Uit de kast (6)

Motivatie

Er zijn periodes geweest, dat ik niet kon wachten met het tikken van mijn volgende bijdrage voor de site. Zaken delen met jou onbekende lezers, dat verschaft de berichtgever ook nuttige informatie. Als een student een medestudent iets gaat uitleggen, gaat hij de materie zelf ook beter begrijpen en onthouden. Zo werkt het schrijven van “stukjes” ook.  De laatste tijd ben ik wat minder gemotiveerd om een bijdrage te tikken. Misschien komt het, omdat ik wat meer communiceer met mijn teamgenoten en daardoor minder behoefte heb om me te uiten naar de onbekende “buitenwereld”?  Een trouw lezer vroeg zich af, waarom nummer zes zo lang uitbleef. Maakte hij zich zorgen?  Het is zondagochtend, José is aan het sporten en ik neem plichtsgetrouw mijn plekje in achter de computer. Zal er iets uit mijn vingers komen? We zijn inmiddels drie prijsvluchten verder, dus vooruit met de geit!

Doelstellingen

Die heeft elke liefhebber. De vraag is alleen, hoe hoog je de lat legt. Een ploegje ingespeelde junioren overhouden na de vluchten, is een veelgehoorde doelstelling. Voor mij is dat niet zo belangrijk, omdat ik ze als oude duif niet nodig heb. Proberen de nationale titel te prolongeren, hoorde ik mezelf zeggen tegen José. Is dat realistisch en verstandig? Wie de lat heel hoog legt, moet steeds op zijn tenen lopen. Dat geeft veel stress. Wil je dat? Gewoon lekker genieten van de duifjes  bij de dagelijkse verzorging. Ongedwongen en gezellig genieten van de aankomst van de duiven samen met teamgenoten. Dat is een beter voornemen. Proberen om een heel seizoen te vliegen met puur natuurlijk gehouden duiven. Ook een uitdaging. Soms word ik moe, als ik zie dat beginnende liefhebbers met allerlei medicamenten aan het dokteren zijn. Alsof het daar om gaat. Vaak werkt het averechts. De duiven worden kapot gekuurd, hebben totaal geen natuurlijke weerstand en verworden tot medicijnafhankelijke kasplantjes. Ik zag ergens een filmpje over dr. Mariën. Waarschijnlijk door Albert geplaatst. Hoewel gespecialiseerd duivenveearts, vreest hij de verwoestende werking van de medicijnen die te pas en te onpas door de strot van de duiven geduwd worden. Een held in mijn ogen!

Ambitie

Vroeger op de lagere school kon ik aardig meekomen. Ik was een brave leerling met brede interesse, zonder uitzonderlijke talenten. Broer Ben, die geboren werd toen ik al op de Pedagogische Academie zat, is in veel dingen een tegenpool. Op school hield het niet over, maar verder was Ben een zondagskind. Veel vriendjes, populair, muzikaal en op sportgebied een multitalent. Voetbal, tennis, tafeltennis, schaatsen, biljarten, darten, het maakt niet uit. Waar Ben meedeed, was hij nummer één. Veel moeite hoefde hij er ogenschijnlijk niet voor te doen. Daar waar anderen na dertig jaar nog praten over die ene bronzen medaille, die ze ooit wonnen bij die ene wedstrijd waar alles meezat, is Ben zijn overwinningen waarschijnlijk allang vergeten. Het ging hem zo gemakkelijk af, dat het weinig indruk op hem maakte. “Freek, waarom maak jij je zo druk met die duiven? Je hoeft je als oud-wereldkampioen toch niet meer te bewijzen?” Met de instelling van mijn jongste broer zul je de top niet halen, maar hij geniet wel. Vergelijk hem met René van der Gijp. Veel lol maken en je nergens druk om maken. Als voetballer je tegenstander door de benen tikken en gein met hem maken en niet weten hoe de uitslag is. Dat is Ben. Wel mooi om te zien, hoe Ben als flierefluiter en levensgenieter, zijn rol als vader heel serieus neemt. Ik ben supertrots op Ben!

