Zieleroerselen, zotteklap & zever (11)

Van start!

Komende week gaat het spel met de junioren in afd. 8 van start. Precies zeven keer hebben mijn jongen in de mand gezeten. Te weinig. Ik denk, dat meer liefhebbers niet hebben kunnen doen wat ze van plan waren. Je bent sterk afhankelijk van het weer. De ene keer is het 30 graden met oostenwind, de andere keer zit zware bewolking het africhten in de weg. Als het dan een keer ideaal is, dan ben je op je werk. Bob van Zeist uit Apeldoorn sprak ik vorige week bij Hans Hak in Maurik. We mochten beiden een bonnetje verzilveren. Bob vertelde, dat hij op dat moment al twintig keren met zijn jongen op pad was geweest! Ook liet hij mij beelden zien van een buitenlandse lossing in Lieren waar niets van op teletekst stond. Dat was op zondag 18 juni om 8.30 uur.

Berlijn

Op het filmpje dat Bob mij liet zien, zag je duizenden duiven uit vier duivenwagens komen. Volgens Bob ging het om ongeveer 10.000 duiven uit de regio Berlijn. Rond 8.40 uur kwamen ze in een breed front over Appen. Ik had mijn jongen los en ze werden volledig opgenomen en meegezogen door de massa. Een dag eerder had ik op zaterdag mijn jongste duiven los. Daarmee gebeurde hetzelfde. Die duiven vlogen waarschijnlijk van zuid naar noord (ik heb het niet zien gebeuren) en bij de duiven uit Berlijn lag de vliegrichting van west naar oost. Van zaterdag miste ik nog acht duiven. Eén vroege die waarschijnlijk ten prooi viel aan de havik en zeven “kleintjes” die meegezogen werden en op zaterdagavond ontbraken. Van die duifjes van zaterdag kwam de volgende dag niets na, dus mijn zelfvertrouwen was niet al te groot toen ruim zestig junioren richting het oosten meegezogen werden. Op zo’n moment voel je jezelf nietig en onzeker. Dat krijg je als je pocht over “de ruige methode”! Ik dacht aan vorige jaren, toen de havik mijn duivenbestand stelselmatig decimeerde. Toen bleven me buitenlandse lossingen bespaard. Ik dacht ook aan mijn betreurde duivenvriend Martin Geven. “De kneupkes motten er eerst op”, zei hij steevast als mensen pochten dat ze al tien keer weg waren geweest met hun junioren. Daarmee bedoelde hij te zeggen, dat een jonge duif het een keer heel moeilijk gehad moet hebben en een keer helemaal alleen en liefst op het tandvlees thuis moet zijn gekomen. Toen José die ochtend om negen uur naar de sportschool vertrok, keken we elkaar aan. “De kneupkes komen er vandaag wel op”, riep ze van afstand. José begint gaandeweg steeds meer van de duivensport te begrijpen!

Ruige methode

De jonge duiven op zaterdag- en zondagochtend los laten. Dat doe ik mijn hele leven al. Het is onderdeel van de ruige methode, die blijkbaar het best bij me past. Dan moet je niet gaan mopperen en zeuren als je duiven in een al dan niet aangekondigde lossing verzeild raken! Vaak kijk ik niet eens op teletekst en laat ik het blind gebeuren. Er was die zondag niet veel wind, het was niet bloedheet en de lucht was blauw met overal gezonde wolken. Toen na enige tijd er een groep van ongeveer 25 duiven terugkeerde uit het oosten, slaakte ik toch een zucht van verlichting. Het waren overwegend de minder gezonde duiven. Net aan hersteld van coli, van een verwonding van de havik, van een nachtje buiten slapen na een moeizame africhting, enz. De gezondste duiven blijven er het langst aan hangen richting Berlijn! De rest van de zondag bleef ik in de tuin schoffelen. Nu weet ik weer hoe het voelt voor een fondspeler. Elke teruggekeerde duif wordt met stil gejuich ontvangen. Gelukkig druppelde het de hele dag door. ’s Avonds misten we er nog drie, waarvan er één de volgende ochtend retour kwam. Na aanvankelijke twijfel overheerst aan het eind van de dag euforie. Tegen een avontuurtje “Berlijn” waarvan de duiven na vele uren individueel retour komen, kan een africhting met massale thuiskomst bij lange na niet op!

