Voorster Varia (9)

Africhten

Om beslagen ten ijs te komen met je jonge duiven, moet je de junioren vertrouwd maken met de reismand en leren drinken in de mand. Alles moet het jonge grut leren. Ik herinner me een africhtingsvlucht “met de grote wagen” en zat in de laadploeg van de vereniging. Het zal de tweede africhting geweest zijn en het is al weer enige jaren geleden. Toen we lege manden uit de wagen trokken, zat er nog een jong duifje in van de vorige africhting. Clubgenoten die erbij waren, zullen zich die avond herinneren. We kunnen het verhaal nog spannender maken, zonder te overdrijven, want ik was er zelf bij. Dat zullen we niet doen. Waarschijnlijk was de persoon die loste onervaren. De betrokken duifjes overleefden het avontuur, werden bij de eigenaren terugbezorgd en de gebeurtenis is teruggekoppeld als leermoment. Ik haal deze ervaring niet aan om mensen te beschadigen. Het was een samenloop van omstandigheden, maar het geeft aan, dat jonge duiven elk detail moeten oefenen. Ook het verlaten van de mand. Niets is vanzelfsprekend voor een onervaren duif!

Gezondheid

Alles valt of staat bij gezondheid van de duiven. In Gietelo was ik dienaangaande niet tevreden. Het begon al slecht met stelselmatige overlast van roofvogels. Ik herinner me een week in april dit jaar, met vier dagen op rij een roofvogelslachtoffer. Dan ga je duiven vasthouden en op onregelmatige tijdstippen buiten laten, om met name de havik op het verkeerde been te zetten en het snackbareffect te voorkomen. Dat is niet bevorderlijk voor de vlieglust, want duiven zijn gevoelig voor regelmaat. Als het niet loopt, zoals je wenst, ga je verklaringen zoeken en excuses. Net toen ze wat meer vlieglust begonnen te krijgen, brak er coli uit. Dan zijn ze een weekje uit de running en sommige duiven vielen opvallend terug in gewicht en conditie. De mest werd niet op alle afdelingen snel beter en sommige duiven wilden wederom niet vliegen. Dan ga je twijfelen en dan spookt er van alles door je hoofd. In de regel blijf ik aardig rustig. Jonge duiven moeten de kinderziektes overwinnen en het is niet realistisch om te denken, dat ze voortdurend in topvorm zijn. Ik vertrouw dan op de natuurlijke weerstand, die ze moeten opbouwen. Op het voedingsinstinct van de duif en mijn eigen ervaring door de jaren heen. Niets menselijks is mij echter vreemd. Als ik hoor, dat bij andere liefhebbers de duiven een uur of langer wegtrekken, dat Sando Verbeek al twintig keer op pad geweest is met zijn junioren en ik kijk op de kalender, dan zit me dat niet lekker. In Gietelo hebben de junioren dit jaar niet “getrokken”. Kan me niet herinneren, dat ik ze vijf minuten kwijt was en dat ze uit het zicht verdwenen. Dan weet je, dat zoiets geen goed teken is en niet wijst op perfecte gezondheid. Vooral de 29 junioren in het kasthok, bevielen me niet. Ze worden ’s ochtends los gelaten en dan gaan ze zonder enige aandrang tot vliegen op het hok zitten koekeloeren. Niet toevallig waarschijnlijk, begon op dit hok de coli-uitbraak en hield de nasleep het langst stand. Op deze afdeling startten we met 40 stuks. Nog steeds voelen de junioren op het kasthok niet fijn aan. Niet glad, niet vol en geen enkele spanning op de spieren. Van wonderkind tot zorgenkind, zo mag je de reputatie van het kasthok momenteel typeren. Aan de zuurstof kan het niet liggen!

Kwaaltjes

Als de eerste prijsvlucht nadert, wordt het tijd om de puntjes op de i te zetten. Vandaar ons bezoekje aan dierenarts Kasperink afgelopen week. De ene afdeling lichte besmetting met haarworm, de andere afdelingen negatief. De meegebrachte duiven hadden licht geel en enkele kostgangers op het verenkleed. Voor het geel nam ik op aanraden van de dokter “tricho-killer” mee. “De dosering secuur hanteren. Bij te lage dosering helpt het niet en bij te hoge dosering willen de duiven het niet meer drinken. Mierenzuur is de werkzame stof en het past wel bij jouw manier van verzorgen”, aldus Kasperink. Voor de bestrijding van de ecto-parasieten had ik al een strategie in gedachten. Willem de Bruin was vorig jaar enthousiast over “Stop-mite”. Te geven over het voer en het verspreidt een aangename geur in het hok. Gebaseerd op etherische olie, waar luizen e.d. niet van houden. Zoals U weet, ben ik gecharmeerd van de filosofie en doenwijze van de voormalig tandarts en heb ik een hekel aan gif en bijvoorbeeld middelen op basis van ivermectine. Liefhebbers praten vaak heel luchtig over middelen tegen ecto-parasieten. Eén druppeltje op de duif of op het zitschapje en je hebt het hele seizoen geen last meer. Ik herinner me “Parasit-ex” (dichloorvos) bijvoorbeeld. In mijn jonge jaren adviseerde men “haarwater” van Noury en men spoot overvloedig met U3. Genoemde middelen zie ik niet meer en ik denk, dat ze niet meer verkocht mogen worden.

