor 90% op papier. Enerzijds geeft dat rust, anderzijds kijk ik nu al uit naar wat er komend voorjaar in de schalen ligt.
Toekomst
Hebben we als duivensport toekomst? Soms heb ik het gevoel met een kano richting de waterval te varen. Je voelt de stroomversnelling en hoort in de verte het klateren van vallend water. Is het tij nog te keren? Onze vereniging werd in 1930 opgericht en kent een roemruchte historie. Haalt “Steeds Verder” 2030? We moeten niet gaan doemdenken. We leven in het hier en nu. We hadden een prachtige afsluiting met een viswedstrijd op forel in Emst. Een mooi initiatief van John en Hans. De prijsuitreiking met barbecue was goed bezocht en heel gezellig. We hebben nog genoeg mannen en vrouwen in de club die het schip drijvend houden, al wordt het elk jaar moeilijker om aan het vereiste aantal inkorvers voor een vlucht te komen. Straks organiseren Rein en Hans weer het “wintercafé” in de wintermaanden. We hadden en hebben het geluk bij “Steeds Verder” te beschikken over hele sterke vrouwen met een groot clubhart. Hillie, die alles voor “haar” club over had. Joke, die altijd met Martin meekwam en veel werk verzette, Rikie en Dinie achter de bar, Corrie die met Jan het clubgebouw hielp bouwen en zo kan ik nog wel even doorgaan. Helaas vielen en vallen er mensen weg. Ouderdom en gezondheidsklachten spelen ons parten. “Magere Hein” tikt regelmatig iemand op de schouders en aanwas van nieuwe leden is er nauwelijks. Tegenwoordig is Annet een echte “kartrekster”. Blijmoedig doet ze allerlei administratieve taken en ze is wekelijks aanwezig en betrokken bij het maken van uitslagen en het in orde maken van de bescheiden. Adrie beheert de bar alsof het haar eigen toko is. Over het schoonhouden van het gebouw heb ik het dan nog niet eens gehad. Waar zouden we als duivenclub staan zonder onze vrouwen? Hulde aan de dames! Respect ook voor onze bestuurders, die op verschillende niveaus zorgen dat we komend jaar weer onze geliefde hobby kunnen uitoefenen. Laten we vooral positief blijven en genieten van de duiven en de gezelligheid van het samenzijn. Duivensport wordt ooit “cultureel erfgoed”. Een duivenlokaal een item in het Openlucht museum. Voor mij zit het seizoen erop. Ik wil Albert en Bram bedanken voor hun onmisbare kweekinspanningen, administratieve werkzaamheden en meeleven met het wel en wee op de hokken in Appen. Rini en moeder Toos voor hun gezelligheid en support, Theo voor het bijhouden van de statistieken en José voor de catering en het steunen door dik en dun. Jan en Jaap hoop ik in 2018 zeker weer te treffen bij een aankomst van een vlucht in Appen. Mijn laatste Zieleroersel van 2017? Waarschijnlijk wel. Ik hoop dat U iets kon leren van mijn stukjes en “zotteklap & zever” kon scheiden van mijn “zieleroerselen”. In 2018 kom ik, bij leven en welzijn, terug. Alleen nog een nieuwe naam verzinnen. En … geniet zolang het nog kan!
Zieleroerselen, zotteklap & zever (19)
Zieleroerselen, zotteklap & zever (19)
Statiegeldduiven
Wie de naam bedacht, weet ik niet. Was het Falco Ebben? Met “statiegeldduiven” worden duiven bedoeld die een hemelse stamkaart hebben, die veelal ooit veel geld gekost hebben, maar die geen kweekpotentie hebben. Omwille van hun veelbelovende stamkaart worden zulke duiven vaak jaren op rij “rondgepompt” op de diverse verkoopsites. Zodoende leveren ze voor de verkoper nog wat geld op, maar de koper van de duif haalt alleen teleurstelling en ziektes op het hok. Soms kweken ze alleen “wegvliegers”. Ik meen, dat Gert Jan Beute die term lanceerde. Het zijn duiven die weinig honkvast zijn en bij de eerste de beste beproeving verloren gaan. Door schade en schande wijs geworden, blijf ik ver weg van de meeste verkoopsites. D.w.z. kijken en niet kopen. Een enkele keer komt er een pareltje voorbij. Een zomerjong speciaal gekweekt voor de verkoop uit een bewezen goed koppel uit een prepotente lijn. Dat laatste is belangrijk, want elke ter verkoop aangeboden duif heeft een ronkende stamkaart!
Kweekpotentie
Afgelopen jaar hielden we ongekend veel junioren over. Met dank aan de beperkte aanwezigheid van haviken. Uit één kweekkoppel hadden we vijf jongen gefokt en na Troyes zaten die er allemaal nog. Dat zijn we niet gewend. Toch laten we het ouderkoppel niet bijeen komend jaar. Slechts één jong presteerde redelijk, de rest matig. In voorgaande jaren zouden er van die vijf jongen twee of drie opgevreten zijn en dan zouden we te weinig informatie gehad hebben om tot een weloverwogen afweging te komen. Veelbelovend is een jaarling op het kweekhok met meteen in het eerste kweekjaar één of twee goede nazaten. Onze “José” is zo’n duif. Haar dochters “Cindy 404” (6e asduif GOU) en “Tonia 423” zijn prachtige duivinnen in de hand en ze hebben zich op de vluchten laten zien. “José” lijkt kweekpotentie te hebben en daar zijn we naar op zoek! Of “Marga” ook die potentie heeft, is nog onduidelijk. Vorig jaar als jonge duif miste ze niet en werd 1e asduif GOU jong. Met “Marga” was iets bijzonders aan de hand. Ze raakte opgewonden van een verliefd stelletje en er ontstond een driehoeksverhouding in een donker hoekje. Dat laatste is belangrijk in mijn ogen. De duiven moeten elkaar niet kunnen zien! Ze was duidelijk het vijfde wiel aan de wagen, maar stapel op haar gedeelde nestje. De twee duivinnen zaten in het pikkedonker samen op de eitjes en duwden elkaar van de eitjes. “Marga” was hier erg gevoelig voor en daardoor vloog ze zich wekelijks uit de naad. Zonder die motivatie zou ze waarschijnlijk onopvallend gepresteerd hebben. Ze gaf twee mooie zonen, “Sebas” en “Bram”. Met dank aan het boekhoudwerk van Bram en Theo weet ik, dat ze vier en drie keer prijs vlogen. Te weinig om voor “Marga” een standbeeld op te richten! In 2018 krijgt ze met een andere partner de kans om zich te revancheren. Het geeft eens te meer aan, dat de omstandigheden medebepalend zijn voor de prestaties van de jonge duiven. Waren ze optimaal gezond, trainden ze goed aan huis, waren ze gemotiveerd en … hadden ze het weer, de wind en de omstandigheden een beetje mee?
Kweekgoud
Een doffer of duivin met kweekpotentie is goud waard op het kweekhok. Een echt kweekwonder hebben we niet. Dat zeg ik eerlijk. Een gemakkelijk goed verervende duif wel. Daar houden we rekening mee bij het koppelen. Zijn of haar jongen houden we gemakkelijk over, zijn goed gebouwd, kunnen kop vliegen (teletekst) en hebben een goed rendement. Daar willen we er graag meer van! Een duif met echte kweekpotentie geeft goede nafok met verschillende partners. Hans Hak uit Maurik volg ik al enige jaren. Zijn “Vechter” en zijn “stammoedertje 677” zijn duiven met kweekpotentie. Echte stamduiven. Twee rechtstreekse Braad de Joode duiven overigens. Samen gaven ze uitstekende nafok, maar gekruist met andere duiven gaven ze ieder afzonderlijk zo mogelijk nog betere nafok. “Iniësta” (zes keer pure kop op NPO vluchten, maar ook snel op de vitesse), “888” (de “alleskunner”) en “Nick” zijn er sprekende voorbeelden van. Heel leerzaam overigens om te bestuderen hoe op andere hokken toppers gefokt zijn. Enkele jaren geleden kochten we bij Hans zes zomerjongen uit zijn toppers. Ze zitten er alle zes nog en krijgen komend jaar de kans op ons kweekhok om zich te bewijzen. Een driekwart Hak tegen een rechtstreekse Hak, maar zeker ook pure kruisingen. Echte topduiven, ook bij Hans Hak, zijn meestal kruisingsproducten!
Nestspel
Afgelopen jaar speelde ik mijn jongen ongescheiden. Sommigen vlogen op een nestje, anderen ongepaard. Vooral op eitjes kwamen de resultaten niet uit de verf. Ik overweeg dan ook sterk om komend jaar de junioren op de deur te spelen. Doffers en duivinnen gescheiden en roulerend in hok en ren. Daarvoor zal ik hokken en rennen moeten aanpassen. De hokken minder uitnodigend om aan te lopen en de rennen verduisterbaar. Het rendement van jonge duiven op nest stelt vaak teleur. Duivinnen moeten leggen en kunnen niet mee, jonge doffers op drijven zijn te zot bij wind van achteren en schieten door. Verder is het zonder oude duiven erg lastig om midzomer aan jonkies te komen om onder te schuiven bij vliegende junioren. Het is bovendien een hoop gedoe om jonkies in leven te houden als de ouders op reis zijn en vluchten uitgesteld worden. Ik ben er helemaal klaar mee!
Koppelen
Op dit moment heb ik de kweekkoppels voor 2018 op papier. Ik kan daar weken mee zoet zijn en hele dagen en nachten over (dag)dromen. Voor de koppeling is er “Bijltjesdag”. Alle kwekers die niet gebracht hebben wat we verwachtten moeten een goede reden hebben om de status van kweekduif te behouden. Een duif met geweldige vliegprestaties als jonge duif krijgt een jaartje extra respijt, maar zeker niet veel langer. Een mooie naam, stamboom of erelijst is niet genoeg om te kunnen bijtekenen! Bewezen kweekpotentie is een keiharde voorwaarde. Nu we wat langer bezig zijn (sinds 2009) leggen we de lat elk jaar hoger. Voor elke duif die we willen toevoegen, moet een andere duif wijken. De concurrentie wordt op die manier moordend en dat is alleen maar positief. Gelukkig heb ik weinig last van sentimenten als het om selectie gaat. “Dan had je als kweker maar beter je best moeten doen”, denk ik vaak. Twaalf kweekkoppels en daarmee basta! Lukt het met twaalf koppels niet, dan zal het met twintig zeker niet lukken! Met hulp van twaalf voedsterkoppels komen we in het voorjaar aan ongeveer 40 vroege jongen van ons zelf. Als Bram er ook 40 levert en de havik houdt zich redelijk koest, dan kunnen we ons weer een jaartje uitleven met de junioren. Het koppelen vind ik elk jaar weer een leuke uitdaging. ’t Is veel schuiven en puzzelen. Ik hou van variatiebreedte. Uit een kraswitpen met een vaalschimmel kun je alle kleuren van de regenboog verwachten. Daar houden Albert en ik van. Kwaliteit komt echter op de eerste plaats, dan een hele tijd niets en dan pas kijken we naar de kleurtjes. Een rijkgekleurd oog tegen een wat vlakker oog. Geeloog tegen witoog. De ogentheorie is ondergeschikt. Het gaat om prestaties. Dan weer een hele tijd niets en vervolgens denken we aan variatiebreedte of bastaardsterkte. Uit twee geelogers of twee witogers zijn al ontelbare topduiven gefokt. Proefondervindelijk. De waarde van de ogentheorie is erg betrekkelijk in mijn optiek. Het gaat om goede duiven, temperament, wilskracht, spierkracht, rijke en zachte pluim en …. vooral een goed kompas! Op dit moment heb ik twaalf koppels op papier waar ik een goed gevoel bij heb. Geen “papieren tijgers”, geen “statiegeldduiven” of “wegvliegerkwekers”. Toch zullen we in september 2018 weer moeten vaststellen, dat meerdere “droomkoppels” de harde realiteit niet aan konden. We moeten echter blijven geloven in vooruitgang, in onze duiven, in onszelf en in elkaar.
