Gietel’s geluk (12)

Budel

Op tijd los. Dat was zo ongeveer het enige, dat me bezig hield zaterdagochtend. Als jonge duiven te lang in de mand zitten en te laat los gaan op de allereerste vlucht, dan weet je met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid, dat het een fiasco wordt. Gelukkig klonk om 7.45 uur het startsein. Complimenten, lossingsverantwoordelijken!  In de aanloop naar de vlucht, had ik me uitgesloofd om aan “de Martin Geven-doctrine” te voldoen. Vijf dagen voor de eerste vlucht gingen onze duiven voor het eerst naar Ravenstein. Daarvoor kregen ze twee keer Heteren. Het weer was gelukkig goed in de aanloop en zodoende voldeden we aan het heilige evangelie van Martin en kan ik Joke maandagavond recht in de ogen kijken. Rinie was er zaterdagochtend op tijd. Moeder Toos was duizelig en bleef in Twello. Jaap, een gezamenlijke duivenvriend uit onze jonge jaren, nam haar plaats in. Zelf verwachtte ik de duiven rond negen uur, maar José was de eerste die al ruim voor die tijd drie duiven zag rondcirkelen. Ze bleven vrolijk rondvliegen, geruggesteund door de wind. Intussen kwamen er uit het noordoosten en zuidoosten meerdere duiven bij. Ook “vreemden”, die de vrij horizontaal geplaatste zonnepanelen bij Rijkswaterstaat voor water aan zagen. Voor het eerst in de duivenwagen, voor het eerst een massale lossing, windvlagen en allerlei her en der rondvliegende duiven. Er gingen enkele zenuwslopende minuten voorbij alvorens de eerste dertien duiven geklokt waren. Daar hoor je me niet over zeuren trouwens, want ik denk dat dit verschijnsel op meerdere hokken gespeeld zal hebben. Daarna viel het enkele minuten stil. Al met al mogen we niet klagen. Het druppelde lekker door, totdat het “een fondvlucht” werd. Rond 14.30 uur arriveerde nummer 62 van de 72 en daarna viel het helemaal stil. Geen veer kwam er meer bij zaterdag en op dit moment (zondag 11 uur) is de situatie ongewijzigd. Eerlijk gezegd mis sen we geen favorieten. Veelal duiven, die al een keer werden opgehaald of afkomstig uit een koppel waar nog niets bruikbaars uit gekweekt werd. Duivensport is en blijft een selektiesport!

Trek

Als tien duiven op een vlucht in het niets verdwijnen, dan ga ik er vanuit dat ze ver weg zitten. De duiven van Budel kwamen bij ons allemaal uit oostelijke richting. Dat zie je in de uitslag terug. Kring Deventer draait beter dan kring Apeldoorn op zo’n korte vlucht. En Johan en Sando in Eerbeek en Hall lagen beslist niet gunstig. Johan was vorig jaar kringkampioen met de jonge duiven en weet nu al, dat het een kansloze missie wordt om de titel te prolongeren. Heel zuur! Tegen trek valt niet op te boksen.

Neststanden

Eigenlijk weet ik al jaren, dat neststanden op de eerste vluchten eerder een handicap dan een voordeel vormen. We hadden zes koppeltjes op eieren en dan krijg je een dilemma. Pak je een ongepaarde om getekend te zetten, of ga je voor een duivin die strak op haar nestje met eieren van 10 dagen zit?  Tegen beter weten in, gingen we voor het laatste. Het resultaat?  De eerstgetekende arriveerde om 13.24 uur als 61e duif en de tweedegetekende liep om 10.16 uur als 43e over de antenne. Tien minuten later zag ik haar nestzusje als derde getekende en 46e duif. De nestduiven zijn ongetwijfeld gemotiveerd, maar hun gebrek aan ervaring nekt ze telkens weer!  Vandaag of morgen haal ik de duiven uit elkaar. Ze worden dan drie weken op de deur gespeeld en daarna herkoppeld.