Influencers

Vroeger moest je naar de H.B.S. als je iets wilde worden in de maatschappij. Of naar de avondschool, om een degelijk vak te leren. Tegenwoordig hoef je geen koppie koppie of gouden handjes te hebben om aan de kost te komen. Als school niet je vriend is en werken met je handen, niet je ding, zijn er nog legio alternatieven. Als rapper kun je het ver schoppen. Ook als influencer kun je een goeie boterham verdienen. Ik denk, dat sommige duivenmelkers niet weten wat ik bedoel. Influencers zijn vaak jongere mensen met veel volgers. Geen popsterren, maar wel interessant voor veelal jeugdigen, die rolmodellen en idolen zoeken, waaraan ze zich vastklampen. Mensen met veel volgers op internet zijn interessant voor merken. Influencers krijgen gratis spullen om te promoten en geld op de koop toe. Ze beïnvloeden de kijkers en volgers bewust, zonder dat diezelfde volgers zich dat altijd bewust zijn. Het tasje van “Gukkie” en het hebbedingetje van “Verzakkie” staan niet toevallig prominent in beeld. Dat de influencer schoenen draagt van “Nikie” is evenmin een kwestie van smaak of speling van het lot. Allemaal doorgestoken kaart! Ik denk, dat er onder de bekende namen in de duivensport ook influencers zitten. Willem de Bruin schrijft wekelijks zijn columns in “de Duif”. Als hij schrijft, dat hij heel tevreden is over “Stop-mite”, dan ben ik geneigd hem te geloven. De tandarts heeft zijn schaapjes op het droge. Ik kan me niet voorstellen, dat hij voor een paar lullige centen en een paar gratis potjes van het één of ander hypocriet reclame gaat maken voor iets waar hij zelf niet volledig achter staat.

Naïef

Misschien ben ik naïef. “De hele wereld is komedie”, zei opa Frederik dikwijls. Soms denk ik, dat hij gelijk heeft. De poppenkast in de politiek, de schandalen op “de Gooise matras”, het spel van de wereldleiders. Gisteren keek ik naar de televisie. “Boerderij van Dorst”. Als je denkt, dat je iets van tuinieren of dierenverzorgen kunt leren, kom je bedrogen uit. Dat zal ook niet de intentie zijn van het programma. De gasten zijn zorgvuldig uitgekozen. Katja Schuurman, nog niet zo lang van haar Freek af, zorgt als ongeleid projectiel altijd voor reuring. De andere gast was Douwe Bob. Een muzikale jongen, die er niet van houdt om voor het zingen de kerk te verlaten. Drie keer vader worden binnen een half jaar, met drie verschillende vrouwen. Doe dat maar eens na! Raven van Dorst, die nog niet zo lang geleden Rianne heette, verdient er een aardige boterham mee. De televisie verandert meer en meer in een rariteitenkabinet. Vroeger had je “de vrouw met de drie borsten” op de kermis. Tegenwoordig vervult de televisie die rol. Dat zoiets spraakmakend kan zijn, zagen we lang geleden in “Showroom”. Veel mensen herinneren zich nog bijzondere gasten uit die periode. “De Stoel” was een variatie op hetzelfde thema en “China glens” van de zogenaamd verdwaalde chinees op de racefiets, met de globe onder de arm,  was een item uit een soortgelijk programma. Unieke humor, die beklijft. De naam Cherry Duins spookt in dit verband door mijn hoofd. Vroeger was echt niet alles beter, al zijn van Kooten en de Bie in mijn ogen nimmer overtroffen. Tegenwoordig zie je steeds meer extreme types op televisie. Doorsnee is niet interessant. Mensen vertellen over hun jeugd. Ouders gescheiden is bijna standaard. Vader aan de drank en moeder zelfmoord, of andersom, wordt al bijna voorspelbaar. Mensen worden op een zetel gehesen, worden in no-time miljonair, worden een ster en gaan in hun eigen sprookje geloven. Vervolgens verliezen ze de realiteit uit het oog, worden depressief, gaan snuiven, of vallen van de weelde uit het spek. Anderen gaan gekke dingen doen, wanen zich onschendbaar en gaan gruwelijk in de fout. Beetje naïef en beetje zielig. Het zijn de sterke benen, die de weelde dragen kunnen!