(wordt vervolgd)
Zieleroerselen, zotteklap & zever (18)
Zieleroerselen, zotteklap & zever (18)
Doorselecteren
Duivensport is een selectiesport! Wie de top wil bereiken en daar wil blijven, moet keihard selecteren! “Simpele graaneters” noemde compagnon Albert het gros der duiven in het verleden. “Meevliegers” hoor je tegenwoordig. Daar haal je de top niet mee. Bram leverde in 2017 ongeveer 60 junioren. Van twee ervan begint mijn hart sneller te kloppen. Dat zijn in mijn ogen postduiven waar je misschien in de toekomst iets aan hebt. De één was drie keer overtuigend de eerste op het hok, de ander won met grote voorsprong 1e Teletekst GOU Noord. Is de rest dan waardeloos? Nee, dat is te kort door de bocht. Een jonge duif, die zonder partner, zonder nestpositie en zonder duidelijk territorium, wekelijks vlot en fris naar huis komt, kan als oude duif een aanwinst zijn. Zeker als ze als jong een paar leuke prijsjes meepakken en liefst een keer vroeg zijn. Dat laatste is in mijn ogen niet onbelangrijk.
Motivatie
Jonge duiven die laat rijp zijn en gewoon op het schapje gespeeld worden, zullen zich niet uit de naad vliegen in de regel. Uitzonderingen daar gelaten. Een duif met een bijzonder territorium en aanwijsbare motivatie in de vorm van een partner, een nestje of iets dergelijks, moet eigenlijk prijs vliegen. De ene duif met vijf prijzen wordt soms verwijderd, terwijl de andere duif met drie prijzen in de ogen van de baas een kans verdient. ’t Is maar net onder welke omstandigheden jonge duiven gespeeld werden. Gezondheid speelt ook een belangrijke rol. Ik zie graag junioren die zonder medicatie gezond blijven. Soms krijg ik jongen uit een bepaald koppel of een bepaalde lijn, die gemakkelijk “kopproblemen” krijgen. Zulke wil ik liever niet. Natuurlijke gezondheid is heel belangrijk. Moet je steeds ingrijpen en ga je met dezelfde duiven verder, dan krijg je een medicijnafhankelijke duivenstam. Daar hou je slapeloze nachten, chagrijn en een lege portemonnee aan over. Je boert achteruit, zeggen ze op het platteland. Een mooi voorbeeld zie ik op eigen hok. “Gianna 406” viel niet erg op aanvankelijk. Ze arriveerde trouw op tijd, maar altijd als serieduif. Geen puntenpakker voor een kampioenschap. Op de laatste vlucht Troyes, was ze onze eerste duif (10e GOU Noord). We hadden haar als tweede getekende gezet, omdat ze dol was op haar jonkie van ongeveer vijf dagen oud. Zou ze gefaald hebben, dan zouden haar voorgaande zes prijsjes voor mij geen waarde gehad hebben en was ze niet door de selectie gekomen. Twee nestbroers van “Gianna 406” van de tweede ronde krijgen ook een kans. Ze bleven ongepaard en hadden geen territorium. Laat rijp. Toch wonnen ze op Troyes beiden prijs en kwamen op de voorgaande vluchten ook steevast mooi op tijd en fris en monter thuis. Volgens de statistieken, door Bram en Theo tot in de finesses bijgehouden, wonnen ze samen negen keer een nette prijs. Al met al genoeg reden om ze als oude duif een kans te geven
Totaalplaatje
Of een jonge duif op ons vlieghok aan het eind van het seizoen door gaat naar de volgende ronde, hangt af van het totaalplaatje. Natuurlijk tellen we het aantal behaalde prijzen, maar veel belangrijker is de kwaliteit van de prijzen en de omstandigheden waaronder die prijzen behaald zijn. Vanaf Roermond maakten we een geweldige uitslag. Acht duiven op een rijtje op het dak van het hok en degene die als eerste aanstalten maakte om op de klep te vliegen, won de eerste prijs in de regio. Dat is leuk, maar zo’n regiozege heeft een andere betekenis en waarde als de regiozege vanaf Peronne. Die duif won los vooruit de 1e Teletekst en deed dat helemaal op eigen kracht. Waarom “Jarno 224” juist op Peronne zo geweldig uithaalde, dat zullen we nooit weten. De duiven waren niet gekuurd, niet uitgerookt en kregen geen vitamines. Alles simpel en puur natuur. We houden het op eerste verliefdheid. Dankzij deze ene superprestatie willen we hem een plekje op het kweekhok gunnen. Over tien jaar zie ik “Jarno 224” in gedachten nog als een komeet uit de goeie hoek komen, met dank aan de haviksogen van Rinie die hem op twee kilometer afstand al in het vizier had. De “serieduif” met zes prijsjes op rij ben ik gegarandeerd binnen tien dagen al vergeten! Er zijn echter meer factoren die meespelen. Ik noemde al de motivatie. Intrinsieke gezondheid is ook heel belangrijk en meteen daaraan gekoppeld de vitaliteit. Vervolgens kijk ik naar de bouw van de duif. Gestroomlijnd met zachte pluim en een slimme uitstraling! Geen tentoonstellingstypes en “zoete” duiven. Tenslotte kijk ik naar de stamkaart.
Kweekhok
Wil je vooruitkomen, dan moet je zorgen voor een vitaal kweekhok. Van de lichting 2017 wil ik zes of zeven duiven transfereren naar ons kweekhok bij Albert. Dat betekent, dat er plaats gemaakt moet worden, want we beperken ons tot twaalf koppels! Gelukkig hadden we in 2017 weinig last van de havik en kon er op een eerlijke manier geselecteerd worden. Welke kwekers gaven er waardevolle nafok en welke kwekers stelden ons (opnieuw) teleur? Zelf ben ik er uit. Albert weet, dat ik heel serieus ben als het op selectie van duiven voor het kweekhok aan komt. Hij weet ook, dat twee kapiteins op één schip niet werkt en laat me mijn gang gaan. Als ik twijfel, denk ik steevast aan Jan Suijkerbuijk en Martin Geven. Twee duivenvrienden met een vlijmscherp mes. Zachte heelmeesters maken op een kweekhok stinkende wonden! Twee of drie jaren op rij geen goeie nafok met verschillende partners? Wegwezen! Zelfs al was de duif asduif van de GOU, of een zoon of dochter van “Kleine Dirk”. Wie zich door stamkaarten of prestaties in het verleden laat leiden, komt bedrogen uit. Veel goede vliegers blijken op het kweekhok slechte kwekers. Ik zoek liever naar duiven met kweekpotentie. Daar kun je jaren op rij profijt van hebben. Kwekers die “het” niet hebben, stellen je elk jaar weer teleur en halen je rendement op het vlieghok omlaag. “Papieren tijgers” zijn de grootste bedreiging op elk kweekhok. Helaas zijn kwekers die gemakkelijk goeie nafok geven met verschillende partners dun gezaaid!
(wordt vervolgd)
Zieleroerselen, zotteklap & zever (17)
Zieleroerselen, zotteklap & zever (17)
Eind goed, al goed
De laatste vlucht Troyes was een waardige afsluiting van het jonge duivenseizoen. Alleen weet ik niet, of iedereen het met me eens is. Troyes was vrij pittig, maar niet extreem. Het was warm, maar niet tropisch. Geen gevaarlijke oostenwind en de dagen na Troyes goede condities voor de achterblijvers om thuis te geraken. Hier waren er ’s avonds 44 van de 55 thuis (80%). Op zondag kwamen er vijf bij, op maandag weer twee en dinsdag nummer 52. We hadden nog ongeveer tien duiven thuis (gewond of gezworven), zodat er ruim zestig over zijn van de ruim 100 waarmee we begonnen. Een ongekende score voor het door bossen omgeven Appen! Sinds dinsdag weet ik ook waar we sportief gezien staan in 2017. Bram stuurde meteen een mailtje toen de eindstanden via de site van de GOU gepubliceerd werden: 1e club, 1e kring, 1e regio en 4e totale GOU. Een mooie afsluiter voor ons team!
Analyse
Om verder te komen in de duivensport en ik denk in elke sport, moet je veel analyseren! Wat gaat er goed en wat is voor verbetering vatbaar? Afgelopen jaar liet Albert de eerste eieren van de kwekers uitbroeden door “voedsters”. Al kort na de leg werden de eieren weggehaald en begon de cyclus voor de twaalf “kweekkoppels” opnieuw. Zou er verschil in kwaliteit zijn tussen de 1e en 2e ronde? Wat opviel was het optimale rendement van de 2e ronde: 24 jongen! Een aanwijzing dat de gezondheid van de kwekers goed was afgelopen voorjaar. Nooit las ik in de literatuur, of het twee maal leggen in minimaal tijdbestek van invloed is op de kwaliteit. Is de eerste leg beter, of juist de tweede leg? “Cindy 404” is een vaalschimmelduivin van de eerste ronde, die vrij hoog eindigde bij de asduiven. Ze bleef ongepaard. Haar zusje en evenbeeld van de tweede ronde, “Tonia 423”, vond wel een vurige jonge doffer. Ik kon haar foppen met een paar kunsteitjes, zodat ze niet zelf hoefde te leggen. Ongepaard leek ze op de beginvluchten de betere prijsvliegster. Op nest viel ze terug en werd overvleugeld door haar zus en “lookalike”. “Cindy 404” was onze derde duif van Troyes. “Tonia 423” arriveerde als zestiende van Troyes. Een ander voorbeeld is het ouderpaar van “Sara 408” en de nestbroers “Guus 415” en “Steffan 416”. “Sara 408” van de eerste ronde bleef weg van Troyes. De nestbroers arriveerden om 17.10 en 17.11 uur vlak na elkaar op Troyes. Is de eerste ronde dus inferieur? Een ander voorbeeld: “Gianna 406” was onze eerste duif op Troyes. Van de eerste ronde. Haar nestbroers “Rinus 419” en “Jaap 420” van de tweede ronde winnen beiden prijs, maar trekken geen volle zalen. Is de tweede ronde dus inferieur? Op grond van eigen waarneming zie ik geen verschil tussen de eerste en tweede ronde. Van het ene koppel is de eerste ronde beter, van het andere koppel juist de tweede ronde. Een kweekduivin kan dus best kort na elkaar twee keer leggen, zonder rustpauze, zonder gevolgen voor de kwaliteit van de nazaten.
