Zieleroerselen, zotteklap & zever (16)

Troyes

José was vrijdagochtend met haar zus naar haar broer in Maastricht vertrokken. Door de duiven gaan we in de zomermaanden nooit met vakantie. José gaat daar goed mee om. Ze heeft zelf ook niet echt de behoefte om in de zomervakantie grote reizen te maken. In de herfst- en voorjaarsvakantie halen we de schade in!  Zaterdag had ik dus het ruim alleen, maar dat voelt onwennig. Naast Rinie, Jaap, Bram en Albert, zouden Theo en Ricky en clubvoorzitter Jan Groot Koerkamp de aankomst van Troyes gaan bijwonen. Dat betekent je bezig houden met de verzorging van de duiven, moeder Toos met Trijntje in Twello ophalen en wegbrengen en zorgen voor koffie, thee en fris. Met 55 duiven in de strijd, wordt het melden van de duiven een crime als je er alleen voor staat. Gelukkig is Albert daar handig in. Van Bram weet ik, dat hij de aankomsten op de GOU-meldsite op zijn i-phone op de voet volgt. Daar hoef ik dus zelf ook niet naar te kijken. Moeder Toos settelde zich als eerste op het overdekte terras. Gauw wat kussentjes regelen, want als bijna 88-jarige zit je niet lekker op een harde teakhouten bank. Schipperke Trijntje ligt steevast aan haar voeten, al moet er altijd wel eerst een bakje water geregeld worden. Rinie arriveerde iets voor vieren. Hij had er duidelijk zin in en was gretig. Ook Jaap, die dit jaar nauwelijks tijd had met een op handen zijnde verhuizing, liet de boerderij even in de steek om erbij te zijn. Theo en Ricky kwamen rechtstreeks van John Romein. Daar hadden ze genoten van vuurwerk op de natourvlucht Marche. Theo was echter nog niet verzadigd en omdat hij dit jaar voor ons de standen bijhoudt van de individuele duiven, wilde hij de slotvlucht in het echt meemaken. De komst van de ernstig zieke Jan Groot Koerkamp vond ik het meest bijzonder. Jan vertoefde de laatste maanden vooral in Amsterdam, Zwolle en Deventer en volgde de toestand in de wereld vanuit een ziekenhuisbed op de dagen dat hij daarvoor fit genoeg was. Troyes wilde hij van dichtbij meemaken!  Toen Albert en Bram tenslotte arriveerden, waren we gereed voor de komst van de eerste Troyesganger!  Toen Eijerkamp op 16.41 de eerste duif meldde via hun eigen site, waren alle blikken strak gericht op het zuidoosten. Dan ineens komt er een duif recht op het hok af. Het blijkt “Gianna 406”, onze tweede getekende. Ze wordt met stil gejuich ontvangen. “Gianna” blonk uit door regelmaat. Steevast prijs, maar steeds in de middenmoot. Eén keer miste ze door mijn schuld. Dat was op de derde prijsvlucht, toen ze een eitje had gelegd in de mand bij de inkorving. Ze kwam toen veel te laat zo ongeveer als laatste thuis en ik herinner me de blijdschap van José toen ze eindelijk thuis was. “Gianna” vertrok op Troyes met een jonkie van een week in het nest. Ze was er erg zorgzaam voor en dat was me opgevallen. Haar moeder komt uit “Iniësta” x “stammoedertje”, het beste van Hans Hak!  Ze beschaamde mijn vertrouwen dus niet. Twee vrijgezelle broers van de tweede ronde uit dezelfde ouders, genaamd “Rode Rinus” en “Rooie Jaap”, pakten trouwens ook hun prijsje mee op Troyes.  Onze tweede duif van Troyes was “Paulien 418”. Ze komt uit onze beste jonge duif van 2014 x “Nicolien”. Vier jongen fokte Albert uit dit koppel en ze zijn er alle vier nog! Toen we de duif “Nicolien” afgelopen winter kochten op een veilig van Nico Jan Koenders, zag ik er iets in. Gevraagd naar de mening van de verkoper, tipte hij haar als favoriet. Het zijn vier duivinnen en ze kijken niet naar het andere geslacht. Laat rijp dus, maar dat belet hen niet om prijs te vliegen. “Eva 530” brak op Chimay beide poten. Dat is geen aanbeveling. “Berlinerin 531”, “Zombie 417” en “Paulien 418” zijn echter prima zusjes. Allemaal kleinkinderen van onze “Rod  Argent”, de toetsenist van de legendarische “Zombies”.

