Zieleroerselen, zotteklap & zever (9)

Eindelijk retour

Ongeveer zes weken geleden gaf ik het laatste teken van leven. Er is inmiddels heel wat water door de IJssel gestroomd en baas en duiven hebben niet stil gezeten. Als je nog in het arbeidsproces zit, een grote sier- en moestuin bestiert en postduiven houdt, blijft er weinig tijd over voor de site. Iedereen is druk, ik weet het. Toch blijven de bijzaken automatisch liggen wanneer je de handen vol hebt aan de hoofdzaken!

Terreurhavik verdwenen

Allerlei bijnamen gaf ik haar. “Sekreet van Appen” schiet me als eerste te binnen. In haar eentje sloeg ze in de loop der jaren vele tientallen duiven rondom mijn hok. Nauwelijks angst voor mensen als ze op jacht was en zelden miste ze haar prooi. Betrof het een ontsnapte jachthavik van een roofvogelliefhebber? Toen ik in maart de eerste jonge duiven kreeg, had ze er in twee weken tijd een stuk of vier te pakken. Eenmaal dook ze rakelings langs mijn hoofd en zag ik haar voor mijn ogen een jonge duif uit de lucht slaan. Daarna werd het rustig. Ze broedt, dacht ik. Het uitwennen was in april een verademing. Tegen de tijd dat ze in mei gaat jagen voor haar jongen, zullen mijn junioren strak in het gelid vliegen en voor haar op de vlucht slaan, veronderstelde ik. Elke dag raak voor een knaak zal het dan niet worden. De werkelijkheid is mooier. Het “Sekreet” is verdwenen! Hier droomde ik van. Al acht weken niet meer gezien. Een nieuwe havik lijkt haar plaats te hebben ingenomen. Zo gaat dat in de natuur. De nieuwe havik is echter veel schuwer en minder doeltreffend. Overigens hoor ik van meer liefhebbers jubelverhalen. Tegen de ziekte die onder houtduiven heerste waren de haviken mogelijk niet bestand, las ik ergens. Ook van sperwers en slechtvalken heb ik geen last. Een onverwachte en ongekende luxe!

Duivennamen

In 2012 kregen al mijn jonge duiven een naam. Leerlingen van mijn school, het Isendoorn College, bedachten die namen. “Texas Homer” en “Ducky Duck” zijn voorbeelden. Door de terreur van de haviken was het geven van namen lange tijd geen optie. Geen aardigheid maar narigheid! De verjaardag van Wieke in een periode van relatieve rust aan het havikenfront, zorgde voor een ommekeer. Ruim zes jaar geleden kreeg ze de diagnose hersentumor. Als een leerling zoiets overkomt, raak je betrokken. Ondanks alle ellende bleef ze positief. Door alle behandelingen en veelvuldig verzuim duurde haar schoolloopbaan enkele jaren langer en werd haar toekomst erg onzeker. Haar Havo-diploma betekende echt iets voor haar. Een vervolgstudie was helaas niet realistisch. Afgelopen voorjaar hielp ze, als ze zich goed voelde en de behandeling het toeliet, als vrijwilligster bij de catering op school. Haar 22e verjaardag wilde ze echt vieren en broer Ben, oud-conciërge en collega op het Isendoorn, bood belangeloos een optreden aan. Twee uitgenodigde broers, 22 jaar, daar horen twee duiven bij die “Wieke 1” en “Wieke 2” genoemd worden. Twee sprekend op elkaar gelijkende schimmelzusjes, daar kan nooit misverstand over ontstaan. We hopen, dat ze geluk brengen en Wieke onsterfelijk maken. Misschien kan ze straks de aankomst van een vlucht bijwonen??? (NL 17-1837526 “Wieke 1” en NL 17-1837532 “Wieke 2”) Het zijn kinderen uit koppel 9. De rechtstreekse “Schimmel Hans Hak” met onze “Roodkapje”. De niet rode nazaten zijn in dit geval duivinnen. Een genetische wetmatigheid. De ’26 is van de eerste ronde en de ’32 van de tweede ronde. Door overleggen van de eieren verschillen ze slechts twee weken in leeftijd. Vorig jaar was onze “Yvonne” het eerste en enige jong uit dit koppel waarmee we vlogen. Als de beide “Wieke’s” net zo succesvol zijn …….   “Reinout”, “Carla” en “Gianna” staan inmiddels genoteerd voor een duivennaam. Voor de zekerheid wacht ik nog met namen geven. Eerst africhten, daarna chippen en dan pas de namen aan de duiven toewijzen. Dat voorkomt teleurstelling.

