Effen Appen (7)

Adenocoli

Het is maandag 20 mei. Alle duiven zijn inmiddels in Appen gearriveerd en vliegen rond. De ziekenboeg is leeg. In Appen ben ik inmiddels voorzichtig begonnen met africhten. Vier keer zijn ze weggeweest tot maximaal 5 kilometer. Daarover straks meer. Veel liefhebbers worden geplaagd door de jongeduivenziekte. Hier in Appen hebben we er nog steeds mee te maken. Adeno is een virus en coli wordt veroorzaakt door een bacterie. Lekker belangrijk, maar wat heb je als gewone liefhebber aan die kennis? Soms wil een jonge duif van de ene op de andere dag niet meer vliegen. Bij het binnenroepen blijven er duiven buiten zitten. Dan weet je, dat ze niet vrij zijn van adenocoli. Doodziek zijn ze niet. Soms vliegen ze gewoon met de koppel, maar steevast landen ze al vrij snel. Wegtrekken doen ze evenmin. Ze eten wel, maar hebben geen echte goesting. Echt braken doen ze amper en er zijn ’s ochtends altijd wel schapjes met vieze groene mest. Afgelopen donderdag ging ik met mest en een aangedane duif naar Nanne Wolff. Met de bekende 4 in 1 mix en een pot “Ovocrack” verliet ik de praktijk. De volgende ochtend trainden de duiven iets beter. Ik besloot om de medicijnpot dicht te laten. Fijn om in de koelkast iets achter de hand te hebben, maar ik heb een natuurlijke afkeer van medicijnen. Zeker als de vluchten nog niet begonnen zijn. Natuurlijke weerstand opbouwen en zelf de kwalen overwinnen. Dat doen dieren in de natuur ook. Ik probeer de natuur wel een handje te helpen. Gisteren kregen ze de “Ovocrack” (boterzuur) over het voer. Of het helpt? Zeker is, dat je met knoflook en vlierbes de adenocoli niet kunt voorkomen. Toch hebben de duiven al meerdere bollen knoflook door het drinkwater gehad en heb ik al zeker vijf liter vlierbessensap door het voer gemengd. Ondanks alle goeie zorgen, zijn er dit seizoen zo’n  vijf junioren spontaan gestorven. Vaak binnen 24 uur. Een stuk of acht anderen knapten niet of nauwelijks op in de ziekenboeg. Het leek, of ze blijvende schade hadden opgelopen. Die zijn uit hun lijden verlost. Gelukkig ging het ook enkele keren de goeie kant op, na enige dagen afzondering. In een logboek noteer ik het wel en wee van ieder duifje.

