Kwinkslagen, kweekwaarde en kwekkoe (9)
Trainen
De vorige keer had ik het over de training aan huis van de lichting 2025. Vijf tot tien minuten is natuurlijk veel te weinig. De duiven verlieten het hok bij het los laten niet enthousiast. Dat is kenmerkend. Duiven, die in orde zijn, vliegen als een streep het hok uit. Nu moest ik sommige duiven het hok uit jagen en gingen ze vervolgens op het dak van het hok zitten. Ik hoor verhalen van liefhebbers, waar de junioren ongenadig trainen. “Ze zijn minimaal een half uur uit het zicht verdwenen en blijven aan huis, bij terugkeer, gewoon met spirit trainen”, hoor je dan. Zulke verhalen zijn er elk jaar en tegen de tijd, dat de vluchten beginnen, ontbreken de “voorjaarskampioenen” op de uitslagen. Natuurlijk is het fijn, als junioren aan huis weg trekken. Daar leren ze de omgeving door kennen en bouwen ervaring en zelfvertrouwen op. Toch lig ik er niet van wakker, als de junioren niet willen trainen. Ad Schaerlaeckens schreef er in het verleden regelmatig over. Zijn jongen waren in het voorjaar meer aan het “grazen” dan aan het vliegen. Toch kwam er altijd een kentering en was hij schier onklopbaar, als het in augustus/ september gebeuren moest. Opgemerkt dient te worden, dat er in het verleden scheutig gebruik gemaakt werd van cortisonen, die gelukkig verboden werden, maar die wel een ander licht werpen op de prestaties destijds. Jonge duiven moeten zich ontwikkelen en weerstand opbouwen. Je kunt niet verwachten, dat ze van februari tot medio september in topvorm verkeren. Vergelijk het met het voetbal in de eredivisie mannen. P.S.V. was lange tijd de gedoodverfde kampioen. Toch begon de motor na de winterstop te sputteren. Go ahead Eagles schakelde P.S.V. in Eindhoven uit voor de K.N.V.B.-beker in die periode en won enige dagen later in Deventer opnieuw in competitieverband. Dat had niemand voor mogelijk gehouden. Ajax, het afgelopen jaar “Italiaans spelend vanuit de verdediging”, kreeg onverwacht de titel in de schoot geworpen, door het “ineenstorten” van P.S.V., zo leek het. Toch liep het anders. P.S.V. herpakte zich en Ajax bezweek onder de druk. De uitkomst is bekend en P.S.V. werd in mijn beleving de terechte kampioen. Jonge duiven kennen niet de druk, zoals voetballers die ervaren. De stress zit bij de duiven in het onbekende. Het vervoer, hitte, harde wind, het zoeken en al dan niet vinden van drinkwater. Verder is er de infectiedruk, die de vliegvorm beïnvloedt. De rol, die het baasje speelt, is natuurlijk heel bepalend. Hoe worden de duiven verzorgd in het vliegseizoen? Worden ze medisch begeleid, of is de baas van de meer natuurlijke benadering? Langdurig trainen en wegtrekken in het voorjaar, is prima, maar zeker geen garantie voor topprestaties in het vliegseizoen!
Zorgen
Zorgen over het trainen van de duiven in april en mei, maak ik me niet. Elk jaar verloopt dat anders. Er zijn andere dingen, waar ik me zorgen over maak. Beide knieën lijken versleten en mijn beide heupen zijn eveneens pijnlijk. Ik loop als een oude man. Mijn linkerachillespees werkt evenmin mee, waardoor het verzorgen van de duiven en het werk in de tuin steeds meer een uitdaging wordt. Ik ben geboren met “fiene bötjes”. Vergeleken met broer Henk (“staol en graniet”) en broer Ben (“atletisch”), ben ik een wandelend wrak. Een licht skelet, aangeboren te korte en kwetsbare spieren, een opgelapt hart, een gemankeerde linkerschouder, platvoeten met hamertenen, zijn een kleine greep uit de lange lijst van mankementen. Toch wil en mag ik niet klagen. Enkele dagen geleden kreeg ik bezoek van een 55-jarige dame, die ik ken van mijn laatste werkgever. Ze gaf leiding aan een groep schoonmakers en uit hoofde van mijn functie, had ik vrijwel dagelijks met haar te maken. We hadden altijd een goeie band samen, met wederzijds respect. Ze had veel meegemaakt. Een moeilijke jeugd, met speciaal onderwijs vanwege ernstige dyslexie. Haar man verloren, toen ze zelf goed veertig jaar was en een scala aan lichamelijke ongemakken. Sinds vier maanden is er de diagnose M.S. Op een gegeven moment hadden we het over “geluk”. Kun je geluk afdwingen? Mijn gesprekspartner op een zonnige ochtend aan de koffie, was hier heel gedecideerd over. “Vaak valt er niks af te dwingen en sta je voor een voldongen feit”. Ik viel even stil en dacht aan de inmiddels elf oud-klasgenoten van de lagere school, die zijn overleden. Aan Jan, die naast me zat en die ik bewonderde. Geboren met een stofwisselingsziekte, geteisterd door polio en een wandelend hoopje ellende. Wat viel er voor hem af te dwingen? Hij bleef altijd vrolijk en optimistisch, maar stierf jong. Ook klasgenoot Willem had geen geluk. Zeer ernstig dyslectisch, waardoor hij zelfs de lidwoorden de, het en een niet kon onderscheiden. Ik keek tegen hem op, want hij had een hok met wel vijftig postduiven, die gadegeslagen door de hele familie, rond de boerderij toerden. Van hem kreeg ik mijn eerste duiven, die zich niet thuis voelden in het sinaasappelkistje aan de muur bij mij en telkens terug vlogen naar het hok van Willem. Als veertiger stierf hij veel te jong aan een ongeneeslijke ziekte. Ook de andere negen oud-klasgenoten, die niet meer onderons zijn, hebben hun eigen verhaal. “Niet klagen, maar dragen”, hoor je mensen soms zeggen. Dat is ook zo. De ellende om ons heen ligt voor het opscheppen. Denk aan Gaza, aan Oekraïne, aan de mensen in Afrika met H.I.V, die afhankelijk zijn van medicijnen , die ze niet meer krijgen van Amerika. Ver weg, maar ook dicht om ons heen tiert de ellende welig. Weliswaar van een andere orde, maar niet minder vervelend. Mensen in geestelijke nood, met alcohol- e/o drugsproblemen, met financiële zorgen of relatieproblematiek. Ook zijn er mensen, die wakker liggen van de luxe-problemen. Ik ga komende week naar de dokter, blokkeer de tuin- en duivenperiode en ga overleggen, of er tussen oktober en februari nog iets te verhapstukken valt aan mijn krakkemikkige gestel. José is inmiddels thuis gekomen van de sportschool. Dat betekent even bijpraten, een lekker broodje uit de oven nuttigen en dan kreupelend naar het tuincentrum. Zoekend naar pareltjes voor het aan te leggen (pluk)tuintje voor José. (wordt vervolgd)