2016: Hoop, geloof en liefde (4)

Waarom schrijf ik “stukjes”?

Wil ik een bijdrage leveren aan een lezenswaardige site?  Zit er ergens toch een onderwijzer in me? Zoek ik een manier om mijn frustraties of blijdschap in goede banen te leiden?  Misschien is het van alles een beetje!  Wie aan de weg timmert trekt echter bekijks. Vorige week belde een mij onbekende liefhebber. Hij had mijn laatste stukje gelezen en de stoute schoenen aangetrokken om me om advies te vragen. Eigenlijk zit ik daar helemaal niet op te wachten. Er zijn in den lande mensen, die (vaak tegen betaling) dat veel liever doen. Duiven selecteren, koppelen, wateraders en straling opsporen, ogenkeurders, advies over verluchting, voermethode, etc.  Fijn dat ze er zijn.  De liefhebber in kwestie klonk een beetje wanhopig en intuïtief stemde ik toe. Afgelopen zaterdagochtend bezocht ik hem. Als liefhebber heb je een morele plicht om collega’s die in een dip zitten te helpen en moed te geven.  Ik werd hartelijk ontvangen. Vanuit de keuken zag ik een hok op het achterplaatsje achter de bescheiden woning en al snel had ik de indruk met een echte liefhebber van doen te hebben. Dat is heel belangrijk in mijn ogen. Een dierenvriend en gepassioneerde jongen, bij wie het spel niet van de grond komt en die er alles voor over heeft om het lek boven te krijgen. We hadden een geanimeerd gesprek, samen bekeken we hok en duiven en ik temperde zijn verwachtingen. Als al meerdere kenners van naam en faam op bezoek zijn geweest, heb ik niet de illusie met een paar simpele tips het tij te keren. Ik vertelde, hoe ik het in zijn situatie zou doen en beloofde contact te houden. Gewoon, omdat ik het een sympathieke vent vind en hij  het verdient om geholpen te worden.

Mensen die het minder hebben

Soms kom ik treurig over in mijn stukjes. Twijfel wel eens, of ik niet zal stoppen met de duiven vanwege de roofvogelterreur. Dan is het goed om te zien, dat ook andere mensen problemen hebben.  Toen ik zaterdagmiddag thuis keerde van mijn bezoekje, moest ik me haasten. Ik had buurman Pim toegezegd te zullen helpen bij “Vis maar mee”. Als een soort buddy help je dan één op één iemand met een beperking bij het vissen. Op weg naar de beek herkende ik het kereltje dat bij een vorige wedstrijd de eerste prijs won. Een vrolijke “stuiterbal” die met zijn handen een kikkervisje ving en uiteindelijk de beker ontving, omdat toen niemand beet kreeg.  Aan de waterkant werd ik aangeklampt door een gehandicapte man, die me vroeg hem te helpen. Een made aan het haakje doen, ingooien en ophalen. Voor mensen met een beperking is het vaak geen haalbare kaart. We kletsten gezellig en ik zag Manuel, die met zijn vader afgelopen najaar bij “Steeds Verder” een duifje kocht. Hij wist het nog precies en was blij met zijn beker en zijn gevangen visje. Ik feliciteerde hem. Veel werd er niet gevangen afgelopen zaterdag op de Voorsterklei, maar … het was gezellig en prachtig weer, zoals mijn vismaatje de middag samenvatte. Ik nam me voor om nooit meer te klagen.

Buurman Appie

Afgelopen dinsdagavond werden in het clubgebouw van “Steeds Verder” de duiven tegen paramixo geënt. ’t Is altijd een heel gedoe met al die jongen die boordevol stress door de manden bateren. Toen ik na afloop thuis kwam en de duiven losliet om ze zelf in hun hok te laten vliegen, stond buurman Appie ineens achter me. “Mis je meerdere duiven?”  Verbaasd keek ik hem aan en vroeg me af waar hij naar toe wilde. Hij pakte zijn mobieltje en liet me enkele foto’s zien.  “Ik heb het opgezocht en nu weet ik, dat het een havik is die in mijn achtertuin een duif plukt”, zei hij. Toevallig was ik een dag eerder op tweede pinksterdag de ’01 en ’02 kwijt geraakt. Twee nestbroers, waar ik hoge verwachtingen van had. Een kwartiertje later stond ik voor zijn deur. Niet ver van de voordeur zag ik de restanten van een postduif.  De borst was er helemaal uitgevreten. De ring zat nog om de poot. Het was de “02. In de achtertuin lagen restanten, maar daar was met een grasmachine  overheen gereden. Ik vertelde Ap, een generatiegenoot, dat ik blij was met zijn melding en foto’s. Alleen had ik niet verwacht, dat de vrouwtjeshavik haar prooi ter plekke zou verorberen en zo Ap zeker 20 minuten de tijd bood om foto’s te maken. Meestal pakt ze de prooi in de lucht en voert ze deze af, zonder sporen na te laten. Zou ze ongepaard zijn, of zou ze broeden? In dat laatste geval staat me nog een bak ellende te wachten.

Wennen aan de mand

Zondagmiddag had ik een familiereünie in Klein-Amsterdam, waar moeder Toos geboren en getogen is. José ging met de fiets en ik zou moeder Toos met hondje Trijntje ophalen. Ik zat in mijn maag met het voeren en verduisteren van de jonge duiven in de namiddag.  Eureka! Ik liet ze ’s ochtends uitvliegen en zette ze vervolgens in vier manden in de schuur met water aan de manden. Van de nood een deugd maken, heet dat. Maandagochtend zette ik de manden in de Caddy en reed er mee naar de Appenseweg. Hemelsbreed een paar honderd meter van het hok. Het loslaten na het enten was blijkbaar een leermoment geweest, want vlot knalden ze uit de manden en na het maken van enkele rondjes boven Appen, doken ze richting de klep.  Toen ik de manden in de auto tilde, kwam de vrouwtjeshavik zich melden boven de lossingsplek. Dat deed ze vorig jaar ook en toen pakte ze een duif voor mijn ogen. Nu was ze te laat. Bij thuiskomst zaten alle jongen in het hok. Meteen conditioneren, want ik had ze op zondag beperkt gevoerd om geen natte bagger in de manden te veroorzaken.  ’t Is vandaag code oranje, vanwege verwachte overvloedige regenval, maar als het weer opklaart wil ik beginnen met africhten komende week.

Coli

Over het algemeen mag ik niet klagen over de mest. Dat was vorig jaar een drama. In alle afdelingen is er regelmatig eentje, die vieze mest produceert en/ of braakt. Zo’n duif gaat meestal ook de lucht niet in. Gelukkig is het een milde variant. Na enkele dagen knappen ze op en doen weer mee met de groep. Afgelopen week na de enting was de vlieglust helemaal weg. Doordat ze soms hele dagen buiten vertoeven, maak ik me daar geen zorgen over. Ze ketsen regelmatig af, want door al het gespuis in de lucht zijn ze erg attent. Behalve de paramixo-enting  geen medicatie tot heden.

(wordt vervolgd)