Schimmel
Drie “schimmeltjes” leverde Albert. Eentje waren we snel kwijt, nadat hij eerder een roofvogelaanval overleefde. De andere twee waren “Wieke 1” en “Wieke 2”. Net als de vaalschimmels “Cindy” en “Tonia” evenbeelden. “Wieke 1” van de eerste ronde trok geen pier uit de grond en bleef op een NPO-vlucht achter. Ze kwam terecht bij “Janny” in de Alblasserwaard. De mevrouw in kwestie is een dierenliefhebster en ze verzorgde “Wieke 1” uitstekend. Zo goed, dat het duifje enkele dagen geleden op eigen kracht terugkeerde. Het leverde leuk en spontaan mailverkeer op. Heb “Janny” toegezegd, dat ik volgend jaar een schimmelduivinnetje uit deze lijn naar haar zal vernoemen, waarmee ze vereerd is! “Wieke2” van de tweede ronde deed het niet onaardig. Zes prijzen scoorde ze, ook van Troyes. Weer een bewijs dat de tweede leg zeker niet onder doet voor de eerste leg!
Rood
Twee vaalschimmels hadden we mee naar Troyes, twee roodschimmels, twee roodkrassen en een schimmeltje. De roodschimmel “Cor 432” viel als enige uit de toon met een aankomst op 18.42 uur. De anderen waren allen tussen 17 en 18 uur present. Van de vier ingezette vale duiven wonnen er drie prijs. Zijn de roden dus superieur? Welnee, maar ze zijn zeker niet inferieur!
Zand of stro?
We kunnen hier kort over zijn. Heb geen verschil gemerkt. Als ze paarlustig zijn, paren ze op stro en op zand. Zijn ze laat rijp, dan blijven ze op beide bodembedekkingen ongepaard! Verschil in rendement tussen hokken en bodembedekking heb ik niet kunnen vaststellen.
Hak of gehakt?
De duiven van Hans Hak uit Maurik timmerden in 2017 weer aardig aan de weg. Twee dagfondoverwinningen in de GOU met één en dezelfde duivin. Da’s een droom en uniek! Wij haalden de “Hakjes” speciaal voor de verdere vluchten. Of ze voldeden en bij ons passen? Laat ik voorop stellen, dat we ze kruisten. Onze eerste duif van Troyes was een driekwart Hak. Da’s hoopgevend. Ook in de derde, zesde, zevende en negende zit een deel Hak. Eén zwaluw maakt nog geen zomer, maar we gaan zeker verder met het “Hakexperiment”. Gehakt maken we dus niet van de duiven van Hans Hak!
Doffers of duivinnen?
We namen, inclusief Venlo, acht keer deel aan een prijsvlucht. Vijf keer begonnen we met een doffer, drie keer met een duivin. Kijken we naar de beste jongen op ons hok, dan valt op dat we geen echte topper hadden. We hadden mede daarom moeite met het aanwijzen van de juiste getekenden. De doffer “Prem 181” deed het van dichtbij heel goed. Was drie keer onze eerste op het hok. Op de NPO-vluchten liet hij het echter afweten. De “Jarno 224”, door Bram gekweekt, won los vooruit de 1e Teletekst v.a. Peronne. Zo’n duif verdient een kans op het kweekhok in mijn ogen. Als het om regelmatigheid gaat, scoren de duivinnen beter. “Cindy 404”, “Tonia 423”, “Wieke 2”, “Lize 176”, “Jossepos182” en “Gianna 406” bijvoorbeeld. Geen superduiven, maar wel duivinnetjes die hun best deden en er bij de asduiven bij staan.
Medisch
Vorig jaar maakte ik er een dingetje van om volledig zonder medicijnen de eindstreep te halen. Dat lukte toen aardig. Toch doe je jezelf en je duiven tekort als je helemaal niets doet. Uitgestelde lossingen, drie nachten mand, dat doet iets met je duiven. Eén duif, die aardig presteerde, kreeg als enige “one eye cold” dit jaar. Die heb ik toen subiet opgeruimd! Toch bleef het probleem met de oogjes mijn grootste aandachtspunt, vooral omdat je het overal om je heen hoorde. Nog steeds geef ik geen ontsmettingsmix aan de duiven bij thuiskomst. Probeer nog steeds met een halve liter vlierbessensap en zwarte grond met klei en mineralen de vuiligheid uit de darmen te spoelen. Gelet op de resultaten is dat aardig gelukt. Ik wil dokter Nanne Wolff vragen wat hij vindt van de zgn. “gele druppel” als alternatief voor ronidazole. De “gele druppel” heb ik enkele keren midweeks door het drinkwater gedaan, maar ik hou er niet van om iets te doen zonder te begrijpen wat ik doe. Ik probeer steeds zo natuurlijk en biologisch mogelijk mijn duiven te begeleiden. Als de nood echter aan de man komt, maak ik gebruik van de medische kennis van deskundigen! In mijn geval betekent dat “zo min mogelijk” en met een jaarlijks budget van enkele tientjes. De sport wordt anders onbetaalbaar voor mij. In de aanloop naar de vluchten geen coli-, tricho of ornikuur. Duiven moeten weerstand opbouwen. Ik wil geen medicijnafhankelijke duivenstam! Als duiven tijdens het vliegseizoen iets oplopen, bijvoorbeeld na meerdere dagen verblijf in de reismand , dan zal ik ingrijpen. Anders is het seizoen naar de knoppen en ik ben wel goed, maar niet gek natuurlijk.
Standen
Bram en Theo hielden keurig alle behaalde prijzen (Bram) en puntentotalen (Theo) bij. Dat werkte verhelderend. Zal Albert vragen om de klassementen bij deze “Zieleroerselen” te plaatsen! (wordt vervolgd)
Eindstand jonge duiven ringenserie Bram seizoen 2017 | ||||
Nummer | Naam | Ring | Gewonnen | Totaal |
volgorde | duif | duif | prijzen | punten |
1 | Prem | 17-1813181 | 5 | 3667,9 |
2 | Josepos | 17-1813182 | 5 | 3642,1 |
3 | René | 17-1813178 | 5 | 3446,3 |
4 | Leverne | 17-1813216 | 5 | 3216,4 |
5 | Bert | 17-1813161 | 5 | 3182,3 |
6 | Josien | 17-1813192 | 5 | 3065,3 |
7 | Lize | 17-1813176 | 5 | 2866,3 |
8 | John | 17-1813199 | 5 | 2836,8 |
9 | Franz | 17-1813200 | 5 | 2810,2 |
10 | Meeuw | 17-1813213 | 5 | 2739,3 |
11 | Jarno | 17-1813224 | 4 | 2540,7 |
12 | Willy | 17-1813202 | 4 | 2420,6 |
13 | Marco | 17-1813188 | 3 | 1972,0 |
14 | Eleen | 17-1813175 | 3 | 1934,5 |
15 | André | 17-1813187 | 4 | 1875,2 |
16 | Jort | 17-1813225 | 2 | 1797,1 |
17 | Zwerver | 17-1813203 | 3 | 1735,2 |
18 | Soleil | 17-1813222 | 2 | 1687,1 |
19 | Esther | 17-1813172 | 4 | 1644,7 |
20 | Vlinder | 17-1813205 | 3 | 1650,7 |
21 | Lesja | 17-1813168 | 2 | 1602,2 |
22 | Ernst | 17-1813165 | 3 | 1398,4 |
23 | Aartje | 17-1813183 | 2 | 1331,2 |
24 | Lenneke | 17-1813169 | 1 | 988,2 |
25 | Noëlle | 17-1813214 | 1 | 292,5 |
26 | Erna | 17-1813173 | 1 | 265,4 |
27 | Andries | 17-1813174 | 1 | 146,9 |
————————————————————————————————–
Eindstand jonge duiven ringenserie Freek seizoen 2017 | ||||
Nummer | Naam | Ring | Gewonnen | Totaal |
volgorde | duif | duif | prijzen | punten |
1 | Cindy | 17-1814404 | 5 | 4381,3 |
2 | Gianna | 17-1814406 | 6 | 4045,2 |
3 | Tonia | 17-1814423 | 4 | 3447,7 |
4 | Paulien | 17-1814418 | 5 | 3243,8 |
5 | Rinus | 17-1814419 | 4 | 2918,9 |
6 | Hendrik | 17-1814436 | 5 | 2822,8 |
7 | Steffan | 17-1814416 | 4 | 2783,7 |
8 | Guus | 17-1814415 | 6 | 2779,6 |
9 | Zombie | 17-1814417 | 4 | 2722,8 |
10 | Carla | 17-1814410 | 4 | 2557,4 |
11 | Jaap | 17-1814420 | 4 | 2439,1 |
12 | Robert | 17-1814409 | 3 | 2144,6 |
13 | Ruud | 17-1814434 | 4 | 1983,9 |
14 | Dineke | 17-1814402 | 5 | 1981,5 |
15 | Albert | 17-1814422 | 3 | 1980,8 |
16 | Bram | 17-1814413 | 3 | 1977,1 |
17 | Cor | 17-1814432 | 2 | 1976,0 |
18 | Wolf | 17-1814433 | 3 | 1672,2 |
19 | Ben | 17-1814430 | 4 | 1667,7 |
20 | jan | 17-1814425 | 3 | 1515,6 |
21 | Frederike | 17-1814428 | 3 | 1504,1 |
22 | Boy | 17-1814429 | 3 | 1287,1 |
23 | Joke | 17-1814411 | 3 | 1263,9 |
24 | Sara | 17-1814408 | 1 | 921,2 |
25 | Cato | 17-1814431 | 2 | 458,2 |
——————————————————————————————–
Eindstand jonge duiven met Derby-ring seizoen 2017 | ||||
Nummer | Naam | Ring | Gewonnen | Totaal |
volgorde | duif | duif | prijzen | punten |
1 | Wieke 2 | 17-1837532 | 6 | 3857,7 |
2 | Berlinerin | 17-1837531 | 5 | 3641,9 |
3 | Sebas | 17-1837527 | 4 | 2452,7 |
4 | Reinout | 17-1837537 | 4 | 1301,2 |
5 | Ryanne | 17-1837536 | 1 | 976,3 |
6 | Georgine | 17-1837529 | 1 | 971,6 |
7 | Onbekend | 17-1837535 | 2 | 852,4 |
8 | Eva | 17-1837530 | 1 | 656,4 |
9 | Emil | 17-1837533 | 1 | 424,2 |
10 | Wieke 1 | 17-1837526 | 1 | 85,3 |
—————————————————————————————————-
Eindstand duif van Jan Groot Koerkamp seizoen 2017 | ||||
Naam | Ringnummer | Aantal | Totaal | |
duif | duif | prijzen | punten | |
Hermien | 17-1837567 | 5 | 3065,2 |
Zieleroerselen, zotteklap & zever (16)
Zieleroerselen, zotteklap & zever (16)
Troyes