Beek en Donk

Drie weken geleden zou het duivenseizoen voor de jongen eigenlijk beginnen. Door de afgelasting van een midweekse africhtingsvlucht, schoof de start een week op. Ik baalde inwendig, want ik had er zin in. Door entingen en coliperikelen, was ik vrij laat begonnen met het africhten. Drie keer Ravenstein, de Martin Geven doctrine, had ik niet gehaald. De week voor de eerste vlucht was ik zelfs nog niet verder gekomen dan Heteren. Die bewuste zaterdag, 3 juli, was het ’s ochtends nog wat mistig. Ik was de dagen er voor twee keer in Ravenstein geweest en vond, dat ik mijn huiswerk naar behoren gedaan had. Eigenlijk wilde ik ze voor de eerste prijsvlucht laten controleren door een duivenarts, maar daar was geen echte reden voor. Met 124 junioren reed ik die ochtend op de A50. Bij Heteren was het nevelig, dus ik reed rustig door richting Ravenstein. Als het bij Ravenstein ook niet helder is, rij ik door naar Beek en Donk, bedacht ik me in de auto spontaan. Zo gebeurde en om 9.05 uur loste ik mijn junioren kort na elkaar in Beek en Donk, niet wetend dat afd. 9 daar vijf minuten later ook zou lossen! Bij thuiskomst zag ik op de module, dat er nog geen duif thuis was. Op buienradar zag ik, dat de temperatuur tot 26 graden zou oplopen bij een zuidoostenwind!  Ik besloot om in de tuin te gaan schoffelen. Spanning afreageren en lettend op elke schaduw. Schaduwen in overvloed. Veel zwaluwen, dat betekent veel insecten in de lucht. In gedachten hoor ik het wijlen Peter van Osch zeggen: “Als er veel zwaluwen scheren in de lucht, dan verspeel je veel jonge duiven”. Na een half uur wachten komen er drie jonge duiven vlak na elkaar uit het noorden. Pff … het begin is er! Het is dan 10.45 uur. Al schoffelend verstrijkt de tijd. Veel schaduwen van zwaluwen, maar dan is er om 11.15 uur toch weer één duif. Er zijn er vier, nog honderdtwintig te gaan. Het wordt de eerste fondvlucht van 2021!  Als het middaguur in zicht komt en er verder geen duiven gesignaleerd worden, zoek ik contact met mijn teamgenoten en bekijk ik de lossingsinformatie. Ik schrik, als ik lees, dat afd. 9 vlak na mij in Beek en Donk gelost heeft en ook buienradar stemt me niet vrolijk. Na  twaalven arriveert de vijfde duif en als tien minuten later nummer zes neerstrijkt, begint het zowaar te druppelen. Om de vijf tot tien minuten arriveert er een duif. Vaak uit het noorden. De hele middag druppelt het door en ’s avonds na achten valt nummer 66 op de klep. We zijn over de helft!!!!  De volgende ochtend blijft het stil tot 7.15 uur. Dan begint het weer te druppelen en arriveren er tot het middaguur 18 stuks. Aan het eind van de middag komen er nog twee bij en nummer 21 haal ik die avond op in de Hoven, waar Johan Gijsberts op visite is bij zijn duivenvriend Wijngaards, waar onze ‘251 is binnengelopen. Op de koffie is ook een mij onbekende man. Het blijkt een liefhebber annex dierenarts uit afdeling 9, die er op zaterdag 60 van de 80 verspeelde vanaf Beek en Donk of Boxmeer, dat ontging me. Beide vluchten verliepen er desastreus. Toen de dierenarts weg was, gaf Johan mij de duif aan: “Freek, wij lopen hem als gewone liefhebbers op, maar dierenartsen weten het blijkbaar ook niet”.  Een zinderend blauwe lucht, scherende zwaluwen in de volle zon, zuidoostenwind en onervaren jonge duiven op hun eerste vlucht. Dat gaat niet goed. Ik had het kunnen weten en trapte zelf ook in de val. Uiteindelijk kreeg ik 94 jongen retour van de 124. Zeg het maar.

