Uit de kast (8)

Kater

Soms stap je na een vluchtweekend met een euforisch gevoel uit bed. Soms heb je een kater. Die heb ik trouwens elke dag, want als we ’s ochtends de buitendeur openen, staat onze rode kater “Garfield” steevast miauwend te wachten. Dat terzijde. De figuurlijke kater danken we aan de jonge duivenvlucht vanaf Chalons. Dat werd een miskleun. Laten we echter met het voorafje beginnen en met de beginsituatie.

O.e.c.

One eye cold. Sommige liefhebbers in de club, kijken je met grote ogen aan, als je het benoemt. Die spelen niet op de jonge duivenvluchten en kijken, of ze het in Keulen horen donderen. In augustus is het de laatste jaren een terugkerend ritueel. Duiven die knipperen met één oog, duiven met een hangend ooglid en vochtvorming, of duiven die één oog echt vrijwel dicht hebben. Je ziet het niet graag, want het drukt de vorm en soms kun je een favoriet een week niet spelen. Het is een virus en er is niks tegen te doen. Zalfjes, oogdruppels, ornithosemiddelen, vergeet het. Het duurt ongeveer een week als je niets doet en zeven dagen als je kuurt, zalft of druppelt. Dan weet je genoeg. Moeite besparen en centen in de zak houden, is mijn advies! Geduld hebben, rust geven en kalmte bewaren.

Heusden/ Zolder

Een natourvlucht van 138 km. voor Gietelo. Eerst gingen op donderdagavond 42 duiven naar Chalons. Dat was een gezoek, want veel junioren toonden o.e.c.-verschijnselen. De ‘155 Sandrina, waar ik vorige week over vertelde, kwam in aanmerking voor een plek als getekende. Helaas had ze één oog vrijwel dicht zitten, toen ik haar van haar nestje tilde. Niet mee, dus. Geen leuke job, het inkorven voor Chalons. Vrijdagavond moest ik uit de resterende 45 jongen een ploegje formeren voor Heusden / Zolder. Ook niet gemakkelijk. De beste en regelmatigste duiven had ik uitgezocht voor Chalons. Puur kijkend naar de ogen, vond ik twintig gegadigden voor de natour. De twee doffers, waarmee ik vorige week succes had op Budel met het “spel met de beul”, had ik gesplitst. De ‘236 naar Chalons en zijn grote vijand de ‘265 naar Heusden/ Zolder. De laatste was gewond geweest en in mijn ogen nog niet voldoende hersteld voor een vlucht vanaf Chalons, ook al was zijn broek voor 80% ingegroeid. De weersvoorspelling voor zaterdag was uitstekend, al stond me de voorspelde zuidoostenwind niet aan. Chalons ging als afdelingsvlucht van start om 8.15 uur. Heusden/ Zolder kreeg om 10.50 uur de vrijheid, volgens de site van de GOU (zou eerst 10.45 uur zijn, maar werd aangepast). Rond twaalf uur reed ik met moeder Toos en Trijntje het erf op, José kwam net thuis van haar ritje boodschappen doen en Rini, Jaap en Sander volgden elkaar op enkele minuten. Albert en Bram zaten natuurlijk thuis hun eigen vlucht te beleven. Om 12.26 uur werden er twee duiven gesignaleerd. Terwijl ze een kort ererondje vlogen, dook er een derde duif tussen. Snel gooide ik een lokkertje, want op korte vluchtjes zijn duiven niet moe en is elk ererondje er één te veel. Het lokkertje was een duifje, dat twee weken geleden thuis kwam met een gebroken poot. Het duivinnetje herstelt voorspoedig, al zal haar ringpootje blijvend krom blijven. Ze was verliefd geworden op een doffer en vloog recht naar de klep. De Schimmel ‘158 dook als eerste op zijn klep, gevolgd door twee duiven op de klep van “het kasthok”. Op dat moment wist ik natuurlijk niet, dat ze 1,2, en 3 zouden spelen in de kring. De aankomsten volgden elkaar vlot op en dat verraste me in positieve zin. Dertien duiven in acht minuten (20 mee) geeft vertrouwen voor het hoofdgerecht.