José was vrijdagochtend met haar zus naar haar broer in Maastricht vertrokken. Door de duiven gaan we in de zomermaanden nooit met vakantie. José gaat daar goed mee om. Ze heeft zelf ook niet echt de behoefte om in de zomervakantie grote reizen te maken. In de herfst- en voorjaarsvakantie halen we de schade in! Zaterdag had ik dus het ruim alleen, maar dat voelt onwennig. Naast Rinie, Jaap, Bram en Albert, zouden Theo en Ricky en clubvoorzitter Jan Groot Koerkamp de aankomst van Troyes gaan bijwonen. Dat betekent je bezig houden met de verzorging van de duiven, moeder Toos met Trijntje in Twello ophalen en wegbrengen en zorgen voor koffie, thee en fris. Met 55 duiven in de strijd, wordt het melden van de duiven een crime als je er alleen voor staat. Gelukkig is Albert daar handig in. Van Bram weet ik, dat hij de aankomsten op de GOU-meldsite op zijn i-phone op de voet volgt. Daar hoef ik dus zelf ook niet naar te kijken. Moeder Toos settelde zich als eerste op het overdekte terras. Gauw wat kussentjes regelen, want als bijna 88-jarige zit je niet lekker op een harde teakhouten bank. Schipperke Trijntje ligt steevast aan haar voeten, al moet er altijd wel eerst een bakje water geregeld worden. Rinie arriveerde iets voor vieren. Hij had er duidelijk zin in en was gretig. Ook Jaap, die dit jaar nauwelijks tijd had met een op handen zijnde verhuizing, liet de boerderij even in de steek om erbij te zijn. Theo en Ricky kwamen rechtstreeks van John Romein. Daar hadden ze genoten van vuurwerk op de natourvlucht Marche. Theo was echter nog niet verzadigd en omdat hij dit jaar voor ons de standen bijhoudt van de individuele duiven, wilde hij de slotvlucht in het echt meemaken. De komst van de ernstig zieke Jan Groot Koerkamp vond ik het meest bijzonder. Jan vertoefde de laatste maanden vooral in Amsterdam, Zwolle en Deventer en volgde de toestand in de wereld vanuit een ziekenhuisbed op de dagen dat hij daarvoor fit genoeg was. Troyes wilde hij van dichtbij meemaken! Toen Albert en Bram tenslotte arriveerden, waren we gereed voor de komst van de eerste Troyesganger! Toen Eijerkamp op 16.41 de eerste duif meldde via hun eigen site, waren alle blikken strak gericht op het zuidoosten. Dan ineens komt er een duif recht op het hok af. Het blijkt “Gianna 406”, onze tweede getekende. Ze wordt met stil gejuich ontvangen. “Gianna” blonk uit door regelmaat. Steevast prijs, maar steeds in de middenmoot. Eén keer miste ze door mijn schuld. Dat was op de derde prijsvlucht, toen ze een eitje had gelegd in de mand bij de inkorving. Ze kwam toen veel te laat zo ongeveer als laatste thuis en ik herinner me de blijdschap van José toen ze eindelijk thuis was. “Gianna” vertrok op Troyes met een jonkie van een week in het nest. Ze was er erg zorgzaam voor en dat was me opgevallen. Haar moeder komt uit “Iniësta” x “stammoedertje”, het beste van Hans Hak! Ze beschaamde mijn vertrouwen dus niet. Twee vrijgezelle broers van de tweede ronde uit dezelfde ouders, genaamd “Rode Rinus” en “Rooie Jaap”, pakten trouwens ook hun prijsje mee op Troyes. Onze tweede duif van Troyes was “Paulien 418”. Ze komt uit onze beste jonge duif van 2014 x “Nicolien”. Vier jongen fokte Albert uit dit koppel en ze zijn er alle vier nog! Toen we de duif “Nicolien” afgelopen winter kochten op een veilig van Nico Jan Koenders, zag ik er iets in. Gevraagd naar de mening van de verkoper, tipte hij haar als favoriet. Het zijn vier duivinnen en ze kijken niet naar het andere geslacht. Laat rijp dus, maar dat belet hen niet om prijs te vliegen. “Eva 530” brak op Chimay beide poten. Dat is geen aanbeveling. “Berlinerin 531”, “Zombie 417” en “Paulien 418” zijn echter prima zusjes. Allemaal kleinkinderen van onze “Rod Argent”, de toetsenist van de legendarische “Zombies”.
Nestspel
Eerder gaf ik al aan, dat het spelen op nest van jonge duiven vaak een teleurstelling betekent. Onze derde duif op Troyes was “Cindy 404”. Gefokt uit onze “José” van 2016. Een pure Eijerkamp uit de lijnen van “Bartoli” en “Celena”. “Cindy” vliegt gewoon ongepaard een 1 op 100 prijs. Haar volle zus, “Tonia 423” zat in haar eentje op een klein jong. Haar doffer “Albert 422” bleef weg van Nanteuil, vandaar. Wat zat ze strak op haar jonkie. Van trainen was geen sprake meer. Op woensdag bracht ik de hele ploeg naar Ravenstein. Je moet toch wat als ze niet vliegen. “Tonia 423” arriveerde als onze 16e duif. Ze wint prijs, maar wordt dik verslagen door haar zus en evenbeeld (vaalschimmel) zonder doffer of kroost. Onze vierde duif “Jort 225” zat sinds enkele dagen te broeden en nummer vijf (“Lesja 168”) zat op een klein jonkie. Nummer zes en zeven zijn nestbroers. Driekwart Hakorigine. Beide doffers zonder nest, maar wel op vrijersvoeten. Nummer acht en negen zijn weer gewoon single en nummer tien is “René 178”, met een jong van een dag of tien onder zijn hoede. De moraal van dit verhaal: met of zonder neststand zijn successen te boeken. Bij zware omstandigheden kan een neststand een extra stimulans geven. De “Gianna 406” is een mooi voorbeeld. Op zondagochtend keerde “Aartje 183” retour. Eén van de vier duivinnen op een klein jong. Gemotiveerd, maar toch te laat. Op zaterdagavond hadden we 44 duiven thuis van de 55 (80%). Nu de mist is opgetrokken op zondagochtend en de duiven onbezorgd in de groentetuin scharrelen of in bad liggen, druppelt het gewoon door. Twee duiven zag ik vanochtend uit het zuiden arriveren en tenminste twee anderen zag ik in de tuin lopen. De verwachting is dat er wederom weinig duiven achter blijven. Ook wat dat betreft is 2017 een goed jaar. Heel weinig verliezen!
Balans
Aan het eind van de rit maak je de balans op. Het is op zondagmorgen na Troyes nog te vroeg en te vers om het geheel goed te kunnen overzien. In de club zijn we kampioen. Dat is zeker. Hoe het in de kring, regio en afdeling is, dat moeten we afwachten. In de kring zijn we, denk ik in alle bescheidenheid wel favoriet voor de hoogste titel. Bertus van de Esschert uit Welsum had gisteren een slechte dag en die schudden we af. Aart Hup kwam als een diesel langzaam op gang, maar gaandeweg werd hij sterker. Ik denk, dat we genoeg punten gepakt hebben om hem voor te blijven, maar ik heb respect voor zijn geweldige eindsprint en voor de liefhebber Aart Hup uit Oene! In de regio was het door de zondagvluchten erg onoverzichtelijk. Wie stond er voor het kampioenschap bovenaan? Steffan Willems en opa Hans pakken in GOU NOORD de 1e Teletekst. Hans is als oud-wielrenner die fietste met Tijmen Groen en Joop Zoetemelk, een gedreven jonge duivenspeler. Afgelopen voorjaar meldden ze zich als lid aan van “Steeds Verder”. Met ruim zes kilometer overvlucht op Appen in combinatie met een meer oostelijke ligging waren Hans en Steffen enkele keren volledig ongrijpbaar. Met harde westenwind speelden ze 1 t/m 14 vanaf Marche. Afgedroogd en geknipt en geschoren noemen ze zoiets. Een kampioenschap wordt verdiend over zeven vluchten en ook zij kenden mindere momenten. Gisteren pakten ze een gedroomde overwinning, maar moeten dan toch wachten op de opvolgers. Het was echter een spannende, maar ook sportieve strijd tussen twee hokken die knokken om te winnen en ik denk, dat we boven Steffan zullen eindigen in het kampioenschap. En de overige kanshebbers? Sando Verbeek uit Hall was voor mij een nieuwe naam. Hij kende enkele prima vluchten en was bezig aan een opmars, maar vanaf Troyes vielen zijn duiven terug. Niettemin een hok met toekomst! Ik heb veel respect voor mijn concurrenten. In Wapenveld zitten goede duiven, in Zwolle zitten goeie liefhebbers en in Olst zit een liefhebber die het in de vingers heeft, net als in Wijhe. Je moet je echter concentreren op je eigen hok en je eigen duiven. Is de mest goed? Zijn de oogjes helder en de neusjes krijtwit? Zit er geen “geel” onder? Trainen ze goed? Zijn ze gemotiveerd? We korfden 55 junioren in en geeft het dan uit handen. Krijgen ze eten en drinken in de mand? Zitten ze in een box met zieke duiven? Hoe is het weer op de vluchtdag? Als de duiven onderweg zijn, spookt er nog van alles door je hoofd. Troyes werd een eerlijke vlucht in mijn ogen. Weinig wind en geen buien van betekenis. Toen de eerste duif thuis was (de 2e getekende) en de opvolgers regelmatig arriveerden, werd ik wat rustiger. Natuurlijk zijn er liefhebbers die vroeger “pakken”, maar je hoort ook verhalen via Bram van liefhebbers die laat zitten, of lang moeten wachten op de opvolgers. De toeschouwers kregen waar voor hun geld en iedereen had het naar de zin. Ik hoop, dat moeder Toos met Trijntje er volgend jaar weer bij is. En Jan Groot Koerkamp natuurlijk. Het duifje van Jan “Hermien 567” en door Jan triomfantelijk “Mina” genoemd, wist zich als onze 20e duif toch weer te klasseren! ’t Was gezellig, ’t was spannend, ’t was sensationeel en soms ontroerend. In een volgende aflevering zijn de kampioenschappen ongetwijfeld bekend en zullen we de klasseringen van de duiven (“de namen”) publiceren met hulp van Theo. Ook gaan we analyseren wat te analyseren valt. (wordt vervolgd)
Zieleroerselen, zotteklap & zever (15)
Zieleroerselen, zotteklap & zever (15)
Team Freek Wagenaar: v.l.n.r. Albert, Freek, Bram en Rinie
Het is zaterdagochtend even voor tienen. De duiven van de laatste, beslissende eindvlucht Troyes zijn nog niet gelost. Dat is een tegenvaller, want op de losplaats is het weer goed en in onze omgeving eveneens geen centje pijn. Het zal allemaal wel goed komen, als ik de weersites mag geloven. Heel gemakkelijk zal het zeker niet worden. Frankrijk 30 graden, weinig wind uit veranderlijke richting en met name het laatste stuk toch overwegend noordwestelijk. Nu ze relatief laat los gaan, zullen ze op het heetst van de dag moeten vliegen en dat verzwaart de vlucht aanzienlijk. Voor Appen hebben we het over 456 km en 938 meters. De spanning stijgt, want het lijkt een serieuze krachtmeting te gaan worden!