Recuperen

Op zondagochtend mogen de duiven lekker aanklooien. Vanochtend om 6.30 uur begon ik met loslaten. Eerst trekt dan de derde ronde meteen weg. Als deze zeventien duifjes uit het zicht verdwenen zijn, volgen de duiven die op zaterdag Budel gehad hebben. Aangezien vrijwel alle duiven op zaterdagochtend retour kwamen, is er van echt recupereren geen sprake. Er wordt leuk getraind en de doffertjes ketsen regelmatig af en zoeken favoriete plekjes op schoorstenen op daken in de buurt. Daarna lok ik de duiven in de tuin. Er wordt hier en daar wat aan sla en kool gepikt en er wordt vrolijk gescharreld. Daarna roep ik ze binnen en gaan alle duiven in hun ren. Hier staat een bak met allerhande klaar en worden de “ploeterbakken” gevuld voor een welverdiend bad. De duiven vullen tekorten aan en zijn na het bad weer helemaal schoon en ontspannen. Een wekelijks ritueel en het begin van de opbouw naar de volgende vlucht.

Joep

Gisteren na afloop van Budel, belde Joep. Afgelopen winter stelde Joep voor om samen te werken. Het contact ontstond na de aanschaf van een bon op de feestavond van de kring. De bon werd verzilverd voor vijf jonge duiven. “Ik zie het als een experiment. Ik raak altijd alle jonge duiven kwijt en wil weten, of jij ze wel kunt overhouden”, aldus Joep. Tot nu toe zijn de vijf “Joepie’s” nog alle vijf present en vier klasseerden zich vanaf Budel op de uitslag.  Afgelopen winter veranderde Joep het één en ander aan zijn hokken en nam dit voorjaar mijn manier van voeren over. Ook was er zeer regelmatig contact, als er afgericht moest worden. Na Budel was Joep enthousiast. In het verleden had ik vier duiven thuis, als ik er twintig speelde. Nu is het precies andersom!  Het is altijd fijn, als je liefhebbers verder kunt helpen. Ik voelde me zelfs een beetje verantwoordelijk. Zonder jaarlijkse aanvulling boer je achteruit. Dat is zeer frustrerend. John Romein weet daar alles van. Op een gegeven moment haken liefhebbers dan gedesillusioneerd af. Het is een veel groter probleem, dan velen denken. Bij “Steeds Verder” hebben we er ook mee te maken. Liefhebbers spelen de jonge duivenvluchten niet, omdat ze veel verliezen vrezen. Vervolgens zoeken ze hun heil op de natour of op de taartvluchten. Met een mooie ploeg jaarlingen gaan ze dan vol goeie moed het nieuwe jaar in, om vervolgens in het voorjaar met die onervaren jaarlingen de bekende bietenbrug op te gaan. De moraal van het verhaal: speel de jongen gewoon op de vluchten voor jonge duiven. Speel zeker de NPO-vluchten. Hier leren de jonge duiven een les, waar ze de rest van hun leven wat aan hebben!

Rein

Nu we toch namen noemen: in eigen club speelt Rein uit Wilp-Achterhoek.  Hij moet nog een jaar of zes tot aan zijn pensioen. Vroeg op, hard werken. Op oudere leeftijd kwam hij via zijn zoon in de duivensport terecht. Aardige kerel, altijd positief en bereid om de handen uit de mouwen te steken. Twee seizoenen op rij had hij pech met zijn jonge duiven en kwam niet of nauwelijks aan spelen toe. Aan de resultaten met de oude duiven zag je die ontwikkeling terug. Gewoon “kloten” om het in onverbloemd Nederlands te zeggen. Dit jaar lijkt het beter te gaan. Je ziet Rein opbloeien. Gisteren vanaf Budel liepen ze niet al te vlot binnen, maar je ziet dat hij ze op de rit krijgt. Als hij er op deze manier in slaagt om aan het eind van het seizoen een aantal door de wol geverfde junioren over te houden, gaat hij daar de komende jaren de vruchten van plukken.

Hans

Woonachtig in Terwolde en een andere clubgenoot, is een vergelijkbaar geval. Prima kerel met humor en van goeie wil. Alleen wilde het de laatste jaren niet echt lukken met de duiven. Gisteren speelt hij bij de oude duiven de eerste, net als enkele weken geleden. Ook met de jonge duiven heeft hij een klein ploegje op de been en gooit niet de handdoek, als het even tegen zit. Rein en Hans kunnen incasseren en weten dat je harder moet lopen dan de duiven vliegen om succes te hebben. Ze bewijzen, dat de aanhouder uiteindelijk wint. Top, mannen!  (wordt vervolgd)