Africhten (2)

Vanochtend ben ik naar v.d. Bijl gereden, om de jongste junioren vertrouwd te maken met het spelletje. Drie kilometer. Het heeft niks met de dieselprijs te maken, maar met de leeftijd van de junioren. De jongste is amper acht weken en piept nog. Veelvuldig kleine stukjes wegbrengen. Ze verlaten steeds vlotter de mand, groeperen vlot en gaan na thuiskomst al redelijk vlot naar binnen. Morgen ga ik opnieuw. Ik overweeg de parkeerplaats bij het pontje naar Bronkhorst. Hemelsbreed op zes kilometer van het hok. De oudere junioren krijgen even rust. Afgelopen zondag stond ik net achter Dieren. Op hemelsbreed naar schatting twaalf kilometer van het hok. Dat werd een uitputtingsslag. ’s Ochtends om zes uur stond ik op om de junioren te pakken en acht uur later miste ik er nog zestien. ’s Avonds waren er nog zes weg, waaronder vier van het kasthok. Daarvan kwamen er de volgende dag drie en op dinsdagochtend nummer vier. Een meevaller. “Die hebben wel wat geleerd”, zei Sander door de telefoon. Ik deel zijn mening. Voor een duif is het niet verkeerd om een keer helemaal op zichzelf teruggeworpen te worden. Een nachtje buiten slapen en de volgende dag weer verder zoeken. Het duifje, dat dinsdagochtend retour kwam, was één van mijn favorietjes. José was vooraf heel stellig: “Hij komt terug”. Mooi om te zien, hoe blij een duifje kan zijn om na twee dagen zwerven thuis te komen. Ik vind dat ontroerend en beloon zo’n duifje met een handje voer en zoete woordjes. Op zulke momenten is José altijd erg bij de hobby betrokken. Met José heb ik dienaangaande een troefkaart in handen. Als ik een half uur tevergeefs op duiven wacht, bijvoorbeeld bij een moeizame africhting, is José de geluksmascotte. Ze loopt de tuin in om de was op te hangen en prompt komt er een duif. Die ziet ze ook altijd als eerste. Elk jaar opnieuw. Dat is geen toeval. Het lijkt op magie! Door de oudere jongen rust te geven en me te focussen op de jongste groep, kan ik over twee weken met de hele groep op pad naar dezelfde losplek. Kan ik intussen de duiven luis-, geel-  en haarwormvrij maken. Er huizen nog negentig jongen in Gietelo. Niks forceren, gewoon kleine ritjes met de jongste groep van in totaal 43 stuks. Nog enkele dagen verduisteren en dan hopen, dat in juli alle duiven mee kunnen tot Doesburg. Afgelopen dinsdag hielp Rinie met de pokkenenting met het kwastje. We kozen voor de borst. De laatste veertien dagen voor de eerste prijsvlucht gaan we echt africhten. De jongsten zijn dan tien en elf weken oud. Via Velp gaan we vervolgens naar Heteren, mits het weer meewerkt. Dat is de eerste keer altijd een lastige opdracht. Dan nog één of twee keer op herhaling en als dat goed gaat wagen we de sprong over de drie grote rivieren: Rijn, Waal en Maas. Op drie meter van de Maas kun je prachtig lossen bij het haventje van Ravenstein. We praten over een afstand van om en nabij zestig kilometer. Op de grote voersilo’s, op tweehonderd meter afstand, schijnt een paartje slechtvalken te huizen, maar tot heden heb ik daar nooit last van gehad (afkloppen). Minimaal één keer Ravenstein is de doelstelling, maar de “Joke en Martin Geven-doctrine” schrijft drie keer Ravenstein voor. Als we er een dagje fietsen aan vastplakken, zal José niet zeuren over de dure diesel, maar het weer zal allesbepalend zijn, niet mijn intentie. Zelf richt ik nooit af met de grote wagen en ik heb ondervonden, dat het geen voorwaarde is om een mooie uitslag te maken op de eerste prijsvlucht. Het wordt een uitdaging om met jongen die vandaag nog piepten (o.a. de ’89), de eerste prijsvlucht te halen over vier weken. Eventueel sla ik voor de allerjongsten die vlucht over en laat ze op de tweede vlucht debuteren. Je kunt geen ijzer met handen breken. Het weer moet meezitten, net als de gezondheid. En … je moet er een beetje geluk mee hebben. Succes de komende weken. Met heet weer en (zuid)oostenwind uitkijken, maar als het ijzer heet is, moet je het smeden. Slapen doe je ’s nachts!  (wordt vervolgd)