Ren Frekie, ren 2015

Ren Frekie, ren (2)

Ren Frekie, ren (2)

Aansluitend op deel 1 wil ik nu een inkijkje geven in de samenstelling van mijn jonge duivenbestand en vertellen hoe ik de pas gespeende jonge duiven verzorg. Op 11 maart kwamen de eerste jonkies naar Appen. Op 28 april arriveerden de laatsten. Ik heb meerdere afdelingen en probeer groepen te formeren waarvan het oudste en jongste duifje maximaal twee weken in leeftijd verschillen. Ik doe mee aan de "Belgencompetitie" en kreeg dus 2 "Dirkies". Henk Berentsen leverde 9 jonkies. Van Dennis Koers kocht ik een bonnetje in de club. Dat werden maar liefst 4 duifjes. Ook van clubgenoot Henk Blankestijn kocht ik een bonnetje. Dat werden 2 jonkies. Op de feestmiddag van de GOU kocht ik de bon van Martin & Joke Geven. Hier mocht ik er 2 uitzoeken. Daarbij een jonge doffer uit de moeder van "Jurriaan"! Oud-GOU voorzitter en clubgenoot Bram Scherpenzeel leverde de laatste jaren ook jongen. Bram fokte voorheen steevast voor buurman Max Slinkman. Helaas overleed onze clubpenningmeester afgelopen winter veel te vroeg. Ook de jonge dierenarts Maurits Bosgoed vloog in 2013 uitstekend met jongen van Bram. Er gingen geruchten dat hij in 2015 weer zou meevliegen. Gezinsuitbreiding, verhuizing, drukke werkzaamheden, van alles en nog wat weerhoudt Maurits van een door mij toegejuichte herstart. Gevolg?  Bram leverde maar liefst 26 jonge duiven op de door mij gekochte bon ......   In totaal dus 45 jongen van verschillende leveranciers.

Natuurlijk zat Albert ook niet stil. De laatste twee jaren kochten we samen her en der wat laatjes van uitstekende komaf via internet. Helaas haalden we niet alleen beoogd talent binnen, maar ook de gevreesde paratyphus.  Veel aangeschaft materiaal stierf uiteindelijk. Ook in de jonge duiven van 2014 zat de ziekte. Veel ogenschijnlijk gezonde jongen begonnen enkele dagen na het spenen spontaan te "hinkepinken".  Ook enkele "hangvleugels", maar die waren in de minderheid.  Eigenlijk was 2014 een rampjaar. De baas twee openhartoperaties, talrijke paratyphusgevallen op het kweekhok en bij mij op het jongenhok en een jaarlinghavik die zich als terrorist gedroeg rond mijn hok. U hebt het allemaal kunnen lezen in mijn stukjes van 2014.

Ondanks alles toch een top 10 notering in de GOU. Ik kon er niet van genieten, want seizoen 2014 beleefde ik als een nachtmerrie. Daarom wilde ik de vieze smaak wegspoelen en een frisse start maken.  De hokken werden gereinigd en uitgerookt, de buitenkant werd geschilderd en .... ik bouwde eigenhandig twee rennen aan weerszijden van het hok.  Degelijke rennen, mooi symmetrisch en goed doordacht. De rennen zijn overkapt en zijn anderhalve meter breed en tweeënhalve meter diep. De voorzijde is open en ongeveer de helft van de ene zijkant. Het gaas in het aluminium is gemaakt door HABRU op grond van mijn bouwtekening. Er is een handige voorziening met drinkgoten, zoals de duiven dat ook krijgen voor en tijdens het transport naar de losplaats. Met dank aan HABRU! Soms moet je het wiel niet willen uitvinden en gebruik maken van de expertise van specialisten. In de rennen liggen gegalvaniseerde, stevige roosters. In de zijkant van mijn hok maakte ik een kleine afsluitbare opening. 's Ochtends zitten de duiven al in spanning te wachten voor deze opening. In de rennen heb ik wegklapbare degelijke voerplanken gemaakt. Daar leg ik 's ochtends voer op. Als ik dan het schuifje open, stormen de duiven vanuit het nachthok naar hun ren. De schuif gaat naar beneden en de duiven zitten de hele dag in de ren. Tegen de achterwand en de ene zijwand zijn loketkasten voorzien waar de duiven overdag rusten. Verder niets. Als ik 's ochtends naar mijn werk moet, hoef ik dus alleen het schuifje te openen. De avond ervoor heb ik dan de rennen gekuist en de drinkgoten gevuld. Na werktijd maak ik het nachthok schoon en de waterbakken. Als ik klaar ben, zo rond kwart over vijf, open ik de schuif en de jongen stormen naar binnen. De voerbakken zijn dan gevuld en ik ga zelf naar José die dan het avondeten klaar heeft. Na het toetje ga ik weer naar de duiven om de restanten op te ruimen en om te verduisteren. De duiven weten dit en zitten op hun plekje. Na het afdrogen binnen ga ik weer naar buiten om de kippen te verzorgen en om de rennen in orde te maken voor de volgende dag. Vervolgens loop ik de hokken door en geef elke duif even aandacht. Ze moeten hun territorium verdedigen en baas en duif genieten van dit stoeispelletje.

