Gietel’s geluk (5)

Radiostilte

Pff .. dat is lang geleden. Zo’n dikke zeven weken zijn verstreken zonder teken van leven. Verbouwingswerkzaamheden, druk in de tuin, druk met de duiven, van alles kan ik aanvoeren als excuus. Het feit, dat de school en de sportschool van José onder het coronaregime vielen, speelt een nog grotere rol. Als je samen thuis bent, ga je niet in afzondering achter de computer stukjes tikken voor de site. Toppunt van ongezelligheid, toch? Vandaag is José voor enkele dagen met haar oudste zus naar haar jongste broer in Maastricht. Dan is er ineens tijd en ruimte voor deze rubriek.

Twins

Op een aparte afdeling werden 24 jongen van de tweede ronde afgezet. Dit gebeurde in een tijdsbestek van goed veertien dagen (10 april – 26 april). Daarvan zijn er nu nog 22 aanwezig. Eentje was onvoldoende vitaal en werd geruimd, de ander werd gepakt door de havik. Tussen deze jongen zitten 5 koppeltjes nestmaatjes, die sprekend op elkaar lijken. Twee vale doffertjes die ogenschijnlijk precies hetzelfde zijn. Ook twee lichtblauwe witpenners die sprekend op elkaar lijken. Toch zijn het gewoon broertjes of zusjes, die uit twee eieren geboren zijn. Geen tweelingen. Bij de gehele eerste ronde kan ik geen nestmaatjes aanwijzen, die ogenschijnlijk hetzelfde zijn. De vijf koppels “twins” van de tweede ronde ga ik in de gaten houden en aan het eind van het vliegseizoen kom ik hier op terug.

Verliezen

Die vallen mee tot heden. Precies 105 jongen werden er in totaal geplaatst en vanavond telde ik er nog 91. In april hadden we enkele keren behoorlijk warm weer in combinatie met zuidoostenwind. De jongen waren erg vlieglustig en vijf stuks raakte ik onder die omstandigheden bij huis kwijt. Eentje kreeg in mijn bijzijn een hartstilstand, of iets wat daar op lijkt. Met africhten afgelopen week, raakte ik er drie kwijt. Eén duif keerde zwaar gewond thuis (twee gebroken poten). Het beestje rustte tussen de golven van de golfplaten van het hok. Pogingen mijnerzijds om de duif te pakken mislukten en ’s avonds bleef ze er gewoon zitten. Het was goed weer en ik ging er van uit, dat het beestje de volgende dag binnen zou komen. Helaas kwam er voor deze pechvogel geen volgende dag. ’s Nachts werd ze door de steenmarter gegrepen op het dak van het hok. Op ongeveer 50 meter van het hok vond ik wat restanten, waaronder een vleugel. Aan het witte puntje op het topje van de buitenste slagpen kon ik de duif herkennen. De overige verliezen werden met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid veroorzaakt door de havik. Vooral het mannetje was hier bij vlagen erg actief. Nooit eerder had ik zoveel pootbreuken en vleugelkwetsuren als dit voorjaar. Veroorzaakt door blinde paniek om aan de jager te ontkomen. Toch mag ik helemaal niet klagen. Aan alle kanten omgeven door natuurgebied in de groene long van de gemeente Voorst, hoort een incidenteel havikslachtoffer er gewoon bij.

Africhten

Vorige week vrijdag pakte ik dik zeventig junioren en bracht ze naar “de dikke boom op de Voorsterklei”. Dat is ongeveer één kilometer. Zaterdagochtend reed ik naar “Het Hoendernest”. Afstand ongeveer 2500 meter. Zondagochtend Voorstonden. Drie kilometer. Steeds arriveerden de duiven vlot. Maandag naar het pontje van Bronkhorst. Zes kilometer. Dinsdag Spankeren. Ongeveer negen kilometer. Steeds arriveerden de duiven ongeveer gelijktijdig met het baasje. Woensdag richting Doesburgse Dijk/ Drempt. Ongeveer twaalf kilometer hemelsbreed. De meeste duiven arriveerden vlot, maar er waren achterblijvers die solo thuis kwamen. ’s Avonds miste ik er één, die de volgende dag werd opgehaald bij Johan Gijsberts in Zutphen. Donderdag Velp. Ongeveer 20 kilometer. De meeste duiven arriveerden vlot, maar wederom enige laatkomers en ’s avonds ontbraken er twee. Bij thuiskomst kwamen meerdere duiven niet vlot binnen en ik zag een duif braken. Voor mij het teken, dat het zo wel even genoeg is geweest. Sluimerende coli?