Te snel

Op dit moment heb ik een ploeg duiven met diverse “kneusjes”. Ik geef wat voorbeelden. De “531”. Keerde afgelopen maandag na acht dagen retour van “Berlijn”. Kon de volgende ochtend niet meer in zijn schapje vliegen.  Ik zag Jan de Ruiter op de club en had het erover. “Zet hem veertien dagen in een leeg broedhok en je hebt kans dat hij weer vliegt. Geef extra magnesium, want dat helpt. Als je pech hebt kan ie nooit meer vliegen”. Ik heb op mijn hok geen broedhokken, dus liet ik de duif begaan. Overdag zitten ze in de ren en daar krijgen ze standaard een bad, een bak allerhande en een krop sla. Vanochtend vloog de “531” weer als vanouds mee in de groep! De “405” is een ander probleemgeval. Mist vrijwel de complete broek (mantelpennen) aan de ene kant. Waarschijnlijk een gevolg van een havikaanval.Toch probeert hij te vliegen en dat lukt nog aardig ook. De “424” kreeg eerder dit seizoen te maken met een havikaanval. Hij miste geen veren, maar had de nagels van de havik onder de vleugels in zijn vel staan. Ik zag dat voor mijn ogen gebeuren. Spectaculair om te zien hoe de havik van boven dwars door de koppel stoot! De “424” is volledig hersteld. De “408” kwam na vier dagen zwerven retour zonder staart. Heeft het moeilijk gehad en dat is te zien. De “222” kwam na vier dagen retour met z’n herkenningsringetje om de ringpoot. Zag er goed uit en heeft ergens binnen gezeten. De “203” heeft zes dagen gezworven en ziet er uit als een zwerver. Net als de “213”, die nog een dag langer de landloper speelde. De laatste drie duiven zijn avonturiers van de zaterdag voor “Berlijn”. Hebben zeer waarschijnlijk het hoge noorden verkend! Komende vrijdag gaat in principe alles wat veren heeft en voldoende gezondheid naar Venlo. Ik hou niet van pappen en nat houden. Toch erken ik, dat ik wel eens te snel ben en dat kost soms veren. Het duifje dat de volgende dag retour kwam van “Berlijn”, moest enkele dagen later mee naar Heteren. Het werd die dag 32 graden en ik loste in alle vroegte. Mijn oogappeltje, want dat was de roodschalie “407”, keerde nooit retour. Niet sterk en niet slim genoeg?  Ik denk eerlijk gezegd onvoldoende hersteld van de krachtsinspanning “Berlijn”. Het baasje had onvoldoende geduld en was te snel!

Luxeprobleem

Als de havik haar prooi schampt en achterblijvers regelmatig retour komen omdat ze het nergens beter kunnen krijgen, ontstaat er een luxeprobleem. Er zitten nog precies 81 junioren in Appen. Nooit eerder in mijn leven had ik in juli zoveel duiven!  Afgelopen donderdag ging ik voor de zevende keer op pad met mijn junioren. Om 7.00 uur stond ik in Heteren. Met een waterig zonnetje begon ik één voor één te lossen. Noodgedwongen, want ik moest elk duifje zijn of haar chipclip aanschuiven. Al snel verdween de zon achter de dikke bewolking. Ik hoopte, dat de zon terug zou keren en ging stug door met chippen en lossen. Toen hok 1 en 2 gelost waren en ik bezig was met hok 4, begon ik te twijfelen. Ik pakte wat te eten en wachtte geruime tijd. Negenendertig duifjes had ik gelost en ik besloot er nog eentje te lossen als testcase. Het veertigste duifje bleef maar eindeloos rondcirkelen en na vijf minuten maakte ze aanstalten om terug te keren in de auto. Ik wist genoeg. De lucht zat potdicht en met het restant van hok 4 en de duiven van hok 3 reed ik retour Appen. Aan de doodlopende Kafoepstraat op hooguit drie kilometer van huis ging ik verder met chippen en individueel lossen. De lucht zat nog steeds potdicht, maar op deze afstand zou dat geen probleem mogen zijn in mijn optiek. Toen ik thuis kwam en de manden uit de auto haalde, zag ik een duif arriveren. Ik bekeek het display op de module en zag dat er 67 geregistreerd waren. Hok 1 en 2 hadden boven de losplaats op elkaar gewacht en na ongeveer anderhalf uur vliegen werden ze massaal geklokt in dezelfde minuut. Daar waar ze onder normale omstandigheden royaal binnen het halve uur thuis zouden zijn geweest deden ze er nu drie keer zo lang over. Bij thuiskomst waren ze wel vlot binnen gelopen en dat is dan weer een pluspunt! Die middag en avond moest ik werken en toen ik rond middernacht thuiskeerde en de module bekeek, zag ik dat er één duif ontbrak: de “421”. Nota bene gelost aan de Kafoepstraat. Misschien is ze achtervolgd door een havik en in paniek gevlucht, opperde José vrijdag bij het avondeten. Kort daarop ging de telefoon en meldde mevrouw Bijsterbosch uit Wapenveld de “421” aan.  Samen met moeder Toos en Trijntje zaterdagochtend het duifje opgehaald in Wapenveld. Twee koppen koffie en een gezellige babbel later zaten we weer in de auto op weg naar huis. Daar aangekomen liet ik het duifje los en na vijf rondjes vliegen dook ze enthousiast haar hok in waar haar doffer haar triomfantelijk begroette. De theorie van José zou wel eens kunnen kloppen! 

Bibbers

Denkend aan Breda 2016 en aan de beperkte voorbereiding ondanks alle goede voornemens, gaan we vrijdagavond korven voor Venlo. Menigeen zal de bibbers hebben en vrezen voor de behouden thuiskomst van vele favorietjes. Geef ze voor de inkorving nog wat te eten. Denk aan zilvervliesrijst met een beetje snoep en laat ze drinken. Wat elektrolyten of Belgasol in het water is vooral bij warm weer een aanrader!  Na de eerste vlucht krijgen de duiven bij mij namen. Ik heb diverse namen in petto van collega’s die belangstelling tonen of van sympathieke leerlingen die het verdienen en leuk vinden dat er een duif naar hem of haar vernoemd wordt. Soms heeft een duif zijn/ haar eigen naam bedacht. Wat te denken van “Der Berliner”?  Veel succes en “weerkommen”!    

- wordt vervolgd -