Naast de 45 jonge duiven van Henk, de andere Henk, Dirk, Joke & Martin, Dennis en Bram, leverde Albert precies 64 jonge duiven van onze eigen kwekers. Eigenlijk hadden we afgesproken dat het er 55 zouden worden en dat 20 april de "deadline" zou zijn.  Toen de havik er al snel een stuk of tien te grazen had genomen, besloten we om de strategie bij te stellen. Er lagen nog negen mooie jonkies die op 28 april speenrijp waren en daarmee compenseerden we de eerste groep havikslachtoffers. Totaal werden er dus welgeteld 109 jonge duiven geplaatst in 2015.

Hoe verzorg ik pas gespeende jonkies?   De ervaring leert dat net gespeende jonkies op de dag van spenen niet eten. Ook de volgende dag zijn ze soms koppig en er zijn voorbeelden van jongen die de eerste drie of vier dagen niet willen eten. Gelukkig zijn dat uitzonderingen. Pas gespeende jonkies vertroetel ik uitgebreid. Ze krijgen kweekvoer wat ik de avond ervoor al heb geweekt in vlierbessensap.  Ik koop dat bij Corrie Wassink van de boerderijwinkel, maar ook natuurvoedingswinkels verkopen het. De volgende ochtend is het voer lichtpaars van kleur. Ik voeg wat citroensap toe en een eetlepel yoghurt. Met diksap of vloeibare honing maak ik het goedje kleverig. Ik roer het flink door elkaar en voeg een eetlepel knoflookgranulaat toe. Vervolgens knijp ik wat pikkoek(klei) fijn en roer dit door het voer. Het voer moet rul zijn en daarom blijf ik droge stof toevoegen. Denk aan mineralen, scherp zand of terramix (zuivere veengrond zonder kunstmest). Eventueel biergist. Tenslotte maagkiezel, roodsteen en grit.  Dit levert de door mij gewenste "rulle mengeling" op die de pas gespeende jonkies te eten krijgen. Vlierbes beschermt tegen coli, citroensap en knoflook tegen het geel, yoghurt of karnemelk levert a.p.f. (dierlijk eiwit) en de overige stoffen ondersteunen de gezondheid en darmflora. Zonder geelkuurtje of andere medicatie zullen de pas gespeende jongen zich uitstekend ontwikkelen, zelfs als ze uit verschillende milieus afkomstig zijn. Ik paste deze methode al in de vorige eeuw toe, al moet ik zeggen dat ik de methode op details bijstelde. Vroeger knipte ik veel bieslook, nu komt de allicine uit knoflookgranulaat. Te veel allicine geeft tekening op de dekveertjes is mijn ervaring. Maat baat, overdrijven schaadt!

Pas gespeende jonkies moeten drinken. Meestal vinden ze de waterbak zelf. Soms moet je een sufferdje een handje helpen door zijn kopje in de waterbak te steken. Jonkies die met de ogen knipperen, hebben grote dorst!  In de waterbak zuiver water. Soms voeg ik wat "Naturaline" toe. Het is niet mijn intentie om reclame te maken voor de firma Natural, maar mijn ervaring is, dat zij al tientallen jaren betrouwbare producten leveren tegen een eerlijke prijs. Ik geloof niet in kruidendrankjes van 50 euro per liter. "Naturaline" voldoet en kost nog geen 5 euro! Appelazijn geef ik niet meer.

Het liefst zou ik de duiven dagelijks los laten en dan na de training ruimte voor scharrelen in de moestuin. Nu het hier wemelt van de haviken is dat een utopie.  Gelukkig heb ik anno 2015 rennen. Duiven kunnen hier veilig een bad nemen en rustig opdrogen. Ook kan ik groente uit de tuin aan een koord ophangen. Bezigheidstherapie en gezond!  Het beste, goedkoopste en veiligste medicijn is .... zuurstof. Bovendien leveren de rennen in mijn systeem veel gemak. Tot heden nog geen vuile neusjes of niezende of proestende duiven gesignaleerd en de duiven vertoeven er graag. Of ze daarom beter presteren op de vluchten?  De tijd zal het leren!