Rood

Net als Albert, ben ik gecharmeerd van de roodfactor bij duiven. Toch kan ik me niet herinneren ooit een echt goeie rode duif te hebben gevlogen. Waar haal je goeie rooien vandaan? Een jaar na mijn herstart in 2009 schafte ik enkele steenroden aan via Natural. Bricoux. In mijn jonge jaren las ik al over dokter Arthur Bricoux (1874-1944), huisarts te Jolimont (B). Op de allereerste prijsvlucht wonnen we de eerste prijs in de kring, met een steenrode Bricoux. Dat was beginnersgeluk. De duiven haalden nog geen 1000 meter per minuut  en op zulke vluchten kun je niet selecteren. Arthur Bricoux wordt wel genoemd als de beste fondspeler allertijden. Hij had goeie duiven, maar er was nog iets …  Bricoux was een pionier met weduwschap, toen niemand daar ooit van gehoord had! Duivenliefhebber Henk Florijn uit Apeldoorn heeft een hokje met Bricouxduiven. Ze komen nooit los en de hoogbejaarde Bricouxfan vertelt vol enthousiasme over zijn rode en vale fondduiven. De Bricouxduiven werden in de oorlog gedood en volgens sommigen stierf de dokter van verdriet. Na de oorlog probeerde zijn zoon Arthur junior met van vrienden teruggehaalde “Bricouxduiven” in de voetsporen van vader te treden. Dit werd geen succes. Wel de naam, niet het talent van vader ….   Arthur Bricoux senior, is een legende. Van 1905 tot 1940 was hij een fenomeen op de fond. Nu tachtig jaar later is het vergane glorie en ons bracht het niet verder.

Ludo

We bleven zoeken en zo stuitte ik op een rood duivinnetje op een verkoop van Pierre Faes. Ludo Claessens was een fenomeen met nooit vertoonde uitslagen, waar ik ontzag voor had. Bij Ludo aan huis waren ze destijds onbetaalbaar. Dit  duivinnetje was betaalbaar en stamde uit de beste bloedlijnen van “Super Ludo”. Helaas bracht het rode duivinnetje ons geen geluk en ging ze via de zijdeur af. Een illusie armer. Op grond van één duif mag je niet oordelen. Toch heeft het me geleerd om me niet blind te staren op grote namen. Andere ligging, andere omstandigheden, andere verzorging. Veel liefhebbers maken de fout om blindelings te vertrouwen op dure namen en fraaie stamkaarten. Resultaten uit het verleden bij anderen, zijn geen garantie op succes in het heden bij jou! Duiven moeten bovendien bij je passen en … je krijgt de liefhebber er niet bij!

Paramixo

Het leek zo mooi. Een combi-enting paramixo, herpes, adeno. Vorige week las ik een artikel van dr. Henk de Weerd in “het Spoor”. Wie dit gelezen heeft, bedenkt zich wel twee keer om zich aan de combi-enting te wagen. Net op tijd las ik het artikel. Ik blijf de traditionele paramixo-enting trouw. Binnenkort volgt de tweede enting. Een week later volgt de pokkenenting “met het borsteltje”. Net als vorig jaar, wil Rini me helpen bij de pokkenenting.

Vliegen!

Morgen gaan de duiven voor het eerst vliegen na alle coronaperikelen. Een soort veredelde trainingsvlucht, die niet telt voor het kampioenschap. Een begin! Laten we hopen, dat de coronabesmettingen uit blijven en geleidelijk alles weer normaal wordt. Iedereen die morgen mee heeft, wens ik succes!   ( wordt vervolgd)