Terugblik
De eerste drie vluchten waren verwerkt in onze vorige bijdrage. Het lukte me niet om wekelijks de vluchten te presenteren. Inmiddels ben ik al weer twee weken op school aan het werk en in combinatie met de sier- en moestuin is de dag met de dagelijkse zorg voor de duiven gauw gevuld. De vierde vlucht Chimay (268 km) werd uitgesteld naar de zondag. Zo gauw een vlucht naar de zondag verschoven wordt, valt de principiële groep zaterdagvliegers af. Daarmee hebben we binnen de GOU (Veluwe) te maken, ook anno 2017. “Prem 181” was zich nergens van bewust en was op eigen hok de primus. Een goed doffertje! Daarna maakten we ons op voor de eerste teletekstvlucht Peronne.
Teletekst
Ook die vlucht werd uitgesteld naar de zondag. Dus drie nachten mand! Bram had familieverplichtingen en ook Albert was druk op eigen erf met de aanleg van de tuin en de bouw van een nieuw hok. Samen met trouwe supporter en vriend Rinie tuurden we naar de hemel. Ineens zag Rinie in de verte een duif onze kant op komen. Uit de richting van de kerktoren in Voorst. Rinie heeft echt haviksogen, want bij mij duurt het veel langer om een stip in de verte te ontwaren. Er gaat op zo’n moment een flinke stoot adrenaline door je lijf, want we hadden tot dat moment nog nergens een duif in de lucht gezien. Het bleek de “Jarno 224”. Een outsider. Vlot dook hij het achterste hok in op 13.23.04 uur. Dat was kicken, want we beseften, dat het een vroege duif moest zijn. Toen er vijf minuten later nog geen duif was bij gekomen, meldde ik de “Jarno” zelf op de meldsite van “Steeds Verder”. Vervolgens wordt hij doorgemeld naar de meldsite van de GOU. Al snel hadden we Bram aan de telefoon. Hij was op een barokfestival in de polder met familie en kreeg van een kennis die op vakantie was in Noorwegen de felicitaties. Hij zag op zijn vakantielocatie de vroege melding op de site van de GOU. Bram was blij verrast en perplex. Van hem hoorden we, dat we de snelste duif hadden in de GOU NOORD! Onze tweede duif zat dik 26 minuten later en wint in de club nog de tweede prijs. Dat zegt genoeg. De euforie duurde meerdere dagen. Een teletekstoverwinning maakt een seizoen goed!
Nanteuil
De zesde vlucht vanaf Nanteuil (dik 400 km) viel wat tegen. Vrij harde westenwind en buien onderweg. De “Sara 408” was onze eerste duif. Had nog helemaal niks gepresteerd. Ook “Frederike 428”, die enkele minuten later arriveerde, was een outsider. In de club spelen we nog 3 t/m 6, achter Steffan Willems, maar over de gehele linie werd het voor ons en voor “Steeds Verder” een teleurstellende vlucht. “Na een vette komt vaak een magere”, zei oud-clublid Cor Buis vaak en daar moest ik die zaterdag aan denken.
De 10 beste duiven in de ringenserie van Bram na 6 vluchten
Ringno: Naam Prijzen Totaal punten
1. 17-1813181 Prem 5 3667,9
2. 17-1813192 Josien 5 3065,3
3. 17-1813182 Josepos 4 2913,6
4. 17-1813161 Bert 4 2871,0
5. 17-1813199 John 5 2836,8
6. 17-1813178 René 4 2618,5
7. 17-1813224 Jarno 4 2540,7
8. 17-1813202 Willy 4 2420,6
9. 17-1813176 Lize 4 2369,6
10. 17-1813216 Leverne 4 2362,1
10 beste duiven ringenserie Freek na 6 vluchten
No. Ringno: Naam Prijzen Punten
1. 17-1814404 Cindy 5 3434,3
2. 17-1814406 Gianna 5 3071,7
3. 17-1814436 Hendrik 5 2822,8
4. 17-1814423 Tonia 3 2818,6
5. 17-1814417 Zombie 4 2722,8
6. 17-1814410 Carla 4 2557,4
7. 17-1814418 Paulien 4 2290,2
8. 17-1814409 Robert 3 2144,6
9. 17=1814420 Jaap 3 2101,4
10. 17-1814419 Rinus 3 2084,5
De 2 beste duiven van de Derby-ringen na 6 vluchten + duif van Jan Groot Koerkamp
No. Ringno: Naam Aantal prijzen Aantal punten
1. 17-1837432 Wieke 2 5 3155,7
2. 17-1837531 Berlinerin 4 3085,6
——————————————————————————————–
Duif Jan Groot Koerkamp
17-1813567 Hermien 4 2542,0
Troyes
In Troyes is om 10.45 uur gelost. De duiven zullen ergens op het einde van de middag arriveren. Het zal voor ons in 2017 de laatste vlucht worden. We hopen op een mooie uitslag, maar zelf ben ik er niet van overtuigd, dat het een feest wordt. De duiven kregen “open hok” afgelopen week. Ze liepen veel in de tuin, scharrelden tussen de groenten en kruiden in de tuin, maar ik vond ze wat sloom. Duiven in vorm zijn levendiger en ketsen vaker af. Dat miste ik. Gelukkig was de mest goed en de neusjes waren wit. Ook zag ik her en der slagpennen op het gazon. Een goed teken, dat ze eindelijk aan de rui begonnen zijn. We hebben een stuk of vier koppeltjes met een klein jonkie. Verder enkele koppeltjes op overbroeden. Dit jaar hebben we met de nestduiven nog geen potten gebroken. Soms lijkt het een handicap i.p.v. een voordeel. Nu het een pittige vlucht lijkt te gaan worden en de afstand mee gaat wegen, zou je verwachten dat de motivatie van een neststand de doorslag moet geven. In een volgende bijdrage zal ik alles uit de doeken doen en de eindstanden bekend maken. (wordt vervolgd)
Zieleroerselen, zotteklap & zever (14)
Zieleroerselen, zotteklap & zever (14)
Tongeren
De tweede prijsvlucht. Voor ons een afstand van 160 km en 484 meter. De wind blies uit de zuidhoek en volgens clubgenoot en vluchtwinnaar Jan de Ruiter uit Teuge zat er iets oost bij. Op ons hok arriveerde “Prem 181” als eerste, op enkele seconden gevolgd door “Hendrik 436”. Ze pakken vroege prijzen in de kring en zitten er in de regio goed bij. Helaas laten de getekende (ook wel aangewezen) duiven, het goeddeels afweten. De bovenste twee duiven van de poulestaat vliegen voor het zgn. aangewezen kampioenschap. Alle ingezette duiven van een liefhebber kunnen punten pakken voor het onaangewezen kampioenschap. Als een liefhebber 10 duiven meedoet, zijn de punten van de eerstgeklokte duif de punten die tellen voor dit kampioenschap. Doet een liefhebber 40 duiven mee, dan telt het gemiddelde puntentotaal van de eerste vier geconstateerde duiven. De aangewezen punten komen van de eerstgeklokte “aangewezen” duif. Op ons hok zijn ’s avonds alle ingezette duiven (63 stuks) thuis. Dat is belangrijk in de beginfase!