Stand van zaken op 9 mei (kan 10 mei al anders zijn):

Dirk uit België                         :  2   (2)
Joke & Martin                         :  2   (2)
Henk Berentsen                     :  5   (9)
Henk Blankestijn                   :  1   (2)
Dennis Koers                         :  2   (4)
Bram Scherpenzeel              :  26  (26)
Albert Hendriksen                 :  56  (64)

Totaal aanwezig                    :  94  (109)

Slechts 1 jonkie moest ik kort na het spenen verwijderen vanwege ernstige geelverschijnselen. De overige 14 gingen bij de training aan huis verloren, waarbij ik meerdere jongen in de klauwen van de havik zag verdwijnen. De duiven zijn inmiddels 10 keer buiten geweest. Gemiddeld kost elke training dus minimaal 1 duif het leven. Het dieptepunt vormde de trainingsdag die binnen een tijdsbestek van één uur drie duiven voor mijn ogen de kop kostte. Zes aanvallen op één trainingsdag maakte ik ook al mee dit jaar. Het zijn dus meerdere haviken die hier de boel onveilig maken. Zowel mannetjes als vrouwtjes jagen op duiven, waarbij de vrouwtjes het gevaarlijkst zijn. Slechtvalken heb ik in 2015 hier nog niet gezien. Ook sperwers spelen geen rol. Volgens insiders worden sperwers in streken met veel haviken uitgeroeid door diezelfde haviken. De strategie is noodgedwongen beperkt trainen (2 of 3 keer per week).

Haviken hebben vooral oog voor rondvliegende duiven. Individueel frivool rondvliegende jonge duiven zijn bijzonder kwetsbaar. Uitwennen is dus een hachelijke onderneming! Al talloze jonkies zag ik in de lucht geslagen worden op het allereerste rondje om het hok. Hongerige haviken vallen echter ook een strak in formatie vliegende klad duiven aan. Vaak slaan de duiven op de vlucht als er een havik nadert. Gisteren zag ik een bijzonder schouwspel. Een vrouwtjeshavik omsingelde een koppeltje strak in het gelid vliegende jonge duiven (oudste groep). Eén duifje schoot uit de groep en verstopte zich tussen het frisse groen van de oude eik voor ons huis. Daar had de havik wel oog voor. Met een duikvlucht van zeker dertig meter schoot hij als een Buk-raket recht op de eik af en verschalkte tussen de takken en het gebladerte de hulpeloos spartelende duif. Martin Geven vertelde het vaak: "Een duif die in de boom gaat zitten is het haasje". Tussen de takken is de vliegkunst van een havik superieur. Martin komt bij Eijerkamp wat roofvogels betreft in het paradijs. "Soms vliegt er wel eens een sperwertje die het gemunt heeft op een duif op het gazon. Vergeleken met de haviken in Bussloo stelt het niets voor. Hier ben ik nog geen enkele duif kwijt aan de roofvogel; een ongekende weelde", aldus Martin.

Tenslotte onze beoogde stamvader "Oude Knoedel".  Ondanks zijn leeftijd (15 jaar oud) gaf de oomzegger van "Garfield" 3 prachtige jongen, die hij zelf groot bracht. De eerste ronde twee blauwwitpenduivinnen, zoals het zich laat aanzien. De tweede ronde leverde een kloeke blauwwitpendoffer op.  Helaas ging hij gisteren verloren bij het uitwennen. Gelukkig heb ik er goed om geslapen. Ik richt me op de overblijvers!   Een compliment voor Albert overigens, die de "Oude Knoedel" al in Voorst onder zijn hoede had en hem nog steeds zonder hulpmiddelen laat renderen als jarenlange vastzitter. Als hij gezond blijft, krijgt hij volgend jaar een nazaat uit "Garfield" als partner.  Via Erik Plant haalden we een jonge doffer uit de lijn van "Blauwe Garfield".  De absolute stamvader van Erik (verkregen via Eijerkamp) is een kleinzoon van onze wereldkampioen jonge duiven 1997. Zowel vader als moeder van onze aanwinst vertegenwoordigden het allerbeste wat Erik op zijn hok had (Erik verkocht totaal en vertoeft sedert 1 april op Aruba voor zijn werk).  Brengen we de bloedlijn van "Garfield" en zijn geweldige nestzus weer samen!  Hoop doet leven en stilstand is achteruitgang. Maar .... zover is het nog lang niet, want de jaren beginnen te tellen bij onze nestor!

P.S.  De aanwinst van Erik Plant is een doffer, dus voor oplettende lezers een geruststelling: een duivin uit de doffer van Erik is de beoogde partner voor onze "O.K."

Note Albert: ook voor de derde ronde heeft de OK weer zijn best gedaan, 2 mooie jongen liggen in de schaal te blinken.....

((wordt vervolgd)