Africhten

Over vijf weken hebben de junioren hun eerste prijsvlucht al achter de rug! Niet wachten met africhten tot twee weken voor de eerste vlucht. Nu wakker worden en gaan rijden! Zijn de duiven niet helemaal fris en zijn er adenocoli verschijnselen? Wat U doet, moet U weten. Ik pak ze gewoon ’s ochtends in het donker van hun schapje en stop ze in de mand. Al breng je ze maar 500 meter weg. Duiven moeten wennen aan de mand en aan het spelletje. De stress moet eraf. Dat bereik je alleen door ze veelvuldig in de mand te steken.  Vorige week startte ik bij “de Dikke Boom Voorsterklei” (1 km). De volgende dag bracht ik ze naar “het Hoendernest Voorsterklei” (3km). Daarna “Stoeveweg Voorstonden” (4 km). Telkens vlogen de duiven om het huis bij thuiskomst van het baasje. Afgelopen zaterdag zette ik koers richting “Pont Bronkhorst” (6km). Het zijn allemaal lossingsplekken waar ik goeie ervaring mee opdeed in het verleden. José had afgelopen zaterdag brood in de oven en ze verzocht me bij het wegrijden om niet te lang weg te blijven. In Cortenoever, voorbij Eijerkamp, dacht ik een geschikt plekje te vinden vlak tegen de dijk. Tijdwinst om José te pleasen. Om 7.20 en 7.25 uur loste ik in twee groepen. De duiven waren snel weg en ik vertrouwde erop, dat deze africhting beter zou verlopen dan de vorige keer vanaf deze plek. Dat was enkele jaren geleden op een zondagmiddag en meer dan de helft van de duiven keerde toen nooit terug.  Om 7.45 uur was ik weer thuis, waar de vers gebakken warme belegde broodjes en José op me wachtten. “Er zijn nog geen duiven”, zei José enigszins bezorgd. Ik reageerde laconiek. Toen om 8.30 uur nog steeds geen duif gearriveerd was, dacht ik aan het rampscenario van enkele jaren geleden vanaf dezelfde plek. Het ontbijt smaakte heerlijk, maar inmiddels werd ik wat onrustig. Het was 9.00 uur geweest en nog steeds geen veer. José ging niet helemaal gerust met de auto weg om boodschappen te doen. Zelf pakte ik een schoffel en zocht afleiding tussen de ontluikende aardappels. Om 9.20 uur kwam er uit het noorden één duif. Dan weet je, dat de duiven door wat voor oorzaak dan ook uit elkaar geslagen zijn. Tien minuten later een groepje van drie. Het begon duiven te druppelen en zo richting de klok van elf uur was de helft thuis van de zestig. Ik dacht aan duivenvriend Martin Geven, die ons bijna drie jaren geleden ontviel. “De knupkes moeten er eerst op”, was een gevleugelde uitspraak van hem. Van telkens als groep in een mum van tijd terugkeren, leren de duiven niet veel. Ze moeten een keer op hun tandvlees solo thuis komen. Ik besefte, dat het zaterdag een onaangekondigde “knupkesdag” zou worden. Soms heb je van die dagen, dat de duiven voor de middag nadruppelen en het na de middag laten afweten. Afgelopen zaterdag gold dat niet. Hoewel het zonnetje flink scheen en er volop vluchtduiven in de lucht zaten, druppelde het ’s middags lekker door met duiven. Bij het afvoeren om 17 uur, waren er 48 thuis. Kort daarop, ik had de boel al verduisterd, liet ik er nog eentje in door de deur. Ervaring leert, dat er in de verduisteringsuren geen duif thuis komt. Dat is geen suggestie, maar een feit. Zondag voor de middag arriveerden er nog drie jonkies. Aan het eind van de middag, rond voedertijd, arriveerden nog twee nestmaatjes een half uur na elkaar. De teller staat op 54 en daar kan ik mee leven. Nummer 55 ga ik vanavond ophalen in Doesburg.

Moraal

Kies africhtingsplekken waar je goeie ervaring mee hebt. Bij mij is Renkum geen succes. Heteren net over de Rijn is een kilometer verder en daar heb ik nooit een centje pijn. In Cortenoever ga ik ook nooit meer africhten. De steenfabriek in Velp heeft ook afgedaan sinds de havik er voor mijn ogen de net geloste duiven achtervolgde. Als een plek populair is als losplaats, trekt dat roofvogels aan!  Misschien zijn sommige plekken voor jouw hok ongeschikt. Bijgelovig ben ik niet, maar ik zoek het ongeluk niet op. Africhten is erg belangrijk. Duiven moeten leren de mand te verlaten, moeten leren drinken in de mand en … de stress verliezen. Wees voorzichtig en begin dicht bij huis. Alleen met kerngezonde jongen die veel getrokken hebben kun je wat meer risico nemen. Duiven die steevast als koppel binnen de kortste keren thuis zijn, leren wel, maar zijn er nog niet. “De knupkes moeten er op”, d.w.z. ze moeten het een keer moeilijk gehad hebben en alleen thuis gekomen zijn, volgens de leer van wijlen Martin Geven. Nog iets. De duiven die licht aangedaan waren door adenocoli, zijn allemaal thuis. Een duivin met een vuil neusje mis ik nog. Natuurlijk ga je niet africhten met zieke duiven, maar in deze tijd zijn lang niet alle junioren pico bello. Duiven met licht ornithose hebben meer problemen om thuis te komen, dan duiven met een milde nasleep van adenocoli. Duiven vliegen vooral met het koppie, niet met de darmen! Beter voorzichtig kleine stukjes africhten met junioren die niet helemaal in topconditie zijn, dan niet africhten, is mijn ervaring. Oefening baart kunst.