Marche
Afgelopen zaterdag speelden we vanaf Marche. Voor ons ruim 220 kilometers. Op vrijdagavond waren de weersvooruitzichten niet geweldig. Bram verwachtte een lossing na twaalf uur. Er werd zelfs gesproken over uitstel naar zondag. Toen ik naar teletekst pagina 861 van SBS 6 zat te gluren, zag ik dat er nog geen afdeling gelost had. Ik moet dan een afweging maken en adviseerde José om in de ochtenduren de boodschappen te halen. Moeder Toos zet op zaterdagmorgen alles opzij voor de duiven, maar ik belde haar om half negen met de mededeling, dat er waarschijnlijk pas later op de dag gelost zou worden. Op mijn dooie akkertje deed ik de dingen die ik van plan was. Kippen voeren, krant lezen, dan rustig de hokken schoonmaken en aan het werk in de moestuin. Rond 9.45 uur stond ineens Rinie achter me: “Ze kunnen er zo zijn als ze honderd vliegen”. Rinie is door de wol geverfd. Een week eerder had hij geïnformeerd naar de afstand van Marche in de Ardennen. Ik schrok. “Zijn ze gelost dan?”, vroeg ik vertwijfeld. Rinie dacht even, dat ik hem in de maling nam, maar zag al snel dat ik het echt niet wist. Ik liet alles uit handen vallen, zette snel het kloksysteem aan en verschoonde de drinkbakken in razende vaart. “Ze kunnen er met vijf minuten zijn”, riep ik al turend in de lucht. Rinie met zijn haviksogen spiedde het luchtruim geconcentreerd af. Iets voor tien uur zag hij een groepje duiven vliegen. Zelf heb ik die met mijn kippige ogen nooit gezien. Ineens viel er een schaduw over onze rug en vanuit mijn ooghoeken zag ik twee duiven uit noordelijke richting landen. Het waren roodschimmel “Cor 432” en “Zombie 417” die in die volgorde met twee seconden verschil de klep van afdeling 3 toucheerden. In dezelfde minuut volgde “Jan 425” en een minuutje later zaten ook “Tonia 423” en “Wieke 2” in de module. Door de harde westzuidwestenwind kwamen sommige duiven al terug uit het noorden! Toch was er weinig reden tot klagen, al lieten de getekende duiven het andermaal afweten. Bij het afslaan in de club om 18.30 uur misten we alleen “Johan 412”. Deze duif was vanuit de ziekenboeg een week eerder teruggeplaatst op het vlieghok. Na het goed doorstaan van de midweekse africhting Ravenstein, kreeg hij een nieuwe kans, na vanaf Venlo in Zelhem te zijn binnen gelopen bij liefhebber Henk Wassink. Helaas pakte “Johan 412”, genoemd naar onze sympathieke zwager Johan die laatste kans niet en keerde hij tot heden niet retour. De overige zestig duiven keerden met uitzondering van “Ruud 434” ongeschonden retour. “Ruud” kwam onderweg waarschijnlijk in aanraking met een hoogspanningskabel. Zijn borst en onderzijde is blauw en gezwollen. Vier duiven liet ik thuis. “Ryanne 536” moest op zaterdag haar tweede eitje leggen, net als “Cato 431” en “Erna 173”. “André 187” bleef thuis om de eitjes warm te houden. Komende week heb ik het probleem van het warm houden van eitjes en eventueel kleine jonkies niet, want bij Albert leende ik een klein broedmachientje. Waar teamgenoten al niet goed voor zijn! Het is nu dinsdagavond en ik moet nodig naar mijn duiven toe. Clubgenoot Theo Oortwijn, die om gezondheidsredenen de actieve sport moest verlaten, wil de scores van onze duiven bijhouden. Ik stuur dit stukje naar Albert en zo gauw Theo zijn huiswerk heeft gedaan, kan e.e.a. geplaatst worden op onze site. Ik verwacht, dat “Tonia 423” aan de leiding zal gaan. Ze is van de tweede ronde en een volle zus en evenbeeld van “Cindy 404” die ook nog niet gemist heeft. “José” , die vorig jaar teletekst haalde, is de trotse moeder. De vader is een gekruiste “Hak” die voor de vaalschimmelkleur zorgde. Beide zusjes zijn dus geboren bij Albert uit een 100% Eijerkampduivin afkomstig van Bram. Puur teamwork dus! (wordt vervolgd)
Onderstaand de belangrijkste koplopers in de desbetreffende categorieën na 3 wedvluchten, Roermond en Tongeren Marche
Categorie I Jonge duiven voor Speciale Derby
1. Wieke 2 NL-1837532 2563,2 punten
2. Berlinerin NL-1837531 1856,1 “
Categorie II Jonge duiven ringenserie Bram
1. Prem NL-17-1813181 2436,1 punten
2. Josien NL-17-1813192 1876,6 “
3. Willy NL-17-1813202 1684,8 “
4. Franz NL-17-1813200 1630,9 “
5. Vlinder NL-17-1813205 1650,7 “
6. Josepos NL-17-1813182 1547,5 “
Categoie III Jonge duif ring Jan Groot Koerkamp
NL-1813567 1716,5 punten
Categorie IV jonge duiven ringenserie Freek, gekweekt door Albert
1. Tonia NL-1814423 2818,6 punten
2. Cindy NL-1814404 2456,2 “
3. Cor NL-1814432 1976,0 “
4. Steffan NL-1814416 1728,7 “
5. Robert NL-1814409 1592,7 “
6. Jan NL-1814425 1515,6 ”
Opgemaakt d.d. 02 augustus 2017 om 18.35 uur
Theo Oortwijn
Zieleroerselen, zotteklap & zever (13)
Zieleroerselen, zotteklap & zever (13)
Competitie
In 2012 gaven leerlingen van mijn school de duiven namen. We zaten met ongeveer zes klassen in het voormalige gemeentehuis van Warnsveld. De school was uit haar jasje gegroeid. Er ontstond een gemoedelijk sfeertje. Toen ik op een ochtend mijn jonge duiven aldaar losliet, stond er een groep meisjes uit een tweede klas te kijken. Ze vonden het hoogst interessant. “Mag ik die ene een naam geven?”, vroeg een bijdehandje. Zo ontstond het idee van de naamgeving eigenlijk spontaan. Fleur Eijerkamp, de tweede dochter van Evert Jan, was erbij kan ik me herinneren. Van het één kwam het ander. De Isendoorn duivencompetitie was geboren! Heel veel namen kwamen binnen. Zoveel duiven had ik niet eens. Een meisje uit Ruurlo bedacht de naam “Homer”. Onze beste junior van 2012. Toen in september het nieuwe schooljaar begonnen was, bleek naamgeefster Susan voor een jaar in Texas te verblijven. Tot mijn grote verrassing meldde ze zichzelf vanuit Amerika. Via internet had ze de verrichtingen van “haar” duif gevolgd. Min of meer spontaan maakten we er “Texas Homer” van. Een duif die nog altijd op ons kweekhok vertoeft! Terugdenkend aan dat gedenkwaardige jaar leek het me wel aardig om nogmaals iets dergelijks te organiseren. Nu met de namen van personen. Namen van familieleden, vrienden, buren, collega’s en enkele aardige leerlingen gaf ik zelf aan duiven van lichting 2017. Een lastige klus, want je moet wel het geslacht van de duif kennen en liefst moet er een overeenkomst zijn. Bij de ‘436 was het gemakkelijk. Een forse, stoere doffer. Ik moest meteen aan broer Hendrik denken. Uiteindelijk kom je duiven tekort om iedereen die je in gedachten hebt, te benoemen! Voor het begin van de eerste prijsvlucht had elke duif een naam. Geleidelijk begin ik die namen in mijn hersenen te koppelen aan de betreffende duif. Voor mij heeft dat toegevoegde waarde!
Openingsvlucht
Roermond werd de openingsvlucht waar je als liefhebber van kunt dromen. Vrijwel alle duiven retour en nog vroeg en vlot achter elkaar ook! Voor de mensen, die op zoek zijn naar de verrichtingen van hun naamgeno(o)t(e) zal ik alle prijsvliegers in volgorde van aankomst noemen: “Jossepos 182”, het koosnaampje van mijn José. Een klein, fier duivinnetje met een atletische bouw wordt kring- en regiowinnares tegen bijna 5000 duiven. “Steffan 416” werd genoemd naar Steffan Willems. Een week eerder vanaf Venlo, liep hij tussen de prijsduiven mee naar binnen in Epse op de hokken van Steffan en Hans. Duidelijk de kluts kwijt! Nu revancheert het blauwe doffertje zich met het zilver in de regio. Dankzij de sportiviteit van Steffan en oud-wielrenner en jonge duivenspecialist Hans Eckelboom! Het brons is voor “Wieke 2”. Het schimmelduivinnetje dankt haar naam aan oud-leerlinge en pechvogel Wieke Hendriks. Dan volgen “Sebas 527”, “Berlinerin 531”, “Lenneke 169”, “Cor 432”, “Bram 413”, “Tonia 423” en “Ryanne 536”. De laatste is lerares Frans op het Isendoorn. Ze kwam vorig jaar al een keer kijken, toen de duiven van een vlucht retour kwamen. José was er toen niet en Ryanne zorgde voor de koffie! Ze verdient de eer en is oprecht trots op haar duifje. Gefokt uit dezelfde moeder waar vorig jaar succesduivin “José” uit geboren werd.
Opvolgers
Het gaat op de openingsvlucht om veilig terugkeren op de thuisbasis. Het liefst mooi op tijd. De volgende tien duiven hadden daar geen moeite mee. Nummer 11 “Georgine 529” wint zelfs nog 1:100 prijs met een dochter van “Texas Homer”. Ook “Prem 181”, onze eerste duif op oefenvlucht Venlo, wint nog een kopprijs. Vervolgens volgen rode doffer “Jaap 420”, “Boy 429”, “René 178”, vaalschimmel “Cindy 404”, “Ernst 165”, een zwarte doffer die doet denken aan onze kolenboer en in 2012 overleden vader. Vervolgens “Leverne 216”, de atletische en vrolijke “Ben 430” en “Josien 192”. Dan volgen tien duiven, die toch nog in de eerste helft van de A.C.C.-uitslag geklasseerd staan: “Aartje 183” het identhieke tweelingzusje van “Jossepos 182”, “Robert 409”, “Eva 530”, genoemd naar de stoerste Mavo-leerlinge van lichting 2017. “Eva 530” is de nestzus en het evenbeeld van “Berlinerin 531”. Gefokt uit onze asduif van 2014 en een duivin van Nico-Jan Koenders. Vervolgens “Hermien 567”. Deze duivin komt van onze gewaardeerde verenigingsvoorzitter Jan Groot Koerkamp. Jan werd afgelopen voorjaar ernstig ziek en moest op doktersadvies met spoed alle duiven ruimen. De jonge duiven van Jan werden door dochter Eline en zoon Arno verloot onder de leden van “Steeds Verder”. Er is zelfs een aparte competitie voor deze junioren! Hermien is de charmante echtgenote van Jan. Nummer 25 was “Vlinder 205”, dan volgen “Carla 410”, genoemd naar de onvolprezen schoonmaakster van “de Betakaap”, “Bert 161”, “Willy 202”, ”André 187” en “Jan 425”. De laatste groep van prijsvliegers moest zich tevreden stellen met een plekje in de tweede helft van het peloton. “Emil 533”, “Reinout 537”. Deze duif stond tweede getekende en haalt de aangewezen punten binnen. Het “aangewezen kampioenschap” wordt behaald door de eerste en tweede getekende. Duiven die als favorieten als eerste duiven worden gezet. “Lize 176” arriveerde als eerste getekende kort na de tweede getekende. Voor het aangewezen kampioenschap een teleurstelling derhalve. Wel prijs, maar weinig punten. Dan volgen “Erna 173”, “Albert 422”, “Gianna 406”, “Hendrik 436”, “Ruud 434”, “Andries 174”. Zwager Andries heeft pech. Zijn duif liep afgelopen zondag tegen een zware vleugelkwetsuur op. Hevig bloedend werd hij naar de ziekenboeg gebracht, waar hij herstellende is. Staartprijsjes zijn er nog voor roodschimmelduivin “Joke 411”, “Wieke 1” en tenslotte “Guus 415”. Op ons hok huizen verder nog 22 westrijdfitte duiven die op Roermond geen prijs vlogen. In de “ziekenboeg” zitten zes veelal gewonde duiven die komende week nog niet inzetbaar zijn. Tongeren in België is de volgende prijsvlucht komende zaterdag. De concurrentie staat ongetwijfeld op scherp! (wordt vervolgd)
Zieleroerselen, zotteklap & zever (12)
Zieleroerselen, zotteklap & zever (12)
Roermond
De eerste jonge duivenvlucht “om het echie”. Lang naar uitgekeken. Een week eerder korfden we er 51 voor reservevlucht Venlo. De vierde groep van ongeveer 20 “kleintjes” hadden we thuis gelaten. Er zat iets ornithose onder en daardoor waren ze nog geen tien keer van huis geweest, zoals de duiven van hok 1, 2 en 3. Steffan Willems en opa Hans draaiden van Venlo als een tierelier en daardoor waren de verwachtingen bij ons team gematigd. Van Venlo waren er een stuk of vijf achter gebleven, waardoor we met 65 stuks aan de start verschenen. Gelost om negen uur verwachtten we de duiven rond 10.15 uur. Het weer was schitterend. Weinig wind uit de westhoek, ongeveer 20 graden en regelmatig een zonnetje tussen de witte wolken. Rond 10.23 uur draaiden er ineens twee duiven uit noordelijke richting over onze hoofden. “Da’s niet best”, riep ik tegen Rinie. De twee duiven landden op het hok, pikten in de veren en draaiden met hun kopjes richting de hemel. Ik herkende de ‘413 uit “Marga”. De aandacht van de duiven werd getrokken door meerdere duiven in de lucht die aanstalten maakten om te dalen. Ineens zaten er acht duiven op een rijtje op het hok! Ik probeerde rustig te blijven. Een “kleintje” die nooit eerder in de grote wagen gezeten had, viel als eerste op de klep van hok vier. De anderen volgden niet al te rap en de 413 alias “Bram” zat pas anderhalve minuut later als achtste op de antenne. We hadden de duiven voor de inkorving nog ruim gevoerd, gelet op de onzekere weersvoorspelling. Dat stond vlot binnenlopen waarschijnlijk in de weg.
