Isendoorn Competitie 2012

Isendoorn Competitie (2)


Hoe weet je nu van wie een postduif is? Deze vraag kreeg ik vanochtend van een belangstellende leerling. De vaste voetring is geregistreerd bij de Nederlandse Postduiven Organisatie en staat op naam van de eigenaar. Als je een verdwaalde of gewonde postduif opvangt, kun je via de site van de N.P.O. te weten komen van wie de duif is. Zelf doe ik al mijn jonge duiven bij ontvangst meteen een extra ring om de poot met mijn telefoonnummer. Zo zag vriend Rinie Vos afgelopen maandag meteen, dat het bij hem binnen gelopen piepertje (jong duifje dat nog piept i.p.v. koert) van mij was!!

Voor 1997 droegen duiven nog meer ringen. Duiven die meededen aan wedstrijden kregen een gummiring om met codes. Die gummiring moest bij terugkeer van de vlucht zo snel mogelijk in een duivenklok weggedraaid of weggedrukt worden. Bij internationale wedstrijden droegen duiven zelfs twee gummiringen. Ook was er in een slagpen van de duif soms een geheime code gestempeld. Dit alles om fraude te voorkomen. Ik vond dat als jochie al mysterieus en interessant. In 1998 werd in Nederland het elektronisch klokken ingevoerd. Aanvankelijk kregen de duiven een dikke chipring om hun vrije poot. Tegenwoordig wordt er een klein chipje in een gleufje van de vaste voetring geschoven. Via de onder de invliegklep geschoven antennes worden de aankomsten van de duif automatisch geregistreerd in een speciale module. Met deze module gaat de liefhebber bij het inkorven en bij het zgn. "afslaan" naar zijn club. Hier worden alle modules uitgelezen en er wordt een uitslag gemaakt. Per honderd duiven worden 20 of 25 prijzen toegekend (1:4 of 1:5). Een prijswinnende duif wordt dus geklasseerd op de uitslag. Echte topduiven winnen vrijwel altijd prijs. Geen "staartprijsjes", maar "kopprijzen" wel te verstaan. Duiven met veel eerste prijzen luisteren vaak naar welluidende namen. Soms zijn dat namen van voetbalhelden ('Zlatan" of "Messi"), anderen kiezen voor wielerhelden of andere supersterren. Namen als "Dombo" of "Sukkel" passen bij duiven die steevast "na de prijzen" arriveren.

Zijn wedstrijden met postduiven wel eerlijk? Duiven hebben allemaal een verschillend woonadres, toch? Gelukkig vliegt elke duif op zijn of haar eigen coordinaat. Tot op de meter nauwkeurig! Wel zijn er faktoren die van invloed zijn. Duiven vliegen van nature graag in een groep. Soms blijven ze te lang in een groep en komen ze met een omweg thuis. Ook de wind kan van invloed zijn. Een goeie duif is vooral een slimme duif, die de kortste weg naar huis kiest!

Hoe ver kan een duif vliegen? Vergelijk het met atletiek. Je hebt sprinters met enorme spieren, die explosieve kracht hebben en de 100 meter binnen 10 seconden lopen. Je hebt ook atleten met soepele spieren. Onooglijk en schriel. Zij zijn gebouwd voor de marathon. Zo is het bij duiven ook. Op de snelheidsvluchten (vitesse) moet je krachtige, slimme duiven hebben.
Voor de lange afstand (fond) heb je duiven nodig die het vooral lang vol kunnen houden. Soepele duiven met veel doorzettingsvermogen, dus. Barcelona is het bekendste en zwaarste concours in Nederland. Duiven die Barcelona vliegen moeten overnachten. Zelf vlieg ik met mijn jonge duiven vluchten van 100 tot 500 kilometer. De duiven worden 's ochtends gelost en arriveren na enkele uren en in elk geval dezelfde dag, al naar gelang de zwaarte van de vlucht.
Bij warm weer en tegenwind vliegt een duif ongeveer 65 kilometer per uur. Bij gunstige omstandigheden en staartwind kan dit oplopen tot wel 130 kilometer per uur!


Een havik heeft een duif verschalkt en plukt de veren

Momenteel zitten mijn jonge duiven in de fase van de peuterspeelzaal. Ze fladderen onhandig rond het hok, moeten de omgeving nog verkennen en zijn kwetsbaar als peuters. Roofvogels worden aangetrokken door het stuntelige vliegen van de piepers. Sperwers duiken op de duiven als ze op het hok zitten of badderen in de baadbak in de tuin. De sperwer peuzelt zijn duivenboutje ter plekke op. Dit geeft veel stress en de onervaren duiven vliegen dan in blinde paniek te ver weg en kennen de weg naar het hok niet terug. De grotere havik pakt zijn prooi in de lucht. De jonkies vliegen in het begin chaotisch en nog niet in groepsverband. De vrouwtjeshavik slaat de onnozele jonge duifjes simpel in de lucht en vliegt er mee weg. Het instinct van de andere duiven zegt dat er iets niet klopt. Ook hier kan blinde paniek ontstaan. De jonkies vliegen angstig in een bepaalde richting weg, zonder terug te keren. Misschien komen ze in Duitsland terecht en mogelijk in Friesland, waar de Waddenzee pas het signaal tot stoppen is. De uitgeputte, uitgehongerde duifjes lopen soms bij een andere duivenliefhebber binnen. Via de telefoonstrip om de poot neemt zo'n man dan contact met je op en kun je afspreken wat er met de duif gaat gebeuren. Soms haal je het beestje op, soms wil de liefhebber in kwestie de duif een nieuwe kans bieden op zijn hok. Je stuurt dan het eigendomsbewijs en de liefhebber laat jouw duif op zijn naam overschrijven bij de N.P.O.

Het voorbije weekeinde liet ik mijn duiven voor het eerst los. Ik was in de tuin aan het werk en hield een oogje in het zeil.
Toch was er tot drie maal toe een sperwer die voor paniek zorgde. Het kostte me twee duifjes. Afgelopen maandag liet ik ze gewoon om 07.00 uur los. Ze waren al enkele keren buiten geweest en ik dacht, dat het verantwoord was. 's Avonds bij thuiskomst na het werk miste ik er vier. Enkele uren later belde vriend Rinie Vos, die er eentje had opgevangen. Hemelsbreed nog geen 1500 meter van huis nota bene. Ik haalde haar meteen op en voortaan heet ze Noelle, naar de dochter van Rinie. De broer van Noelle, Robert Vos, zit in klas 3 van het Isendoorn en hij wordt aan het duifje gelinkt t.z.t.
Er zijn dus al 5 jonkies weg! Dat is ook de reden waarom ik de namen voor de duiven pas in juni koppel aan leerlingen. In juni zitten de duiven op de middelbare school. Ze kennen de omgeving, herkennen van ver de loerende roofvogels en zijn al redelijk door de wol geverfd! (wordt vervolgd)