Op hoop van zegen (19)
Terugblik
Eigenlijk heb ik seizoen 2024 nu wel afgesloten. Tot aan het nieuwe jaar hou ik ruimte voor een laatste blog en dan is het met twintig afleveringen ook mooi geweest. Vorige week hadden we de kampioenenhuldiging van de kring in het clubhuis van p.v. Holthuizen te Apeldoorn. Samen met Rini ging ik er naar toe. Aan een tafel met liefhebbers uit Emst/ Vaassen, waren nog enkele stoelen vrij. Daar vonden we een plekje. Teun de Graaf is met zijn echtgenote een trouwe bezoeker. Ook schoonzoon Roy, met partner was meegekomen. Tegenover me zat Jan Bouwmeester. Rini zat naast hem. Roy vertelde op zeker moment, dat Jan jaren terug tien miljoen had gewonnen in de staatsloterij. “Waar heb je jouw Rolls Royce staan”, vroeg ik hem. Jan bleek een man met humor. “Ik heb een gewone auto. Nadat ik de prijs gewonnen had, ben ik gestopt met werken. Ik bestelde een ploeg jongen bij Henk Scheffel en Teun bouwde me een nieuw duivenhok. Mooie herinnering. Ik ging gewoon in oude kleren naar Scheffel en praatte nergens over, toen ik de eerste jongen afhaalde. Scheffel zag me als eenvoudig arbeidertje en bood me een betalingsregeling in termijnen aan. Lachen, toch?” Ook Alco Bosch en zijn partner namen op zeker moment plaats naast Rini. Bij Alco trad afgelopen jaar Aart Hup in volledige dienst als hokverzorger. Die kan zich ook wel redden. Hein van de Berg was spreekstalmeester van dienst. Een aimabele, op en top duivenliehebber, die zich achter de microfoon als een vis in het water voelt. Voor de jonge duiven was het seizoen in twee delen geknipt. Kort (vitesse) en lang. Kort waren we eerste geworden, aangewezen en onaangewezen en José had de duifkampioen. Ik kon het amper bevatten. Op de verdere vluchten ging het een stuk minder. Toch zoek ik de oorzaak niet bij de duiven. Als je op de laatste en verste vlucht in de regio 3 en 4 speelt, weet je dat het niet met afstandgeschiktheid van je duiven te maken heeft. Nadat we in 1989 als eerste eindigden in wat toen nog “afd. Salland (Noord)” heette, zijn we al 35 jaar verder. Dan weet je, dat je niet elk jaar een topjaar hebt. Je bent van meerdere factoren afhankelijk. Ik heb daar vaker over geschreven. Soms lijkt alles vanzelf te gaan en soms is het “harken” en “ploeteren” om bij de kampioenen, of in de buurt, te staan. Terugkijkend mogen we niet klagen.
Duiven
Het afgelopen jaar hebben we geen duiven bijgehaald. We hadden nog vier latere zomerjongen van 2023, van de beste komaf, achter de hand. Die moeten we eerst testen komend jaar als kweekduif. Het inbrengen van nieuw bloed moet je doseren en niet overdrijven, is mijn opinie. Voorrang geven aan duiven, die zich hebben bewezen. Alleen als je pas begint, of nog geen succes hebt, kun je van deze regel afwijken. In Gietelo zijn de hokken leeg. Tien duiven, van de honderd waarmee we begonnen, mogen zich als kweekduif bewijzen. Dat betekent, dat er tien duiven van het kweekhok hun plek verspeeld hebben. Niet goed genoeg voor onszelf betekent niet goed genoeg voor niemand. Survival of the fittest. Duiven krijgen een kans. Iedere duif mag zich als vlieger bewijzen. Slagen ze voor die proef, dan krijgen ze een kans als kweker. Is het rendement onvoldoende, dan is het einde oefening! Onze postduif is door keiharde selectie ontstaan. Zo was het en zo moet het blijven, anders boer je achteruit. We zien in de praktijk, geholpen door internet en veilingsites, dat de selectie uitgesteld wordt. De duif is waardeloos, maar de mooie stamkaart werkt verblindend en is geld waard, waardoor duiven elders nieuwe kansen krijgen. Een gevaarlijke ontwikkeling, waar ik met een grote boog omheen loop.