Euforie
Rond 10.35 uur arriveerde Bram voor onze eerste vlucht als “Team Freek Wagenaar” en onze eerste prijsvlucht van 2017. “Ik werd opgehouden en vreesde al te laat te zijn”, verontschuldigde hij zich. Toen ik Bram vertelde, dat een “Brammetje” als eerste geklokt was, fleurde hij op. Albert was in Twello gebleven. Hij is bezig nieuwe hokken te timmeren en wilde zijn tijd met dit mooie weer zo goed mogelijk benutten. Er waren inmiddels al zestien duiven thuis en de aankomsten volgden elkaar vlot op. Bram was intussen nieuwsgierig de site van “Steeds Verder” aan het bestuderen. De aandacht ging onbewust vooral uit naar de melding van Steffan en Hans. Toen hij de aankomsttijden van clubgenoten doorgaf, was er gezamenlijke euforie. Eerst de oplopende adrenalinespiegel en dan de ontlading. “De eerste overwinning in de club is binnen, nu afwachten wat de andere clubs doen”, oreerde Rinie. “Trijntje” blafte vrolijk naar de rode kater, die niets moet hebben van de zwarte druktemaker. Moeder Toos genoot van het vertier en José vond, dat we de koffie nu wel dik verdiend hadden!
Verwerking
Als de eerste duiven binnen zijn en de druk van de ketel is, begint het verwerken bij mij. De getekende duiven laten het afweten, schiet als eerste door je hoofd. Hoe goed de duiven ook komen, altijd blijft er iets te wensen over! Bram merkte op, dat de duiven van Albert het op Roermond vooral goed gedaan hadden. Vanaf Venlo waren de “Brammetjes” nog superieur. Mij maakt het niet uit welke duiven het mooie weer maken. Als ze er maar zijn! Rinie geniet altijd van alle duiven. Hij wacht ook op de duiven die na de prijzen arriveren. Op Roermond kwam hij aan zijn trekken. Toen ik rond 14.30 uur moeder Toos in Twello ophaalde na haar middagdutje, waren er 60 van de 65 thuis. We moesten samen nog een achterblijver (“Johan”) van Venlo ophalen bij Henk Wassink in Zelhem. Moeder geniet van zulke uitjes en gaat vaak mee. Uiteindelijk verspeelden we één duif van Roermond. Een duif (‘405) die enige weken geleden te grazen was genomen door de havik en daardoor weinig ervaring kon opdoen. Het duivenleven is soms ongenadig. De vleugel was hersteld en de pennen ingegroeid. Ook was hij twee dagen eerder vlot thuis gekomen van Ravenstein. Dan zijn er geen excuses meer!
Analyse
’t Is te vroeg om na één simpel vluchtje conclusies te trekken. Ik weet het. Toch ben je als liefhebber nieuwsgierig en als lezer waarschijnlijk benieuwd. Er waren twee koppeltjes met eitjes. Maakten die het verschil? Nee! ’t Is elk jaar hetzelfde liedje. Onervaren duiven op een nestje stellen bijna altijd teleur. Nu ook. Het winnende duivinnetje was net aangelopen met een doffer die vanuit een ander hok op avontuur ging bij “de kleintjes” in hok 4. De nieuwe minnaar en het net ontdekte schuilplekje inspireerden haar! Bij onze eerst tien aankomsten vier duiven uit hok 3, vier uit hok 1/2 en één duivin die overal en nergens huist. Bodembedekking speelt geen rol. De ene helft zit op beukensnippers met tarwestro, de andere helft op rivierzand. Vijf doffers en vijf duivinnen, ook daar is evenwicht! Twee duiven van Bram en acht stuks van ons eigen kweekhok bij Albert. Maar ….. onder die acht twee kinderen van “Marga” en één van “José” en de kenners weten dat dit “Brammetjes” zijn! Onze duiven zitten gewoon door elkaar, dus toch geen weduwschap. Als het gaat om “Hak of gehakt” kies ik deze week voor Hans Hak. In zes van de tien zit bloed van “Hak”! 25, 50 of 75 procent. Eén zwaluw maakt echter geen zomer. We hebben bij Hans Hak geïnvesteerd vanwege zijn successen op de dagfond. Niet om onze duiven sneller te maken. Vriend Martin Geven zei me nog enige weken voor zijn overlijden, dat hij vreesde dat ik met de Hakduiven op het verkeerde paard had gewed. “Jij moet als jonge duivenspeler snelheid inbrengen en geen dagfond”. Meestal zaten Martin en ik op dezelfde golflengte, maar in dit geval ben ik eigenwijs. De tijd zal leren wat wijsheid is.
Gezondheid
Ornithose is een vervelende kwaal bij jonge duiven. Als duiven urenlang onderweg zijn van een africhting, zit er vaak ornithose onder. De “kleintjes” van hok 4 kwamen als spoorzoekers naar huis. Net jachthonden. Urenlang onderweg. Foute boel! Mensen die me kennen, weten dat ik alleen in uiterste nood medicamenten gebruik. Van Venlo bleven ze thuis en ze kregen een dag of vijf sachets ornirood in het water. Na die periode zag ik nog twee duiven die niet helemaal fris uit de ogen keken. De één had zes dagen, de ander zeven dagen gezworven. Ik had ze op kunnen ruimen, maar ze herstellen inmiddels goed en mogen komende week mee naar het tweede station. De duiven zitten op maandagochtend lekker in de ren. Hebben een bad gehad, een verse krop sla uit eigen tuin en pikken inmiddels uit een bak allerhande. Gewoon pikkoek, grit en wat snoep, rijst, tovo of iets dergelijks om het extra aantrekkelijk te maken. Vooral voor in de week krijgen ze dit. Ik noemde laatst de ‘531 alias “Berliner”. Bleef acht dagen weg, na verzeild te zijn geraakt in een massale lossing van duiven uit Berlijn. Kwam op eigen kracht thuis, maar kon de volgende dag nog niet bij de waterbak geraken, die op 75 cm. hoogte staat. Ze kreeg de tijd om te recupereren, vulde het magnesiumtekort via de bak allerhande aan en begon na een dag of vijf weer voorzichtig te vliegen. Ik zag iets in de duif en wilde niet, zoals zo vaak, te ongeduldig zijn. De meeste africhtingen miste deze mooie duif, die we inmiddels “Berlinerin” durven noemen. Toen ik afgelopen zaterdag acht duiven in de module had en zag, dat ze als vijfde was binnen gelopen, kreeg ik een brok in de keel. Van verzeild raken in buitenlandse lossingen leren duiven wel degelijk!
Namen
Het winnende duivinnetje van Roermond is inmiddels “Jossepos 182” gedoopt. Nummer twee is “Steffan 416” en Hans en Steffan begrijpen waarom ie zo heet. “Wieke 2” arriveerde als derde. Vierde werd “Sebas 527” en vijfde de “Berlinerin 531”. Deze vijf duiven winnen voor ons de vijf ereplaatsen in het regioconcours tegen bijna 5000 duiven. Ongelooflijk! De nummers zes tot en met tien zitten er vlak achter. “Lenneke 169”, “Cor 432”, “Bram 413”, “Tonia 423” en “Ryanne 536”. In totaal winnen 42 duiven van ons prijs in de A.C.C. Nummer 11 is “Georgine 529”. Meer namen geef ik niet prijs. In een volgende aflevering zullen we een klassement plaatsen van alle duiven die punten gescoord hebben. De punten uit de A.C.C. zijn maatgevend. Zoals ik eerder vertelde, zeggen nummers me weinig. Namen onthou ik beter! Vandaar dat ik namen van familie, kennissen, collega’s en aardige leerlingen heb gebruikt! (wordt vervolgd)
Zieleroerselen, zotteklap & zever (11)
Zieleroerselen, zotteklap & zever (11)
Van start!
Komende week gaat het spel met de junioren in afd. 8 van start. Precies zeven keer hebben mijn jongen in de mand gezeten. Te weinig. Ik denk, dat meer liefhebbers niet hebben kunnen doen wat ze van plan waren. Je bent sterk afhankelijk van het weer. De ene keer is het 30 graden met oostenwind, de andere keer zit zware bewolking het africhten in de weg. Als het dan een keer ideaal is, dan ben je op je werk. Bob van Zeist uit Apeldoorn sprak ik vorige week bij Hans Hak in Maurik. We mochten beiden een bonnetje verzilveren. Bob vertelde, dat hij op dat moment al twintig keren met zijn jongen op pad was geweest! Ook liet hij mij beelden zien van een buitenlandse lossing in Lieren waar niets van op teletekst stond. Dat was op zondag 18 juni om 8.30 uur.