Nestspel

Eerder gaf ik al aan, dat het spelen op nest van jonge duiven vaak een teleurstelling betekent. Onze derde duif op Troyes was “Cindy 404”. Gefokt uit onze “José” van 2016.  Een pure Eijerkamp uit de lijnen van “Bartoli” en “Celena”. “Cindy” vliegt gewoon ongepaard een 1 op 100 prijs. Haar volle zus, “Tonia 423” zat in haar eentje op een klein jong. Haar doffer “Albert 422” bleef weg van Nanteuil, vandaar. Wat zat ze strak op haar jonkie. Van trainen was geen sprake meer. Op woensdag bracht ik de hele ploeg naar Ravenstein. Je moet toch wat als ze niet vliegen. “Tonia 423” arriveerde als onze 16e duif. Ze wint prijs, maar wordt dik verslagen door haar zus en evenbeeld (vaalschimmel) zonder doffer of kroost. Onze vierde duif  “Jort 225” zat sinds enkele dagen te broeden en nummer vijf (“Lesja 168”) zat op een klein jonkie. Nummer zes en zeven zijn nestbroers. Driekwart Hakorigine. Beide doffers zonder nest, maar wel op vrijersvoeten. Nummer acht en negen zijn weer gewoon single en nummer tien is “René 178”, met een jong van een dag of tien onder zijn hoede. De moraal van dit verhaal: met of zonder neststand zijn successen te boeken. Bij zware omstandigheden kan een neststand een extra stimulans geven. De “Gianna 406” is een mooi voorbeeld. Op zondagochtend keerde “Aartje 183” retour. Eén van de vier duivinnen op een klein jong. Gemotiveerd, maar toch te laat. Op zaterdagavond hadden we 44 duiven thuis van de 55 (80%). Nu de mist is opgetrokken op zondagochtend en de duiven onbezorgd in de groentetuin scharrelen of in bad liggen, druppelt het gewoon door. Twee duiven zag ik vanochtend uit het zuiden arriveren en tenminste twee anderen zag ik in de tuin lopen. De verwachting is dat er wederom weinig duiven achter blijven. Ook wat dat betreft is 2017 een goed jaar. Heel weinig verliezen! 

Balans

Aan het eind van de rit maak je de balans op. Het is op zondagmorgen na Troyes nog te vroeg en te vers om het geheel goed te kunnen overzien. In de club zijn we kampioen. Dat is zeker. Hoe het in de kring, regio en afdeling is, dat moeten we afwachten. In de kring zijn we, denk ik in alle bescheidenheid wel favoriet voor de hoogste titel. Bertus van de Esschert uit Welsum had gisteren een slechte dag en die schudden we af. Aart Hup kwam als een diesel langzaam op gang, maar gaandeweg werd hij sterker. Ik denk, dat we genoeg punten gepakt hebben om hem voor te blijven, maar ik heb respect voor zijn geweldige eindsprint en voor de liefhebber Aart Hup uit Oene! In de regio was het door de zondagvluchten erg onoverzichtelijk. Wie stond er voor het kampioenschap bovenaan? Steffan Willems en opa Hans pakken in GOU NOORD de 1e Teletekst. Hans is als oud-wielrenner die fietste met Tijmen Groen en Joop Zoetemelk, een gedreven jonge duivenspeler. Afgelopen voorjaar meldden ze zich als lid aan van “Steeds Verder”.  Met ruim zes kilometer overvlucht op Appen in combinatie met een meer oostelijke ligging waren Hans en Steffen enkele keren volledig ongrijpbaar. Met harde westenwind speelden ze 1 t/m 14 vanaf Marche. Afgedroogd en geknipt en geschoren noemen ze zoiets. Een kampioenschap wordt verdiend over zeven vluchten en ook zij kenden mindere momenten. Gisteren pakten ze een gedroomde overwinning, maar moeten dan toch wachten op de opvolgers. Het was echter een spannende, maar ook sportieve strijd tussen twee hokken die knokken om te winnen en ik denk, dat we boven Steffan zullen eindigen in het kampioenschap. En de overige kanshebbers?  Sando Verbeek uit Hall was voor mij een nieuwe naam. Hij kende enkele prima vluchten en was bezig aan een opmars, maar vanaf Troyes vielen zijn duiven terug. Niettemin een hok met toekomst! Ik heb veel respect voor mijn concurrenten. In Wapenveld zitten goede duiven, in Zwolle zitten goeie liefhebbers en in Olst zit een liefhebber die het in de vingers heeft, net als in Wijhe. Je moet je echter concentreren op je eigen hok en je eigen duiven. Is de mest goed? Zijn de oogjes helder en de neusjes krijtwit? Zit er geen “geel” onder? Trainen ze goed? Zijn ze gemotiveerd? We korfden 55 junioren in en geeft het dan uit handen. Krijgen ze eten en drinken in de mand? Zitten ze in een box met zieke duiven? Hoe is het weer op de vluchtdag?  Als de duiven onderweg zijn, spookt er nog van alles door je hoofd. Troyes werd een eerlijke vlucht in mijn ogen. Weinig wind en geen buien van betekenis. Toen de eerste duif thuis was (de 2e getekende) en de opvolgers regelmatig arriveerden, werd ik wat rustiger. Natuurlijk zijn er liefhebbers die vroeger “pakken”, maar je hoort ook verhalen via Bram van liefhebbers die laat zitten, of lang moeten wachten op de opvolgers. De toeschouwers kregen waar voor hun geld en iedereen had het naar de zin.  Ik hoop, dat moeder Toos met Trijntje er volgend jaar weer bij is. En Jan Groot Koerkamp natuurlijk. Het duifje van Jan “Hermien 567” en door Jan triomfantelijk “Mina” genoemd, wist zich als onze 20e duif toch weer te klasseren!  ’t Was gezellig, ’t was spannend, ’t was sensationeel en soms ontroerend. In een volgende aflevering zijn de kampioenschappen ongetwijfeld bekend en zullen we de klasseringen van de duiven (“de namen”) publiceren met hulp van Theo. Ook gaan we analyseren wat te analyseren valt.  (wordt vervolgd)