Coli

Een kleine week na de pokkenenting met het kwastje, zag ik de eerste coliverschijnselen. Brakende duiven, vieze mest en conditieverlies. Of het één met het ander te maken heeft weet je nooit zeker. Een goeie week geleden begon de ellende en het zal nog wel even doorsluimeren. Niet in paniek raken is mijn advies. Is het een milde variant, of zorgt mijn manier van duiven houden voor een mild verloop? Veel los, veel zuurstof, scharrelen in de tuin met groenten en kruiden, dagelijks knoflook en Naturaline in het drinkwater en elk weekend een half litertje vlierbessensap in het voer laten trekken en verstrekken. De duiven moeten hier de kwaal zelf overwinnen. ’s Ochtends als ik de schuiven en rolgordijnen in de hokken open trek, beginnen de duiven meteen te pikken. Dat was vanochtend nog het geval en zal morgen niet anders zijn. In loketkasten en op de vloer ligt uitgekotst voer. Ik laat ze begaan en kan het toch niet voorkomen. De prijsvluchten beginnen pas over vijf weken en geduld is een schone zaak! Uitzieken en zelf de ziekte overwinnen. Geeft op termijn sterkere duiven en is goed voor de portemonnee. Gewoon licht voeren en hopen op betere tijden.

Africhten

Kort na een pokkenenting niet aan te bevelen. Met hitte en oost in de wind zeker niet starten met africhten! De stress van het africhten veroorzaakt vaak coli, dus daar hou ik minder rekening mee. Een duif die in elkaar gedoken zit, braakt, slap is en niet vliegt, hoort niet in de mand. Als ik tijd heb en de weersomstandigheden zijn goed, kan een milde colibesmetting me niet tegen houden. Coli zit in de spijsvertering, niet in het koppie. Hebben ze al coli, dan kunnen ze het niet meer krijgen van het africhten. Het zou een Johan Cruijff wijsheid kunnen zijn. Je moet soms doortastend zijn, want anders komt er van africhten niets terecht. Na morgen wordt het weer beter. Gematigde temperaturen, naar west draaiende wind en wolkjes. Prima weer om voorzichtig te beginnen met africhten, mits de duiven oud genoeg zijn en bij huis wegtrekken. Op 18 april bracht Bram de laatste negen jongen. Die zullen geboren zijn rond 25 maart en zijn nu negen weken oud. Eigenlijk te jong om af te richten. Ik stop ze in de mand om de stress er af te halen, maar breng ze komende week nog niet weg. Te jong! Er zijn oudere jongen waarmee ik komende week wel hoop te beginnen.

Hak

Afgelopen zaterdag zat ik bij Bram de duiven van Gien op te wachten. Bram volgt het verloop van de vlucht altijd op de voet. Kijkt op de mooie site van Eijerkamp om te zien of hier al duiven retour zijn en kijkt op de meldpagina van de GOU. “Ben benieuwd hoe Hans Hak vandaag draait”, zei ik tegen Bram. Op een gegeven moment ziet Bram de eerste melding. “Jaaa … wat denk je? Hak in Maurik!” Al snel wordt duidelijk dat deze duif als enige 1400 meters maakt en ruim voor ligt op de tweede melding. Via de mail hoor ik later van Hans, dat het een jaarlingduivin is uit een zoon van zijn “888” en van beide kanten zijn bekende stammoedertje. In 2014 trok Hans Hak voor het eerst mijn aandacht. Ik was onder de indruk van zijn dagfondduiven. Veelal afstammend van dat genoemde stammoedertje. Origine Braad-de Joode. In 2015 kochten we er zes zomerjongen uit zijn beste kwekers. Op het kweekhok kreeg ik verschillende toppers in handen. Vliegtypes en zeker geen tentoonstellingsduiven. Wel klinkende prestaties. “Iniësta” van 2009 bijvoorbeeld vloog op Blois, Chateaudun, Chateauroux, Orleans en Bourges bij de eerste 17 Nationaal/ NPO! Ook 1e Strombeek tegen 4467 duiven. Dat zijn witte raven. Zulke willen Albert en ik ook wel. Of wij er met onze manier van verzorgen als jonge duif ook iets mee kunnen, dat is de vraag. Duivensport is één grote zoektocht en vaak een mysterie. Vriend Martin Geven vond, dat ik met de Hakduiven op het verkeerde paard wed. Als jongeduivenspeler kun je beter kiezen voor snelle duiven, was zijn mening. Vaak was ik het met hem eens. Vooralsnog sta ik achter onze keuze en wil ik voor één keer zijn ongelijk bewijzen. We gaan het meemaken 

(wordt vervolgd)