Inteelt
Vorig jaar was één van de compagnons gecharmeerd geraakt van inteelt. Hij experimenteerde wat met moeder op zoon en vader op dochter. Ik sta daar niet afwijzend tegenover en gun elk diertje zijn of haar pleziertje. Je moet wel nuchter zijn. Inteelt heeft alleen zin, als je een uitzonderlijke duif hebt. Een Olympiadewinnaar of 1e asduif in groot verband. Niet “het enige mooie meisje uit een familie”. Zo’n duif moet op alle fronten superieur zijn, met liefst zo veel mogelijk echte toppers in het voorgeslacht. Er zijn maar weinig liefhebbers, die zo’n duif op het hok hebben. Eigenlijk hoor je ook heel weinig over inteelt bij topspelers en ook op internet lees je er weinig over. Bruce Lowe was een bekende paardenfokker, die wel geloofde in de kracht van inteelt. De vader, moet familie zijn van de moeder en omgekeerd. Anders heeft het geen zin. Ik zag ook ooit stambomen met negen keer “Kleine Dirk” op de stamkaart, maar de eigenaar kon amper papier raken. Dat is het ook niet, dacht ik bij mezelf. “Inteeltdegeneratie”, is me bij gebleven. Dieren worden vatbaarder voor ziektes, bijvoorbeeld. De waarheid zal wel ergens in het midden liggen. Mijn elf hobbykippen legden gisteren, zonder bijlichten, nog elf eieren. Het zijn geen raskippen. Die leggen in deze tijd van het jaar in de regel niet. Het is een uitgekiende koppeling van ingeteelde witte leghorn met fokzuivere bruine “Red Island”. Door het heterosiseffect (bastaardsterkte), ontstaat een kruising, met enorme legpotentie. Ze zijn ongeveer vier maanden aan de leg. Ervaring heeft me geleerd, dat ze rond kerst enkele weken niet leggen en dan tweede helft januari de draad weer oppakken. Zeker als het flink vriest, stagneert de leg. Alle bruine kuikens zijn hennen en alle witte kuikens hanen. Dat principe kennen we ook uit de duiventeelt. Onze vale “Janneke” geeft met een blauwe partner vale doffers en blauwe duivinnen, zonder uitzondering. Voor komend jaar liggen de kweekkoppels bij de duiven vast. We zetten bijvoorbeeld een oude kweekdoffer tegen een duivin, die vijf generaties verder van hem afstamt. Ik noemde dat verwijderde inteelt, maar in feite is het een kruising. In de natuur doen kolonies rotsduiven en andere vogels vaak niet anders dan intelen. Broer met zus, halfbroer met halfzus, vader met dochter, enz. De natuur doet zijn werk en wat niet vitaal genoeg is, overleeft niet. De Janssenbroeders werden er groot door. Hun “ras” leek inteeltresistent en in kruising met andere duiven werden er (soms) toppers geboren. We hadden het de vorige keer over het gouden koppel van Karel Meulemans. Dat is een goed voorbeeld van kruisen met “Janssen-A”. Voorlopig gaan we experimenteren met “verwijderde inteelt”. Zoekend naar de voordelen van intelen en kruisen, zonder “inteeltdegeneratie”. Duivensport blijft een zoektocht en iedere vogel zingt zijn of haar eigen lied.
Groenlof
In de tuin heb ik volop groenlof. Het is rauw als salade mijn favoriete groente. Het is in de herfst en winter een bijzonder renderend gewas. Je kunt het, mits het niet te hard gaat vriezen, oogsten tussen half oktober en half februari. Ik heb nooit begrepen, waarom sterrenrestaurants deze groente nog steeds niet ontdekt hebben. Trouwens ook in de supermarkt zag ik nooit groenlof. Heb een zelf bedacht recept bijgevoegd. Kippen en duiven eten de schutbladeren trouwens ook. Gemakkelijk biologisch te verbouwen, zonder luis of ziektes. Voor mij is groenlof in de herfst en winter mijn uitgesproken favoriet. Sinds ik groenlof verbouw, is andijvie voor mij bijna een “vergeten groente”. Andijvie is kortstondig oogstbaar, gevoelig voor nachtvorst en voor “smeul” en met minder opbrengst en smaak. Het recept voeg ik toe “op hoop van zegen”. Eet smakelijk! ( wordt vervolgd)
Groenlofsalade (favoriete salade in herfst en winter van Freek)
Smaakt overheerlijk en fris bij bijna elk gerecht. Groenlof is eventueel ook gestoofd te eten, als andijvie en rauw gestampt, maar is als rauwkost echt een delicatesse!
Bereiding: Deze groenlof komt vers van het land en is biologisch geteeld. De bladeren aan de basis verwijderen en afspoelen en vooral de middelste, botergeel gekleurde bladeren zijn super. Maak een opgerolde bundel en zo fijn mogelijk snijden, zoals witlof- of andijviesalade. Besprenkel met citroensap en meng de salade voor de eerste keer. Maak een saus naar eigen smaak. Ik gebruik knoflook/yoghurtsaus en voeg een eetlepel gesneden bakgember toe. Voeg dit toe en roer goed om. Walnoten zijn een gedroomde combinatie met groenlofsalade. Een echte smaaksensatie! Op smaak maken met gesneden bieslook/ uitjes, Gesneden peterselie past er goed bij, uiteraard een gesneden gekookt eitje en decoreer, indien voorradig, met bloempjes van OostIndische kers. De salade kan gerust een half uur staan en komt zo goed op smaak. Groenlof verlept niet zo snel. Het is verslavend lekker en gezond!
Groenlof zaai je in de laatste week van juni, na de langste dag. Als de plantjes plm. 10 cm. hoog zijn uitplanten. Oogsten vanaf tweede helft oktober. Groenlof is door de grote schutbladeren bestand tegen lichte tot matige vorst. In een zachte winter kun je van oktober tot februari genieten van verse en overheerlijke salade uit eigen tuin. Daarmee heeft groenlof een groot rendement en is ze als verse en smaakvolle vitaminebron in donkere tijden echt uniek!
Groenlof is een relatief onbekende groente. Ten onrechte! Onbekend maakt onbemind. In de supermarkt zag ik ze nooit. In herfst en winter is het een unieke groente. Rond kerst eten we het steevast als salade. Verder zeer regelmatig als frisse salade bij spruitjes bijvoorbeeld, maar eigenlijk smaakt het bij vrijwel elke wintergroente. Voor mij is groenlof wat “Bohemian Rhapsody” is voor de top 2000! Sterrenrestaurants zitten in mijn ogen te slapen en weten niet wat ze missen.