Chalons

Na het voorafje, volgde het hoofdgerecht. Er volgden nog enkele nakomers van Heusden/ Zolder, toen er ineens uit het niets een vaal duifje twee toertjes maakte om het hok en toen op de klep viel. Dat was om 12.49 uur. Het duivinnetje was ongepaard en toonde in de aanloop naar Chalons ook geen tekenen van verliefdheid. Het mocht mee, omdat het helder uit de oogjes keek bij de inkorving. Een echte verrassing dus en in de club de eerste melding. We moesten vervolgens elf minuten wachten op nummer twee en dat was een doffer uit de kast. Een hele mooie in de hand en al een fraaie erelijst. Heel rustig, nooit koerend en geen benul van het andere geslacht. Waar zijn al die duiven met eitjes en jonkies, denk je dan bij jezelf. Wederom moeten we tien minuten wachten. Dan volgt een vrijgezel doffertje. Zo gaat het met telkens tussenpozen nog een tijdje door en pas de tiende duif is een doffer met een klein jongske. Een onbestemd gevoel zegt me, dat we de plank finaal mis slaan. De getekende duiven ontbreken en de duiven met een neststand sturen stuk voor stuk hun kat.

Moraal

Op een vlucht waar je niks van verwacht, win je met de mindere goden het hele erepodium in de kring. Op een vlucht, waar je duidelijk meer van verwacht, maak je met de betere duiven een miskleun. Gehuisvest op dezelfde hokken, met dezelfde verzorging en training. Gelukkig ben ik realistisch van aard. Als 25 duifjes op je hok een week rust krijgen, vanwege een rondwoedend virus, moet je blij zijn met de mooie uitslag op de korte vlucht en niet zeuren over de miskleun op Chalons. Bram had een plausibele verklaring. “Chalons is gelost met zuidoostenwind. Die duiven hebben een westelijke koers gevlogen. Heusden/ Zolder ging los met zuidenwind. Duiven bleven in hun lijn en dat werd een gemakkelijke, snel verlopen vlucht”.  Een compliment voor Johan van Dijk uit Eerbeek. Altijd een geduchte concurrent met de jonge duiven. Hij had er wel een stuk of zes voor het hele uur. Petje af voor Johan!  In de club had Steffan er vijf bij de eerste tien en ik denk, dat hij genoot van het welgemeende schouderklopje, want bij hem en opa Hans loopt het spelletje met de junioren ook een stuk minder goed dan gehoopt, na een prima seizoen met de oude duiven. En de one eye cold?  Wie rustig blijft, duiven een week rust geeft en niet in paniek komt, krijgt een beloning. Op het moment, dat de o.e.c. is uitgewoed, krijg je een opleving van de vliegvorm. Dat ondervond ik in 2019 (Niergnies 30/33) en 2020 (Morlincourt 19/20). Een garantie, dat de geschiedenis zich dit jaar herhaalt, heb ik niet. Wel stille hoop. De natuur kent wel bepaalde wetten, geen zekerheden. In mijn moestuin had ik vorig jaar inrottende koppen bij de knolselderij. Bij de prei maakten preimotten en bruine gangen makende parasieten in de schachten mij het leven zuur. Dit jaar prachtige knolselderij en gedroomde prei. Vorig jaar schitterende, kogelronde bieten. Dit jaar uitsluitend verkwijnende bietenplantjes. Elk jaar is anders. Wat het ene jaar vanzelf lijkt te gaan, lukt het andere jaar niet met de grootste moeite. Op het duivenhok zien we hetzelfde. Daar hebben we daarnaast nog te maken met de grilligheid van het weer. Een droge, warme zomer of een natte, koude zomer, dat is een wereld van verschil. Overwegend kopwind, of wekelijks wind op de staart, dat scheelt een slok op een borrel. Regelmatig oost in de wind of steevast westenwind, kan ook het succes op het duivenhok maken of breken. Zo is geen jaar hetzelfde. Belangrijk is, dat je als liefhebber het hoofd koel houdt. Niet meteen in paniek raken en nestduiven op weduwschap zetten, of andersom, de verluchting  en voermethode veranderen e.d. Gewoon rustig blijven, genieten van je duifjes en vertrouwen hebben. De duiven een keer laten controleren door de gespecialiseerde duivendokter, helpt daarbij. Succes! (wordt vervolgd)