Berlijn
Op het filmpje dat Bob mij liet zien, zag je duizenden duiven uit vier duivenwagens komen. Volgens Bob ging het om ongeveer 10.000 duiven uit de regio Berlijn. Rond 8.40 uur kwamen ze in een breed front over Appen. Ik had mijn jongen los en ze werden volledig opgenomen en meegezogen door de massa. Een dag eerder had ik op zaterdag mijn jongste duiven los. Daarmee gebeurde hetzelfde. Die duiven vlogen waarschijnlijk van zuid naar noord (ik heb het niet zien gebeuren) en bij de duiven uit Berlijn lag de vliegrichting van west naar oost. Van zaterdag miste ik nog acht duiven. Eén vroege die waarschijnlijk ten prooi viel aan de havik en zeven “kleintjes” die meegezogen werden en op zaterdagavond ontbraken. Van die duifjes van zaterdag kwam de volgende dag niets na, dus mijn zelfvertrouwen was niet al te groot toen ruim zestig junioren richting het oosten meegezogen werden. Op zo’n moment voel je jezelf nietig en onzeker. Dat krijg je als je pocht over “de ruige methode”! Ik dacht aan vorige jaren, toen de havik mijn duivenbestand stelselmatig decimeerde. Toen bleven me buitenlandse lossingen bespaard. Ik dacht ook aan mijn betreurde duivenvriend Martin Geven. “De kneupkes motten er eerst op”, zei hij steevast als mensen pochten dat ze al tien keer weg waren geweest met hun junioren. Daarmee bedoelde hij te zeggen, dat een jonge duif het een keer heel moeilijk gehad moet hebben en een keer helemaal alleen en liefst op het tandvlees thuis moet zijn gekomen. Toen José die ochtend om negen uur naar de sportschool vertrok, keken we elkaar aan. “De kneupkes komen er vandaag wel op”, riep ze van afstand. José begint gaandeweg steeds meer van de duivensport te begrijpen!
Ruige methode
De jonge duiven op zaterdag- en zondagochtend los laten. Dat doe ik mijn hele leven al. Het is onderdeel van de ruige methode, die blijkbaar het best bij me past. Dan moet je niet gaan mopperen en zeuren als je duiven in een al dan niet aangekondigde lossing verzeild raken! Vaak kijk ik niet eens op teletekst en laat ik het blind gebeuren. Er was die zondag niet veel wind, het was niet bloedheet en de lucht was blauw met overal gezonde wolken. Toen na enige tijd er een groep van ongeveer 25 duiven terugkeerde uit het oosten, slaakte ik toch een zucht van verlichting. Het waren overwegend de minder gezonde duiven. Net aan hersteld van coli, van een verwonding van de havik, van een nachtje buiten slapen na een moeizame africhting, enz. De gezondste duiven blijven er het langst aan hangen richting Berlijn! De rest van de zondag bleef ik in de tuin schoffelen. Nu weet ik weer hoe het voelt voor een fondspeler. Elke teruggekeerde duif wordt met stil gejuich ontvangen. Gelukkig druppelde het de hele dag door. ’s Avonds misten we er nog drie, waarvan er één de volgende ochtend retour kwam. Na aanvankelijke twijfel overheerst aan het eind van de dag euforie. Tegen een avontuurtje “Berlijn” waarvan de duiven na vele uren individueel retour komen, kan een africhting met massale thuiskomst bij lange na niet op!
Te snel
Op dit moment heb ik een ploeg duiven met diverse “kneusjes”. Ik geef wat voorbeelden. De “531”. Keerde afgelopen maandag na acht dagen retour van “Berlijn”. Kon de volgende ochtend niet meer in zijn schapje vliegen. Ik zag Jan de Ruiter op de club en had het erover. “Zet hem veertien dagen in een leeg broedhok en je hebt kans dat hij weer vliegt. Geef extra magnesium, want dat helpt. Als je pech hebt kan ie nooit meer vliegen”. Ik heb op mijn hok geen broedhokken, dus liet ik de duif begaan. Overdag zitten ze in de ren en daar krijgen ze standaard een bad, een bak allerhande en een krop sla. Vanochtend vloog de “531” weer als vanouds mee in de groep! De “405” is een ander probleemgeval. Mist vrijwel de complete broek (mantelpennen) aan de ene kant. Waarschijnlijk een gevolg van een havikaanval.Toch probeert hij te vliegen en dat lukt nog aardig ook. De “424” kreeg eerder dit seizoen te maken met een havikaanval. Hij miste geen veren, maar had de nagels van de havik onder de vleugels in zijn vel staan. Ik zag dat voor mijn ogen gebeuren. Spectaculair om te zien hoe de havik van boven dwars door de koppel stoot! De “424” is volledig hersteld. De “408” kwam na vier dagen zwerven retour zonder staart. Heeft het moeilijk gehad en dat is te zien. De “222” kwam na vier dagen retour met z’n herkenningsringetje om de ringpoot. Zag er goed uit en heeft ergens binnen gezeten. De “203” heeft zes dagen gezworven en ziet er uit als een zwerver. Net als de “213”, die nog een dag langer de landloper speelde. De laatste drie duiven zijn avonturiers van de zaterdag voor “Berlijn”. Hebben zeer waarschijnlijk het hoge noorden verkend! Komende vrijdag gaat in principe alles wat veren heeft en voldoende gezondheid naar Venlo. Ik hou niet van pappen en nat houden. Toch erken ik, dat ik wel eens te snel ben en dat kost soms veren. Het duifje dat de volgende dag retour kwam van “Berlijn”, moest enkele dagen later mee naar Heteren. Het werd die dag 32 graden en ik loste in alle vroegte. Mijn oogappeltje, want dat was de roodschalie “407”, keerde nooit retour. Niet sterk en niet slim genoeg? Ik denk eerlijk gezegd onvoldoende hersteld van de krachtsinspanning “Berlijn”. Het baasje had onvoldoende geduld en was te snel!
Luxeprobleem
Als de havik haar prooi schampt en achterblijvers regelmatig retour komen omdat ze het nergens beter kunnen krijgen, ontstaat er een luxeprobleem. Er zitten nog precies 81 junioren in Appen. Nooit eerder in mijn leven had ik in juli zoveel duiven! Afgelopen donderdag ging ik voor de zevende keer op pad met mijn junioren. Om 7.00 uur stond ik in Heteren. Met een waterig zonnetje begon ik één voor één te lossen. Noodgedwongen, want ik moest elk duifje zijn of haar chipclip aanschuiven. Al snel verdween de zon achter de dikke bewolking. Ik hoopte, dat de zon terug zou keren en ging stug door met chippen en lossen. Toen hok 1 en 2 gelost waren en ik bezig was met hok 4, begon ik te twijfelen. Ik pakte wat te eten en wachtte geruime tijd. Negenendertig duifjes had ik gelost en ik besloot er nog eentje te lossen als testcase. Het veertigste duifje bleef maar eindeloos rondcirkelen en na vijf minuten maakte ze aanstalten om terug te keren in de auto. Ik wist genoeg. De lucht zat potdicht en met het restant van hok 4 en de duiven van hok 3 reed ik retour Appen. Aan de doodlopende Kafoepstraat op hooguit drie kilometer van huis ging ik verder met chippen en individueel lossen. De lucht zat nog steeds potdicht, maar op deze afstand zou dat geen probleem mogen zijn in mijn optiek. Toen ik thuis kwam en de manden uit de auto haalde, zag ik een duif arriveren. Ik bekeek het display op de module en zag dat er 67 geregistreerd waren. Hok 1 en 2 hadden boven de losplaats op elkaar gewacht en na ongeveer anderhalf uur vliegen werden ze massaal geklokt in dezelfde minuut. Daar waar ze onder normale omstandigheden royaal binnen het halve uur thuis zouden zijn geweest deden ze er nu drie keer zo lang over. Bij thuiskomst waren ze wel vlot binnen gelopen en dat is dan weer een pluspunt! Die middag en avond moest ik werken en toen ik rond middernacht thuiskeerde en de module bekeek, zag ik dat er één duif ontbrak: de “421”. Nota bene gelost aan de Kafoepstraat. Misschien is ze achtervolgd door een havik en in paniek gevlucht, opperde José vrijdag bij het avondeten. Kort daarop ging de telefoon en meldde mevrouw Bijsterbosch uit Wapenveld de “421” aan. Samen met moeder Toos en Trijntje zaterdagochtend het duifje opgehaald in Wapenveld. Twee koppen koffie en een gezellige babbel later zaten we weer in de auto op weg naar huis. Daar aangekomen liet ik het duifje los en na vijf rondjes vliegen dook ze enthousiast haar hok in waar haar doffer haar triomfantelijk begroette. De theorie van José zou wel eens kunnen kloppen!
Bibbers
Denkend aan Breda 2016 en aan de beperkte voorbereiding ondanks alle goede voornemens, gaan we vrijdagavond korven voor Venlo. Menigeen zal de bibbers hebben en vrezen voor de behouden thuiskomst van vele favorietjes. Geef ze voor de inkorving nog wat te eten. Denk aan zilvervliesrijst met een beetje snoep en laat ze drinken. Wat elektrolyten of Belgasol in het water is vooral bij warm weer een aanrader! Na de eerste vlucht krijgen de duiven bij mij namen. Ik heb diverse namen in petto van collega’s die belangstelling tonen of van sympathieke leerlingen die het verdienen en leuk vinden dat er een duif naar hem of haar vernoemd wordt. Soms heeft een duif zijn/ haar eigen naam bedacht. Wat te denken van “Der Berliner”? Veel succes en “weerkommen”!
– wordt vervolgd –
Archieven
- juni 2025
- mei 2025
- april 2025
- februari 2025
- januari 2025
- november 2024
- oktober 2024
- september 2024
- juli 2024
- maart 2024
- februari 2024
- januari 2024
- december 2023
- november 2023
- oktober 2023
- december 2022
- november 2022
- oktober 2022
- september 2022
- juli 2022
- juni 2022
- mei 2022
- april 2022
- maart 2022
- februari 2022
- januari 2022
- december 2021
- november 2021
- oktober 2021
- september 2021
- augustus 2021
- juli 2021
- juni 2021
- mei 2021
- april 2021
- maart 2021
- januari 2021
- december 2020
- oktober 2020
- september 2020
- augustus 2020
- juli 2020
- juni 2020
- mei 2020
- maart 2020
- september 2019
- augustus 2019
- juli 2019
- juni 2019
- mei 2019
- april 2019
- maart 2019
- oktober 2017
- september 2017
- augustus 2017
- juli 2017
- juni 2017
- mei 2017
- april 2017
- februari 2017
- januari 2017
- december 2016
- november 2016
- oktober 2016
- september 2016
- augustus 2016
- juli 2016
- juni 2016
- mei 2016
- april 2016
- november 2015
- juli 2015
- mei 2015
- oktober 2014
- augustus 2014
- juli 2014
- juni 2014
- september 2013
- augustus 2013
- juli 2013
- juni 2013
- mei 2013
- april 2013
- februari 2013
- januari 2013
- oktober 2012
- september 2012
- augustus 2012
- juli 2012
- juni 2012
- april 2012
- maart 2012