Beek en Donk (om het echie)

Op de eerste prijsvlucht korfde ik 73 duiven in. Duiven die onvoldoende hersteld of gewond waren liet ik thuis. We hadden nog geen duiven, die een eitje gelegd hadden. Wel enkele koppeltjes. Midweeks hadden we de duiven naar Heteren gebracht, om ze weer wat zelfvertrouwen te geven. Samen met Sander, Rini, Jaap en uiteraard moeder Toos met Trijntje, beleefden we een vlucht met vlotte aankomsten. Onze eerstegetekende zat er wonder boven wonder goed bij. Onze enige schimmel en daarom goed herkenbaar voor de letters. Soms heb je dom geluk! Op één duif na alles retour en een mooie uitslag als bonus.

Asten

Soms brandt water en dat was op Asten het geval. Na de openingsvlucht was er enig vertrouwen in de goede afloop, maar dat de 86 ingezette duiven er een waar bombardement van zouden maken, kwam voor mij ook als een verrassing. Alsof ze het hok aanvielen. Met 45 duiven bij de eerste 100 in de kring, een uitslag om in te lijsten. Een prachtig schouwspel voor de letters Sander, Rini en Jaap. Ook moeder en José genoten, al hadden ze geen idee waar de duiven mee bezig waren. Geen nestjes, geen weduwschap of spel op de deur. Gewoon gezonde, blije duiven, die lol hebben in het spelletje. Sorry, clubgenoten, 1 t/m 19 in de club vind ik zelf ook overdreven. De getekende voor in de uitslag, derbyduiven vroeg en alles thuis. Soms lukt alles en lijkt het vanzelf te gaan.

Budel

“Na een vette komt meestal een magere”. Ik hoorde het Cor Buis als hokverzorger bij Hillie Romein dikwijls zeggen. Ik moest er aan denken, toen de duiven van Budel arriveerden. De duiven werden op vrijdag gelost. Hulde voor de mensen van de afdeling. Anticiperen op de omstandigheden en het weer is alleen maar toe te juichen. Jammer, dat de lossing pas om 13.30 uur plaats vond. Voor jonge duiven is zo’n late lossing bij stralend weer op de losplaats funest. De duiven willen eruit en werken zich af. Doen van alles, behalve drinken. Bij aankomst van de duiven zag je meteen, dat er iets aan de hand was. Ze durfden niet op de klep te vallen en landden overal op daken en zonnepanelen in de omgeving. Angstig, vol stress en helemaal uit hun doen. Aan zo’n vlucht hou je een kater over. Eerst heel lang wachten. Duiven uit andere regio’s die al thuis zijn en onze duiven die nog vast zitten…. Een makkelijk te herkennen vaalschimmeldoffer, die als eerste geklokt had kunnen worden en een vol kwartier later pas over de antenne loopt. Dat geeft geen lekker gevoel. ’s Avonds op de club bedrukte gezichten. Steffan Willems mist er nog 19 van de 50 en opa Hans Eckelboom kan er als voormalig topsporter met de pet niet bij. “Ouwe rot” Jan de Ruiter begrijpt het ook niet. “Ik heb er alles aan gedaan en ben net over de helft gekomen. Meer kan ik als liefhebber niet doen”.  Gelukkig zijn de duiven de volgende dag goed nagekomen. Zelf misten we er dertien bij het afslaan. Zaterdagavond waren er 83 van de 86 thuis. Na een vette kwam inderdaad een magere, al mogen we achteraf nog niet eens klagen over de uitslag. De zesde bijdrage is een feit. Moed houden, genieten van de duiven en denken aan de wijze woorden van duivenmelker en gespecialiseerd dierenarts dr. Mariën. Vrij vertaald: Het inwendige van een duif is een gecompliceerd geheel. Hier worden natuurlijke vitamines aangemaakt, natuurlijke weerstand opgebouwd tegen ziektes en kwalen. Wees daar zuinig op en verstoor de boel niet met ongebreideld medicijngebruik. Zoek het in gevarieerd voer, aandacht voor de duif, goeie huisvesting en ondersteun de duif met natuurlijke, noodzakelijke supplementen. Medicijnen zijn er om in te zetten als het echt noodzakelijk is. Hoe minder, hoe beter. Het klinkt tegenstrijdig uit de mond  van een man wiens boterham het is. Hij spreekt als liefhebber met zijn hart en denkt niet vanuit zijn portemonnee! (wordt vervolgd)